Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening Winkeltijden Asten 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening Winkeltijden Asten 2012

De raad van de gemeente Asten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 november 2011;

gehoord het advies van de Commissie Algemene Zaken & Control d.d. 1 december 2011;

gelet op de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;

b e s l u i t:

vast te stellen de Verordening Winkeltijden Asten 2012

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.de wet: de Winkeltijdenwet;

b. winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

c. feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

d. college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

f. de houder dit aanvraagt.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1. De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen of feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 6. Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet genoemde verboden aan winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 2. Het college kan de ontheffing voor ten hoogste 1 winkel verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing worden in elk geval de volgende voorschriften verbonden:

    a. de winkel dient gesloten te zijn tussen 00.00 en 16.00 uur;

    b. er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden gekocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling.

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

  • 1. Het college kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

    a. bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    b. het uitstallen van goederen;

    c. tentoonstellingen in kunstateliers en galeries.

  • 2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

Artikel 8. Verbod op straatverkoop bepaalde goederen op zon –en feestdagen

De gemeenteraad kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 10. Toerisme

  • 1. Het college kan op aanvraag een ontheffing verlenen van de verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet, in verband met de toeristische aantrekkingskracht van de lokale kampeer -en recreatieterreinen, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen.

  • 2. Een ontheffing kan worden verleend voor:

    a. een winkel, welke is gelegen op een kampeer –of recreatieterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd;

    b. de periode 15 maart tot 1 november;

    c. een winkel, genoemd onder lid 2 sub a, ten behoeve van de toeristen op het kampeer –of recreatieterrein, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet –en drinkwaren en voor het kamperen gebruikelijke artikelen worden verkocht.

  • 3. Het college kan beperkingen stellen en voorschriften verbinden aan de ontheffing.

Artikel 11. Intrekking voorgaande regeling

De Verordening winkeltijden Asten 1996 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van de Verordening Winkeltijden Asten 2012.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 01-01-2012.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Winkeltijden Asten 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2011.

de griffier,

ir. C.W.J.B. Verborg

de voorzitter,

ir. J. Beenakker

Toelichting Verordening Winkeltijden Asten 2012

Toelichting Verordening Winkeltijden Asten 2012

Algemeen

Hierna volgt de toelichting van de (wijzigingen in de) Verordening Winkeltijden Asten 2012. Voor verdere achtergrondinformatie en artikelgewijze toelichting wordt verwezen naar de modelverordening Winkeltijden van de VNG.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de modelverordening.

Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen” en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 6. Openstelling van levensmiddelenwinkels op zon- en feestdagen

Dit artikel van de modelverordening is ongewijzigd gebleven. De grondslag is artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet, dat luidt:

4. “Voorts kan de gemeenteraad bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen op een daartoe strekkende aanvraag en met inachtneming van de in die verordening gestelde regels ontheffing te verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, vervatte verboden, voor zover het winkels betreft die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde dagen tussen 0 uur en 16 uur, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. De verordening bepaalt in ieder geval het aantal winkels waarvoor in de gemeente ontheffing kan worden verleend. Dit aantal kan ten hoogste één winkel per 15 000 inwoners van de gemeente zijn of, indien het inwonertal lager is dan 15 000, één winkel”. Het zal vaak voorkomen dat er – na toetsing aan de weigeringsgronden - meer aanvragen liggen dan dat er ontheffingen kunnen worden verleend.

Het college heeft op 16-08-2011 de “Beleidsnotitie Zondagopenstelling Winkels inclusief lotingreglement”vastgesteld, waarin wordt bepaald hoe de aanvragen voor deze zondagopenstelling worden afgehandeld.

 

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties In artikel 7, eerste lid onder c worden tentoonstellingen in kunstateliers en galeries toegevoegd. De reden daarvan is het volgende. Kunstateliers en galeries zijn winkels, maar hebben in de Winkeltijdenwet een speciale status, die voortkomt uit de oude Winkelsluitingswet en het daarop berustende Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet. In artikel 4 van dat landelijk geldende besluit was een afzonderlijke regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Deze bepaling hield in dat burgemeester en wethouders ontheffing konden verlenen ten behoeve van het uitstallen van niet fabrieksmatig vervaardigde kunstvoorwerpen door of voor rekening van de vervaardiger daarvan, voor de zon- en feestdagen en de sluitingsuren op werkdagen. Bij het opstellen van de Winkeltijdenwet in 1996 is deze ontheffingsmogelijkheid niet meer expliciet overgenomen in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Daar kwamen direct veel vragen over. In overleg met het ministerie van Economische Zaken zijn de kunstateliers en de galeries in artikel 7, tweede lid, van de toenmalige en nu het eerste lid van de huidige modelverordening Winkeltijdenwet opgenomen. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 7, eerste lid van de modelverordening, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor de zon- en feestdagen voor bijzondere situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Met gebruikmaking van deze beleidsvrijheid kan de ontheffing verleend worden voor tentoonstellingen in kunstateliers en galeries. De achtergrond van deze bijzondere status voor kunstateliers en galeries is dat de mogelijkheden voor kunstenaars aan hun werk bekendheid te geven door middel van (verkoop)tentoonstellingen niet te zeer aan banden gelegd mag worden. Bovendien spelen concurrentieoverwegingen hier nauwelijks een rol, gezien het individuele karakter van de betrokken voorwerpen.

 

Artikel 8. Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen

De vrijstelling die hier wordt bedoeld betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken op zondag en feestdagen. De raad kan o.g.v. art. 12 lid 2 Vrijstellingsbesluit, indien naar zijn oordeel plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, gebieden aanwijzen waar straatverkoop op zon- en feestdagen niet is toegestaan Op dit moment zijn dergelijke plaatselijke omstandigheden in de gemeente Asten niet bekend.

In de vorige versie van de modelverordening alsmede in de Verordening Winkeltijden Asten 1996 was deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college. De bevoegdheidgrondslag aan het college ontbreekt hiervoor echter in het Vrijstellingenbesluit en ook in de Winkeltijdenwet. Op grond van art 10.15 van de Algemene wet bestuursrecht is delegatie alleen mogelijk als daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien.

Artikel 10. Toerisme

De grondslag van dit artikel in de verordening is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet

3.” De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in die verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van:

a. op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt”.

Door het wetsvoorstel 31728 wordt dit artikellid uit de Winkeltijdenwet aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit nadrukkelijk, o.g.v. art. 3 lid 6 WTW de volgende belangen moet meewegen:

  • a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,

  • b. de zondagsrust in de gemeente, en

  • c. de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

Verder bepaalt het wetsvoorstel dat, o.g.v. art. 3 lid 7 WTW, bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de besluitvorming zijn betrokken, in elk geval die belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd.

Uit de memorie van toelichting (31728 nr. 3) blijkt dat een aantal gemeenten gebruik maakt van de toerismebepaling om heel specifieke, toerisme gerelateerde winkelopening op zondag toe te staan, bijvoorbeeld winkels op campings of bungalowparken. Ook het gebruik van een “beperkte” toerismebepaling behoeft motivering conform de gewijzigde WTW, hetzij in een eenvoudige vorm. Bij een kampeerterrein is het duidelijk dat de winkelopenstelling ondersteunend is aan/ten behoeve is van het toerisme.

In de verordening Winkeltijden Asten 1996 is de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing voor winkelopenstelling op zondag in verband met de toeristische aantrekkingskracht van de vergunningplichtige kampeerterreinen voor de periode van 15 maart tot 1 oktober (toeristisch seizoen) geattribueerd aan het college. Deze ontheffingsmogelijkheid wordt in de Verordening Winkeltijden Asten 2012 voortgezet, maar de redactie wordt aangepast omdat de Wet op de Openluchtrecreatie m.i.v. 1-1-2008 is vervallen Er geldt nog wel een vergunningplicht i.v.m. planologisch gebruik e.d. ingevolge de WABO, maar vergunningverlening komt pas aan de orde als het bestemmingsplan een kampeer -of recreatieterrein toestaat. Derhalve is de redactie als volgt aangepast: een winkel, gelegen op een kampeer –of recreatieterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd. Daarnaast wordt het toegestane assortiment van de campingwinkels omschreven en wordt de periode iets verruimd tot 1 november, i.v.m. mogelijke late herfstvakantie.

Een verschil met de vorige modelverordening is ook dat het vierde lid van artikel 10 niet meer is opgenomen. Daarin stond dat de ontheffing wordt geweigerd als er, kort gezegd, geen sprake is van toeristische doeleinden. Met het oog op de jurisprudentie, is deze bepaling overbodig omdat de raad bij verordening moet aanwijzen in welke gebieden er sprake is van toeristische aantrekkingskracht. Dit is verwerkt in het eerste en tweede lid van Verordening.

Motivering toerisme kampeer -en recreatieterreinen gemeente Asten

De gemeente Asten heeft ruim 16.000 inwoners. In de gemeente Asten zijn circa 350.000 toeristische overnachtingen, waarvan circa 80% overnacht op recreatiepark Prinsenmeer. Ook op andere kampeerterreinen wordt tijdens het toeristisch seizoen overnacht, bijvoorbeeld op Kranenven en minicamping de Peel. Het toeristisch seizoen loopt van Pasen t/m de herfstvakantie. In 2011 geldt een seizoensplaats op bijv. recreatiepark Prinsenmeer voor de periode 16 april 2011 t/m 30 oktober 2011. Pasen valt soms in de 2de helft van maart en soms in april en ook de herfstvakantie varieert. Derhalve wordt de periode 15 maart tot 1 november als toeristisch seizoen aangehouden. Naast de bestaande kampeer –en recreatieterreinen zijn ook eventuele toekomstige kampeer –of recreatieterreinen van belang voor de toeristische aantrekkingskracht van de gemeente Asten.

Een campingwinkel op een kampeer –of recreatieterrein tijdens het toeristisch seizoen is vanzelfsprekend ten behoeve van het toerisme. De toeristische aantrekkingskracht staat volledig los van de winkelopenstelling op zondag. Dit behoeft geen verdere motivering.Voor werkgelegenheid en economische bedrijvigheid is recreatiepark Prinsenmeer van groot belang voor de gemeente Asten, naast de andere kampeer –en recreatieterreinen. Het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel is niet in het geding. Campingwinkels bevinden zich op de kampeerterreinen en zorgen niet voor extra verstoring van de zondagsrust en de leefbaarheid of de veiligheid en openbare orde.