Regeling vervallen per 12-04-2013

Procedureverordening Planschadevergoeding Baarle-Nassau

Geldend van 01-10-2000 t/m 11-04-2013

Intitulé

Procedureverordening Planschadevergoeding Baarle-Nassau

De raad van de gemeente Baarle-Nassau;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 juni 2000, nummer 2000/9;

gelet op het advies van de Commissie voor Algemene beleidszaken d.d. 15 augustus 2000;

mede gelet op het bepaalde in de artikelen 108, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 49 en 72 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening alsmede het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

artikel 49:

artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

commissie:

de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

aanvrager:

de belanghebbende als bedoeld in artikel 49, die een aanvraag om toekenning van schadevergoeding heeft ingediend.

Artikel 2.

  • 1. Indien een belanghebbende meent dat het bepaalde in artikel 49 op hem van toepassing is, kan hij een gemotiveerd verzoek c.q. aanvraag indienen bij de gemeenteraad voor het bepalen van de schade en van de vergoeding.

  • 2. Terzake van een aanvraag als bedoeld in lid 1 zijn de artikelen 4:2 tot en met 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 3.

  • 1. De gemeenteraad kan, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders, binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag de schadevergoeding zonder nader onderzoek afwijzen zonder toepassing te geven aan de artikelen 4 en volgende, indien de aanvraag naar zijn mening kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, indien deze onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet de vereiste gegevens bevat dan wel indien aanvrager blijkens een desbetreffend bericht van de commissie nalatig is om de door de commissie gevraagde informatie te verschaffen. Het bepaalde in artikel 8 leden 3 en 4 wordt daarbij in acht genomen.

  • 2. De in lid 1 genoemde termijn kan door het college van burgemeester en wethouders namens de gemeenteraad éénmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd.

  • 3. Afschrift van het besluit, als bedoeld in lid 1, wordt de aanvrager zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen vier weken toegezonden.

Artikel 4.

  • 1. Indien geen toepassing is gegeven aan artikel 3 lid 1, kan het college van burgemeester en wethouders – indien zij daartoe aanleiding aanwezig acht – namens de gemeenteraad aan één of meer commissies, genoemd in artikel 5 lid 1, opdracht geven om ter zake het ingediende verzoek advies uit te brengen.

  • 2. Indien het college van burgemeester en wethouders toepassing geeft aan het bepaalde in lid 1, doen zij hiervan onverwijld mededeling aan aanvrager onder vermelding van de samenstelling van de commissie.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders, onverlet het bepaalde in artikel 7, bepaalt nader de onderwerpen waarover de commissie advies moet uitbrengen.

  • 4. De in lid 1 bedoelde opdracht geschiedt uiterlijk binnen vier weken na het verstrijken van de – eventueel verlengde – termijn, als bedoeld in artikel 3 lid 1.

Artikel 5.

  • 1. Als schadebeoordeling- c.q. adviescommissie treedt op een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke adviseur en/of de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken gevestigd te Rotterdam.

  • 2. Alle kosten, verbonden aan het onderzoek en de advisering door de commissie komen voor rekening van de gemeente.

  • 3. Niet als commissielid kunnen worden aangewezen:

    • a.

      leden van de gemeenteraad;

    • b.

      leden van het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      personen die in dienst zijn van de gemeente Baarle-Nassau;

    • d.

      leden van de commissie voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften.

Artikel 6.

  • 1. De commissie hoort de aanvrager en/of diens gemachtigde én één of meer vertegenwoordigers van de gemeente.

    Partijen zijn gehouden aan de commissie – voorzover redelijkerwijs mogelijk – alle gevraagde medewerking te geven en inlichtingen te verstrekken.

  • 2. Indien krachtens een desbetreffende regeling de eventueel toe te kennen schadevergoeding ten laste zal worden gebracht van een ander openbaar lichaam, stelt de commissie één of meer vertegenwoordigers van dit openbaar lichaam in de gelegenheid om naar aanleiding van het verzoek te worden gehoord.

  • 3. Van de bevindingen bij het onderzoek en de hoorzitting maakt de commissie melding in haar advies.

  • 4. De commissie stelt zich ter plaatse op de hoogte van de situatie.

Artikel 7.

  • 1. De commissie gaat allereerst na of – naar haar mening – de aanvrager ten gevolge van een besluit als bedoeld in artikel 49 schade lijdt.

    Vervolgens wordt onderzocht of en in welke mate deze schade redelijkerwijze moet worden toegerekend aan het risico van de gemeente dan wel of en in welke mate deze schade redelijkerwijze ten laste van verzoeker behoort te blijven.

    Hierna wordt bezien of de vergoeding van deze schade niet of niet voldoende anderszins, bijvoorbeeld door aankoop of onteigening dan wel door een schadevergoeding van particuliere profijthebbenden van de schadeveroorzakende maatregel of besluit, is verzekerd.

  • 2. Leidt het voorgaande onderzoek tot de conclusie dat het schadeverzoek moet worden toegewezen, dan berekent de commissie de ten laste van de aanvrager blijvende schade en de billijke vergoeding.

Artikel 8.

  • 1. De commissie brengt schriftelijk advies c.q. rapport uit aan de gemeenteraad uiterlijk binnen 12 weken na verzending van de opdracht als bedoeld in artikel 4 lid 1.

  • 2. Van de overschrijding van de in lid 1 van dit artikel genoemde termijn, stelt de commissie zowel de aanvrager als de gemeenteraad in kennis.

  • 3. Een afschrift van het rapport wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vier weken vóór de beslissing van de gemeenteraad van gemeentewege aan de aanvrager toegezonden.

  • 4. Aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld – schriftelijk of mondeling – de zienswijze of eventuele opmerkingen naar aanleiding van het advies van de commissie – vóór behandeling in de vergadering van de gemeenteraad – ter kennis van de raad te brengen.

Artikel 9.

  • 1. Binnen tien weken nadat de commissie het advies genoemd in het vorige artikel heeft uitgebracht, beslist de gemeenteraad.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan namens de raad deze termijn éénmaal met een periode van acht weken verlengen. Het college van burgemeester en wethouders doet hiervan mededeling aan de aanvrager.

  • 3. Indien de gemeenteraad een schadevergoeding vaststelt, bepaalt hij de datum vóór welke de vergoeding moet zijn uitbetaald of geregeld.

  • 4. Artikel 3 lid 3 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10.

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Procedureverordening Planschadevergoeding Baarle-Nassau”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin deze is afgekondigd.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 31 augustus 2000.

Secretaris

Mr. J. Pekaar

Burgemeester

Drs. J.P.M.M. Hendrikx