Regeling vervallen per 01-01-2021

Inspraakverordening Participatieraad Asten 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2020

Intitulé

Inspraakverordening Participatieraad Asten 2015

De raad van de gemeente Asten:

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014;

gehoord het advies van de Commissie Burgers d.d. 24 november 2014;

gelet op de verplichtingen op basis van artikel 2.1.3 van de WMO;

gelet op de verplichtingen op basis van artikel 47 van de Participatiewet;

met inachtneming van artikel 150 van de gemeentewet,

besluit:

  • I.

    vast te stellen de Inspraakverordening Participatieraad Asten 2015;

  • II.

    in te trekken de Inspraakverordening Participatieraad Asten 050710.

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Burger- en cliëntenparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen betrekt bij de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van het integrale gemeentelijk beleid op de terreinen leefbaarheid, jeugd en gezin, zorg en participatie.

  • 2.

    Integraal gemeentelijk beleid op de terreinen leefbaarheid, jeugd en gezin, zorg en participatie: de samenhangende wijze waarop de gemeente in haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van alle inwoners.

3.Gestructureerde wijze van betrekken bij beleidsvorming: het instellen van een Participatieraad Asten waarin de vertegenwoordigers van vragers van maatschappelijke ondersteuning zijn vertegenwoordigd.

4.Participatieraad: de Participatieraad Asten.

5.Kiesgerechtigde leden: één lid per organisatie van vragers van maatschappelijke ondersteuning die zich inzetten op de terreinen leefbaarheid, jeugd en gezin, zorg en participatie.

6.Bestuur: een bestuur van zes personen, inclusief voorzitter en secretaris, gekozen door de kiesgerechtigde leden.

7.Platforms: 4 groepen vertegenwoordigers van vragers van maatschappelijke ondersteuning, die zich afzonderlijk en respectievelijk richten op de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van het integrale gemeentelijk beleid op de terreinen leefbaarheid, jeugd en gezin, zorg en participatie

Artikel 2 Doelstelling

De burger - en cliëntenparticipatie heeft als oogmerk te bewerkstelligen dat belanghebbenden bij het integrale gemeentelijk beleid op de terreinen leefbaarheid, jeugd en gezin, zorg en participatie door zelforganisatie vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de vormgeving, monitoring en evaluatie van het Wmo- en Wwb-beleid.

Artikel 3 Functies

De Participatieraad heeft een drieledige functie.

  • 1.

    een beleidsmatige functie: de gemeente streeft ernaar de invulling van het beleid zo dicht mogelijk aan te laten sluiten op de ondersteuningsbehoefte en de zorgvraag. Daarvoor moet er wel voldoende kennis zijn van de praktijk. De Participatieraad is in dat kader een belangrijke informatiebron voor de gemeente.

  • 2.

    een signaleringsfunctie: de Participatieraad signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering (re-actieve beleidsvorming).

  • 3.

    een idee- en creativiteitsfunctie: de Participatieraad draagt ideeën aan (pro-actieve beleidsvorming). Dat betekent dat de Participatieraad niet alleen reageert op beleidsvoorstellen, maar ook zelf voorstellen ter beleidsvorming doet.

Artikel 4 Beleidsterreinen

De Participatieraad wordt in ieder geval betrokken bij de beleidsvorming, -uitvoering en -evaluatie op het terrein van:

  • 1.

    leefbaarheid

    • a.

      dorpsontwikkelingsplannen

    • b.

      maatschappelijke voorzieningen en accommodaties

    • c.

      leefbaarheid en veiligheid

    • d.

      sport en cultuur

  • 2.

    jeugd en gezin

    • a.

      integraal jeugdbeleid

    • b.

      centrum voor jeugd en gezin

    • c.

      leerplicht

    • d.

      leerlingenvervoer

    • e.

      lokale educatieve agenda

    • f.

      kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en vroeg- en voorschoolse educatie

  • 3.

    zorg

    • a.

      verordening Wmo

    • b.

      mantelzorg en vrijwilligerswerk

    • c.

      individuele en algemene voorzieningen

    • d.

      pakketmaatregel Awbz

    • e.

      Wmo loket en project de Kanteling

    • f.

      maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg

  • 4.

    participatie

    • a.

      basisvoorziening Wsw

    • b.

      participatiebudget

    • c.

      Werkplein Helmond

    • d.

      Wet Inburgering

    • e.

      Inkomensondersteuning (o.a. minimaregelingen en schuldhulpverlening)

Artikel 5 Samenstelling

  • 1. De Participatieraad bestaat uit vertegenwoordigers van vragers van maatschappelijke ondersteuning die zich inzetten op de terreinen leefbaarheid, jeugd en gezin, zorg en participatie.

  • 2. Alle vertegenwoordigers van vragers van maatschappelijke ondersteuning in Asten kunnen lid worden van de Participatieraad.

    Artikel 6 Bestuur

    • 1.

      De kiesgerechtigde leden van de Participatieraad benoemen een bestuur van zes personen, inclusief voorzitter en secretaris.

    • 2.

      Voor de benoeming van de bestuursleden worden de kiesgerechtigde leden schriftelijk in de gelegenheid gesteld om personen uit hun midden voor benoeming voor te dragen.

    • 3.

      Het bestuur reageert uit naam en met het mandaat van de Participatieraad naar de gemeente.

    • 4.

      Het bestuur geeft binnen haar bevoegdheden adviezen op de beleidsterreinen genoemd onder artikel 4 aan het college van burgemeester en wethouders;

    • 5.

      Het bestuur communiceert periodiek met de verantwoordelijk wethouder omtrent de beleidsagenda van de gemeente op de 4 beleidsterreinen en de conceptproducten van de platforms van de Participatieraad.

Artikel 7 Voorzitter/secretaris

  • 1. Het voorzitterschap van de Participatieraad wordt bekleed door een onafhankelijke voorzitter, die met een meerderheid van 60 % gekozen wordt door de kiesgerechtigde leden. De leden kunnen kiezen uit personen die zich voor deze functie kandidaat hebben gesteld.

  • 2. Bij verhindering van de voorzitter wordt hij/zij vervangen door de secretaris.

  • 3. De secretaris wordt eveneens gekozen uit personen die zich voor deze functie kandidaat hebben gesteld.

  • 4. Burgemeester en wethouders wijzen voor ieder van de 4 Platforms een permanent ambtelijk aanspreekpunt(en) aan.

Artikel 8 Platforms

  • 1.

    De Participatieraad vormt een organisatiestructuur, waarin 4 Platforms ieder één van de beleidsterreinen als genoemd in artikel 4 bestrijkt.

  • 2.

    Ieder Platform heeft een voorzitter.

  • 3.

    De voorzitters van de Platforms vormen samen met de onafhankelijke voorzitter en de secretaris het bestuur van de Participatieraad.

  • 4.

    Het bestuur van de Participatieraad heeft als belangrijkste taak om binnen haar bevoegdheden adviezen te geven aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 5.

    Het bestuur bewaakt de integrale afstemming tussen de 4 Platforms.

  • 6.

    Het bestuur communiceert periodiek met de verantwoordelijk wethouder omtrent de beleidsagenda van de gemeente op de 4 beleidsterreinen en de conceptproducten van de Platforms van de Koepel.

    Artikel 9 Schorsing/ontslag

    • 1.

      Op voordracht van een meerderheid van 60 % van de kiesgerechtigde leden kan de onafhankelijke voorzitter van de participatieraad tussentijds een bestuurslid ontslaan als hij of zij disfunctioneert.

    • 2.

      Als een bestuurslid voor ontslag in aanmerking komt, en het ongewenst wordt geacht dat de desbetreffende persoon aan het werk van de Participatieraad blijft deelnemen, kan deze persoon door de onafhankelijke voorzitter met onmiddellijke ingang worden geschorst.

    • 3.

      Als de onafhankelijke voorzitter een bestuurslid heeft geschorst, moet in de eerstvolgende vergadering van de Participatieraad over het ontslag worden beslist.

    • 4.

      Als de voorzitter disfunctioneert kan een meerderheid van 60 % van de kiesgerechtigde leden besluiten de voorzitter te schorsen/ te ontslaan

    Artikel 10 Zittingsduur

1.De zittingsperiode van de bestuursleden is ten hoogste 4 jaren.

2.De bestuursleden zijn eenmaal terstond herbenoembaar.

3.Aan- en aftreden van de bestuursleden vindt plaats volgens een rooster van aan- en aftreden dat is opgenomen in het huishoudelijk reglement.

3.Artikel 11 Participatiemodel

1.De Participatieraad wordt betrokken bij het gehele proces van beleidsvorming.

2.Adviseren: de gemeente geeft de Participatieraad de gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren. De ideeën van de Participatieraad spelen een volwaardige rol bij de ontwikkeling van beleid. De gemeente verbindt zich in principe aan de resultaten, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan beargumenteerd afwijken.

3.Coproduceren: de gemeente komt samen met de Participatieraad een agenda met betrekking tot specifieke onderwerpen overeen en partijen zoeken samen naar oplossingen. De gemeente verbindt zich in principe aan deze oplossingen met betrekking tot de uiteindelijke besluitvorming.

4.Over de inhoud van beleidsplannen en verordeningen beslist uiteindelijk de gemeenteraad.

Artikel 12 Werkwijze

  • 1.

    In het kader van burgerparticipatie vraagt het college van burgemeester en wethouders de Participatieraad om advies (re-actieve beleidsvorming). De Participatieraad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders (pro-actieve beleidsvorming).

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders vraagt de Participatieraad in ieder geval om advies bij de onderwerpen beschreven onder artikel 4.

  • 3.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders maakt jaarlijks aan de hand van de beleidscyclus in overleg afspraken met de Participatieraad over de onderwerpen waarover de Participatieraad geconsulteerd wordt en de wijze en het moment waarop de Participatieraad in het beleidsvormingsproces wordt betrokken.

  • 5.

    In het geval het college van burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Participatieraad, vermeldt zij dit bij het

voorstel waarbij zij tevens aangeeft op welke gronden men van het advies van de Participatieraad is afgeweken.

  • 6.

    Indien de Participatieraad meer informatie wenst over een bepaald onderwerp of collectief belang, kan zij deskundigen of aandachtsfunctionarissen (gemeente) uitnodigen bij één van haar bijeenkomsten. Hiervan zal vooral gebruik gemaakt worden als het gaat om pro-actieve beleidsvorming.

  • 7.

    De Participatieraad vergadert tenminste 4 maal per jaar en daarnaast wanneer de voorzitter dit noodzakelijk acht of als tenminste de helft van het aantal leden hun verlangen hiertoe met opgave van redenen aan de voorzitter meedelen.

  • 8.

    Tussen de portefeuillehouder en de Participatieraad vindt minimaal éénmaal per jaar een overleg plaats.

  • 9.

    Van overleg en afspraken met de Participatieraad doet de gemeente binnen vier weken schriftelijke rapportage aan de Participatieraad.

  • 10.

    Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat van de zijde van de gemeente aan de Participatieraad tijdig de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren functioneren van de Participatieraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

    Artikel 13 Faciliteiten

1.Het college van burgemeester en wethouders stelt aan het bestuur van de Participatieraad middelen ter beschikking t.b.v. de volgende activiteiten van bestuursleden:

a.onkostenvergoeding;

b.vergoeding voor deskundigheidsbevordering t.b.v. alle leden van de Participatieraad;

c.vaste vergoeding voor diverse onkosten t.b.v. alle leden van de Participatieraad;

d.aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;

e.middelen voor inschakelen van eigen (professionele) ondersteuning, inhoudelijk en organisatorisch;

f.faciliteiten voor kantoorkosten, huur vergaderruimte, correspondentie, telefoon, computergebruik, internetaansluiting;

g.faciliteiten voor overleg met, en activering van de achterban;

h.faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en pr.

2.De faciliteiten worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting.

3.Het budget voor faciliteiten is gemaximeerd op een bedrag van € 4.000,- op jaarbasis.

Artikel 14 Verantwoording

Jaarlijks wordt in het verantwoordingsverslag van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling een paragraaf opgenomen over de wijze waarop vorm en inhoud is gegeven aan het recht op burger- en cliëntenparticipatie.

Artikel 15 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist:

  • 1.

    De voorzitter van de Participatieraad, indien het de vergaderorde betreft;

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders, gehoord de Participatieraad, over andere aangelegenheden.

Artikel 16 Slotbepalingen

De “Inspraakverordening Participatieraad Asten 050710” wordt ingetrokken na inwerkingtreding van deze verordening.

Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2015.

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Inspraakverordening Participatieraad Asten 2015”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten d.d. 16 december 2014.
De raad voornoemd,
griffier,
mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans
voorzitter,
mr. H.G. Vos