Regeling vervallen per 01-01-2017

Regeling nevenwerkzaamheden BAR-organisatie

Geldend van 18-07-2014 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Regeling nevenwerkzaamheden BAR-organisatie

Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

besluit:

- gelet op artikel 30 Wet gemeenschappelijke regelingen jo. Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie;

- gelet op artikel 15:1e van de CAR-UWO;

- gelet op overeenstemming met de vakbonden;

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

REGELING NEVENWERKZAAMHEDEN BAR-ORGANISATIE

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

werkgever

Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie.

medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.

nevenwerkzaamheden

Alle werkzaamheden die, betaald of onbetaald, binnen of buiten de BAR-organisatie worden verricht door de medewerker en die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met de functie, kunnen raken.

registratie

De registratie van nevenwerkzaamheden zoals bedoeld in artikel 15:1e lid 2 CAR-UWO.

Artikel 2 Nevenwerkzaamheden

Lid 1

Het is de medewerker overeenkomstig artikel 15:1elid 3 CAR-UWO verboden nevenwerkzaamheden te verrichten, waardoor de goede vervulling van de functie of de goede functionering van de openbare dienst niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.

Lid 2

De medewerker maakt melding van de nevenwerkzaamheden op grond van artikel 15:1e, lid 1 van de CAR-UWO via het daartoe bestemde formulier “melding nevenwerkzaamheden”. Hierin vermeldt de medewerker:

  • a.

    Aard van de werkzaamheden

  • b.

    Omvang van de werkzaamheden

  • c.

    De organisatie waar de werkzaamheden worden verricht.

Lid 3

De medewerker dient de beëindiging van de nevenwerkzaamheden schriftelijk te melden aan de werkgever.

Lid 4

De medewerker is verplicht om zich te houden aan de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. In deze wetten zijn bepalingen opgenomen over het maximale aantal werkuren per dag en per week. Tevens zijn er regels vastgesteld over verplichte rusttijden.

Artikel 3 Registratie

Lid 1

De registratie van nevenwerkzaamheden geschiedt door het formulier “melding nevenwerkzaamheden” op te nemen in het (digitale) persoonsdossier.

Lid 2

De afdeling HRM is belast met de registratie, de ter inzage legging en de rapportage van de nevenwerkzaamheden.

Artikel 4 Openbaarmaking nevenwerkzaamheden

Op grond van artikel 15:1e lid 4 CAR-UWO zijn gemeentesecretaris, adjunct gemeentesecretaris en domeindirecteuren verplicht nevenwerkzaamheden openbaar te maken.

Artikel 5 Besluit werkgever

Lid 1

Indien de werkgever van mening is dat de geregistreerde nevenwerkzaamheden in strijd zijn met artikel 15:1e CAR-UWO ontvangt de medewerker een gemotiveerd besluit omtrent een verbod op deze nevenwerkzaamheden.

Lid 2

De medewerker beëindigt na een besluit zoals genoemd in lid 1 met onmiddellijke ingang de nevenwerkzaamheden.

Lid 3

De werkgever kan de nevenwerkzaamheden alleen verbieden indien door het verrichten van de werkzaamheden of het uitoefenen van het bedrijf de goede vervulling van de functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met de functievervulling, niet in redelijkheid is verzekerd.

Lid 4

De werkgever kan in plaats van het gestelde in lid 1 nadere afspraken maken met de medewerker of beperkingen opleggen aan de medewerker, zodanig dat de mogelijkheid van belangenverstrengeling zich niet meer voordoet.

Lid 5

Bij voortzetting van verboden nevenwerkzaamheden kan een disciplinaire straf worden opgelegd, op grond van hoofdstuk 16 van de CAR-UWO.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling nevenwerkzaamheden BAR-organisatie”en treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Ondertekening

Aldus besloten door het Algemeen Bestuur van de BAR-organisatie op 24 december 2013 en bekrachtigd op 21 januari 2014.

Toelichting

Het opgeven van nevenfuncties is verplicht. Er hoeft geen toestemming gevraagd te worden aan de werkgever om nevenfuncties uit te oefenen. Een werkgever mag echter wel besluiten dat nevenwerkzaamheden in strijd zijn met de functie uitoefening en eisen dat de nevenfunctie beëindigd wordt. Dit moet uiteraard goed onderbouwd worden. De medewerker kan bezwaar maken tegen een dergelijk besluit.

Niet alleen tegenstrijdige belangen spelen een rol. Ook kan het zijn dat de nevenfunctie een dermate groot beslag op de tijd en belastbaarheid van de medewerker legt, dat de eigen functievervulling hieronder leidt. Ook hier geldt dat de werkgever – in overleg met de medewerker – de afweging kan maken om het uitoefenen van een nevenfunctie te verbieden omdat dit niet verenigbaar is met de eigen functievervulling.

Artikel 15:1e, lid 4 van de CAR-UWO regelt de openbaarmaking van de nevenwerkzaamheden van de gemeentesecretaris en directeuren van gemeentelijke diensten en bedrijven (bij de BAR-organisatie worden de domeindirecteuren als zodanig aangewezen), alsmede andere ambtenaren aangesteld in een functie waarvoor ter bescherming van de integriteit van de openbare dienst openbaarmaking van nevenwerkzaamheden noodzakelijk is.