Werktijdenregeling Gemeente Assen

Geldend van 01-06-2018 t/m heden

Intitulé

Werktijdenregeling Gemeente Assen

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Assen,

besluit:

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 4:1 van de CAR-UWO en de arbeidstijdenwet;

na verkregen instemming van de Ondernemingsraad;

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de Gemeente Assen

Paragraaf 1 algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Bedrijfstijd

De tijd waarin medewerkers op kantoor werkzaamheden kunnen verrichten.

Feitelijke arbeidsduur

Het aantal uren dat de medewerker in een bepaalde periode arbeid heeft verricht.

Formele arbeidsduur

De volgens de aanstelling vastgestelde omvang van het aantal uren dat de medewerker in een bepaalde periode arbeid moet verrichten.

Medewerker

De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, sub a van de CAR-UWO, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins werkzaam zijn van bij de werkgever.

Pauze

Een periode van een onafgebroken aantal minuten waarop geen arbeid wordt verricht.

Werkgever

Het college van burgemeester en wethouders van Assen.

Werktijd

De periode waarop door de medewerker arbeid verricht.

Artikel 2 Toepassing

Lid 1

De werktijdenregeling is van toepassing op alle medewerkers. De regeling bestaat uit een standaard- en een bijzondere regeling.

Lid 2

De standaardregeling geldt voor de medewerkers die zelf regelruimte hebben voor het bepalen van hun werktijden.

Lid 3

De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers die op wisselende tijden volgens rooster werken, waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden vastgesteld. Het college bepaalt welke functiegroep(en) onder de bijzondere regeling vallen. Deze functiegroep(en) en functies zijn opgenomen in Bijlage A van deze regeling.

Artikel 3 Arbeidsduur

Lid 1

De formele arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband gemiddeld 36 uur per week en 1828,8 uur per jaar. Voor medewerkers die op basis van de vakantieverlofregeling recht hebben op meer verlofuren, geldt dat deze extra verlofuren in mindering dienen te worden gebracht op de 1828,8 uur.

Lid 2

Bij een deeltijd dienstverband is de formele arbeidsduur per week het aantal uren als in de aanstelling is vermeld. De formele arbeidsduur per jaar wordt naar rato berekend.

Lid 3

De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur, met inachtneming van de artikelen uit hoofdstuk 4 van de CAR-UWO.

Artikel 4 Werktijden

Lid 1

De werktijd bedraagt per dag maximaal 11 uren. De arbeidsduur bedraagt ten hoogste 50 uren per week.

Lid 2

De medewerker die minimaal 5,5 uur, maar maximaal 8 uur per dag werkt, dient ten minste een half uur pauze te nemen. De pauzetijd kan ineens of in 2 delen worden opgenomen.

Lid 3

Wanneer een medewerker meer dan 10 uur per dag werkt, heeft hij ten minste recht op 45 minuten pauze. De pauzetijd moet minimaal in 2 delen worden opgenomen.

Artikel 5 Tijdsregistratie

De medewerker verantwoordt dagelijks de gewerkte uren in het daarvoor beschikbaar gestelde urenverantwoordingssysteem welke ter controle door de leidinggevende is in te zien.

Artikel 6 Doktersbezoek

Lid 1

Doktersbezoek, tandartsbezoek, ziekenhuisbezoek, e.d. dienen buiten werktijden plaats te vinden.

Lid 2

Wanneer het niet mogelijk is om een bezoek als bedoeld in het eerste lid buiten de werktijden plaats te laten vinden, treden leidinggevende en medewerker in overleg om tot een passende oplossing te komen.

Paragraaf 2 De standaardregeling

Artikel 7 Dagvenster

Medewerkers kunnen werkzaamheden verrichten binnen het dagvenster van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 uur en 22.00 uur.

Artikel 8 Bezetting en werkafspraken

Lid 1

De leidinggevende is verantwoordelijk voor de bezetting van de afdeling.

Lid 2

Eenmaal per jaar worden basisafspraken gemaakt tussen de leidinggevende en de medewerker over de werktijden, verlof en werkplanning binnen het dagvenster. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd.

Lid 3

Dit onderwerp wordt besproken tijdens de gesprekkencyclus.

Lid 4

Uitgangspunt bij het maken van de basisafspraken over werktijden is een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, een goede procesgang van de werkzaamheden op de afdeling, bereikbaarheid voor interne en externe klanten en een optimale samenwerking op en tussen de afdelingen.

Lid 5

De volgende onderwerpen dienen in ieder geval te worden besproken:

  • Het aantal uren per werkdag dat de medewerker normaal gesproken werkt.

  • De tijden waarop de medewerker normaal gesproken zijn werkzaamheden verricht.

Lid 6

Bijstelling van de afspraken kan in overleg plaatsvinden. In ieder geval worden tweemaal per jaar de basisafspraken over werktijden, verlof en werkplanning geëvalueerd. Overleg hierover is een vast onderdeel van de gesprekkencyclus.

Lid 7

Wanneer de medewerker binnen het dagvenster werkzaamheden moet verrichten buiten de afgesproken werktijden, wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. De leidinggevende en de medewerker maken samen afspraken om de tijd op korte termijn te compenseren. Deze uren kunnen niet opgespaard worden of worden omgezet in vakantieuren.

Artikel 9 Thuiswerken

De medewerker kan de leidinggevende verzoeken om thuis te werken. Een dergelijk verzoek zal worden bekeken in het licht van alle omstandigheden van het geval, waaronder begrepen het belang van de dienst en de aard van de werkzaamheden van de medewerker.

Artikel 10 Buitendagvenstervergoeding

Lid 1

Indien de medewerker buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:12 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

Lid 2

De medewerker die een functie bekleedt waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden is heeft conform artikel 3:12 CAR-UWO geen recht op een buitendagvenstervergoeding.

Artikel 11 Beschikbaarheidsdiensten

Lid 1

De medewerker die aangewezen is voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten kan recht hebben op een standaardvergoeding zoals opgenomen in de arbeidsvoorwaardenregeling (Rap).

Lid 2

Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht binnen het dagvenster, heeft de medewerker recht op compensatie in tijd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

Lid 3

Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht buiten het dagvenster, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:12 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

Paragraaf 3 De bijzondere regeling

Artikel 12 Bijzondere regeling

Lid 1

De bijzondere regeling is van toepassing op de in bijlage A opgenomen functiegroep(en) en functies.

Lid 2

De leidinggevende stelt voor deze medewerkers op wie de bijzondere regeling van toepassing is, eenzijdig de individuele werktijden vast conform artikel 4:4 CAR-UWO.

Lid 3

Het college kan met instemming van de OR het toepassingsgebied van de bijzondere regeling wijzigen.

Lid 4

Medewerkers in de bijzondere regeling kunnen conform de bepalingen in de CAR-UWO aanspraak maken op de overwerkvergoeding (artikel 3:18 CAR-UWO), toelage onregelmatige dienst (artikel 3:11), beschikbaarheidsvergoeding (artikel 3:13 CAR-UWO).

Paragraaf 4 werkroosters uitvoering

Artikel 13 Werkroosters teams infrabeheer, groenbeheer.

Lid 1

In de zomerperiode lopend van 1 maart tot 1 november gelden de volgende werktijden: 5 dagen van 8 uur per dag van 07.30 uur tot 16.00 uur

Lid 2

In de zomerperiode wordt er zestien uur verlof per maand ingeroosterd. Inroostering van dit verlof geschiedt op aangeven van de medewerker.

Lid 3

In de winterperiode lopend van 1 november tot 1 maart 5 dagen van 7, 2 uur van 8.15 uur tot 15.55 uur

Artikel 14 Werkroosters Magazijn, werkplaats, terreinbeheer en groep Schoonhouden openbare ruimte

Lid 1

Inroostering op basis van vijf dagen van 8 uur per dag.

Lid 2

Per maand wordt zestien uur verlof ingeroosterd. Inroostering van dit verlof geschiedt op aangeven van de medewerker.

Artikel 15 Werkroosters Inzameling huishoudelijk afval en bedrijfsafval:

Inroostering op basis van vijf dagen van 7,2 uur per dag.

Artikel 16 Werkroosters Milieupark, Kinderboerderij en Sporthallen:

Lid 1

Werktijd van de medewerkers vindt plaats op basis van de openingstijden waarbij de medewerkers ingeroosterd worden conform hun aanstellingsuren.

Lid 2

Bij wijziging van de openingstijden vindt aanpassing van het werkrooster plaats. Bij wijziging van het rooster wordt dit tenminste één maand voor aanvang bekend gemaakt aan de medewerker.

Artikel 17 Bandbreedte werkroosters

Lid 1

Indien de bedrijfsvoering dat vereist kunnen afwijkende roosters worden vastgesteld tussen 06.30 uur en 17.00 uur.

Lid 2

Indien gebruik gemaakt wordt van de in lid 1 genoemde bevoegdheid gelden de volgende voorwaarden:

  • de arbeidsduur bedraagt maximaal 9 uur per dag en 45 uur per week;

  • het aangepaste rooster wordt tenminste één maand voor aanvang bekend gemaakt aan de medewerkers;

  • op jaarbasis wordt de formele arbeidsduur van 1828,8 uur niet overschreden;

Artikel 18 Individuele afwijking van werkroosters

Lid 1

Indien de werkzaamheden en de bedrijfsvoering dit toelaten kan met individuele medewerkers een afwijkend rooster (bijv. 4 x 9 uur) worden afgesproken.

Lid 2

De ambtenaar heeft met ingang van de eerste dag van de maand volgend op zijn 60e verjaardag niet langer de verplichting tot het zich beschikbaar houden voor diensten als bedoeld in artikel 11 van de Werktijdenregeling gemeente Assen 2018.

Artikel 19 Pauzes

Medewerkers hebben per dag één uur pauze. Twee keer 15 minuten van de werkgever en één keer 30 minuten van zichzelf. De pauzetijden wisselen per team.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 20 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 21 Rol ondernemingsraad

De OR heeft een monitorende rol, heeft een rol bij de evaluatie en kan tussentijds verbetervoorstellen doen.

Artikel 22 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Werktijdenregeling Gemeente Assen 2018” en treedt in werking met ingang van 1 juni 2018. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de regeling Werktijdenregeling gemeente Assen 2017.

Ondertekening

Ondertekening

Het college van B&W,

de secretaris, de burgemeester,