Regeling vervallen per 01-01-2022

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING ARNHEM 2021

Geldend van 11-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING ARNHEM 2021

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 september 2020, Bedrijfsvoering, nummer 507303;

Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2021

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. arrangement: een reservering op een toeristische plaats voor een gezin, echtpaar of samenreizende personen gedurende een vooraf vastgelegde periode van minimaal vier weken voor een vast huurbedrag;

  • b. cruiseschip: een zeeschip of binnenschip dat bestemd is of gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers over zeewegen danwel binnenvaarwegen, die om toeristische redenen, hoofdzakelijk gelegen in de zee- of rivierreis zelf, deelnemen aan die zee- of rivierreis;

  • c. jachthaven: aanlegplaats voor vaartuigen;

  • d. maandarrangement: een arrangement met een looptijd van één maand gedurende de maand juni of september;

  • e. mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen die bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • f. naseizoenarrangement: een arrangement met een looptijd van ongeveer twee maanden, startend na het hoogseizoen en eindigend bij de afloop van het kampeerseizoen;

  • g. niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele vakantie-onderkomens of stacaravans, die niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • h. passagiers: personen, niet zijnde bemanningsleden, die tegen een vergoeding in welke vorm dan ook aan boord van een cruiseschip verblijven en die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven;

  • i. slaapzaal: een ruimte met minimaal vier slaapplaatsen, waarbij die slaapplaatsen gebruikt kunnen worden door personen die niet tot één reisgezelschap behoren;

  • j. vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden, niet zijnde een cruiseschip;

  • k. vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven (bijv. chalets), niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • l. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

  • m. voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend aan het eind van de maand juni.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de Basisregistratie personen van de gemeente zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • b. van degene die verblijft in het vakantiepark 'Bio Vakantieoord';

  • c. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • d. van degene die tijdelijk in de gemeente verblijft als deelnemer aan of begeleider van een zogenoemde schoolwerkweek of als deelnemer aan of begeleider van een meerdaagse activiteit van een scoutinggroep of gelijksoortige organisatie;

  • e. van degene jonger dan 22 jaar die tijdelijk in de gemeente verblijft als deelnemer aan een meerdaagse activiteit van een sportvereniging of een cultuurvereniging en van degene die als begeleider van voornoemde deelnemers optreedt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 6. Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Ter zake van verblijf in mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen of op vaste seizoensplaatsen of voor mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen voor vakantie of recreatief gebruik wordt het aantal overnachtingen forfaitair vastgesteld.

  • 2. De forfaitaire berekeningswijze is uitsluitend van toepassing voor jaarplaatsen, (vaste) seizoenplaatsen en arrangementen die gebruikt worden door één en hetzelfde gezin of echtpaar, dan wel dezelfde persoon of personen.

  • 3. Bij de forfaitaire berekening wordt het aantal overnachtingen per verblijfsruimte vastgesteld op het product van het voor die verblijfsruimte in het vierde lid vastgestelde aantal personen dat heeft overnacht en het voor die verblijfsruimte in het vijfde lid vastgestelde aantal malen dat is overnacht.

  • 4. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen, bepaald op 2,3;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste seizoenplaatsen bepaald op 2,3;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen bepaald op 2,5;

    • d.

      mobiele kampeeronderkomens op toeristische plaatsen bepaald op:

      • 1°.

        2,2, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;

      • 2°.

        2,4, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;

      • 3°.

        2,2, indien sprake is van een naseizoenarrangement;

      • 4°.

        2,1, indien sprake is van een maandarrangement.

  • 5. Het aantal malen dat door de in het tweede lid bedoelde personen is overnacht, wordt:

    • a.

      in geval van het vierde lid, sub a, bepaald op: 50;

    • b.

      in geval van het vierde lid, sub b, bepaald op: 50;

    • c.

      in geval van het vierde lid, sub c, bepaald op: 50;

    • d.

      in geval van het vierde lid, sub d, bepaald op:

      • 1°.

        29, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;

      • 2°.

        39, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;

      • 3°.

        18, indien sprake is van een naseizoenarrangement;

      • 4°.

        12, indien sprake is van een maandarrangement.

Artikel 7. (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing

  • 1. Belastingplichtige kan in de aangifte verzoeken de maatstaf van heffing in afwijking van het bepaalde in artikel 6 vast te laten stellen op het werkelijk aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

  • 2. Dit verzoek wordt niet gehonoreerd indien de nachtregistratie zoals bedoeld in artikel 14 niet of niet juist is bijgehouden.

Artikel 8. Belastingtarief

  • 1. Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 2,00.

  • 2. In afwijking van het in het eerste lid genoemde tarief bedraagt het tarief per persoon per overnachting bij verblijf in een mobiel kampeeronderkomen of op een vaste standplaats of bij verblijf in een vaartuig op een aanlegplaats in de jachthaven € 0,75.

  • 3. In afwijking van het in het eerste lid genoemde tarief bedraagt het tarief per persoon per overnachting bij verblijf in een accommodatie waarbij overnacht wordt in een slaapzaal €0,75.

Artikel 9 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kunnen de aanslagen in acht gelijke termijnen worden betaald, indien aan het navolgende wordt voldaan:

    • a.

      het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbelastingen of andere belastingen/heffingen moet niet meer zijn dan € 5.000,00;

    • b.

      de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

      De eerste termijn vervalt dan op de laatste dag van de maand volgend op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 13 Administratie

  • 1. De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een deugdelijke administratie bij te houden.

  • 2. Deze administratie bevat, met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft, tenminste gegevens betreffende:

    • a.

      het wel of niet woonachtig zijn in de gemeente Arnhem;

    • b.

      aantal personen;

    • c.

      aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is;

    • d.

      het ouder of jonger zijn dan de genoemde leeftijdsgrens in geval van een verblijf als bedoeld in artikel 4 onder e.

  • 3. Een nachtverblijfregister kan worden aangemerkt als een deugdelijke administratie als bedoeld in lid 1.

  • 4. Indien de belastingplichtige gelegenheid tot verblijf biedt als genoemd in artikel 8 onder a en als genoemd in artikel 8 onder b en/of c, dan dient dit onderscheid in de administratie te worden vastgelegd.

  • 5. Indien het onderscheid als bedoeld in lid 4 niet wordt geadministreerd, geldt voor alle overnachtingen het tarief zoals genoemd in artikel 8 onder a.

Artikel 14 Kwijtschelding

Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening toeristenbelasting 2020' van 13 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 12 november 2020.

De griffier, De voorzitter,