Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

Geldend van 31-12-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

De raad van de gemeente Baarle-Nassau;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 ,

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h  en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet  en de artikelen 2, tweede lid , en 7 van de Paspoortwet ;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016 (Legesverordening 2016)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loop van ndedag in een kalendermaand tot en met de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loop van de nde dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening  (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.2.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, alsmede een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6, Titel 3, Brandbeveiligingsverordening, van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien de vergunning wordt aangevraagd ten behoeve van:

    • 1.

      volledig niet-commerciële kleinschalige buurtactiviteiten;

    • 2.

      volledig niet-commerciële activiteiten, die gratis toegankelijk zijn en die voor en door particulieren worden georganiseerd;

    • 3.

      een evenement, welke zonder winstoogmerk bestemd is voor inwoners van deze gemeente, en zelfstandig georganiseerd en uitgevoerd wordt door een vereniging of instelling die zich, blijkens haar statuten, de uitoefening van activiteiten van algemeen maatschappelijke en/of sociaal-culturele aard ten doel stelt en waarvan – eventuele - baten volledig ten goede komen aan die doeleinden danwel aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI),

waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers

d.het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevings-vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet  bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990  moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet  is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt in geval van contante betaling geen kwitantie afgegeven.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Legesverordening 2015’ laatstelijk gewijzigd bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 16 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2016’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 november 2015.
DE RAAD VOORNOEMD
de heer H.H. Dame, mevrouw M.H.M.R. de Hoon-Veelenturf,
Griffier Voorzitter

BIJLAGE

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2016

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

1.1.1.1

Op werkdagen tussen 8.30 uur en 17.00 uur m.u.v. maandagochtend vòòr 10 uur

€ 169,50

Gratis

1.1.1.2

Op werkdagen buiten de onder 1.1.1.1 genoemde tijden

€  324,65

1.1.1.3 

Op zaterdagochtenden

€ 461,55 

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

1.1.2.1

Op werkdagen tussen 8.30 uur en 17.00 uur m.u.v. maandagochtend vòòr 10 uur

€ 169,50

Gratis

1.1.2.2

Op werkdagen buiten de onder 1.1.2.1 genoemde tijden

€  324,65

1.1.2.3 

Op zaterdagochtenden

€ 461,55 

1.1.3

Niet van toepassing

1.1.4

Niet van toepassing

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje of een duplicaat ervan:

€ 22,00

1.1.6

Niet van toepassing

1.1.7

Niet van toepassing

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€  9,80

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

Van een nationaal paspoort

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,44

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft

€ 51,20

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort) :

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,44

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,44

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 51,20

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 50,40

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,48

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 47,31

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€  38,83

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisadministratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€  5,40

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.2.2.1

voor 100 verstrekkingen

€  205,20

1.4.2.2.2

voor 500 verstrekkingen

€  937,40

1.4.2.2.3

voor 1.000 verstrekkingen

€  1.875,40

1.4.2.2.4

voor 5.000 verstrekkingen

€  9.259,70

1.4.2.2.5

voor 10.000 verstrekkingen

€ 15.428,20

1.4.2.3

tot het afsluiten van een abonnement voor de duur van een kalenderjaar op het tweewekelijks verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente

€  542,50

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisadministratie personen.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 5,40

1.4.4.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.4.2.1

voor 100 verstrekkingen

€  205,20

1.4.4.2.2

voor 500 verstrekkingen

€  937,40

1.4.4.2.3

voor 1.000 verstrekkingen

€  1.875,40

1.4.4.2.4

voor 5.000 verstrekkingen

€  9.259,70

1.4.4.2.5

voor 10.000 verstrekkingen

€ 15.428,20

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€  9,80

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een persoonslijst, per lijst

€ 7,20

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 Niet van toepassing

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€  0,23

met een maximum per bericht van

€  5,00

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€  22,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€  5,00

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€  22,50

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€  4,50

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€  38,80

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

€  38,80

1.7.1.3

Niet van toepassing

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.2.1

Niet van toepassing

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.2.2.1

op alle raadsagenda’s met de daarbij behorende stukken

€  42,25

1.7.2.2.2

op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie

€  42,25

1.7.3

Indien een abonnement wordt afgesloten in de loop van een kalenderjaar, bedragen de leges zoveel twaalfde gedeelten van het onder 1.7.2.2.1 of 1.7.2.2.2 genoemde tarief als er in dat jaar na ingang van het abonnement nog volle kalendermaanden overblijven.

1.7.4

Indien een abonnement wordt beëindigd in de loop van een kalenderjaar, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het onder 1.7.2.2.1 of 1.7.2.2.2 genoemde tarief, als er in dat jaar na beëindiging van het abonnement nog volle kalendermaanden overblijven.

1.7.5

De leges als genoemd in 1.7.2.2.1 of 1.7.2.2.2 worden niet geheven indien een abonnement wordt afgesloten door:

a.leden of plaatsvervangende leden van de raadscommissies;

b.de korpsbeheerder van een regionaal politiekorps;

c.de redactie en correspondenten van dag- en weekbladen;

d.de lokale en regionale omroepen;

e.de gemeentelijke bibliotheek;

f.Cultureel Centrum Baarle;

g.andere gemeentebesturen;

een raadsfractie voor het door het presidium te bepalen aantal abonnementen;

i.Dorpshuis Ulicoten.

1.7.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een exemplaar van de algemene plaatselijke verordening (A.P.V.)

€  18,25

1.7.7

Het tarief voor het verstrekken van een afdruk van een compleet (ontwerp-) bestemmingsplan, beleidsvisie, streekplan of enig ander ruimtelijk plan bedraagt:

 € 11,60

vermeerderd met de vooraf aan de aanvrager medegedeelde externe productiekosten.

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie of scan van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

1.8.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€  0,30

1.8.1.1.2

in formaat A3, per bladzijde

€  0,40

1.8.1.2

tot het verstrekken van een plot van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm² plot

€  1,40

1.8.2

Het tarief voor het verstrekken van plots, fotokopieën of scans bedraagt, per afschrift van of uittreksel uit het gestelde in artikel 1.8.2.1, 1.8.2.2, 1.8.2.3, 1.8.2.4 en 1.8.2.5, per plot, fotokopie of scan

1.formaat A4

€ 5,75

2.formaat A3

€ 5,75

3.formaat A2

€ 8,75

4.formaat A1

€ 11,60

5.formaat > A1

€ 13,90

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

1.8.2.3

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

1.8.2.4

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

1.8.3

Het tarief bedraagt voor raadpleging van de leggers en plans van het kadaster en het daarbij van gemeentewege behulpzaam zijn, per kwartier of gedeelte daarvan

€ 17,35

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€  41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€  12,80

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€  3,05

1.9.4

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent de nationaliteit of ingezetenschap, of elke andere verklaring welke in het bijzonder belang van de betrokken persoon wordt opgemaakt

€ 5,40

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier, of een gedeelte daarvan

€  9,80

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.10.2.1

een afschrift, fotokopie of scan van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina formaat A4

€  0,30

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Niet van toepassing 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet

€ 54,65

1.12.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandswet

€ 35,55

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

 Niet van toepassing

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

 Niet van toepassing

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

 Niet van toepassing

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€  56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€  56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€  34,00

1.16.1.3

Indien een aanwezigheidsvergunning geldt voor een tijdvak korter dan een kalenderjaar, bedragen de leges zoveel twaalfden gedeelten van de voor dat kalenderjaar verschuldigde leges als het aantal maanden waarvoor de vergunning geldt. Gedeelten van een maand worden als een volle maand gerekend.

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€  31,50

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 31,50

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

 Vervallen

Hoofdstuk 18 Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI)

1.18.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4 eerste lid van de Algemene Verordening Ondergrondse Infra- structuur (AVOI), per locatie voor een ononderbroken tracé met een lengte van:

1.18.1.1

25 tot 100 meter

€  258,90

1.18.1.2

100 tot 500 meter

€  401,80

1.18.1.3

> 500 meter, extra per 100 meter

€  29,75

1.18.2

Het in onderdeel 1.18.1 genoemde tarief wordt indien met betrekking tot een instemming voor een tracé langer dan 500 meter onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Daarin zullen worden meegenomen de kosten van bijzondere verrichtingen, zoals het maken van proefsleuven of de kosten voor het inschakelen van een extern adviesbureau.

1.18.3

Indien een begroting als bedoeld in 1.18.2 is uitgebracht, wordt een instemmingsaanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag is ingetrokken.

1.18.4

Indien met betrekking tot een instemming overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, worden de in onderdeel 1.18.1 en 1.18.2 genoemde tarieven verhoogd met het tarief van € 52,90 per overleg, per stuk.

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.1

tot het verkrijgen of wijzigen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€  25,00

1.19.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€  35,95

1.19.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

1.19.3.1

Voor het inwinnen van medisch advies bij de GGD

€ 82,10

1.19.3.2

Bij afgifte van de gehandicaptenparkeerkaart

€ 14,00

Hoofdstuk 20 Diversen

1.20.1

Het tarief bedraagt voor:

1.20.1.1

het ter legalisatie verzenden van een stuk (kosten van legalisatie inbegrepen)

€   4,80

1.20.1.2

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in de artikelen 29 en 32 van Wet persoonsregistraties (Stb. 1988, 655)

€ 5,45

1.20.1.3

het in behandeling nemen van een aanvraag om inlichtingen uit een persoonsregistratie, die worden verstrekt ten aanzien van niet met naam en adres aangeduide personen ten behoeve van welke verstrekking het persoonsregister geheel of gedeeltelijk dient te worden doorlopen, teneinde de verlangde gegevens op te sporen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 9,80

1.20.1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van milieu-informatie ter uitvoering van het Verdrag van Aarhus

€ 9,80

per kwartier (of gedeelte hiervan) besteed aan het afhandelen van een verzoek, verhoogd met € 0,29 per gemaakte kopie of scan

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.20.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€  0,30

1.20.2.2

afschriften, doorslagen, fotokopieën, prints of scans van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.20.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€  0,30

1.20.2.2.2

per pagina op papier van een ander formaat

€  0,40

1.20.2.3

kaarten, tekeningen en plots, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.2.1 en 1.20.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of plot:

1.formaat A4

€ 5,75

2.formaat A3

€ 5,75

3.formaat A2

€ 8,75

4.formaat A1

€ 11,60

5.formaat > A1

€ 13,90

1.20.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€  31,50

1.20.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€  5,40

1.20.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een persoonsgebonden beschikking

€  249,25

1.20.4

Het verstrekken van een vaccinatieboekje (voor bewijs van inenting)

€ 3,25

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, op basis van de door het College van Burgemeester en Wethouders vast te stellen normen terzake (Overzicht bouwkosten t.b.v. de berekening voor de bouwleges-toets 2016). Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

om vooroverleg (informatiegesprek) in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€  0,00

2.2.2

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning (mits geen sprake van activiteit bouwen)

0 %

2.2.3

Om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning activiteit bouwen;

van de leges over de bouwkosten zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project voor de activiteit bouwen zouden worden vastgesteld, waarbij deze leges worden verrekend indien de beoordeling van de conceptaanvraag leidt tot een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning:

25 % met een minimum van € 56,30

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de bouwkosten:

2.3.1.1.1

minder bedragen dan € 15.000,01:

3,38 %,

van de bouwkosten, met een minimum van:

€  112,60

2.3.1.1.2

meer bedragen dan € 15.000,00 maar minder bedragen dan € 500.000,01:

-voor de eerste 15.000,00 aan bouwkosten

€ 507,00

vermeerderd met

van de bouwkosten > € 15.000,00

3,05%

2.3.1.1.3

meer bedragen dan € 500.000,00:

-voor de eerste € 500.000,00 aan bouwkosten

€15.299,50

vermeerderd met

2,80%

van de bouwkosten > € 500.000,00

welstandstoets

2.3.1.2

Niet van toepassing

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€  660,00

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

10 % met een minimum van € 180,10 en een maximum van € 1.125,55

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.5

Niet van toepassing

2.3.1.6

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een toets op grond van de Verordening Ruimte (BZV) nodig is

€ 875,50

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 393,90

 2.3.2.1.1

 Voor het beoordelen van de onder 2.3.2.1 bedoelde aanvraag kan een ecologisch onderzoeksrapport noodzakelijk zijn. Indien dit het geval is, worden, naast de kosten genoemd in 2.3.2.1, de kosten van het advies dat gevraagd wordt aan een extern adviesbureau doorberekend. Het tarief bedraagt het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 675,30

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast:

€ 675,30

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 5.627,55

2.3.3.3.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse ontheffing) en hiervoor extern advies moet worden gevraagd:

Het bedrag vermeld in 2.3.3.3 vermeerderd met de kosten van extern advies. Het tarief hiervoor bedraagt het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.3.3.4

vervallen.

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van AMvB of provinciale verordening):

€ 675,30

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€  675,30

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast:

€  675,30

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 5.627,55

2.3.4.3.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3o, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse ontheffing) en hiervoor extern advies moet worden gevraagd:

Het bedrag vermeld in 2.3.4.3 vermeerderd met de kosten van extern advies. Het tarief hiervoor bedraagt het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.3.4.4

vervallen.

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van AMvB of provinciale verordening):

€  675,30

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.5.2

voor het verlenen of vernieuwen van een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken

€ 129,40

2.3.5.3

voor het intrekken van de voorwaarden waaronder de vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken is verleend

€ 129,40

2.3.5.4

voor het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken bestaande uit:

. een wijziging van de tenaamstelling en/of

. een wijziging van de naam van het bouwwerk waarop de vergunning

betrekking heeft

€ 129,40

2.3.5.5

Niet van toepassing

2.3.5.6

Niet van toepassing

2.3.5.7

De overeenkomstig de in 2.3.5.2 genoemde tarieven van geheven leges worden vermeerderd met de bedragen genoemd in 2.3.5.8 indien en voor zover deze op het bouwwerk of de inrichting, waarop de te verlenen vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn

2.3.5.8

Categorie I:

a.Bouwwerken of inrichtingen waarin aan meer dan tien personen

bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;

b.bouwwerken of inrichtingen waarin aan bejaarden in het kader van

de Wet op de bejaardenoorden huisvesting zal worden verschaft;

c.bouwwerken of inrichtingen waarin aan meer dan tien kinderen

jonger dan twaalf jaar of aan meer dan tien lichamelijke en/of

geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft;

d.bouwwerken of inrichtingen waarin meer dan vijftig personen

tegelijk aanwezig kunnen zijn, niet zijnde:

. woongebouwen;

. bouwwerken of inrichtingen voor (weg)verkeer;

. sporthallen, zwembaden, sportscholen, maneges en

clubgebouwen van sport en vrijetijdsverenigingen;

. info- en exporuimten, tentoonstellingsruimten, musea en

kunstgalerijen.

Categorie II

a.bouwwerken waarin bedrijfsmatig de in artikel 6.2.2 van de

Bouwverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen;

b.Inrichtingen waarin bedrijfsmatig de in artikel 2.2.2 van de

Brandbeveiligingsverordening bedoelde stoffen zullen worden

opgeslagen;

c.bouwwerken of inrichtingen voor (weg)verkeer en zover het gaat

om bouwwerken of inrichtingen waarin meer dan vijftig personen

aanwezig kunnen zijn;

d.sporthallen, zwembaden, sportscholen, maneges en

clubgebouwen van sport en vrijetijdsverenigingen;

e.info- en exporuimten, tentoonstellingsruimten, musea en

kunstgalerijen.

De vermeerderingen zijn:

bruto-vloeroppervlakte minder dan 100 m²

bruto-vloeroppervlakte 100 tot 500 m²

bruto-vloeroppervlakte 500 tot 1000 m²

bruto-vloeroppervlakte 1000 tot 1500 m²

bruto-vloeroppervlakte 1500 tot 2000 m²

vermeerderd met

voor elke 500 m² of een gedeelte daarvan boven de 2000 m²

bruto vloeroppervlak van 5000 m² of meer, doch minder dan 10000 m²

vermeerderd met

voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan boven de 5000 m²

bruto vloeroppervlak van 10000 m² of meer, doch minder dan 20000 m²

vermeerderd met

voor elke 2000 m² of een gedeelte daarvan boven de 10000 m²

bruto vloeroppervlak van 20000 m² of meer

Indien de aanvraag is ingediend in verband met een wijziging van een bouwwerk, voor die wijziging:

De vermeerderingen zijn:

bruto-vloeroppervlakte minder dan 100 m²

bruto-vloeroppervlakte 100 tot 500 m²

bruto-vloeroppervlakte 500 tot 1000 m²

bruto-vloeroppervlakte 1000 tot 1500 m²

bruto-vloeroppervlakte 1500 tot 2000 m²

vermeerderd met:

voor elke 500 m² of een gedeelte daarvan boven de 2000 m²

bruto vloeroppervlak van 5000 m² of meer, doch minder dan 10000 m²

vermeerderd met:

voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan boven de 5000 m²

bruto vloeroppervlak van 10000 m² of meer, doch minder dan 20000 m²

vermeerderd met:

voor elke 2000 m² of een gedeelte daarvan boven de 10000 m²

bruto vloeroppervlak van 20000 m² of meer

€ 692,15

€ 1.125,55

€ 1.519,40

€ 1.710,80

€ 1.969,65

€ 163,20

€ 3.095,20

€ 163,20

€ 3.939,30

€ 163,20

€ 5.762,60

€ 692,15

€ 1.125,55

€ 1.519,40

€ 1.710,80

€ 1.969,65

€ 163,20

€ 3.095,20

€ 163,20

€ 3.939,30

€ 163,20

€ 5.762,60

2.3.5.9

Indien de aanvraag om een gebruiksvergunning als bedoeld onder de 2.3.5.2 wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen, wordt op verzoek voor 50% van de geheven leges ontheffing verleend.

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke Monumentenverordening 2005 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 112,60

2.3.6.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking o.b.v. de Monumentenverordening 2005 en de Monumentenwet 1988;

€ 112,60

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: - bij een hoeveelheid sloopafval tot en met 50 m3 - bij een hoeveelheid sloopafval van 51 tot en met 100 m3 - bij een hoeveelheid sloopafval van meer dan 100 m3

€ 112,60

€ 225,10

€ 393,90

2.3.8 

Aanleggen of veranderen weg

2.3.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€  281,40

2.3.9

Uitweg/inrit

 2.3.9.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€  112,60

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€  101,30

2.3.11

Opslag van roerende zaken

2.3.11.1

Gereserveerd

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

2.3.12.1.1

-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag een externe toetsing is geweest:

€ 187,15

2.3.12.1.2

-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag géén externe toetsing is geweest: het bedrag vermeld in artikel 2.3.12.1.1 vermeerderd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

2.3.12.2.1

-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag een externe toetsing is geweest:

€ 187,15

2.3.12.2.2

-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag géén externe toetsing is geweest: het bedrag vermeld in artikel 2.3.12.2.1 vermeerderd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

2.3.13.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

2.3.13.1.1

-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag een externe toetsing is geweest:

€ 187,15

2.3.13.1.2

-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag géén externe toetsing is geweest: het bedrag vermeld in artikel 2.3.13.1 vermeerder met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 187,15

vermeerderd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;

2.3.14.2.2

als het een provinciale verordening betreft:

€ 187,15

vermeerderd met het bedrag zoals dit voor de activiteit is opgenomen in de op basis van artikel 8 van de Dienstverleningsovereenkomst (DVO)gebaseerde productencatalogus provincie Noord-Brabant 2010.

2.3.14.2.3

als het een waterschapsverordening betreft:

€ 187,15

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de bouwverordening

€ 84,40

2.3.16.2

Voor het in behandeling nemen van een beoordeling, namens het bevoegd gezag, van door derden (archeologische bedrijven) opgestelde:

 2.3.16.2.1

a.programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie

€ 983,45

2.3.16.2.2

b.plannen van Aanpak inzake archeologische (voor)onderzoek

€ 196,70

2.3.16.2.3

c.offertes voor eventueel archeologisch (voor)onderzoek

€ 196,70

2.3.16.2.4

d.rapportages betreffende uitgevoerd archeologische (voor)onderzoek, ex artikel 39, tweede lid, artikel 40, eerste lid en artikel 41, eerste lid van de Monumentenwet

€ 786,77

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

per verklaring van geen bedenkingen op basis van de artikelen 46 en 47 van de Natuurbeschermingswet 1998 en de artikelen 4.4.4, eerste lid en 7.0 van de provinciale Milieuverordening Noord-Brabant

€ 369,20

2.3.18.1.2

per verklaring van geen bedenkingen afgegeven door het ministerie van LNV op basis van artikel 75c van de Flora- en Faunawet:

€ 0,00

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de voor het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan:

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning doch voor het (in ontwerp) verlenen van de vergunning, waarbij deze aanvraag op aanvraag wordt ingetrokken:

30 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen achttien maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag van minder dan € 112,60 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€  112,60

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€  112,60

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 5.627,55

2.8.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening en hiervoor extern advies moet worden gevraagd: het bedrag vermeld in 2.8.1 vermeerderd met de kosten van extern advies. Het tarief hiervoor bedraagt het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 1.125,55

2.8.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening en hiervoor extern advies moet worden gevraagd: het bedrag vermeld in 2.8.2 vermeerderd met de kosten van extern advies. Het tarief hiervoor bedraagt het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

Hoofdstuk 9 Hogere waarde procedure

2.9.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een omgevingsvergunning waarvoor een hogere waardeprocedure moet worden doorlopen, wordt het overeenkomstig hoofdstuk 3 berekende bedrag verhoogd met

€ 619,05

Hoofdstuk 10 Schriftelijke informatievoorziening bestemmingsplan / archiefdossiers

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag of een verzoek tot het verkrijgen van schriftelijke informatie bestaande uit een samenvatting of een uittreksel van documenten uit een bestemmingsplan, per bestemmingsplan.

€ 16,90

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking

2.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 112,60

Hoofdstuk 12 Werkzaamheden en advisering voor VROM defensie-inrichtingen

2.12.1

Op de werkzaamheden en advisering voor VROM defensie-inrichtingen is de ‘Productcatalogus Wabo Vrom defensie inrichtingen’ van toepassing, met dien verstande dat op externe adviezen de tarieven conform deze titel van toepassing zijn.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 159,15

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 of 30a van de Drank- en Horecawet

€  53,05

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€  31,50

3.1.4

Als in het kader van een procedure uit hoofdstuk 1, Titel 3, Horeca, op grond van enig wettelijk voorschrift advies ingewonnen moet worden waaraan kosten zijn verbonden, dan worden deze kosten aan de aanvrager van de vergunning in rekening gebracht. Tot deze kosten behoren in ieder geval de Agrarische Adviescommissie, het Landelijk bureau Bibob, het RIEC, en het Regionaal Informatie en Expertisecentrum.

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een Exploitatievergunning openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 53,05

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

3.2.1.1

een vergunning voor een evenement, geldig voor één dag, voor:

0 – 500 bezoekers

€ 173,85

501 – 750 bezoekers

€ 289,85

751 – 1000 bezoekers

€ 434,75

meer dan 1000 bezoekers

€ 579,65

3.2.1.2

Een vergunning voor een evenement, geldig voor meerdere dagen, voor:

0 -500 bezoekers

€ 347,80

501 – 750 bezoekers

€ 579,65

751 – 1000 bezoekers

€ 869,45

meer dan 1000 bezoekers

€ 1.159,30

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.2.2.1

een vergunning tot het maken van muziek door middel van muziek- instrumenten alsmede langs mechanische weg, tot het houden of doen houden van vertoningen, vergaderingen of toespraken op of aan een openbare weg, in een café of in andere voor het publiek toegankelijke inrichtingen, lokalen en samenkomsten geldig voor:

a.één dag of een gedeelte daarvan

€ 31,50

b.één week of gedeelte daarvan, doch langer dan één dag

€ 52,00

c.één maand of een gedeelte daarvan, doch langer dan een week

€ 75,35

d.één kwartaal of een gedeelte daarvan, doch langer dan een maand

€ 104,35

e.één half jaar of een gedeelte daarvan, doch langer dan een kwartaal

€ 202,85

f.één kalenderjaar of gedeelte daarvan, doch langer dan een half jaar

€ 405,70

3.2.2.2

een vergunning voor het uitoefenen van een beroep op of aan de openbare weg, voor elke dag of gedeelte daarvan waarvoor de vergunning geldt

€  31,50

3.2.2.3

een vergunning tot het houden van tentoonstellingen in gebouwen of besloten plaatsen, per dag of gedeelte daarvan

€  31,50

3.2.2.4

een vergunning tot het houden van toneel- of cabaretuitvoeringen, waarbij het verwacht aantal bezoekers meer bedraagt dan 50 personen, per voorstelling

€  31,50

3.2.2.5

een vergunning tot het houden van toneel- of cabaretuitvoeringen, waarbij het verwacht aantal bezoekers maximaal dan 50 personen bedraagt, per voorstelling

€  15,75

3.2.2.6

een vergunning tot het houden van een bioscoop of filmvoorstelling per voorstelling

€  31,50

3.2.2.7

een vergunning tot het geven van muziek- of zanguitvoeringen in gebouwen of besloten plaatsen, voor zover niet hiervoor is genoemd per voorstelling

€ 31,50

3.2.2.8

een vergunning tot het gelegenheid geven tot dansen, geldig voor:

a.één dag of een gedeelte daarvan

€ 31,50

b.één week of een gedeelte daarvan, doch langer dan één dag

€ 94,55

c.één kalenderjaar of gedeelte daarvan, doch langer dan één week

€ 567,10

3.2.2.9

een vergunning voor het geven van gelegenheid tot dansles of danscursussen per jaar of gedeelte daarvan waarvoor de vergunning geldt

€ 51,10

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening of voor een jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, lid 1 sub h van de Gemeentewet

€  173,85

3.2.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod tot het geopend houden van cafés en andere voor het publiek toegankelijke inrichtingen geldig:

a.voor het eerste uur of gedeelte daarvan

€ 31,50

b.voor elk daaropvolgend uur of gedeelte daarvan

€ 18,90

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.3:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€  31,50

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€  31,50

3.3.2

Indien voor de vergunning zoals genoemd in artikel 3.3.1 een hygiëneverklaring van de G.G.D. vereist is wordt het tarief verhoogd met:

€ 446,10

3.3.3

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

3.3.3.1

voor een seksinrichting

€  31,50

3.3.3.2

voor een escortbedrijf

€  31,50

3.3.4

Als in het kader van een procedure uit hoofdstuk 3, Titel 3, Prostitutiebedrijven, op grond van enig wettelijk voorschrift advies ingewonnen moet worden waaraan kosten zijn verbonden, dan worden deze kosten aan de aanvrager van de vergunning in rekening gebracht. Tot deze kosten behoren in ieder geval de Agrarische Adviescommissie, het Landelijk bureau Bibob, het RIEC, en het Regionaal Informatie en Expertisecentrum.

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Niet van toepassing

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

Niet van toepassing 

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het verlenen of vernieuwen van een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening, niet zijnde een vergunning als bedoeld onder 3.6.2:

€ 712,90

3.6.2

Het tarief bedraagt voor het verlenen van een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een tijdelijke inrichting met een maximale looptijd van 21 aaneengesloten dagen, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening, zoals een tent en dergelijke:

-met een gebruiksoppervlakte van minder dan 200 m2

-met een gebruiksoppervlakte van 200 m2 en meer

€ 200,90

€ 318,80

3.6.3

Gereserveerd

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€  31,50

Behorende bij raadsbesluit van 11 november 2015.

De griffier van gemeente Baarle-Nassau,

de heer H.H. Dame.

Bouwkostentabel per 1-1-2016