Regeling vervallen per 29-11-2014

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

Geldend van 26-10-2002 t/m 28-11-2014

Intitulé

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

VERORDENING VOORZIENINGEN WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN

De raad van de gemeente Baarle-Nassau;

Gelet op de artikel 44 en 95 tot en met 99 van de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

commissie:

een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet, de beheerscommissie bibliotheek en het gehandicaptenplatform;

b.

Rechtspositiebesluit wethouders:

het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

c.

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden:

het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

d.

Reisbesluit binnenland:

het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144;

e.

Reisregeling binnenland:

het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

f.

raadslid:

lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

g.

Verplaatsingskostenbesluit 1989:

het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties wordt herzien.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties wordt herzien,

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijkrelaties wordt herzien.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vangen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 aan op de dag van het afleggen van de eed of belofte bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde lid van de Kieswet.

  • 3. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1. Aan het raadslid worden vergoed de reiskosten ter zake van ten behoeve van de gemeente gemaakte reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 6 Verblijfkosten

Aan het raadslid worden vergoed de gemaakte noodzakelijke verblijfskosten ter zake van gemeentelijke dienstreizen buiten het grondgebied van de gemeente, tot ten hoogste de bedragen vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door, of namens, de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door, of namens, de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het seniorenconvent. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Computer en internetaansluiting

  • 1. In de leeskamer wordt voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer met internetaansluiting geplaatst.

  • 2. Deze computer is uitsluitend bestemd voor gebruik door raadsleden die daartoe een eigen wachtwoord en gebruikersnaam krijgen.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 9 Onkostenvergoeding

  • 1. Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties wordt herzien.

  • 2. Ten aanzien van een wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag vermeld in artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijkrelaties wordt herzien.

Artikel 10 Reiskosten woon-werkverkeer

De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, indien de afstand daartussen meer dan tien kilometer bedraagt, een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 zijn vastgesteld.

Artikel 11 Zakelijke reiskosten

Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming bedoeld in artikel 11, vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 11 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft:

  • a.

    bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

  • b.

    bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 12 Verblijfkosten

De wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 12 volledig vergoed.

Artikel 13 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 14 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door, of namens, de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door, of namens, de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 15 Computer

  • 1. Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een computer met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 16 ISDN, internetaansluiting

  • 1. De aanleg- en abonnementskosten van ISDN ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het ambt van wethouder komen voor rekening van de gemeente, wat betreft de abonnementskosten voor zover die meer bedragen dan de kosten van een gewoon telefoonabonnement.

  • 2. De abonnementskosten van ADSL ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het ambt van wethouder komen wat betreft het providergedeelte volledig en wat betreft het gesprekskostengedeelte voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van ADSL komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.

  • 3. De kosten van het internetabonnement via de kabel ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het ambt van wethouder komen voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van de internetaansluiting via de kabel komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.

Artikel 17 Mobiele telefoon

Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 18 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1. Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie een vergoeding die gelijk is aan het bedrag vermeld in tabel IV van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties wordt herzien.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op de voorzitter en de leden van de commissie voor de behandeling van de bezwaarschriften. De voorzitter ontvangt een vergoeding per vergadering van € 200,00, de leden krijgen een vergoeding voor hun werkzaamheden van € 150,00 per vergadering.

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid is eveneens niet van toepassing op de leden van de Monumentencommissie. De leden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden van € 70,00 per vergadering. Het lid dat zitting heeft in de commissie namens Welstandszorg ontvangt een vergoeding per uur overeenkomstig de tarieven van welstandszorg.

  • 4. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie:

    • a.

      en tevens raadslid of wethouder is;

    • b.

      uit hoofde van, dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van, een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

Artikel 19 Reis- en verblijfkosten

  • 1. Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde lid van de commissie worden vergoed de gemaakte noodzakelijke verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie en betaling

Artikel 20 Betaling van de kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 21 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Voor de vergoeding van kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld.

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend, en binnen 2 maanden na de kostenveroorzakende activiteiten

    • -

      indien het een raadslid of raadscommissielid betreft bij de griffier en

    • -

      indien het een wethouder of een lid van een andere commissie dan de raadscommissie betreft bij de gemeentesecretaris, of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 22 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

Kosten die middels een factuur in rekening worden gebracht bij de gemeente, worden eerst betaalbaar gesteld nadat het raadslid of raadscommissielid, onderscheidenlijk de wethouder of een commissielid anders dan een raadscommissielid, en de griffier respectievelijk de gemeentesecretaris, of een door hem aangewezen ambtenaar, de factuur voor akkoord hebben getekend.

Hoofdstuk V Aanspreekpunt

Artikel 23

Aanspreekpunt voor de uitvoering van deze verordening is de griffier voor zover het raadsleden of raadscommissieleden betreft, en de gemeentesecretaris voor zover het wethouders of commissieleden, niet raadscommissieleden zijnde, betreft.

Hoofdstuk VI Overgangsbepaling

Artikel 24

De vergoeding voor de voorzitter en de leden van de commissie voor de behandeling van de bezwaarschriften zoals opgenomen in artikel 19, tweede lid, vangt eerst aan na het aftreden van de nu zittende leden. Tot aan dat moment bedraagt de vergoeding voor de werkzaamheden van de voorzitter € 70,00 per uur, en voor de leden € 60,00 per uur.

Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2002.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in Ons Weekblad.

  • 2. De artikelen 3 en 9 werken terug tot en met 1 januari 2001.

  • 3. De artikelen 15 en 17 werken terug tot en met 1 januari 2002.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Baarle-Nassau dd. 17 oktober 2002,

DE RAAD VOORNOEMD

Griffier

H.H. Dame

Voorzitter

Drs. J.P.M.M. Hendrikx