Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Avres

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Avres

Besluit van het Algemeen Bestuur Avres tot vaststelling van de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Avres

Het Algemeen Bestuur Avres

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 19 november;

gelet op artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Avres

Artikel 1. Beslistermijn schuldhulpverlening

De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, wordt genomen binnen een termijn van 8 weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4,

Artikel 2. Inwerkingtreding en citeertitel

1 . Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

2 . Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Avres.

Toelichting:

Aanhef

De Verordening beslistermijn schuldhulpverlening geeft uitvoering aan artikel 4a, derde lid, van de wet, zoals deze met ingang van 1 januari 2021 zal gelden.

Artikel 1. Beslistermijn schuldhulpverlening

De wet regelt dat inwoners met problematische schulden bij gemeenten terecht kunnen voor onder meer advies, schuldbemiddeling of een saneringskrediet. Het uitgangspunt is dat schuldhulpverlening breed toegankelijk is. Daarbij is van belang dat het voor de inwoner duidelijk is binnen welke termijn na het eerste gesprek over de hulpvraag wordt besloten of diegene voor een schuldenregeling in aanmerking komt.

Om deze reden is bij de genoemde wetswijziging in navolging van het advies van de Nationale Ombudsman besloten een wettelijke termijn op te nemen waarbinnen de gemeente na het eerste gesprek over de hulpvraag moet besluiten of iemand voor een schuldenregeling in aanmerking komt. Niet alleen burgers dienen zich aan wettelijke termijnen te houden. Ook van een dienende overheid mag verwacht worden dat zij op een verzoek van een burger binnen een redelijke, door de raad in een gemeentelijke verordening vastgestelde, termijn reageert.

De beslistermijn dient ingevolge artikel 4a, derde lid, van de wet in ieder geval te worden vastgesteld op acht weken. Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in het Algemeen Bestuur van gemeenschappelijke regeling Avres op 10 december 2020

De secretaris,

De voorzitter,