Regeling vervallen per 20-09-2023

Beleidsregels Leerlingenvervoer 2019

Geldend van 20-04-2019 t/m 19-09-2023

Intitulé

Beleidsregels Leerlingenvervoer 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten:

gelet op de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Asten 2014,

besluit:

vast te stellen de Beleidsregels Leerlingenvervoer 2019, behorende bij de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Asten 2014.

Aanvragen leerlingenvervoer worden getoetst aan de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Asten 2014 en de daarbij behorende toelichting.

Artikel 1 Maximale reistijd

De individuele reistijd bij het aangepast vervoer is maximaal 60 minuten per rit (enkele reis); te rekenen vanaf het moment dat de leerling instapt tot het tijdstip waarop deze leerling op de plaats van bestemming uitstapt. Van deze regel kan alleen afgeweken worden als de afstand binnen deze maximale tijdsduur niet overbrugd kan worden.

Artikel 2 Tweede opstap- of afzetadres

Het is mogelijk om een tweede opstap- of afzetadres op te geven. Hiervoor moet aan onderstaande voorwaarden worden voldaan:

  • -

    De leerling maakt gebruik van aangepast vervoer;

  • -

    Er mag één tweede adres naast het huisadres worden opgegeven;

  • -

    Het tweede adres ligt binnen de grenzen van de gemeente Asten;

  • -

    Er dient sprake te zijn van een vast patroon, dat wil zeggen één vast adres en vaste dagen per week;

  • -

    Er moet een volwassene aanwezig zijn op het tweede adres;

  • -

    Vervoer van een opvangadres naar het woonadres behoort in geen geval tot de mogelijkheden;

  • -

    Het vervoer naar een tweede adres moet min of meer op de oorspronkelijke route liggen. Indien vervoer naar een tweede adres leidt tot hogere kosten dan vervoer naar het woonadres, worden de meerkosten in rekening gebracht bij de ouders;

  • -

    Indien vervoer naar een tweede adres leidt tot een langere reistijd voor de overige leerlingen in het vervoer, dan heeft het college het recht om het vervoer niet toe te staan.

Artikel 3 Procedure bij onacceptabel gedrag tijdens het aangepast vervoer

Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de taxi verstoort of de veiligheid van de taxichauffeur en/of andere inzittenden in gevaar brengt.

Hierbij worden de volgende stappen ondernomen:

  • -

    Klachten worden geregistreerd en in beginsel door de vervoerder opgelost.

  • -

    Na de melding van een klacht door de vervoerder wordt een onderzoek opgestart. In het kader van dat onderzoek spreekt de medewerker met vervoerder, chauffeur, ouders/verzorgers en/of school. Indien na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling volgt een waarschuwingsbrief aan ouders/verzorgers.

  • -

    Bij een volgende klacht wordt stap 1 herhaald en volgt een 2e waarschuwingsbrief, waarin melding wordt gemaakt dat begeleiding van de leerling door de ouder/verzorger mogelijk is. Als de begeleiding extra kosten met zicht meebrengt dan zijn deze voor de ouder/verzorger.

  • -

    Bij een volgende klacht kan een schorsing per direct volgen, voor een periode van één volle schoolweek. Er volgt een 3e waarschuwingsbrief aan ouders/verzorgers.

  • -

    Bij een volgende klacht volgt met een 4e brief totale uitsluiting van het vervoer tot het einde van het schooljaar. Indien de uitsluiting daardoor minder is dan 3 maanden (exclusief vakanties), loopt de uitsluiting door tot in het nieuwe schooljaar. De beschikking tot bekostiging van het vervoer wordt ingetrokken. Indien ouders na schorsing opnieuw gebruik willen maken van het leerlingenvervoer dan moet een nieuwe aanvraag worden ingediend.

  • -

    De gemeente kan, afhankelijk van de ernst van het ongeoorloofd gedrag, afwijken van de hierboven genoemde stappen.

  • -

    Als er schade wordt veroorzaakt aan de taxi of aan de eigendommen van kinderen tijdens het vervoer, dan wordt degene die de schade heeft veroorzaakt daarvoor aansprakelijk gesteld.

Artikel 4 Verantwoordelijkheid ouders

De verantwoordelijkheid voor het naar school brengen en na schooltijd weer ophalen van kinderen is de primaire verantwoordelijkheid van de ouder(s)/verzorger(s). Het leerlingenvervoer is niet bedoeld om ouders te ontlasten van hun verantwoordelijkheid voor een goede schoolgang van hun kinderen.

Artikel 5 Vervoersvoorziening tijdelijke handicap

Een leerling met een tijdelijke handicap, zoals een gebroken been, komt in de regel niet in aanmerking voor bekostiging van leerlingenvervoer. Wanneer een tijdelijke beperking langer duurt dan 3 maanden kan leerlingenvervoer worden aangevraagd. Bij de aanvraag moet een medische verklaring van de behandelend arts worden gevoegd. De vervoersvoorziening wordt toegekend voor de duur van het herstel en/of revalidatie. Als tussentijds de vraag ontstaat of leerlingenvervoer nog gerechtvaardigd is, dan kan de beschikking worden geëvalueerd en eventueel worden herzien.

Artikel 6 Drempelbedrag en draagkracht

  • Het drempelbedrag wordt in rekening gebracht bij ouders van kinderen die het basisonderwijs of het speciaal basisonderwijs bezoeken. Het in rekening brengen van een drempelbedrag is afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerde verzamelinkomen van beide ouders.

  • Het drempelbedrag is gerelateerd aan de kosten van het openbaar vervoer. Door het vervallen van het landelijk sterabonnement worden de laatst gehanteerde drempelbedragen (€ 295,= en € 484,50) jaarlijks geïndexeerd volgens de Landelijke Tarieven Index.

  • Als bij de aanvraag leerlingenvervoer inkomensgegevens ingediend moeten worden, dan dienen ouders een IB60 formulier van het peiljaar bij de Belastingdienst op te vragen voor beide partners. Dit geldt ook als de partner van een ouder niet de andere ouder van het kind is of als ouders/verzorgers gescheiden zijn.

  • Het college heeft besloten de jaarlijkse ledenbrief van de VNG inzake ‘bedragen leerlingenvervoer’ als uitgangspunt te nemen voor de bepaling van de te hanteren inkomensgrens.

  • Als ouders een eigen bijdrage moeten betalen voor het leerlingenvervoer, maar niet het hele schooljaar gebruik maken, dan wordt de eigen bijdrage naar rato berekend.

Artikel 7 Stage in voortgezet speciaal onderwijs

Stage is een onderdeel van het onderwijsprogramma en als de stage is opgenomen in de schoolgids is het stageadres aan te merken als ‘school’. Er wordt alleen een vervoersvoorziening naar het stageadres toegekend als er recht is op leerlingenvervoer. Het stageadres moet zoveel mogelijk in de gemeente Asten gelegen zijn. Bij een stageadres buiten de gemeente Asten moeten de stagetijden zoveel mogelijk aansluiten op de schooltijden. Voor stage in het weekend of tijdens schoolvakanties wordt geen vervoersvoorziening verstrekt.

Indien het stageadres buiten de gemeente Asten is gelegen dient door ouders/school aannemelijk gemaakt te worden dat dit adres het dichtstbijzijnde toegankelijke stageadres is.

Artikel 8 Berekening van de afstand en de reistijd

  • -

    De kortste afstand wordt gemeten met de ANWB routeplanner (www.anwb.nl).

  • -

    Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis van de informatie die verstrekt wordt via 0900-9292 of www.9292.nl.

Artikel 9 Schooltijden

Vervoer vindt plaats op de schooltijden, zoals deze staan vermeld in de schoolgids van de betreffende school. Tenzij het voor een leerling, vanwege een structurele handicap, onmogelijk is om op deze tijden de school te bezoeken. Het weekend/vakantievervoer vindt plaats aansluitend aan de schooltijden van de leerling.

Artikel 10 Co-ouderschap

Bij co-ouderschap kan sprake zijn van twee hoofdverblijven. Indien leerlingenvervoer is gewenst, moeten beide ouders afzonderlijk, voor de dagen dat het kind doordeweeks bij hen verblijft, een aanvraag indienen bij de gemeente waar hij of zij woonachtig is. Het gaat hierbij om de feitelijke verblijfplaats van de leerling en niet om de plaats van inschrijving.

Artikel 11 Crisissituaties

Het komt ook voor dat kinderen die oorspronkelijk buiten Asten wonen tijdelijk of voor langere duur worden opgevangen bij een pleeggezin/familie in de gemeente Asten. Het kind blijft in dat geval over het algemeen de ‘oude’ school bezoeken, omdat dit voor hem/haar vaak nog de enige stabiele en veilige factor is. Formeel genomen hoeft de gemeente het vervoer naar de ‘oude’ school niet te vergoeden, omdat dit meestal niet de dichtstbijzijnde toegankelijke school is. Kinderen die vanwege een crisissituatie, tijdelijk in de gemeente Asten wonen, kunnen een vergoeding ontvangen voor het leerlingenvervoer. Volgens een landelijke afspraak worden de kosten voor het vervoer de eerste zes weken over het algemeen betaald door de gemeente waar de ouders/verzorgers reeds een beschikking leerlingenvervoer hadden.

Artikel 12 Hoogbegaafdheid

De gemeente Asten verstrekt geen vervoersvoorziening naar een school specifiek gericht op onderwijs voor hoogbegaafde kinderen (zoals bijvoorbeeld de Leonardoschool), omdat dit over het algemeen niet de dichtstbijzijnde (reguliere) basisschool is. Als ouders voor een dergelijke school kiezen is het vervoer volledig hun eigen verantwoordelijkheid.

Artikel 13 Medische keuring

Om te bepalen of een leerling in staat is om van de fiets of het openbaar vervoer gebruik te maken kan de gemeente een medische keuring van de leerling door een onafhankelijk arts laten uitvoeren.

Als de leerling opgeroepen wordt voor een keuring en niet verschijnt bij de arts zonder afmelding met opgaaf van reden, dan wordt de aanvraag om een vervoersvoorziening afgewezen. In het geval het niet verschijnen voor de keuring het gevolg is van overmacht wordt dit door de ouders gemotiveerd aan de gemeente gemeld.

Dit besluit treedt de dag na bekendmaking in werking.

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels Leerlingenvervoer 2019.

De Beleidsregels Leerlingenvervoer 2017 worden bij inwerkingtreding van deze beleidsregels ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten van 1 april 2019.

College van burgemeester en wethouders van Asten,

mr. W.M.A. Verberkt

secretaris

mr. H.G. Vos

burgemeester