Regeling vervallen per 19-04-2019

Mandaatbesluit gemeente Assen 2016

Geldend van 28-01-2019 t/m 18-04-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Mandaatbesluit gemeente Assen 2016

0 ALGEMENE REGELS

In het eerste onderdeel (0.1)wordt nader ingegaan op de wettelijke voorschriften met betrekking tot mandaat. In het tweede gedeelte (0.2) is het mandaatreglement opgenomen. Het sluitstuk is de mandaatlijst.

0.1. Wettelijke bepalingen uit de Awb

Sinds 1 januari 1998 zijn er wettelijke voorschriften over mandaat. Deze bepalingen zijn opgenomen in hoofdstuk 10, titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Begripsomschrijving

In artikel 10:1 Awb is de definitie van mandaat opgenomen. Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan een besluit te nemen.

Het bestuursorgaan dat het mandaat verleent, wordt in het vervolg van dit besluit mandaatverlener genoemd en degene die het mandaat ontvangt, wordt hierna de gemandateerde genoemd.

Het rechtsgevolg van mandaat is dat het besluit dat krachtens mandaat is genomen rechtens geldt als een besluit van het bestuursorgaan. Het bestuursorgaan blijft derhalve verantwoordelijk.

Hoofdregel

Artikel 10:3, lid 1 Awb geeft de hoofdregel dat een bestuursorgaan mandaat kan verlenen, tenzij:

  • a.

    bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of

  • b.

    de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet. Instructie/inlichtingen

Artikel 10:6 Awb bepaalt dat de mandaatgever de gemandateerde in het algemeen of per geval instructies kan geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Daarnaast verschaft de gemandateerde de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid.

Het in 0.2 opgenomen Mandaatreglement is te beschouwen als een instructie als bedoeld in dit artikel 10:6 van de Awb.

De in dit genoemd reglement opgenomen bepalingen zijn een nadere uitwerking van de bepalingen van de Awb en moeten door de gemandateerde, naast de wettelijke bepalingen, in acht worden genomen bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Bevoegdheid

Artikel 10:7 Awb bepaalt dat de mandaatverlener, ondanks een verleend mandaat, altijd bevoegd blijft de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen. Op zich is deze bepaling inherent aan de figuur van mandaat. Aan de andere kant is het van belang hier terughoudend mee om te gaan, omdat er anders onduidelijke situaties kunnen ontstaan. In het reglement zijn ten aanzien hiervan nadere "spelregels" opgenomen.

Wijze van ondertekenen

Artikel 10:10 Awb bepaalt dat een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. De wijze van ondertekening is opgenomen in het Mandaatreglement.

Ondertekening mandaat

Zoals uit de definitie blijkt, gaat het bij het verlenen van een mandaat om het nemen van besluiten.

Dat impliceert ook de ondertekening van dat besluit. Degene die de beslissing neemt, ondertekent het besluit op de in het Mandaatreglement voorgeschreven wijze. De wijze van ondertekening is met een handgeschreven of een niet gekwalificeerde digitale handtekening. Omdat bij dit Mandaatbesluit voldoende herleidbaar en vastgesteld is bij welke functionaris de gemandateerde bevoegdheid is neergelegd kan zelfs iedere vorm van ondertekening worden weggelaten.

Andere rechtsvormen (volmacht)

Mandaat betreft een publiekrechtelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid. Artikel 10:12 Awb bevat een zogenaamde schakelbepaling. Dat wil zeggen dat de bepalingen van de Awb van overeenkomstige toepassing zijn bij het aan personen, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid geven van:

  • -

    een volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en

  • -

    een machtiging tot het verrichten van handelingen die een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, zoals feitelijke handelingen, niet schriftelijke beslissingen.

Voor deze bepaling is gekozen om ervoor te zorgen dat binnen een bestuursorgaan één regeling van toepassing is. De bepalingen van de Awb gaan voor de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek. De bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek kunnen wel toepassing vinden, zolang ze niet in strijd zijn met de bepalingen van de Awb.

Mede om deze reden en om te zorgen voor een zo volledig mogelijk overzicht van bevoegdheden die namens de bestuursorganen worden uitgeoefend, is ervoor gekozen zoveel mogelijk ook de volmachten en de machtigingen in het mandaatbesluit op te nemen.

Het Mandaatreglement geldt dan ook voor de uitoefening van die bevoegdheden.

0.2 Het Mandaatreglement

Naast de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht gelden ten aanzien van de uitoefening van de in het mandaatbesluit opgenomen mandaten de volgende bepalingen.

  • 1.

    Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden neemt de gemandateerde het bepaalde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, richtlijnen, beleidsregels en algemeen vastgesteld beleid in acht. 2. Als het college c.q. de burgemeester mandaat verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, moet deze opgevat worden in de ruime zin. Naast het nemen van besluiten wordt hieronder in ieder geval verstaan:

    • -

      het nemen van alle voorbereidingsbesluiten en het verrichten van alle voorbereidingshandelingen;

    • -

      het uitreiken van bewijs van ontvangst aanvragen e.d.;

    • -

      het vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen e.d.

    • -

      verdagen en/of uitstellen;

    • -

      verzoeken om aanvullende informatie;

    • -

      het doorzenden van geschriften tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is;

    • -

      het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;

    • -

      het stellen van nadere voorwaarden;

    • -

      het toekennen van bedragen in termijnen;

    • -

      het afleggen van verantwoording aan het rijk;

    • -

      het bekend maken van besluiten/beschikkingen;

    • -

      en alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.

  • 3.

    In het geval van afwezigheid van de gemandateerde kunnen de mandaten worden uitgeoefend door zijn plaatsvervanger of een hogere functionaris.

4.1. De gemandateerde dient bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid ervan bewust te zijn dat het krachtens mandaat genomen besluit geldt als een besluit van het bestuursorgaan en dat het in bepaalde gevallen gelet op de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan van belang is hiermee te overleggen.

4.2. In het geval een krachtens mandaat, te nemen besluit, inclusief de in punt 2 van dit Mandaatreglement genoemde bevoegdheden, voorzienbaar belangrijke politieke, beleidsmatige of financiële gevolgen heeft of zou kunnen hebben, overlegt de gemandateerde over zijn voorgenomen besluit met de gemeentesecretaris in hoeverre het besluit aan het college van burgemeester en wethouder wordt voorgelegd. De gemeentesecretaris geeft aan wat het vervolg is.

4.3. De gemeentesecretaris voert wijzigingen door binnen door het college vastgestelde mandatenlijst.

5.1. In een krachtens mandaat genomen besluit wordt vermeld namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Degene die het besluit in mandaat neemt, ondertekent het besluit namens het bestuursorgaan.

5.2. De ondertekening is dan als volgt:

  • -

    naam bestuursorgaan;

  • -

    namens deze(n);

  • -

    handtekening;

  • -

    naam van de gemandateerde;

  • -

    functieaanduiding.

5.3. De teamleider A&I heeft ondertekeningsmandaat ten aanzien van rechtspositionele besluiten die in de mandatenlijst genoemd zijn.

De ondertekening is dan als volgt:

  • -

    naam bestuursorgaan;

  • -

    overeenkomstig het door “functionaris invullen” genomen besluit;

  • -

    handtekening;

  • -

    naam van teamleider A&I;

  • -

    teamleider A&I.6.0 De burgemeester verleent volmacht aan een budgetverantwoordelijke, conform het budgetbesluit, voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen die rechtstreeks voortvloeien uit hoofde van zijn budgetverantwoordelijkheid. Deze volmacht geldt in brede zin.

6.1. De gemandateerde functionaris is tevens gevolmachtigd de gemeente te vertegenwoordigen.

6.2. Algemene machtiging wordt verleend aan de adviseurs III en IV van het team Juridische Zaken van de eenheid BMA, de heffingsambtenaar en diens plaatsvervangers, de Medewerkers ontwikkeling III (juristen) van het team grondzaken en ruimtelijke plannen ter vertegenwoordiging van de gemeente en haar bestuursorganen in bestuursrechtelijke geschillen bij de rechtbank. Specifieke bevoegdheden die vallen onder de algemene machtiging zijn in elk geval in het schrijven van verweer, het vertegenwoordigen van de bestuursorganen in hoger beroep, en tevens alles wat gemachtigde noodzakelijk acht om de belangen van de bestuursorganen zo goed mogelijk te behartigen.

6.3 Specifieke machtiging wordt verleend aan de medewerker ontwikkeling III van de afdeling beleid en Medewerker beleidsuitvoering I van de afdeling burgerzaken ter vertegenwoordiging van de gemeente in specifieke gevallen behorend bij hun respectievelijke werkzaamheden.

7.0. Voor zover de wettelijke grondslag van een bevoegdheid wijzigt zonder dat de bevoegdheid zelf is gewijzigd, blijft het mandaat van kracht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door B&W van de gemeente Assen op 1 september 2016
M.L.J. Out, voorzitter
T. Dijkstra, secretaris

Bijlage I

Mandaatregeling

mandaatlijst