Regeling vervallen per 19-05-2014

Mandaatbesluit en instructie toepassing Gebiedsontzegging

Geldend van 13-05-2010 t/m 18-05-2014

Intitulé

Mandaatbesluit en instructie toepassing gebiedsontzegging

Instructie toepassing gebiedsontzegging

De burgemeester van Assen;

gelet op artikel 2:77:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Assen

Instructie toepassing gebiedsontzegging

Op grond van artikel 2:77:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Assen is de burgemeester bevoegd tot het opleggen van gebiedsontzeggingen.

Bij het geven van een gebiedsontzegging op grond van artikel 2:77:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Assen zijn ingevolge het hiervoor genoemde besluit de volgende regels van toepassing:

  • o

    voorafgaande aan het daadwerkelijk opleggen van een gebiedsontzegging wordt een waarschuwing afgegeven;

  • o

    bij minderjarigen kan, in plaats van een waarschuwing, ook een Asser contract worden afgesloten waarin afspraken worden gemaakt over gedrag en eventueel hulpverlening/ondersteuning;

  • o

    indien het overlastveroorzakende gedrag aanhoudt ondanks de waarschuwing of het Asser contract wordt overgegaan tot het opleggen van een gebiedsontzegging;

  • o

    in principe krijgt één persoon slechts één gebiedsontzegging voor één van de aangewezen gebieden. Slechts bij uitzondering krijgt iemand een gelijktijdige ontzegging voor meerdere gebieden. Als bijzondere omstandigheden het nodig maken om een uitzondering te maken, dan maakt het besluit tot gebiedsontzegging daar melding van;

  • o

    in de bekendmaking staat duidelijk voor welk gebied en voor welke termijn het verbod geldt;

  • o

    als de persoon aan wie de gebiedsontzegging gegeven wordt in het gebied woont, naar school gaat of werkt waarvoor de ontzegging geldt, dan wordt dat gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft naar en van zijn woning, school of werklocatie;

  • o

    de bekendmaking vermeldt eenduidig op grond van welke feiten de persoon de bekendmaking ontvangt;

  • o

    uitreiking van de gebiedsontzegging vindt zo snel mogelijk na het geconstateerde feit plaats. Als dit niet lukt, omdat de betrokkene nog niet kon worden aangehouden, dan kan dat alsnog gebeuren binnen twee weken na het feit, met dien verstande dat de tussenliggende periode in mindering komt op de termijn van de gebiedsontzegging. Die termijn begint te lopen op de delictsdatum. Het uitreiken kan plaatsvinden via toezending per (aangetekende) post;

  • o

    de ontzeggingen worden na aanhouding en een verhoor voorbereid door een chef van dienst van de politie en ter tekening aan de burgemeester aangeboden;

  • o

    een ontzegging wordt alleen opgelegd als betrokkene binnen een termijn van 55 weken voorafgaande aan de 2e overtreding geverbaliseerd is voor één of meer van de feiten waarvoor een ontzegging kan worden gegeven. Een tweede overtreding binnen 55 weken die aanleiding is tot het opleggen van een gebiedsontzegging hoeft niet betrekking te hebben op hetzelfde feit als de 1e overtreding. Een ontzegging wordt dan opgelegd volgens de aangegeven termijnen, omdat er vrees bestaat voor een nieuwe ordeverstoring. Bij een eerste overtreding wordt een op naam gestelde waarschuwing door de chef van dienst van de politie uitgereikt;

  • o

    als een campinghouder in Witten een gast de toegang tot zijn terrein heeft ontzegd vanwege misdragingen en als betrokkene daaraan geen gevolg geeft of opnieuw de orde verstoort, dan kan een gebiedsontzegging voor Witten worden opgelegd. Hiervoor stel ik een afzonderlijk mandaatbesluit vast.

Instructie toepassing gebiedsontzegging

Feiten waarvoor ontzegging wordt opgelegd

Termijn ontzegging

Categorie 1:

- verbod op straat- of raamprostitutie, art. 3:9 APV

- samenscholing en ongeregeldheden, art. 2:1 APV

- hinderlijk gedrag, art. 2:47, 2:48 en 2:49 APV

- hinderlijk drankgebruik, art. 2:52 APV

- openbare dronkenschap, 453 Sr en 426 Sr

- baldadigheid, 424Sr

- fietsendiefstal, 310 Sr

2 weken

Categorie 2:

- 1e recidive fietsendiefstal, 310 Sr

- 1e recidive verbod op straat- of raamprostitutie, art. 3:9 APV

- bezit van meer dan een gebruikershoeveelheid drugs en gebruik van harddrugs in het openbaar, Opiumwet

- overtreding verbod zich op de weg te begeven om drugs te verhandelen, art. 2:74 APV

- overtreding Wet wapens en munitie: traangas, boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d.

- vernieling of beschadiging, art. 350 Sr en openlijke geweldpleging, art. 141 Sr

- eenvoudige mishandeling, art. 300 Sr

- diefstal met braak in een auto, art. 311, lid 5, Sr

- belediging ambtenaar in functie, art. 267 Sr

- bedreiging, art. 285 Sr

- negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel, art. 184 Sr

- wederspannigheid, art 180, 181, 182 Sr

- overtreding binnen categorie 1 of 2 door persoon aan wie ingevolge a.16 van het Horecaconvenant de toegang tot een horecabedrijf is ontzegd

6 weken

Categorie 3:

- 2e ricidive van hinderlijk gedrag, hinderlijk drankgebruik, of openbare dronkenschap, art. 2:47, 2:48, 2:49 en 2:52 APV

- 2e recidive fietsendiefstal, 310 Sr

- 2e recidive verbod op straat- of raamprostitutie, art. 3:9 APV

- overtreding Wet wapen en munitie: vuurwapens/schietwapens

- dealen harddrugs, Opiumwet

- zware geweldsmisdrijven: zware mishandeling, art 302 Sr, (poging tot) doodslag, art. 287 Sr; openlijke geweldpleging uitsluitend tegen personen, art. 141 Sr; afpersing, art. 317 Sr; afdreiging, art 318 Sr

- overtreding gebiedsontzegging, art. 2:77:1 APV

12 weken

Instructie toepassing gebiedsontzegging

Locaties waar een gebiedsontzegging voor kan gelden

  instuctie burgemeester 

Ondertekening

Vastgesteld op 28-4-2010 door de burgemeester,