Regeling vervallen per 01-01-2023

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELDEN 2013

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2022

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELDEN 2013

ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

  • a.

    weekmarkt: de warenmarkt die op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wekelijks wordt gehouden;

  • b.

    jaarmarkt: de warenmarkt die twee maal per jaar op een daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

  • c.

    standplaats: de op en voor de duur van de markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld;

  • e.

    dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

  • f.

    standplaatshouder: ieder aan wie het door of namens het college van burgemeester en wethouders is toegestaan om gedurende een markt een standplaats te bezetten.

  • g.

    grootverbruiker: standplaatshouder die per standplaats per dag meer gebruikt dan twee 380 Voltaansluitingen.

ARTIKEL 2 ALGEMEEN

  • 1.

    De nodige opmetingen geschieden van gemeentewege.

  • 2.

    Gedeelten van eenheden van tijd en afmeting worden voor één geheel gerekend.

ARTIKEL 3 BELASTBAAR FEIT

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven terzake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor de uitoefening van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen, met uitzondering van de jaarmarkt.

ARTIKEL 4 BELASTINGPLICHT

Belastingplichtig is de standplaatshouder.

ARTIKEL 5 BELASTINGJAAR

Met betrekking tot de marktgelden die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

ARTIKEL 6 TARIEVEN

Tarieven behorend bij deze verordening zijn opgenomen in bijbehorende Tarieventabel gemeente Assen voor belastingen, heffingen en rechten met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

ARTIKEL 7 WIJZE VAN HEFFING

    • 1.

      Marktgelden wordt geheven door middel van een aanslag.

    • 2.

      De overige in deze verordening genoemde marktgelden worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

ARTIKEL 8 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD EN HEFFING NAAR TIJDGELANG

    • 1.

      De marktgelden zijn verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak of, als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt bij de aanvang van de belastingplicht.

    • 2.

      Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het in het eerste lid van dit artikel bedoelde marktgeld verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

    • 3.

      Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor het in het eerste lid van dit artikel bedoelde marktgeld ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

    • 4.

      In afwijking van het eerste en tweede lid, zijn geen marktgelden verschuldigd wanneer de lasten ter zake reeds via privaatrechtelijke weg worden verhaald.

ARTIKEL 9 TERMIJNEN VAN BETALING

    • 1.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet moet het marktgeld bedoeld in artikel 6 worden betaald in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van het aanslagbiljet. De volgende termijnen vervallen elke drie maanden na het vervallen van de vorige termijn.

    • 2.

      Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, moet het marktgeld worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na het ontstaan van de belastingplicht nog volle tijdvakken van drie kalendermaanden zijn tot het einde van het belastingjaar, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van de aanslag. De volgende termijnen vervallen elk drie maanden na de vorige termijn.

    • 3.

      Als na het ontstaan van de belastingplicht vijf kalendermaanden resteren tot het einde van het belastingjaar moet het marktgeld worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van de aanslag. De tweede termijn vervalt drie maanden na de eerste termijn.

    • 4.

      Als na het ontstaan van de belastingplicht vier kalendermaanden of minder resteren tot het einde van het belastingjaar moet het marktgeld worden betaald op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van de aanslag.

    • 5.

      De overige in deze verordening genoemde marktgelden moeten worden betaald bij de toewijzing van de standplaats.

    • 6.

      De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige leden gestelde termijnen.

ARTIKEL 10 KWIJTSCHELDING

Bij de invordering wordt geen kwijtschelding verleend.

ARTIKEL 11 INWERKINGTREDING

    • 1.

      De "Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2009" vastgesteld op 11 oktober 2010, wordt ingetrokken op de datum genoemd in het tweede lid, maar blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    • 2.

      Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 en 8 november 2012.

De raad voornoemd,

, voorzitter
, griffier