Regeling vervallen per 01-01-2022

Tarieventabel behorende bij belastingen, heffingen en rechten 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Tarieventabel behorende bij belastingen, heffingen en rechten 2021

A Algemene rechtverordening

Tarieven behorend bij de Algemene rechtenverordening gemeente Assen 2019

I

ALGEMENE DIENSTVERLENING

2020

2021

 

Huwelijk en geregistreerd partnerschap

 
 

1.1

Voor de voltrekking van een huwelijk, het bevestigen van een geregistreerd partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk bedraagt het tarief:

 
 

a.

van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 tot 16.30 uur:

€ 449,30

€ 502,09

b.

van maandag tot en met vrijdag tussen 17:00 en 20:00 uur:

€ 719,48

€ 804,02

c.

op zaterdag tussen 10.00 en 20.00 uur:

€ 772,95

€ 863,77

d.

op zondag tussen 13.00 en 20.00 uur:

€ 906,97

€ 1.013,54

e.

op feestdagen met inachtneming van het in artikel 4 van het Reglement burgerlijke stand gemeente Assen 2016 bepaalde:

€ 906,97

€ 1.013,54

 
 
 
 

1.2

Voor de voltrekking van een huwelijk, het bevestigen van een geregistreerd partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, met beperkte faciliteiten bedraagt het tarief:

 
 
 

van maandag tot en met donderdag tussen 10.00 en 16.00 uur en met inachtneming van het in artikel 7 van het Reglement burgerlijke stand gemeente Assen 2016 bepaalde:

€ 163,36

€ 182,56

 
 
 
 

1.3

Voor het voltrekken van een huwelijk of het bevestigen van een geregistreerd partnerschap door een buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand met een ééndaagse benoeming worden de tarieven zoals genoemd onder 1.1 en 1.2 verhoogd met:

€ 277,46

€ 310,06

 
 
 
 

1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 
 

a.

een trouw- of samenlevingsboekje of een duplicaat daarvan:

€ 16,71

€ 18,68

b.

een trouw- of samenlevingsboekje in leren omslag of een duplicaat daarvan:

€ 31,94

€ 35,69

 
 
 
 

1.5

Het tarief voor het doen van naspeuring ter bepaling van familierelaties bedraagt:

 
 

a.

voor elk daaraan besteed kwartier:

€ 33,12

€ 37,01

b.

voor elke inlichting vermeerderd met:

€ 15,45

€ 17,27

 
 
 
 
 

Reisdocumenten

 
 

1.6

De tarieven voor het verstrekken van reisdocumenten aan personen jonger dan 18 jaar (geldigheidsduur maximaal 5 jaar) bedragen:

 
 

a.

voor een Nationaal paspoort, zakenpaspoort, faciliteitenpaspoort alsmede een tweede paspoort:

€ 55,37

€ 56,55

b.

voor een Nederlandse identiteitskaart:

€ 30,73

€ 32,91

c.

Bij een spoedaanvraag worden de bedragen bedoeld onder a en b vermeerderd met:

€ 49,86

€ 50,91

 
 
 
 

1.7

De tarieven voor het verstrekken van reisdocumenten aan personen jonger dan 18 jaar én personen van 18 jaar of ouder (geldigheidsduur maximaal 5 jaar) bedragen:

 
 

a.

voor een vluchtelingen- of vreemdelingenpaspoort:

€ 55,37

€ 56,55

b.

voor een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod:

€ 30,73

€ 32,91

c.

Bij een spoedaanvraag worden de bedragen bedoeld onder a. en b. vermeerderd met:

€ 49,86

€ 50,91

 
 
 
 

1.8

De tarieven voor het verstrekken van reisdocumenten aan personen van 18 jaar of ouder (geldigheidsduur maximaal 10 jaar) bedragen:

 
 

a.

voor een nationaal paspoort, zakenpaspoort, faciliteitenpaspoort alsmede een tweede paspoort:

€ 73,23

€ 74,77

b.

voor een Nederlandse identiteitskaart:

€ 58,31

€ 64,03

c.

Bij een spoedaanvraag worden de bedragen bedoeld onder a en b vermeerderd met:

€ 49,86

€ 50,91

 
 
 
 

1.9

Toeslag bezorging reisdocument of Nederlandse Identiteitskaart:

met dien verstande dat bij een aanvraag door meerdere personen die woonachtig zijn op hetzelfde adres het tarief slechts eenmaal in rekening wordt gebracht als bezorging op hetzelfde moment kan plaatsvinden.

€ 14,90

€ 16,06

 
 
 
 
 

Rijbewijzen

 
 

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 
 

a.

het verkrijgen, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 40,65

€ 41,00

b.

Bij een spoedaanvraag wordt het bedrag bedoeld onder a. vermeerderd met:

€ 34,10

€ 34,10

c.

Voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief (staat vermeld op het document).

 
 
 
 
 
 
 

Verstrekkingen

 
 
 

Basisregistratie personen (BRP)

 
 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens:

 
 

a.

per verstrekking aan overheidsorganen en derden als bedoeld in artikel 17, tweede lid, Besluit BRP, per verstrekking:

€ 7,50

€ 7,50

b.

per verstrekking anders dan bedoeld onder sub a van dit artikel:

€ 14,71

€ 16,44

 
 
 
 
 

Overige verklaringen en verstrekkingen

 
 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 
 

a.

een gewaarmerkt afschrift van gegevens uit de basisregistratie personen of een legalisatie van een handtekening of een stuk (per geval):

€ 14,71

€ 16,44

b.

een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

€ 41,35

c.

een afschrift van een akte van de burgerlijke stand:

€ 13,80

€ 14,00

d.

een uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap of van overlijden:

€ 13,80

€ 14,00

e.

een attestatie de vita bedoeld in artikel 1:19k BW:

€ 13,80

€ 14,00

f.

een meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand:

€ 13,80

€ 14,00

g.

een meertalig modelformulier behorende bij een verstrekking als bedoeld in artikel 1.12 sub c, d, e of f:

€ 13,80

€ 14,00

h.

een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 1:49a BW:

€ 24,30

€ 24,60

i.

een meertalig modelformulier behorende bij een verstrekking als bedoeld in artikel 1.12 sub h:

€ 18,60

€ 18,90

j.

een ‘laissez-passer’ (lijkenpas):

€ 14,71

€ 16,44

k.

een verlof voor het uitstellen van de termijn voor uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging:

€ 14,71

€ 16,44

 
 
 
 

1.13

Voor de toepassing van de artikelen 1.11 en 1.12 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd of één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 
 
 
 
 
 
 

Naturalisatie

 
 

1.14

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede voor de behandeling van een naturalisatieverzoek worden de hierna genoemde tarieven geheven:

 
 

a.

Optie per persoon:

€ 191,00

€ 196,00

b.

Optie samen met partner:

€ 326,00

€ 335,00

c.

Optie, per medeopterend minderjarig kind in dezelfde aanvraag:

€ 21,00

€ 22,00

d.

Naturalisatie per persoon:

€ 901,00

€ 925,00

e.

Naturalisatie samen met partner:

€ 1.150,00

€ 1.181,00

f.

Naturalisatie per vluchteling of staatloze:

€ 670,00

€ 688,00

g.

Naturalisatie vluchteling of staatloze samen met partner:

€ 920,00

€ 945,00

h.

Naturalisatie per meenaturaliserend minderjarig kind in dezelfde aanvraag:

€ 133,00

€ 137,00

 
 
 
 
 

Verstrekken van documenten

 
 

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van kaarten en tekeningen, indien deze zijn vervaardigd door middel van een lichtdrukapparaat of digitale verstrekking:

 
 

a.

formaat A0 (841 x 1.189 mm)

€ 14,45

€ 16,15

b.

formaat A1 (594 x 841 mm)

€ 7,91

€ 8,84

c.

formaat A2 (420 x 594 mm)

€ 5,72

€ 6,39

d.

formaat A3 (297 x 420 mm)

€ 4,15

€ 4,63

 
 
 
 

1.16

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van gegevens uit kadastrale stukken, per subject(nummer) bedraagt:

€ 7,99

€ 8,92

 

per object vermeerderd met:

€ 0,66

€ 0,73

 
 
 
 

1.17.a

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie of een aanvraag voor de afgifte van fotokopieën of gewaarmerkte afschriften van andere stukken dan in dit hoofdstuk genoemd:

€ 6,47

€ 7,24

 

te vermeerderen met voor elk exemplaar op A4-formaat:

€ 0,20

€ 0,22

 
 
 
 

1.17.b

Voor het verstrekken van informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur kan overeenkomstig artikel 2 en artikel 3 van het Besluit tarieven openbaarheid van bestuur, een vergoeding in rekening worden gebracht.

 
 
 
 
 
 

1.18

Het tarief voor de verstrekking van een duplicaatexemplaar van een stadspas bedraagt:

€ 16,80

€ 16,80

 
 
 
 
 

Naspeuringen

 
 

1.19

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het archief berustende stukken en voor het raadplegen van kadastrale stukken indien daarbij bijstand van een ambtenaar wordt verkregen, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 33,61

€ 37,56

 
 
 
 
 

Gehandicaptenparkeerkaart/-plaats

 
 

1.20

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 
 
 

een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer:

€ 104,62

€ 116,91

 

met dien verstande dat dit tarief bij een volgende aanvraag slechts in rekening wordt gebracht indien er vier jaren verstreken zijn sinds de eerste aanvraag of indien er sprake is van een daaropvolgende aanvraag, sinds de laatste aanvraag waarvoor een tarief in rekening is gebracht.

 
 
 
 
 
 

1.20a

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bedraagt:

€ 62,50

€ 69,84

 
 
 
 

1.20b

Het tarief voor het aanleggen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bedraagt:

€ 181,50

€ 202,83

 
 
 
 
 

Leegstandswet

 
 

1.21

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

a.

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande ruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid Leegstandswet:

€ 105,37

€ 117,75

b.

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande ruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid Leegstandswet:

€ 105,37

€ 117,75

 
 
 
 
 

Winkeltijdenwet

 
 

1.22

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing of vrijstelling op grond van de Winkeltijdenwet bedraagt:

€ 44,79

€ 50,06

 
 
 
 
 

Aanwezigheids- en exploitatievergunningen kansspelautomaten en loterijen

 
 

1.23

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning voor onbepaalde tijd ingevolge artikel 30b van de Wet op de Kansspelen:

 
 

a.

voor één kansspelautomaat:

€ 226,50

€ 226,50

b.

voor twee of meer kansspelautomaten € 90,50 vermeerderd met het product van het aantal kansspelautomaten waarvoor de vergunning is verleend, vermenigvuldigd met een bedrag van € 136,00.

 
 
 
 
 
 

1.24

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2 van de Speelautomatenverordening:

€ 1.686,83

€ 1.885,03

 
 
 
 

1.25

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2 van de Speelautomatenverordening:

€ 240,08

€ 268,29

 
 
 
 

1.26

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een loterijvergunning ingevolge de Wet op de kansspelen:

€ 89,78

€ 100,33

 
 
 
 
 

Kabels en leidingen

 
 

1.27

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 
 

a.

indien het betreft tracés tot 250 m1:

€ 306,11

€ 313,15

b.

indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 1.500 m1:

€ 355,84

€ 364,03

c.

indien het betreft tracés vanaf 1.500 m1 tot 5.000 m1:

€ 455,33

€ 465,80

d.

indien het betreft tracés vanaf 5.000 m1 en meer, per m1 tracé:

€ 0,09

€ 0,09

e.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m1:

€ 32,60

€ 33,35

f.

indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.27 sub a tot en met d genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

€ 298,44

€ 305,30

 
 
 
 
 

Verkeer en vervoer

 
 

1.28

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 
 

a.

een ontheffing krachtens de Wegenverkeerswet 1994:

€ 12,12

€ 13,54

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 of een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 44,42

€ 49,64

A Algemene rechtenverordening

Tarieven behorend bij de Algemene rechtenverordening gemeente Assen 2019

II

Fysieke leefomgeving

2020

2021

A.

Omgevingsvergunning

 
 
 
 
 
 
 

Begripsbepalingen

 
 

2.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 
 

a.

bouwkosten: de aannemingssom, exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, zoals gepubliceerd in de Staatscourant 2012, nr. 1567 te raadplegen via www.overheid.nl of www.officielebekendmakingen.nl), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Het inzien van de NEN 2699 is mogelijk in het Stadhuis van Assen (Noordersingel 33). Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het bouwen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven bouwkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de bouwkosten vast. De bouwkosten worden in deze laatstgenoemde situatie bepaald aan de hand van de laatste versie van het ‘Bouwkostenkompas’. Het inzien van het Bouwkostenkompas is mogelijk in het Stadhuis van Assen (Noordersingel 33). Aan de hand van deze opgave stellen burgemeester en wethouders het bedrag van de bouwkosten vast ter zake waarvan de leges worden geheven.

 
 

b.

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 
 
 
 
 
 

2.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 
 
 
 
 
 

2.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 
 
 
 
 
 
 

Tariefsopbouw

 
 

2.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning is gelijk aan de som van de tarieven van de in dit hoofdstuk genoemde diensten die nodig zijn voor de beoordeling van deze aanvraag. In afwijking hiervan kan per verrichtte dienst afzonderlijk rechten geheven worden.

 
 
 
 
 
 
 

Vooroverleg

 
 

2.5

Het tarief voor vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een project dat op grond van de Wabo vergunbaar is:

€ 132,64

€ 148,23

 
 
 
 
 

Verrekening vooroverleg

 
 

2.5a

Verrekening van leges vindt eenmalig plaats bij een identiek ingediende aanvraag.

 
 
 
 
 
 
 

Bouw- en aanlegactiviteiten

 
 

2.6

Het tarief voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wabo of op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wabo bedraagt:

 
 
 

in de categorie wonen, publiekstoegankelijke gebouwen, bedrijven en overige:

€ 132,64

€ 148,23

 

vermeerderd met:

3,7%

4,1%

 

van de bouwkosten voor zover deze bouwkosten lager zijn dan € 100.000

 
 
 
 
 
 
 

vervolgens vermeerderd met:

3,7%

4,1%

 

van de bouwkosten voor zover die hoger zijn dan € 100.000 en deze kosten tussen € 100.000 tot € 1.000.000 liggen

 
 
 
 
 
 
 

vervolgens nogmaals vermeerderd met:

2,5%

2,8%

 

van de bouwkosten voor zover die hoger zijn dan € 1.000.000.

 
 
 
 
 
 
 

Planologisch strijdig gebruik

 
 

2.7

Het tarief voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid sub c van de Wabo bedraagt als:

 
 

a.

artikel 2.12, eerste lid sub a onder 1 van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 258,68

€ 289,07

b.

artikel 2.12, eerste lid sub a onder 2 van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) dan wel artikel 2.12, tweede lid van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 375,48

€ 419 59

c.

artikel 2.12, eerste lid sub a onder 3 van de Wabo wordt toegepast (afwijkingsbesluit):

€ 530,74

€ 593,10

d.

artikel 2.12, eerste lid sub b van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 530,74

€ 593,10

e.

de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, sub c van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 530,74

€ 593,10

f.

de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid sub c van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 530,74

€ 593,10

g.

artikel 2.12, eerste lid sub d van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 530,74

€ 593,10

h.

een besluit op een aanvraag voorzien dient te worden van een toelichting (ruimtelijke onderbouwing) en de aanvrager deze zelf aanlevert, wordt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag verhoogd met:

€ 1.333,90

€ 1490,63

i.

een besluit op een aanvraag voorzien dient te worden van een toelichting (ruimtelijke onderbouwing) wordt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag verhoogd met:

€ 7.969,23

€ 8.905,61

j.

voor een besluit op een aanvraag als bedoeld in dit artikel het uitvoeren van een onderzoek door een extern bureau noodzakelijk is, worden de hieruit voortvloeiende kosten in rekening gebracht na een vooraf overgelegde begroting.

 
 

k.

een aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.6 gecombineerd met een activiteit als bedoeld in artikel 2.7 sub a of b, wordt het tarief als bedoeld in artikel 2.6 verminderd met:

€ 132,64

€ 148,23

 
 
 
 
 

Brandveiligheid

 
 

2.8

Het tarief voor het in gebruik nemen of gebruiken met het oog op de brandveiligheid van bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid sub d van de Wabo bedraagt:

€ 251,20

€ 280,72

 
 
 
 

2.9

Het tarief voor het in gebruik nemen of gebruiken met het oog op de brandveiligheid wordt cumulatief verhoogd voor:

 
 

a.

bouwwerken met een bijeenkomstfunctie, celfunctie, gezondheidszorgfunctie, kantoorfunctie, logiesfunctie, woonfunctie en onderwijsfunctie met een bruto-vloeroppervlakte:

 
 
 
 
 
 
 

tot 100 m2 met:

€ 160,60

€ 179,47

 
 
 
 
 

van 100 tot 500 m2 met:

€ 160,60

€ 179,47

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 1,52

€ 1,70

 
 
 
 
 

van 500 tot 2.000 m2 met:

€ 464,21

€ 518,75

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 0,61

€ 0,68

 
 
 
 
 

van 2.000 tot 5.000 m2 met:

€ 1.314,11

€ 1.468,52

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 0,19

€ 0,21

 
 
 
 
 

van 5.000 t/m 50.000 m2 met:

€ 2.087,04

€ 2.332,27

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 0,04

€ 0,04

 
 
 
 
 

boven 50.000 m2 met:

€ 2.858,90

€ 3.194,82

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 0,02

€ 0,02

 
 
 
 

b.

bouwwerken met een industriefunctie, sportfunctie, winkelfunctie, overige gebruiksfunctie en permanente inrichtingen met een bruto-vloeroppervlakte:

 
 
 
 
 
 
 

tot 100 m2 met:

€ 78,67

€ 87,91

 
 
 
 
 

van 100 tot 500 m2 met:

€ 78,67

€ 87,91

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 0,77

€ 0,86

 
 
 
 
 

van 500 tot 2.000 m2 met:

€ 232,07

€ 259,34

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 0,28

€ 0,31

 
 
 
 
 

van 2.000 tot 5.000 m2 met:

€ 526,18

€ 588,01

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 0,11

€ 0,12

 
 
 
 
 

van 5.000 tot en met 50.000 m2 met:

€ 1.081,91

€ 1.209,03

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 0,02

€ 0,02

 
 
 
 
 

boven 50.000 m2 met:

€ 1.454,47

€ 1.625,37

 

vermeerderd per m2 extra met

€ 0,01

€ 0,01

 
 
 
 

c.

tijdelijke inrichtingen

 
 
 

voor een periode van 9 dagen of korter

€ 158,28

€ 176,88

 

voor elke dag boven de 9 dagen wordt dit bedrag per dag verhoogd met:

€ 11,02

€ 12,31

 
 
 
 

2.10

Het tarief voor het wijzigen van een eerder afgegeven gebruiksvergunning met het oog op de brandveiligheid wordt voor de in artikel 2.9 genoemde bouwwerken cumulatief verhoogd met de in dit artikel genoemde bedragen als meer dan 50% van de bruto-vloeroppervlakte gewijzigd is.

 
 
 
 
 
 

2.11

Het tarief voor het wijzigen van een eerder afgegeven gebruiksvergunning met het oog op de brandveiligheid wordt voor de in artikel 2.9 genoemde bouwwerken cumulatief verhoogd met de in dit artikel genoemde bedragen vermenigvuldigd met het percentage van de gewijzigde bruto-vloeroppervlakte als dit percentage maximaal 50% is.

 
 
 
 
 
 

2.12

Het tarief voor het uitbreiden van een eerder afgegeven gebruiksvergunning met het oog op de brandveiligheid wordt voor de in artikel 2.9 genoemde bouwwerken en/of inrichtingen cumulatief verhoogd met de in dit artikel genoemde bedragen naar rato van de uitbreiding in bruto-vloeroppervlakte.

 
 
 
 
 
 
 

Beschermde monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 
 

2.13

Het tarief voor een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub f of sub h van de Wabo of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, sub b of sub c, van de Wabo met betrekking tot een krachtens een gemeentelijke of provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt:

 
 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van het monument:

€ 198,55

€ 221,87

b.

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 198,55

€ 221,87

 
 
 
 
 

Slopen anders dan van beschermde monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 
 

2.14

Het tarief voor het slopen van een bouwwerk, anders dan een monument, in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en sub g van de Wabo, bedraagt bij:

 
 
 

minder dan 100 m³ sloopafval:

€ 114,36

€ 127,80

 

vanaf 100 m³ tot 1.000 m³ sloopafval:

€ 570,50

€ 637,54

 

vanaf 1.000 m³ sloopafval:

€ 1.141,01

€ 1.275,08

 
 
 
 

2.15

Het onder 2.14 genoemde tarief voor het slopen van een bouwwerk, waarvoor een sloopveiligheidsplan moet worden beoordeeld, wordt verhoogd met:

€ 329,36

€ 368,06

 
 
 
 

2.16

Het onder 2.14 genoemde tarief wordt als het sloopplan is voorgelegd aan de commissie ruimtelijke kwaliteit verhoogd met:

€ 183,02

€ 204,53

 
 
 
 
 

Aanleggen, beschadigen of veranderen van een weg

 
 

2.17

Het tarief voor het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, sub d van de Wabo, bedraagt:

€ 132,64

€ 148,23

 
 
 
 
 

Maken, veranderen van een uitweg

 
 

2.18

Het tarief voor het maken of veranderen van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en sub e van de Wabo bedraagt:

€ 132,64

€ 148,23

 
 
 
 
 

Kappen (vellen van een houtopstand)

 
 

2.19

Het tarief voor het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 4:11 lid 1 of artikel 4:12:10, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en sub g van de Wabo, bedraagt:

€ 132,64

€ 148,23

 
 
 
 
 

Opslag van roerende zaken (gebruik weg of weggedeelte)

 
 

2.20

Het tarief voor de opslag van roerende zaken waarvoor op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en sub k van de Wabo bedraagt:

€ 132,64

€ 148,23

 
 
 
 
 

Handelsreclame

 
 

2.21

Het tarief voor het maken van handelsreclame waarvoor op grond van artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Assen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en sub h van de Wabo bedraagt het tarief:

€ 132,64

€ 148,23

 
 
 
 
 

Vergunningen op grond van de Wet natuurbescherming (Natura 2000-gebied)

 
 

2.22

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister aangewezen gebied als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 Wet natuurbescherming:

 
 
  • 1.

welke niet is gebaseerd op de ADC-toets (maar bijvoorbeeld gebaseerd op saldering of een ecologische toets) bedraagt

 

€ 1.437,50

  • 1.

welke is gebaseerd op de ADC-toets bedraagt:

 

€ 3.795,00

 
 
 
 
 

Ontheffingen op grond van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

 
 

2.23

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3.3, eerste en tweede lid, artikel 3.8, eerste lid of artikel 3.10, tweede lid Wet natuurbescherming bedraagt:

 
 

a.

indien de ontheffing wordt verleend met het oog op andere belangen dan de belangen genoemd in de artikelen 3.3, lid 4 sub b onder 3 jo. 3.8, lid 5, sub b onder 2 jo. 3.10 lid 2 sub b Wet natuurbescherming:

 

€ 1.728,00

 
 
 
 
 

In afwijking van artikel 2.23 onderdeel a bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een ontheffing:

 
 

b.

ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen van particulieren, die niet handelen in het kader van beroep of bedrijf:

 

€ 0,00

c.

voor de opvang van inheemse soorten:

 

€ 310,00

d.

ten behoeve van kleinschalige (maximaal voor 1 adres) ruimtelijke ontwikkelingen van ondernemers (waaronder begrepen stichtingen en verenigingen) die gerealiseerd worden als gevolg van de opgave die er ligt voor het verwijderen van asbest:

 

€ 310.00

e.

ten behoeve van onderzoek of onderwijsdoelstellingen:

 

€ 310,00

f.

die generiek wordt afgegeven op grond van een soortenmanagementplan:

 

€ 3.300,00

 
 
 
 

g.

In afwijking van artikel 2.23onderdeel a bedraagt het tarief voor het wijzigen van de duur van de ontheffing of een wijziging van ondergeschikt belang (geen uitgebreide ecologische toetsing vereist):

 

€ 310,00

h.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor de herplantplicht op andere grond of van de herplantverplichting, als bedoeld in artikel 4.5, eerste of derde lid, Wet natuurbescherming, bedraagt:

 

€ 576,00

 
 
 
 
 

Omgevingsvergunning in twee fasen

 
 

2.24

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning in twee fasen, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid van de Wabo bedraagt:

 
 

a.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 
 

b.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 
 
 
 
 
 
 

Advies

 
 

2.25

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2.1 tot en met 2.24 alsmede 2.28 en 2.29 bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.25, derde lid van de Wabo het bedrag dat aan de aanvrager wordt medegedeeld, blijkend uit een specificatie van bovenbedoelde bestuursorganisatie of instantie.

 
 
 
 
 
 

2.26

Indien de specificatie als bedoeld in 2.25 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen. Indien de aanvrager vóór de vijfde werkdag na mededeling de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt het bedrag volgende uit de specificatie als bedoeld in 2.25 niet in rekening gebracht.

 
 
 
 
 
 
 

Verklaring van geen bedenkingen

 
 

2.27

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2.1 tot en met 2.26 bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo: het bedrag dat aan de aanvrager wordt medegedeeld, blijkend uit een specificatie van bovengenoemde bestuursorganisatie of instantie.

 
 
 
 
 
 

2.28

Indien de specificatie als bedoeld in 2.27 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen. Indien de aanvrager vóór de vijfde werkdag na deze mededeling de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt het bedrag volgende uit de specificatie als bedoeld in 2.27 niet in rekening gebracht.

 
 
 
 
 
 

2.29

Buiten behandeling laten

 
 
 

Het tarief voor een aanvraag omgevingsvergunning die buiten behandeling is gelaten bedraagt:

50%

50%

 

van het op grond van de artikelen 2.1 tot en met 2.28 te berekenen tarief maar minimaal

€ 132,64

€ 148,23

 
 
 
 
 

Teruggaaf

 
 
 

Intrekking aanvraag omgevingsvergunning

 
 

2.30

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de algemene rechten.

 
 
 

De teruggaaf bedraagt:

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het indienen van de aanvraag van de op grond van de betreffende onderdelen verschuldigde algemene rechten voor die activiteiten.

De teruggaaf bedraagt:

indien de aanvraag wordt ingetrokken na afloop van een termijn van vier weken na het indienen van de aanvraag van de op grond van de betreffende onderdelen verschuldigde algemene rechten voor die activiteiten.

50%

75%

50%

75%

 
 
 
 
 

Geen gebruik maken van een verleende omgevingsvergunning

 
 

2.31

Indien van een verleende omgevingsvergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen zes maanden na verlening van de vergunning bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de algemene rechten.

De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van de betreffende onderdelen verschuldigde algemene rechten voor die activiteiten. Teruggaaf wordt alleen verleend indien de aanvraag om de vergunning in te trekken binnen zes maanden na de verlening wordt ingediend.

25%

25%

 
 
 
 
 

Weigering van een omgevingsvergunning

 
 

2.32

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de algemene rechten.

De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van de betreffende onderdelen verschuldigde algemene rechten voor die activiteiten.

25%

25%

 
 
 
 

2.33

Onder weigering bedoeld in artikel 2.32 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 
 
 
 
 
 

2.34

Het percentage van de teruggave wordt niet toegepast op het geheven recht dat betrekking heeft op advies of verklaring van bedenkingen.

 
 
 
 
 
 
 

Minimumbedragen

 
 

2.35

Geen teruggave vindt plaats:

 
 

a.

voor zover het bedrag aan rechten voor de omgevingsvergunning als gevolg van de teruggave lager komt te liggen dan:

€ 132,64

€ 148,23

b.

en als het bedrag aan teruggave lager is dan:

€ 25,00

€ 25,00

 
 
 
 
 

Intrekking en wijzigingen

 
 

2.36

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking of een geringe wijziging van een omgevingsvergunning:

tenzij artikel 2.31 van toepassing is.

€ 132,64

€ 148,23

 
 
 
 
 

Achteraf ingediende aanvraag

 
 

2.37

Onverminderd het bepaalde in onderdeel A Omgevingsvergunning, wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, verhoogd met:

20%

20%

 
 
 
 

B.

Overige publiekrechtelijke dienstverlening fysieke leefomgeving

 
 
 
 
 
 
 

Vaststellen bestemmingsplan

 
 

2.38

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt:

 
 

a.

indien de aanvrager het opstellen van het plan voor zijn rekening neemt:

€ 9.790,32

€ 10.940,69

b.

in overige gevallen:

€ 13.634,28

€ 15.236,30

 
 
 
 
 

Wijzigen bestemmingsplan

 
 

2.39

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening of het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder b van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt:

 
 

a.

als de aanvrager het opstellen van de wijziging voor zijn rekening neemt:

€ 7.410,29

€ 8.281,00

b.

in overige gevallen:

€ 9.923,52

€ 11.089,54

 
 
 
 
 

Berekenen grenswaarden Wet geluidhinder

 
 

2.40

Het tarief voor het vaststellen van een hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder bedraagt:

€ 1.555,69

€ 1.738,49

 
 
 
 
 

Verklaring van geen bedenkingen

 
 

2.41

Het tarief voor het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen op grond van artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht bedraagt:

€ 1.347,10

€ 1.505,38

 
 
 
 

2.42

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2.38 tot en met 2.41 alsmede 2.27 en 2.28 bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.25, derde lid van de Wabo het bedrag dat aan de aanvrager wordt medegedeeld, blijkend uit een specificatie van bovenbedoelde bestuursorganisatie of instantie.

 
 
 
 
 
 

2.43

Indien de specificatie als bedoeld in 2.42 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen. Indien de aanvrager vóór de vijfde werkdag na mededeling de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt het bedrag volgende uit de specificatie als bedoeld in 2.25 niet in rekening gebracht.

 
 

A Algemene rechtenverordening

Tarieven behorend bij de Algemene rechtenverordening gemeente Assen 2019

III

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE EUROPESE RICHTLIJN

2020

2021

 

Horeca

 
 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 
 

3.1.1

het verkrijgen van een exploitatievergunning bedoeld in artikel 2:28 van de APV:

€ 510,19

€ 570,13

3.1.2

het verkrijgen van een exploitatievergunning bedoeld in artikel 2:28 van de APV inclusief terras:

€ 632,09

€ 706,36

3.1.3

het wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de APV:

€ 126,42

€ 141,27

3.1.4

het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet:

€ 510,19

€ 570,13

3.1.5

het wijzigen van een drank- en horecavergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet:

€ 126,42

€ 141,27

3.1.6

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet:

€ 126,42

€ 141,27

 
 
 
 
 

Evenementen en markten

 
 

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning/ontheffing voor:

 
 

3.2.1

een continue standplaats zoals bedoeld in de Nota standplaatsenbeleid

€ 185,71

€ 207,53

3.2.2

een seizoenplaats zoals bedoeld in de nota standplaatsenbeleid:

 
 

a.

voor bepaalde tijd:

€ 92,85

€ 103,76

b.

voor onbepaalde tijd:

€ 154,76

€ 172,94

3.2.3

een incidentele standplaats (maximaal 1 dag) zoals bedoeld in de Nota standplaatsenbeleid:

€ 61,90

€ 69,18

3.2.4

een tijdelijke standplaats zoals bedoeld in de Nota standplaatsenbeleid:

€ 92,85

€ 103,76

3.2.5

een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen de volgende categorieën:

 
 

a.

evenement A: via melding:

€ 0,00

€ 0,00

b.

evenement A: via vergunningsaanvraag:

€ 61,20

€ 68,39

c.

evenement B:

€ 301,46

€ 336,89

d.

evenement C:

€ 602,93

€ 673,77

3.2.6

het houden van een inzameling van geld of goed als bedoeld in artikel 5:13 van de APV:

€ 84,19

€ 94,08

3.2.7

het optreden als straatartiest, als bedoeld in artikel 2:9 van de APV:

€ 84,19

€ 94,08

3.2.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het ter beschikking stellen of aanwezig houden van consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de APV:

€ 95,19

€ 106,38

3.2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor kamperen buiten kampeerterreinen als bedoeld in artikel 4:18 van de APV:

€ 168,63

€ 188,44

 
 
 
 
 

Prostitutiebedrijven

 
 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een prostitutievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de APV:

€ 1.686,83

€ 1.885,03

B. Marktgelden

Tarieven behorend bij de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2013

 

Marktgelden

2020

2021

 

Dagplaatsen

 
 

1.

Het marktgeld voor een ter beschikking gestelde dagplaats op de weekmarkt bedraagt voor een dagplaats per strekkende meter:

 
 

a.

bij een maximum standaarddiepte van 4 meter per dag:

€ 3,92

€ 4,01

b.

bij een maximum standaarddiepte van 7 meter per dag:

€ 6,83

€ 6,99

c.

voor promotiedoeleinden wordt het onder a. en b. genoemde marktgeld per dag verhoogd met:

€ 5,25

€ 5,25

 
 
 
 
 

Vaste standplaatsen

 
 

2.

De berekening van het marktgeld voor een vaste standplaats op de weekmarkt is als volgt:

 
 

a.

51 dagen per jaar voor de zaterdagmarkt.

 
 

b.

52 dagen voor de woensdagmarkt.

 
 
 
 
 
 

3.

Het marktgeld voor een ter beschikking gestelde vaste standplaats op de weekmarkt bedraagt voor een vaste plaats per strekkende meter:

 
 

a.

bij een maximum standaarddiepte van 4 meter per dag:

€ 2,45

€ 2,51

b.

bij een maximum standaarddiepte van 7 meter per dag:

€ 4,38

€ 4,48

c.

voor promotiedoeleinden wordt het onder a. en b. genoemde marktgeld per standplaats per dag verhoogd met:

€ 5,25

€ 5,25

 
 
 
 

4.

Het marktgeld voor extra ter beschikking gestelde meters voor een al ter beschikking gestelde vaste standplaats is gelijk aan het marktgeld als hiervoor genoemd in 3 sub a en b.

 
 
 
 
 
 
 

Grootverbruikers

 
 

5.

Het marktgeld wordt bij het gebruik maken van aansluitingen met een voltage van meer dan 2x380 (grootverbruikers) per strekkende meter verhoogd met:

€ 3,15

€ 3,15

C. Liggelden

Tarieven behorend bij de Liggeldverordening gemeente Assen 2020

 

Liggelden

2020

2021

 
 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor pleziervaartuigen:

 
 

a.

in De Vaart, per strekkende meter bootlengte, per dag:

€ 1,25

€ 1,40

b.

in het Havenkanaal, per strekkende meter bootlengte,

per dag:

€ 1,00

€ 1,10

c.

in de havens Marsdijk en Kloosterveen, per vaartuig,

per dag:

€ 6,80

€ 7,60

d.

in de havens Marsdijk en Kloosterveen, per vaartuig,

per week:

€ 38,85

€ 43,45

 
 
 
 

2.

Het recht voor pleziervaartuigen in het winterseizoen lopende van 1 oktober tot en met 31 maart, bedraagt in de havens van Marsdijk en Kloosterveen per vaartuig, ongeacht de lengte, per winterseizoen:

€ 130,75

€ 146,10

D. Lijkbezorgingsrechten

Tarieven behorend bij de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2018

 

Lijkbezorgingsrechten

2020

2021

 
 
 
 

I

BOSKAMP

 
 

1.1

Het verlenen van rechten

 
 
 

voor het verlenen van een uitsluitend recht op:

 
 

1.1.1

een graf voor 20 jaar:

€ 1.076,83

€ 1.101,60

1.1.2

een kindergraf voor 20 jaar:

€ 538,85

€ 551,24

1.1.3

een urnengraf voor 10 jaar:

€ 270,30

€ 276,52

1.1.3.a

een galerijgraf voor 20 jaar:

€ 1.942,82

€ 1.987,51

 

voor het verlengen van een uitsluitend recht op:

 
 

1.1.4

een graf met 5 jaar:

€ 324,71

€ 332,18

1.1.5

een graf met 10 jaar:

€ 538,85

€ 551,24

1.1.6

een graf met 15 jaar:

€ 809,15

€ 827,76

1.1.7

een graf met 20 jaar:

€ 1.076,83

€ 1.101,60

1.1.8

een kindergraf met 5 jaar:

€ 190,45

€ 194.83

1.1.9

een kindergraf met 10 jaar:

€ 271,18

€ 277,42

1.1.10

een kindergraf met 15 jaar:

€ 405,45

€ 414,78

1.1.11

een kindergraf met 20 jaar:

€ 538,85

€ 551,24

1.1.12

een urnengraf met 5 jaar:

€ 163,23

€ 166,99

1.1.13

een urnengraf met 10 jaar:

€ 270,30

€ 276,52

1.1.14

een urnengraf met 15 jaar:

€ 405,45

€ 414,78

1.1.15

een urnengraf met 20 jaar:

€ 539,73

€ 552,15

1.1.16

een graf in verband met wettelijke termijn van grafrust, per verlengingsjaar:

€ 54,41

€ 55,66

1.1.17

een kindergraf in verband met de wettelijke grafrusttermijn, per verlengingsjaar:

€ 27,21

€ 27,84

1.1.18

een urnengraf in verband met het feit dat de asbus niet zonder toestemming van de rechthebbende binnen een periode van 10 jaar mag worden verstrooid, per verlengingsjaar:

€ 27,21

€ 27,84

 
 
 
 

1.2

Begraven

 
 
 

Voor het begraven van een overledene van 12 jaar en ouder:

 
 

1.2.1

van maandag tot en met vrijdag:

€ 668,74

€ 684,12

1.2.2

op zaterdag:

€ 1.170,73

€ 1.197,65

1.2.3

op zondag of een algemeen erkende feestdag:

€ 1.337,47

€ 1.368,24

 
 
 
 
 

Voor het begraven van een overledene jonger dan 12 jaar:

 
 

1.2.4

van maandag tot en met vrijdag:

€ 367,72

€ 376,18

1.2.5

op zaterdag:

€ 643,29

€ 658,09

1.2.6

op zondag of een algemeen erkende feestdag:

€ 735,43

€ 752,35

 
 
 
 

1.2.7

Voor het na ruimen van een graf begraven van de overblijfselen van een lijk in een graf of kindergraf:

€ 668,74

€ 684,12

 
 
 
 

1.2.a

Begraven in een galerijgraf

 
 
 

Voor het begraven van een overledene in een galerijgraf:

 
 

1.2.a.1

van maandag tot en met vrijdag:

€ 192,20

€ 196,62

1.2.a.2

op zaterdag:

€ 333,49

€ 341,16

1.2.a.3

op zondag of een algemeen erkende feestdag:

€ 384,41

€ 393,25

 
 
 
 

1.3

Bijzetten asbussen

 
 
 

Voor het bijzetten van één asbus in een graf, kindergraf of urnengraf:

 
 

1.3.1

van maandag tot en met vrijdag:

€ 192,20

€ 196,62

1.3.2

op zaterdag:

€ 333,49

€ 341,16

 
 
 
 
 

Voor het bijzetten van meerdere asbussen tegelijkertijd in hetzelfde graf, urnengraf, kindergraf of galerijgraf:

 
 

1.3.3

van maandag tot en met vrijdag:

€ 236,95

€ 242,40

1.3.4

op zaterdag:

€ 377,59

€ 386,27

 
 
 
 
 

Voor het bijzetten van een asbus in een galerijgraf tegelijkertijd met het begraven van een overledene in een galerijgraf:

 
 

1.3.5

op zondag of een algemeen erkende feestdag:

€ 384,41

€ 393,25

 
 
 
 

1.4

Opgraven

 
 

1.4.1

Voor het opgraven en eventueel verkisten van één lijk of overblijfselen daarvan, waaronder begrepen het eventueel herbegraven in hetzelfde graf:

€ 1.376,09

€ 1.407,74

1.4.2

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus uit een particulier graf, kindergraf of urnengraf:

€ 192,20

€ 196,62

1.4.3

Voor het opgraven of verwijderen van meerdere asbussen tegelijkertijd uit hetzelfde graf, kindergraf of urnengraf:

€ 236,95

€ 242,40

1.4.4

Voor het na ruiming van een graf bijeen brengen van de overblijfselen van één lijk voor crematie of herbegraven:

€ 315,94

€ 323,21

1.4.5

Voor het na ruiming van een graf ter beschikking houden van een asbus:

€ 192,20

€ 196,62

1.4.6

Voor het na ruiming van een graf ter beschikking houden van meerdere asbussen uit hetzelfde graf, urnengraf of kindergraf voor herbegraven of verstrooiing elders:

€ 236,95

€ 242,40

 
 
 
 

1.5

Onderhoud begraafplaats

 
 
 

Voor een bijdrage in de onderhoudskosten bij verlening van een uitsluitend recht voor:

 
 

1.5.1

een graf voor 20 jaar:

€ 2.047,46

€ 2.094,55

1.5.2

een kindergraf voor 20 jaar:

€ 1.025,05

€ 1.048,62

1.5.3

een urnengraf voor 10 jaar:

€ 513,40

€ 525,21

1.5.3.a

een galerijgraf voor 20 jaar:

€ 669,24

€ 684,63

 
 
 
 
 

Voor een bijdrage in de onderhoudskosten van de begraafplaats bij verlenging van het uitsluitend recht op:

 
 

1.5.4

een graf met 5 jaar:

€ 512,52

€ 524,31

1.5.5

een graf met 10 jaar:

€ 1.024,17

€ 1.047,73

1.5.6

een graf met 15 jaar:

€ 1.535,81

€ 1.571,14

1.5.7

een graf met 20 jaar:

€ 2.047,46

€ 2.094,55

1.5.8

een kindergraf met 5 jaar:

€ 257,14

€ 263,06

1.5.9

een kindergraf met 10 jaar:

€ 513,40

€ 525,21

1.5.10

een kindergraf met 15 jaar:

€ 768,78

€ 786,47

1.5.11

een kindergraf met 20 jaar:

€ 1.025,05

€ 1.048,62

1.5.12

een urnengraf met 5 jaar:

€ 257,14

€ 263,06

1.5.13

een urnengraf met 10 jaar:

€ 513,40

€ 525,21

1.5.14

een urnengraf met 15 jaar:

€ 769,67

€ 787,37

1.5.15

een urnengraf met 20 jaar:

€ 1.025,93

€ 1.049,52

1.5.16

Voor een bijdrage in de onderhoudskosten van de begraafplaats voor een graf in verband met de wettelijke grafrusttermijn, per verlengingsjaar:

€ 102,68

€ 105,05

1.5.17

Voor een bijdrage in de onderhoudskosten van de begraafplaats voor een kindergraf in verband met de wettelijke grafrusttermijn, per verlengingsjaar:

€ 51,78

€ 52,97

1.5.18

Voor een bijdrage in de onderhoudskosten van de begraafplaats voor een urnengraf in verband met het feit dat de asbus niet zonder toestemming van de rechthebbende binnen een periode van 10 jaar mag worden verstrooid, per verlengingsjaar:

€ 51,78

€ 52,97

1.5.19

Voor een bijdrage in de onderhoudskosten van de begraafplaats voor een graf waarvoor het uitsluitend recht vóór 1970 voor onbepaalde tijd is verleend, jaarlijks:

€ 67,58

€ 69,13

1.5.20

Voor een bijdrage in onderhoudskosten van de begraafplaats voor een graf waarvoor het uitsluitend recht vóór 1970 is verleend, wordt bij verlening van het uitsluitend recht een afkoopsom in rekening gebracht die geldt voor het aantal jaren waarmee het uitsluitend recht wordt verlengd (1.5.2 t/m 1.5.11).

 
 
 
 
 
 

1.6

Verstrooien van as

 
 

1.6.1

Voor het verstrooien van as in een graf, urnengraf of kindergraf, per asbus:

€ 192,20

€ 196,62

1.6.2

Voor het verstrooien van as uit meerdere asbussen tegelijkertijd in hetzelfde graf, urnengraf of kindergraf:

€ 236,95

€ 242,40

 
 
 
 

1.7

Inschrijven en overboeken van graven, kindergraven, urnengraven en galerijgraven:

 
 

1.7.1

Voor het inschrijven en overboeken van graven in een daartoe bestemd register:

€ 45,64

€ 46,69

 
 
 
 

1.8

Vergunning gedenkteken

 
 
 

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van een gedenkteken op een graf, kindergraf of urnengraf:

€ 87,76

€ 89,78

 
 
 
 
 

NOORDER- EN ZUIDERBEGRAAFPLAATS

 
 

2.1

Verlenen van rechten

 
 

2.1.1

Het verlenen van een uitsluitend recht voor 20 jaar op een enkel graf (één eenheid waarvan de oppervlakte maximaal 2.40 meter x 1.00 meter bedraagt, één laag diep):

€ 1.615,68

€ 1.652,84

2.1.2

Het verlenen van een uitsluitend recht voor 20 jaar op een dubbel graf (twee eenheden met een maximale oppervlakte van 2.40 meter x 1.00 meter per stuk, één laag diep):

€ 2.153,65

€ 2.203,18

 
 
 
 

2.2

Begraven

 
 
 

Voor het begraven van een overledene van 12 jaar of ouder:

 
 

2.2.1

op maandag tot en met vrijdag:

€ 668,74

€ 684,12

2.2.2

op zaterdag:

€ 1.170,73

€ 1.197,65

2.2.3

op zondag of op een algemeen erkende feestdag:

€ 1.337,47

€ 1.368,24

 
 
 
 
 

Voor het begraven van een overledene beneden de leeftijd van 12 jaar:

 
 

2.2.4

op maandag tot en met vrijdag:

€ 367,72

€ 376,18

2.2.5

op zaterdag:

€ 643,29

€ 658,09

2.2.6

op zondag of een algemeen erkende feestdag:

€ 735,43

€ 752,35

 
 
 
 

2.2.7

Voor na het ruimen van een graf het begraven van overblijfselen van een lijk in een particulier graf:

€ 668,74

€ 684,12

 
 
 
 

2.3

Bijzetten asbussen

 
 

2.3.1

Voor het bijzetten van één asbus in een graf op maandag tot en met vrijdag:

€ 192,20

€ 196,62

2.3.2

Voor het bijzetten van meerdere asbussen tegelijkertijd in hetzelfde graf op maandag tot en met vrijdag:

€ 236,95

€ 242,40

2.3.3

Voor het bijzetten van één of meerdere asbussen tegelijkertijd in hetzelfde graf op zaterdag:

€ 336,13

€ 343,86

 
 
 
 

2.4

Opgraven

 
 

2.4.1

Voor het opgraven en eventueel verkisten van één lijk of overblijfselen daarvan:

In dit recht is begrepen het eventueel herbegraven in hetzelfde graf.

€ 1.376,97

€ 1.408,64

2.4.2

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus uit een graf:

€ 192,20

€ 196,62

2.4.3

Voor het opgraven of verwijderen van meerdere asbussen tegelijkertijd uit hetzelfde graf:

€ 236,95

€ 242,40

2.4.4

Voor het na ruiming van (algemeen) graf bijeen brengen van de overblijfselen van één lijk voor crematie of herbegraven:

€ 315,94

€ 323,21

2.4.5

Voor het na ruiming van een graf ter beschikking houden van een asbus:

€ 183,42

€ 187,64

2.4.6

Voor het na ruiming van een graf ter beschikking houden van meerdere asbussen uit hetzelfde graf:

€ 236,95

€ 242,40

 
 
 
 

2.5

Onderhoud begraafplaats

 
 

2.5.1

Voor een bijdrage in de onderhoudskosten van de begraafplaats bij verlening van een uitsluitend recht voor een periode van 20 jaar per eenheid van 2.40 meter bij 1.00 meter:

 
 
 

- voor een enkel graf (één eenheid, één diep):

€ 2.046,58

€ 2.093,65

 

- voor een dubbel graf (twee eenheden, één diep):

€ 4.093,16

€ 4.187,30

 
 
 
 

2.5.2

Voor een bijdrage in de onderhoudskosten van de begraafplaats voor een graf waarvoor het uitsluitend recht voor onbepaalde tijd is verleend, jaarlijks per eenheid van 2.40 meter bij 1.00 meter:

€ 48,27

€ 49,38

2.5.3

Indien een grafbedekking zich uitstrekt over een graf dat bestaat uit meer dan één eenheid, per elke extra eenheid van 2.40 meter bij 1.00 meter, of deel daarvan:

€ 48,27

€ 49,38

 
 
 
 

2.6

Inschrijven en overboeken van graven

 
 

2.6.1

Voor het inschrijven en overboeken van graven in een daartoe bestemd register:

€ 45,64

€ 46,69

 
 
 
 

2.7

Vergunning gedenkteken

 
 

2.7.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van een gedenkteken op een graf:

€ 87,76

€ 89,78

E. Afvalstoffenheffing

Tarieven behorend bij de Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2019

 

Afvalstoffenheffing

2020

2021

1.

Het tarief bedraagt per perceel, per belastingjaar, indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij de aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door:

 
 

a.

een persoon:

€ 152,89

€ 169,15

b.

meer dan een persoon wordt het tarief onder 1a. vermeerderd met:

€ 69,84

€ 69,84

 
 
 
 

2.

Onverminderd het gestelde onder 2.1 van deze verordening bedraagt de belasting voor het achterlaten van afval vanaf 300 kg per pashouder (Asserpas) per jaar op een van gemeentewege beschikbare plaats per kilo:

€ 0,18

€ 0,20

 
 
 
 
 

Onverminderd het gestelde onder 2.1 van deze verordening bedraagt de belasting voor het achterlaten van afval door niet Assenaren op van gemeentewege beschikbare plaats per kilo:

€ 0,24

€ 0,26

 
 
 
 
 

Onverminderd het gestelde onder 2.1 van deze verordening bedraagt de belasting voor het achterlaten van afval door bedrijven op van gemeentewege beschikbare plaats per kilo:

€ 0,18 + 21% BTW

€ 0,20 + 21% BTW

 
 
 
 

3.

Onverminderd het in lid 2 bepaalde, bedraagt de belasting per melding voor het op aanvraag inzamelen van:

 
 
 

Grof afval, maximaal 2 m³ per keer, per m³:

€ 43,82

€ 46,71

 

Snoeiafval, maximaal 2 m³ per keer, per m³:

€ 31,63

€ 33,72

 

Elektrische en elektronische apparaten (AEEA), per rit:

€ 11,22

€ 11,96

F. Rioolheffing

Tarieven behorend bij de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019

 

Rioolheffing

2020

2021

1.

Het tarief bedraagt voor:

 
 

a.

elk perceel:

€ 146,93

€ 126,11

b.

onverminderd het gestelde onder a. voor elke kubieke meter afgevoerd afvalwater boven 500 m3 tot en met 25.000 m3:

€ 0,63

€ 0,64

c.

onverminderd het gestelde onder a. voor elke kubieke meter afgevoerd afvalwater boven 25.000 m3 tot en met 40.000 m3:

€ 0,48

€ 0,55

d.

onverminderd het gestelde onder a. voor elke kubieke meter afgevoerd afvalwater boven 40.000 m3:

€ 0,00

€ 0,00

G. Onroerendezaakbelastingen

Tarieven behorend bij de Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen 2019

 

Onroerendezaakbelastingen

2020

2021

1.

Het tarief van de belasting bedraagt in percentage van de heffingsmaatstaf voor:

 
 

a.

de gebruikersbelasting voor onroerende zaken die in hoofdzaak als een niet-woning dienen:

0,3377

0,3526

b.

de eigenarenbelasting voor onroerende zaken die in hoofdzaak als woning dienen:

0,1765

0,1693

c.

de eigenarenbelasting voor onroerende zaken die in hoofdzaak als niet-woning dienen:

0,4180

0,4362

H. Toeristenbelasting

Tarieven behorend bij de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2020

 

Toeristenbelasting

2020

2021

1.

 
 
 

a.

Het tarief per persoon, per overnachting bedraagt:

€ 1,35

€ 1,40

b.

In afwijking van het hiervoor onder 1.a. genoemde tarief, bedraagt het tarief in de periode 23 tot en met 27 juni 2021 per persoon, per overnachting:

 

€ 3,00

I. Precariobelasting

Tarieven behorend bij de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2018

 

Precariobelasting

2020

2021

1.

Het tarief bedraagt voor:

 
 

a.

het innemen van een standplaats voor een kraam, eettent, wagen of daarmee gelijk te stellen inrichting voor de verkoop van waren en het innemen van een standplaats met een kermisattractie of vergelijkbare attractie op een locatie niet onderdeel uitmakend van een kermisinrichting per m2, per dag:

€ 0,75

€0,77

b.

het innemen van een standplaats voor een show, demonstratie, tentoonstelling e.d. per dag:

€ 185,93

€ 190,21

c.

het hebben of gebruiken van een terras met stoelen, tafels e.d. per m2, per jaar:

€ 20,39

€ 20,85

J. Parkeerbelasting 

Tarieven behorend bij de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015

 

Parkeerbelasting

2020

2021

 

Algemene bepalingen

 
 

1.

Voor de begripsomschrijving van de in dit artikel genoemde Zones wordt verwezen naar artikel 1, aanhef en onder sub e tot en met m van de Verordening parkeerbelastingen 2015.

 
 

2.

Onder bewoner van een in dit artikel genoemde zone wordt verstaan een natuurlijke persoon die volgens de Basisregistratie Personen (BRP) in het gebied van deze zone is ingeschreven.

 
 
 
 
 
 
 

Parkeren bij parkeerapparatuur

 
 

3.

Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening parkeerbelastingen 2015 bedraagt bij parkeerapparatuur gelegen op:

 
 

a.

het parkeerterrein/weggedeelte op, in of aan Abel Tasmanplein, Van Riebeeckstraat, Paul Krugerstraat en Nijlandstraat vanaf de Paul Krugerstraat tot aan de Industrieweg (ook bekend onder de naam Veemarktterrein) en de Industrieweg (tussen het Kanaal en het Abel Tasmanplein) per 7,5 minuten:

€ 0,20

€ 0,20

b.

op alle overige parkeerterreinen/weggedeelten, per 5 minuten:

€ 0,20

€ 0,20

 
 
 
 

4.

Parkeren bij parkeerapparatuur in garages

 
 

4.1

Voor alle parkeergarages geldt een tarief:

 
 

a.

per 13,5 minuten:

€ 0,50

€ 0,50

b.

met een maximum dagtarief van:

€ 6,00

€ 7,50

 

met dien verstande dat het maximale dagtarief uitsluitend van toepassing is bij aaneengesloten uren op een dag.

 
 
 
 
 
 

4.2

Voor de parkeergarages: Mercuriusplein, Stadhuis, Drents Museum, Neptunus, Triade en Citadel gelden de volgende maximumtarieven:

 
 

a.

op maandag tot en met donderdag van 18:00 tot 07:00 uur:

€ 3,00

€ 3,00

b.

van vrijdag 21:00 tot en met zaterdag 07:00 uur:

€ 3,00

€ 3,00

 
 
 
 

4.3

Voor de parkeergarage De Nieuwe Kolk geldt van maandag tot en met zaterdag van 18:00 tot 07:00 het volgende maximumtarief (uitsluitend bij aaneengesloten uren):

€ 5,00

€ 5,00

 
 
 
 

5.

Parkeerabonnementen voor parkeergarages

 
 
 

Het tarief voor een parkeerabonnement in de parkeergarages bedraagt:

 
 

a.

voor een bewoner woonachtig in de gemeente Assen, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, per kwartaal:

€ 90,00

€ 92,70

b.

7x24, op kenteken voor een werker werkzaam in de buurt van de parkeergarage, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, per kwartaal:

€ 172,90

€ 178,09

c.

7x24, op kenteken voor een persoon niet woonachtig in de gemeente Assen alsmede een persoon die niet werkzaam voor of eigenaar is van een bedrijf gevestigd in de gemeente Assen gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, per kwartaal:

€ 201,29

€ 207,33

d.

6x24, op kenteken voor een werker werkzaam in de buurt van de parkeergarage, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, per kwartaal:

€ 148,20

€ 152,65

e.

5x24, op kenteken voor een werker werkzaam in de buurt van de parkeergarage, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, per kwartaal:

€ 123,50

€ 127,21

f.

4x24, op kenteken voor een werker werkzaam in de buurt van de parkeergarage, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, per kwartaal:

€ 98,90

€ 101,87

g.

3x24, op kenteken voor een werker werkzaam in de buurt van de parkeergarage, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, per kwartaal:

€ 74,10

€ 76,32

h.

2x24, op kenteken voor een werker werkzaam in de buurt van de parkeergarage, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, per kwartaal:

€ 49,40

€ 50,88

 
 
 
 
 

Parkeervergunningen bij parkeerapparatuur aan de straat

 
 

6.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2015 bij parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt:

 
 

a.

voor een bewoner woonachtig in het gebied waar betaald parkeren geldt, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, bedraagt per maand:

€ 12,50

€ 12,92

b.

voor een bewoner woonachtig in het gebied waar betaald parkeren geldt, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, bedraagt per half jaar:

€ 75,00

€ 77,50

c.

voor een bewoner woonachtig in het gebied waar betaald parkeren geldt, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, bedraagt per jaar:

€ 150,00

€ 155,00

d.

5x24, op kenteken, voor een werker werkzaam in het gebied waar betaald parkeren geldt, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, bedraagt per maand:

€ 30,33

€ 30,75

e.

6x24, op kenteken, voor een werker werkzaam in het gebied waar betaald parkeren geldt, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, bedraagt per maand:

€ 36,40

€ 36,82

f.

7x24, op kenteken, voor een werker werkzaam in het gebied waar betaald parkeren geldt, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning is verleend, bedraagt per maand:

€ 42,47

€ 42,89

g.

5x24, op bedrijfsnaam, voor bedrijven gevestigd in of binnen het gebied waar betaald parkeren geldt, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning wordt verleend, bedraagt per maand:

€ 34,67

€ 35,09

h.

6x24, op bedrijfsnaam, voor bedrijven gevestigd in of binnen het gebied waar betaald parkeren geldt, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning wordt verleend, bedraagt per maand:

€ 41,60

€ 42,02

i.

7x24, op bedrijfsnaam, voor bedrijven gevestigd in of binnen het gebied waar betaald parkeren geldt, gedurende het tijdvak waarvoor de vergunning wordt verleend, bedraagt per maand:

€ 48,53

€ 48,95

j.

voor één dag met een voor die dag onbeperkte parkeerduur (incidentele vergunning):

€ 5,00

€ 5,01

k.

voor vijf opeenvolgende werkdagen met per dag een onbeperkte parkeerduur (incidentele vergunning):

€ 20,00

€ 20,07

l.

voor eenentwintig opeenvolgende werkdagen met per dag een onbeperkte parkeerduur (incidentele vergunning):

€ 60,00

€ 60,29

 
 
 
 
 

Parkeervergunning anders dan bij parkeerapparatuur

 
 

7.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2015 anders dan bij parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt voor bewoners in:

 
 

a.

Zone Oost per jaar:

€ 30,00

€ 35,00

b.

Zone Oost per half jaar:

€ 20,00

€ 22,50

c.

Zone Oost per kwartaal:

€ 15,00

€ 18,75

d.

Zone Oost per maand:

€ 12,50

€ 12,92

e.

Zone Oost per week:

€ 10,00

€ 10,10

f.

één van de Zones 01 tot en met 08 per jaar

€ 45,00

€ 50,00

g.

één van de Zones 01 tot en met 08 per halfjaar

€ 30,00

€ 32,50

h.

één van de Zones 01 tot en met 08 per kwartaal

€ 20,00

€ 21,25

i.

één van de Zones 01 tot en met 08 per maand

€ 15,00

€ 15,42

j.

één van de Zones 01 tot en met 08 per week

€ 10,00

€ 10,10

 
 
 
 

8.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2015 anders dan bij parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt per jaar voor bezoekers aan bewoners in:

 
 
 

Zone Oost:

€ 10,00

€ 10,00

 

één van de Zones 01 tot en met 08:

€ 15,00

€ 15,00

 
 
 
 

9.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2015 anders dan bij parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt per jaar en per zone voor bedrijven of instellingen of werknemers hiervan, gevestigd in de Zones 01 tot en met 08:

€ 75,00

€ 80,00

 
 
 
 

10.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2015 anders dan bij parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt per jaar en per zone voor bezoekers aan bedrijven of instellingen of werknemers hiervan, gevestigd in Zones 01 tot en met 08:

€ 75,00

€ 80,00

 
 
 
 

11.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening parkeerbelastingen 2015 anders dan bij parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt in alle overige gevallen:

€ 40,80

€ 45,80

 
 
 
 

12.

Overall vergunning voor zorgverleners en andere bedrijven (voor alle parkeerplaatsen in het betaald- en vergunningparkeren gebied met uitzondering van de parkeergarages) bedraagt:

 
 

a.

op kenteken, voor zorgverleners, op individueel niveau, per jaar:

€ 55,00

€ 60,00

b.

op kenteken, voor bedrijven, per jaar:

€ 300,00

€ 305,00

 
 
 
 

13.

De kosten van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2 onderdeel a van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015 bedragen:

te verhogen met één uur gederfde belastinginkomsten volgens het geldende uurtarief voor parkeren op de betreffende locatie ter zake waarvan de naheffingsaanslag is opgelegd.

€ 64,50

€ 65,30

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 november 2020.

De raad voornoemd,

M.L.J. Out, voorzitter

J. de Jonge, griffier