Regeling vervallen per 25-09-2020

Percentageregeling voor beeldende kunstopdrachten

Geldend van 14-01-1994 t/m 24-09-2020

Intitulé

PERCENTAGEREGELING VOOR BEELDENDE KUNSTOPDRACHTEN

Artikel 1.

De hoogte van de percentages van de stichtingskosten van bouwprojecten voor welke bedragen beeldende kunstopdrachten worden verleend, worden als volgt vastgesteld.

  • 1.

    Alle gemeentelijke gebouwen, inclusief scholen voor basis- en speciaal onderwijs:

    • a.

      NIEUWBOUW;

      • -

        1.5% van de werkelijke kosten bij bedragen van € 45.378,-- tot € 453.781,--;

      • -

        1% bij bedragen van € 453.781,-- of meer, met een minimum van € 6.806,--.

    • b.

      VERBOUWING;

      • -

        1.5% wanneer de werkelijke kosten een bedrag tussen € 45.378,-- en € 453.781,-- beloopt;

      • -

        1% wanneer de werkelijke kosten een bedrag van € 453.781,-- of meer beloopt, met een minimum van € 6.806,--

  • 2.

    Alle niet gemeentelijke gebouwen, inclusief scholen voor basis- en speciaal onderwijs, in welke stichtingskosten de gemeente participeert:

    • -

      1.5% van het gemeentelijk aandeel in de werkelijke kosten bij bedragen tussen € 45.378,-- en € 453.781,--;

    • -

      1% van het gemeentelijk aandeel in de werkelijke kosten bij bedragen van € 453.781,-- of meer, met een minimum van € 6.806,--.

  • 3.

    Bruggen, tunnels, viaducten, kadevoorzieningen voor zover de gemeente participeert:

    • -

      2% van de werkelijke kosten.

  • 4.

    Groen-, sport- en recreatievoorzieningen:

    • -

      1.5% van de werkelijke kosten indien deze meer bedragen dan € 226.890,-- en minder dan € 453.781,--;

    • -

      1% van de werkelijke kosten indien deze meer bedragen dan € 453.781,-- met een minimum van € 6.806,--.

Artikel 2.

De directeuren van de diensten van in artikel 1 genoemde bouwprojecten geven in een zo vroeg mogelijk stadium van een bouwplan waarop deze regeling van toepassing is, aan het college van burgemeester en wethouders het bedrag aan, dat op grond van deze regeling beschikbaar is voor besteding aan kunstwerken.

Artikel 3.

De opdracht kan al naar gelang de aard van het project de vorm hebben van:

  • -

    een monumentale opdracht;

  • -

    inschakeling bij de omgevingsvormgeving (binnen/buiten);

  • -

    aankoop van losse kunstvoorwerpen.

Artikel 4.

  • 1. De uitvoering van de regeling is gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders; zij laat zich daarbij adviseren door de commissie verwerving beeldende kunst.

  • 2. De commissie verwerving beeldende kunst adviseert voorts specifiek ten aanzien van:

    • -

      de wijze van besteding van de beschikbare gelden;

    • -

      de toepassing en integratie van beeldende kunst ten behoeve van het bedoelde project;

    • -

      de formulering van de opdracht;

    • -

      de verstrekking van de definitieve opdracht aan een beeldende kunstenaar.

Artikel 5.

  • 1. Het bedrag dat wordt bepaald aan de hand van de in artikel 1 genoemde percentages, zijn "all-in" bedragen voor de kunstopdracht.

  • 2. Met betrekking tot de ontwerpkosten wordt van de volgende richtlijn uitgegaan:

    • a.

      het bedrag is lager dan € 1.816,--.

      De commissie adviseert in het algemeen losse kunstvoorwerpen aan te kopen en geen opdracht te verlenen;

    • b.

      het bedrag ligt tussen € 1.816,-- en € 18.152,--.

      De commissie adviseert om aan 2 of 3 kunstenaars te vragen een ontwerp te maken. Hiervoor wordt een bedrag gereserveerd dat uit minimaal 10% en maximaal 15% van het totaal beschikbare bedrag bestaat.

    • c.

      het bedrag is hoger dan € 18.152,--.

      De commissie adviseert om aan maximaal 5 kunstenaars te vragen een ideen-schets te maken.Hiervoor wordt een bedrag gereserveerd dat ten hoogste de helft van 15% van het totaal beschikbare bedrag bedraagt.

      Uit de ideeënschetsen worden maximaal drie kunstenaars gekozen, die gevraagd worden een ontwerp te maken.

      Hiervoor is ten hoogste de helft van 15% van het totaal beschikbare bedrag voorhanden.

Artikel 6.

Alle in deze regeling geschetste procedures geschieden in samenspraak met gebruikers, c.q. betrokkenen.

Artikel 7.

Voor elke definitieve uitvoering van een kunstopdracht wordt een contract opgesteld.

Artikel 8.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking en kan worden aangehaald als "Percentageregeling kunstopdrachten".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 1993
 
De raad voornoemd,
, voorzitter  
, griffier