Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Asten 2018

Geldend van 23-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Asten 2018

De raad van de gemeente Asten;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

gehoord het advies van de Commissie Algemene Zaken en Control van 23 november 2017;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Asten 2018.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstrooien van as;

onder eigen graf wordt mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnen nis, eigen gedenkplaats;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

onder algemeen graf wordt mede verstaan algemeen urnengraf;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik gemaakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.2 van de Tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel genoemde rechten worden geheven door middel van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.1. en 4.2. van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.1. van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.1. van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    De "Verordening lijkbezorgingrechten 2017" van 13 december 2016 wordt ingetrokken vanaf de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Asten 2018".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten

van 12 december 2017.

De raad voornoemd,

griffier,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

voorzitter,

mr. H.G. Vos

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Asten 2018

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van 20 jaar

€ 425,20

1.1.2

voor een periode van 30 jaar

€ 675,20

1.2

Voor het verlenen van een (uitsluitend) recht op een urnengraf, urnen nis, of gedenkplaats wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van 20 jaar

€ 232,25

1.2.2

voor een periode van 30 jaar

€ 436,10

1.3

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in artikel 1.1 met 10 jaar wordt geheven

€ 232,25

1.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in artikel 1.2 met 10 jaar wordt geheven

€ 110,60

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk, het bijzetten van een asbus of urn van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

€ 464,55

2.2

Voor het begraven van een lijk, het bijzetten van een asbus of urn van een kind beneden de 12 jaar wordt geheven:

€ 205,00

2.3

Voor het begraven van een lijk, het bijzetten van een asbus of urn op buitengewone uren wordt het recht als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 verhoogd met

75%

2.4

Onder buitengewone uren wordt verstaan: uren op werkdagen tussen 18.00 tot 9.00 en op zaterdagen en zondagen.

Hoofdstuk 3 Grafbedekking

3.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 19 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Asten 1996 wordt geheven:

€ 70,75

3.2

Bij het afnemen en wederplaatsen van gedenktekenen en beplantingen als bedoeld in artikel 3.1 wordt de helft van het daar genoemde recht opnieuw geheven.

3.3

Algemene voorbereidingskosten begraafplaats (uitzoeken graf e.d.)

€ 165,65

Hoofdstuk 4 Grafonderhoud

4.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats en het onderhouden van gedenkplaatsen, (urnen)graven en urnen nissen (dit is exclusief onderhoud grafsteen) wordt per jaar geheven:

€ 70,80

4.2

De rechten als bedoeld in artikel 4.1. kunnen worden afgekocht door voldoening van een som ineens voor

5 jaar

10 jaar

20 jaar

30 jaar

€ 293,50

€ 514,80

€ 779,55

€ 912,80

Hoofdstuk 5 Inschrijving en overboeking in een register

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven, urnengraven, urnen nissen en gedenkplaatsen in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 31,05

Hoofdstuk 6 Opgraven en ruimen

6.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven:

€ 403,45

6.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven:

€ 468,75

6.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven:

€ 817,85

6.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

€ 205,35

6.5

Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven:

€ 403,45

6.6

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven:

€ 403,45

Behorend bij het raadsbesluit van 12 december 2017.

Mij bekend

De griffier,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans