Regeling vervallen per 05-12-2011

Verordening op de heffing en invordering van de marktgelden 2009

Geldend van 27-11-2008 t/m 04-12-2011

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERINGVAN MARKTGELDEN 2009

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

ARTIKEL 1

a.weekmarkt

:

de warenmarkt die op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wekelijks wordt gehouden;

b.jaarmarkt

:

de warenmarkt die twee maal per jaar op een daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

c.standplaats

:

de op en voor de duur van de markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

d.vaste plaats

:

een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld;

e.dagplaats

:

een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

f.standplaatshouder

:

ieder aan wie het door of namens het college van burgemeester en wethouders is toegestaan om gedurende een markt een standplaats te bezetten.

ALGEMEEN

ARTIKEL 2

  • 1.

    De nodige opmetingen geschieden van gemeentewege.

  • 2.

    Gedeelten van eenheden van tijd en afmeting worden voor één geheel gerekend.

BELASTBAAR FEIT

ARTIKEL 3

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven terzake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een dagplaats voor de uitoefening van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

BELASTINGPLICHT

ARTIKEL 4

Belastingplichtig is de standplaatshouder.

BELASTINGJAAR

ARTIKEL 5

Met betrekking tot de marktgelden die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

BELASTINGTARIEVEN

ARTIKEL 6

  • 1.

    Het marktgeld voor een ter beschikking gestelde standplaats op de weekmarkt bedraagt voor een vaste plaats per strekkende meter:

    • a.

      bij een maximum standaarddiepte van 4 meter € 1,64 per dag;

    • b.

      bij een maximum standaarddiepte van 7 meter € 2,88 per dag;

    • c.

      het onder a. en b. bedoelde marktgeld wordt verhoogd met € 5,25 per standplaats per dag voor promotiedoeleinden.

  • 2.

    Het marktgeld voor een vaste standplaats op de weekmarkt wordt berekend over:

    • a.

      51 dagen per jaar voor de zaterdagmarkt;

    • b.

      52 dagen per jaar voor de woensdagmarkt.

  • 3.

    Het marktgeld voor een ter beschikking gestelde standplaats op de weekmarkt bedraagt voor een dagplaats per strekkend meter:

    • a.

      bij een maximum standaarddiepte van 4 meter € 2,57 per dag;

    • b.

      bij een maximum standaarddiepte van 7 meter € 4,48 per dag;

    • c.

      het onder a. en b. bedoelde marktgeld wordt verhoogd met € 5,25 per standplaats per dag voor promotiedoeleinden.

  • 4.

    Het marktgeld voor een ter beschikking gestelde standplaats op de weekmarkt die wordt gehouden op de laatste zaterdag in juni, wanneer op het Circuit van Drenthe de T.T.-races plaatsvinden, bedraagt:

    • a.

      voor een vaste standplaats het tarief genoemd in lid 1 van dit artikel;

    • b.

      voor een dagplaats het tarief genoemd in lid 3 van dit artikel.

  • 5.

    Het marktgeld voor ter beschikking gestelde extra meters voor een vaste standplaats, die niet in de vergunning voor een vaste standplaats zijn toegekend, wordt geheven op basis van het tarief genoemd in lid 3 van dit artikel, met dien verstande dat er voor deze extra meters geen promotiegeld als genoemd onder sub c. wordt berekend.

  • 6.

    Het marktgeld voor een dagplaats op de jaarmarkt bedraagt € 4,17 per vierkante meter per dag.

WIIJZE VAN HEFFING

ARTIKEL 7

  • 1.

    Het marktgeld in artikel 6 lid 1 wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De overige in deze verordening genoemde marktgelden worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of ander schriftuur.

ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD EN HEFFING NAAR TIJDGELANG

ARTIKEL 8

  • 1.

    Het marktgeld bedoeld in artikel 6 lid 1 is verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het in het eerste lid van dit artikel bedoelde marktgeld verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor het in het eerste lid van dit artikel bedoelde marktgeld ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

TERMIJNEN VAN BETALING

ARTIKEL 9

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet moet het marktgeld bedoeld in artikel 6, lid 1 worden betaald in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van het aanslagbiljet. De volgende termijnen vervallen elke drie maanden na het vervallen van de vorige termijn.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, moet het marktgeld worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na het ontstaan van de belastingplicht nog volle tijdvakken van drie kalendermaanden zijn tot het einde van het belastingjaar, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van de aanslag. De volgende termijnen vervallen elk drie maanden na de vorige termijn.

  • 3.

    Indien na het ontstaan van de belastingplicht vijf kalendermaanden resteren tot het einde van het belastingjaar moet het marktgeld worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van de aanslag. De tweede termijn vervalt drie maanden na de eerste termijn.

  • 4.

    Indien na het ontstaan van de belastingplicht vier kalendermaanden of minder resteren tot het einde van het belastingjaar moet het marktgeld worden betaald op de laatste dag van de derde maand volgende op die van de dagtekening van de aanslag.

  • 5.

    De overige in deze verordening genoemde marktgelden moeten worden betaald bij de toewijzing van de standplaats.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige leden gestelde termijnen.

NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

ARTIKEL 10

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden.

HOOFDSTUK II. INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

ARTIKEL 11

  • 1.

    De "Marktgeldverordening 2006" van 7 november 2005 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op zaken die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktgeldverordening 2009".