Regeling vervallen per 01-01-2022

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN ARNHEM 2021

Geldend van 11-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN ARNHEM 2021

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 september 2020, Bedrijfsvoering, nummer 507303;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet

Besluit:

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN 2021

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bedrijfsafval: afvalstoffen, restafval dat gelijk is aan huishoudelijk restafval, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid worden ingezameld door middel van een aanbieding in een daarvoor bestemde ondergrondse container;

  • -

    aanbieding: de ontgrendeling van een inwerptrommel van een verzamelcontainer met een afvalpas.

Artikel 2. Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam reinigingsrechten worden rechten geheven voor zowel het genot van de door of vanwege de gemeente verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van gemeentebezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit het aanbieden van met huishoudelijk afval gelijk te stellen bedrijfsafval van beperkte omvang en hoeveelheid in een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde verzamelcontainer.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is degene op wiens naam de aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. Voor het periodiek inzamelen van bedrijfsafvalstoffen bedraagt het recht, bij 1 tot en met 5 aanbiedingen per week in een 60 liter inwerptrommel € 605,20 per belastingjaar.

  • 2. Voor het periodiek inzamelen van bedrijfsafvalstoffen bedraagt het recht bij 6 tot en met 10 aanbiedingen per week in een 60 liter inwerptrommel € 1021,20 per belastingjaar.

  • 3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat afvalpas: € 10,50.

  • 4. De tarieven genoemd in lid 1 en lid 2 zijn exclusief omzetbelasting. Bedoelde btw wordt, indien deze verschuldigd is, echter wel in rekening gebracht.

Artikel 5. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffen

De rechten worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7. Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen het ophaalgebied van de gemeente verhuist.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

  • 6. Voor de toepassing van het bepaalde in het zesde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing en andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen. worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen de aanslagen in acht gelijke termijnen worden betaald, indien aan het navolgende wordt voldaan:

    • a.

      het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere belastingen/heffingen niet meer is dan € 5.000,00;

    • b.

      de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

  • De eerste termijn vervalt dan op de laatste dag van de maand volgend op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening reinigingsrechten 2020' van 13 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reinigingsrechten 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering 12 november 2020.

De griffier, De voorzitter,