Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Geldend van 20-06-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

De raad van de gemeente Baarle-Nassau;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016,

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h  en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet  en de artikelen 2, tweede lid , en 7 van de Paspoortwet ;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

(Legesverordening 2017)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loop van nde dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loop van de nde dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening  (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.2.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, alsmede een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6, Titel 3, Brandbeveiligingsverordening, van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien de vergunning wordt aangevraagd ten behoeve van:

    • 1.

      volledig niet-commerciële kleinschalige buurtactiviteiten;

    • 2.

      volledig niet-commerciële activiteiten, die gratis toegankelijk zijn en die voor en door particulieren worden georganiseerd;

    • 3.

      een evenement, welke zonder winstoogmerk bestemd is voor inwoners van deze gemeente, en zelfstandig georganiseerd en uitgevoerd wordt door een vereniging of instelling die zich, blijkens haar statuten, de uitoefening van activiteiten van algemeen maatschappelijke en/of sociaal-culturele aard ten doel stelt en waarvan – eventuele - baten volledig ten goede komen aan die doeleinden dan wel aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI),

      waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • e.

    bewijs van in leven zijn, ter verkrijging van enige uitkering ten laste van een openbaar lichaam;

  • f.

    beschikkingen of afschriften van aanstelling, benoeming, bevordering enz. met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • h.

    het raadplegen van de bij de gemeente beschikbare informatie uit de Basisregistratie Kadaster door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • i.

    diensten, door openbare besturen, ambtenaren of openbare instellingen in het openbaar belang verzocht, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen in deze verordening is voorzien.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet  bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990  moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet  is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt in geval van contante betaling geen kwitantie afgegeven.

  • 4. Indien de leges op het moment van het in behandeling nemen van een aanvraag om een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2016’ laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 11 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3.

    Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende: "2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.”

  • 4.

    Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, worden de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:

    2.3.12

    Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

    € 238,00

    2.3.13

    Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

    € 238,00

  • 5.

    De op grond van het vierde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, derde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van heffing hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3. In afwijking van het tweede lid is de datum van ingang van de heffing van:

    • a.

      artikel 12, derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.

    • b.

      artikel 12, vierde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Baarle-Nassau 2017’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2016.
DE RAAD VOORNOEMD
de heer H.H. Dame, mevrouw M.H.M.R. de Hoon-Veelenturf,
Griffier Voorzitter

Bijlage UAV 2012

Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) 2012

Bijlage Tarieventabel

Per 1-7-2017 gewijzigde Tarieventabel, behorende bij de 1e wijziging Legesverordening 2017 Baarle-Nassau

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor

a.de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap

b.het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

c.het herbevestigen van een huwelijk,

indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte, op:

1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur

€ 174,60

1.1.1.2

maandag tot en met vrijdag voor 9.00 uur en na 17.00 uur

€ 334,40

1.1.1.3

zaterdag van 9.00 uur tot 17.00 uur

€ 475,40

1.1.1.4

zaterdag voor 9.00 uur en na 17.00 uur

€ 714,00

1.1.1.5

zon- en feestdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur

€ 714,00

1.1.1.6

zon- en feestdagen voor 9.00 uur en na 17.00 uur

€ 714,00

1.1.1.7

In geval sprake is van annulering van een voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of het herbevestigen van een huwelijk dan bedraagt het tarief:

1.1.1.7.1

tussen 4 weken en een half jaar voor de huwelijksdatum

€ 59,50

1.1.1.7.2

vanaf 4 weken en minder voor de huwelijksdatum

€ 119,00

1.1.2

In afwijking van het bepaalde onder 1.1.1. is huwelijksvoltrekking of registratie van partnerschap op maandag om 9 uur en kwart over 9 in een door de gemeente hiertoe aangewezen trouwruimte

gratis

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een administratief huwelijk op maandagochtend, dinsdagochtend en donderdagochtend, van 9.00 uur tot 12.00 uur, in een door de gemeente aangewezen trouwruimte:

€ 119,00

1.1.4

Op een zelf gekozen locatie binnen de gemeente, anders dan die bedoeld onder 1.1.1. wordt het van toepassing zijnde tarief vermeerderd met:

€ 119,00

1.1.5

Voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk bedragen de leges per getuige:

€ 23,00

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje:

1.1.6.1

in een normale uitvoering

€ 22,65.

1.1.6.2

Niet van toepassing

1.1.7

Het tarief voor een éénmalige benoeming van een bijzondere ambtenaar van de Burgerlijke Stand (BABS) bedraagt:

€ 59,50

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 10,10.

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75;*

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45.*

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75;*

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45.*

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75;*

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45.*

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 51,45.*

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 50,65;*

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,60;*

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van:

€ 47,55;*

1.2.7

aan huis van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, voor zover de aanvrager zelf niet in staat is gebleken om het document op het gemeentehuis aan te vragen, de in die onderdelen genoemde leges zonder verdere vermeerdering.

1.2.8

voor de thuisbezorging van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met:

1.2.8.1

in geval van een enkel document

€ 4,95;

1.2.8.2

In geval van gelijktijdige bezorging van meerdere documenten

€ 9,90.

* Dit is het maximumtarief voor 2017, in voorkomende gevallen afgerond naar beneden.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 38,99,*

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:

1.3.2.1

bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10**

1.3.2.2

bij een aanvraag in verband met [beschadiging of] vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met

€ 29,75

1.3.2.3

in geval van thuisbezorging vermeerderd met

€ 4,95.

1.3.3

Niet van toepassing

1.3.4

De verhogingen genoemd in onderdeel 1.3.2 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

* Dit is het maximumtarief voor 2016 van € 29,29, vermeerderd met het rijkskostendeel van € 9,70.

** Let op: het rijkskostendeel van de verhoging bedraagt sinds 1 januari 2013 € 34,10.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 5,55.

1.4.2.2

Niet van toepassing

1.4.2.3

Niet van toepassing

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in basisregistratie personen.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 5,55.

1.4.4.2

Niet van toepassing

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 10,10.

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van één persoonslijst dan wel tot het verstrekken van een opgave van derden aan wie gegevens uit de persoonsregistratie, de aanvrager betreffende, zijn verstrekt:

€ 7,40.

1.4.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het digitaal verstrekken van gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 10,10.

* Dit is het maximumtarief voor 2016.

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Niet van toepassing

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

B-N2017

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,23;*

met een maximum per bericht van

€ 5,00;*

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 22,50;*

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier:

€ 5,00;*

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 22,50.*

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

€ 4,50.*

* Dit is het maximumtarief voor 2016.

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Niet van toepassing

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

B-N2017

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van

1.8.1.1

een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

1.8.1.1.1

per pagina op papier van A4-formaat of kleiner

€ 0,30;

1.8.1.1.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,40;

1.8.1.2

een afdruk/plot van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan per pagina op papier van A2-formaat of groter:

€ 1,45;

1.8.1.3

een luchtfoto in kleur op papier van A3-formaat:

€ 39,65

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

A4 € 5,90;

A3 € 5,90;

A2 € 9,00;

A1 € 11,95;

A0 € 14,30.

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

A4 € 5,90;

A3 € 5,90;

A2 € 9,00;

A1 € 11,95;

A0 € 14,30.

1.8.2.3

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

A4 € 5,90;

A3 € 5,90;

A2 € 9,00;

A1 € 11,95;

A0 € 14,30.

1.8.2.4

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

A4 € 5,90;

A3 € 5,90;

A2 € 9,00;

A1 € 11,95;

A0 € 14,30.

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (WKPB), dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

A4 € 5,90;

A3 € 5,90;

A2 € 9,00;

A1 € 11,95;

A0 € 14,30.

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

€ 17,25

1.8.3.2

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 17,25

1.8.3.3

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 17,25

1.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van

1.8.4.1

een fotokopie van de Grootschalige basiskaart Nederland (GBKN) per pagina op papier van A-3 formaat of kleiner:

€ 16,50

1.8.4.2

een afdruk/plot van de Grootschalige basiskaart Nederland (GBKN):

1.8.4.2.1

per pagina op papier van A2-formaat

€ 30,50

1.8.4.2.2

per pagina op papier van A1-formaat

€ 44,50

1.8.4.2.3

per pagina op papier van A0-formaat

€ 58,50

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35*;

1.9.2

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 13,20;

1.9.3

tot het legaliseren van een handtekening

€ 3,15;

1.9.4

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 5,55;

1.9.5

tot het verstrekken van een internationaal bewijs van inenting

€ 3,35.

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

B-N2017

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 10,10.

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.10.3

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.10.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.10.4

Niet van toepassing

1.10.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het digitaal verstrekken van gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 10,10.

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

Niet van toepassing

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 56,30;

1.12.1.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 36,60.

1.12.2

Niet van toepassing

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Niet van toepassing

Hoofdstuk 14 Markten

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Marktverordening gemeente Baarle-Nassau:

1.14.1.1

Niet van toepassing

1.14.1.2

Niet van toepassing

1.14.1.3

Niet van toepassing

1.14.1.4

Niet van toepassing

1.14.1.5

Niet van toepassing

1.14.1.6

tot het inschrijven op de wachtlijst

€ 30,90.

1.14.1.7

Niet van toepassing

1.14.1.8

Niet van toepassing

1.14.1.9

Niet van toepassing

1.14.1.10

Niet van toepassing

1.14.2

Niet van toepassing

1.14.3

Niet van toepassing

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Niet van toepassing

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50*

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50*

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00*

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50*

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50*

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00*

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 32,45.

1.16.4

Niet van toepassing

  * Dit is het maximumtarief.

Hoofdstuk 17 Kabels en leidingen

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI):

1.17.1.1

indien het betreft tracés vanaf 25m1 tot 100m1

€ 266,65;

1.17.1.2

indien het betreft tracés vanaf 100m1 tot 500m1

€ 413,85;

1.17.1.3

indien het betreft tracés vanaf 500m1 wordt het tarief genoemd in subonderdeel 1.17.1.2 verhoogd met

€ 30,65 per 100m1 extra.

1.17.1.4

Niet van toepassing

1.17.2

Niet van toepassing

1.17.3

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de beheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.17.1 genoemde tarief per overleg vermeerderd met:

€ 54,50.

1.17.4

Indien met betrekking tot een instemming voor een tracé langer dan 500m1 onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het in 1.17.1 genoemde tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Daarin zullen worden meegenomen de kosten van bijzondere verrichtingen, zoals het maken van proefsleuven of de kosten voor het inschakelen van een extern adviesbureau.

Indien een dergelijke begroting is uitgebracht, wordt een instemmingsaanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag is ingetrokken.

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 25,00;

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 37,00;

1.18.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 14,40;

eventueel vermeerderd met de kosten voor het inwinnen van medisch advies bij de GGD

€ 84,55;

1.18.4

tot het verstrekken van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart

€ 14,40.

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.1.1

tot het verlenen van een vergunning of een ontheffing als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening, voor zover daar niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per vergunning en/of ontheffing

€ 89,25

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 0,30;

1.19.2.2

afschriften, doorslagen, fotokopieën of scans van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.19.2.2.1

per pagina op A4-formaat of kleiner

€ 0,30;

1.19.2.2.2

per pagina op A3-formaat

€ 0,40.

1.19.2.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in subonderdelen 1.19.2.1 en 1.19.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.19.2.3.1

per kaart, tekening of lichtdruk van A4 of A3-formaat

€ 5,90;

1.19.2.3.2

per kaart, tekening of lichtdruk van A2-formaat of groter

A2 € 9,00;

A1 € 11,95;

A0 € 14,30.

1.19.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 32,45;

1.19.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,55;

1.19.2.6

milieu-informatie op grond van het Verdrag van Aarhus, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 10,10;

1.19.2.7

Niet van toepassing

1.19.2.8

Niet van toepassing

1.19.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het digitaal verstrekken van gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 10,10.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

tot het nemen van een principebesluit door het college van burgemeester en wethouders op een verzoek tot bouwen en/of gebruik dat afwijkt van het bestemmingsplan

€ 714,00

2.2.1.1

Niet van toepassing

2.2.2

Niet van toepassing

2.2.3

tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning activiteit bouwen

25% met een minimum van € 56,30

van de leges van de bouwkosten zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project voor de activiteit bouwen zouden worden vastgesteld, waarbij deze leges worden verrekend indien de beoordeling van de conceptaanvraag leidt tot een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 19.000 bedragen:

3,38%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 116,00;

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 19.000 of meer bedragen maar minder dan € 500.000:

€ 642,20

vermeerderd met

3,05%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 19.000 te boven gaan;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen:

€ 15.312,70

vermeerderd met

2,80%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 500.000 te boven gaan.

2.3.1.1.4

Niet van toepassing

Extra welstandstoets

2.3.1.2

Niet van toepassing

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 675,00.

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 en onderdeel 2.3.3

bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel, respectievelijk onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

10 %, met een minimum van € 185,50 en een maximum van € 1.159,30

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.5

Niet van toepassing

Toets Verordening ruimte

2.3.1.6

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een toets op grond van de Verordening ruimte (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij) noodzakelijk is:

€ 901,75.

Bestemmingsplan ouder dan 10 jaar

2.3.1.7

Niet van toepassing

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 405,70, eventueel verhoogd met de kosten van ecologisch onderzoek.

 2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 695,55;

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 695,55;

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking = projectafwijkingsbesluit):

€ 5.796,40

eventueel verhoogd met het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 695,55;

2.3.3.5

Niet van toepassing

2.3.3.6

Niet van toepassing

2.3.3.7

Niet van toepassing

 2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 695,55;

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 695,55;

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking = projectafwijkingsbesluit):

eventueel verhoogd met het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

€ 5.796,40

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 695,55;

2.3.4.5

Niet van toepassing

2.3.4.6

Niet van toepassing

2.3.4.7

Niet van toepassing

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.5.1.1

voor het verlenen of vernieuwen van een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken

€ 133,30;

2.3.5.1.2

voor het intrekken van de voorwaarden waaronder de vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken is verleend

€ 133,30;

2.3.5.1.3

voor het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken bestaande uit:

·een wijziging van de tenaamstelling en/of

·een wijziging van de naam van het bouwwerk waarop de vergunning betrekking heeft

€ 133,30.

2.3.5.2

De overeenkomstig het in subonderdeel 2.3.5.1.1 genoemde tarief geheven leges worden vermeerderd met de in dit subonderdeel genoemde tarieven, indien en voor zover deze op het bouwwerk of de inrichting, waarop de verleende vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn, te weten voor bouwwerken of inrichtingen:

·waarin aan meer dan tien personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;

·waarin aan bejaarden in het kader van de Wet op de bejaardenoorden huisvesting zal worden verschaft;

·waarin aan meer dan tien kinderen jonger dan twaalf jaar of aan meer dan tien lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft;

·waarin meer dan 50 personen tegelijk aanwezig kunnen zijn, niet zijnde woongebouwen, bouwwerken of inrichtingen voor (weg)verkeer, sporthallen, zwembaden en sportscholen, maneges en clubgebouwen van sport- en vrijetijdsverenigingen, info- en exporuimten, tentoonstellingsruimten, musea en kunstgalerijen;

met een oppervlakte van:

2.3.5.2.1

minder dan 100 m²

€ 712,90;

2.3.5.2.2

100 tot 500 m²

€ 1.159,30;

2.3.5.2.3

500 tot 1.000 m²

€ 1.565,00;

2.3.5.2.4

1.000 tot 1.500 m²

€ 1.762,10;

2.3.5.2.5

1.500 tot 2.000 m²

€ 2.028,75;

vermeerderd met

voor elke 500 m² of een gedeelte daarvan boven de 2.000 m²

€ 168,10;

2.3.5.2.6

5.000 m² of meer, doch minder dan 10.000 m²

€ 3.188,05;

vermeerderd met

voor elke 1.000 m² of een gedeelte daarvan boven de 5.000 m²

€ 168,10;

2.3.5.2.7

10.000 m² of meer, doch minder dan 20.000 m²

€ 4.057,50;

vermeerderd met

voor elke 2.000 m² of een gedeelte daarvan boven de 10.000 m²

€ 168,10;

2.3.5.2.8

20.000 m² of meer

€ 5.935,50;

2.3.5.3

De overeenkomstig het in subonderdeel 2.3.5.1.1 genoemde tarief geheven leges worden vermeerderd met de in dit subonderdeel genoemde tarieven, indien en voor zover deze op het bouwwerk of de inrichting, waarop de verleende vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn, te weten voor bouwwerken of inrichtingen:

·waarin bedrijfsmatig de in artikel 6.2.2. van de Bouwverordening, respectievelijk de in artikel 2.2.2 van de Brandbeveiligingsverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen;

·voor (weg)verkeer en voor zover het gaat om bouwwerken of inrichtingen waarin meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn, zijnde sporthallen, zwembaden, sportscholen, maneges en clubgebouwen van sport- en vrijetijdsverenigingen, info- en exporuimten, tentoonstellingsruimten, musea en kunstgalerijen;

met een oppervlakte van:

2.3.5.3.1

minder dan 100 m²

€ 712,90;

2.3.5.3.2

100 tot 500 m²

€ 1.159,30;

2.3.5.3.3

500 tot 1.000 m²

€ 1.565,00;

2.3.5.3.4

1.000 tot 1.500 m²

€ 1.762,10;

2.3.5.3.5

1.500 tot 2.000 m²

€ 2.028,75;

vermeerderd met

voor elke 500 m² of een gedeelte daarvan boven de 2.000 m²

€ 168,10;

2.3.5.3.6

5.000 m² of meer, doch minder dan 10.000 m²

€ 3.188,05;

vermeerderd met

voor elke 1.000 m² of een gedeelte daarvan boven de 5.000 m²

€ 168,10;

2.3.5.3.7

10.000 m² of meer, doch minder dan 20.000 m²

€ 4.057,50;

vermeerderd met

voor elke 2.000 m² of een gedeelte daarvan boven de 10.000 m²

€ 168,10;

2.3.5.3.8

20.000 m² of meer

€ 5.935,50;

2.3.5.4

De overeenkomstig het in subonderdeel 2.3.5.1.1 genoemde tarief geheven leges worden vermeerderd met de in dit subonderdeel genoemde tarieven, indien de aanvraag is ingediend in verband met een wijziging van een bouwwerk, voor die wijziging:

2.3.5.4.1

minder dan 100 m²

€ 712,90;

2.3.5.4.2

100 tot 500 m²

€ 1.159,30;

2.3.5.4.3

500 tot 1.000 m²

€ 1.565,00;

2.3.5.4.4

1.000 tot 1.500 m²

€ 1.762,10;

2.3.5.4.5

1.500 tot 2.000 m²

€ 2.028,75;

vermeerderd met

voor elke 500 m² of een gedeelte daarvan boven de 2.000 m²

€ 168,10;

2.3.5.4.6

5.000 m² of meer, doch minder dan 10.000 m²

€ 3.188,05;

vermeerderd met

voor elke 1.000 m² of een gedeelte daarvan boven de 5.000 m²

€ 168,10;

2.3.5.4.7

10.000 m² of meer, doch minder dan 20.000 m²

€ 4.057,50;

vermeerderd met

voor elke 2.000 m² of een gedeelte daarvan boven de 10.000 m²

€ 168,10;

2.3.5.4.8

20.000 m² of meer

€ 5.935,50;

2.3.5.5

Indien de aanvraag om een gebruiksvergunning als bedoeld onder de 2.3.5.1.1 wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen, wordt op verzoek voor 50% van de geheven leges ontheffing verleend.

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument

€ 116,00;

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

€ 116,00.

2.3.6.2

Niet van toepassing

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief bij een hoeveelheid sloopafval:

2.3.7.1

tot en met 50m3: € 116,00

2.3.7.2

van 51 tot en met 100m3: € 231,85

2.3.7.3

van meer dan 100m3: € 405,70

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 289,85.

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 116,00.

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 104,35.

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Niet van toepassing

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.12.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief,

onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 192,75.

eventueel verhoogd met het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.12.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Economische Zaken aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief,

onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 192,75.

eventueel verhoogd met het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en faunawet

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 192,75.

eventueel verhoogd met het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.14

Andere activiteiten

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien voor een aanvraag om een omgevingsvergunning in het kader van veehouderij en gezondheid een advies moet worden gevraagd aan de GGD:

€ 1.400,00.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase:

het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase:

het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 86,95;

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 86,95

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning:

het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.17.2

Niet van toepassing

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

per verklaring van geen bedenkingen op basis van de artikelen 46 en 47 van de Natuurbescherminsgwet 1998 en de artikelen 4.4.4 eerste lid en 7.0 van de provinciale Milieuverordening Noord-Brabant

€ 380,30;

2.3.18.1.2

Per verklaring van geen bedenkingen afgegeven door het ministerie van LNV op basis van artikel 75c van de Flora- en Faunawet:

€ 0,00.

2.3.19

Persoonsgebonden beschikking

2.3.19.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een persoonsgebonden beschikking:

€ 256,75.

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverlegbals bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Niet van toepassing

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project, dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

30 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.1.3

Niet van toepassing

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project, dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan:

€ 116,00

wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Niet van toepassing

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 116,00.

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 5.796,40

eventueel verhoogd met het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 1.159,30

eventueel verhoogd met het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 9 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving

Vervallen

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

B-N2017

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

2.10.1

tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 116,00;

2.10.2

Niet van toepassing

2.10.3

tot het verkrijgen van een ontheffing voor hogere grenswaarden in het kader van de Wet geluidhinder

€ 637,60.

Hoofdstuk 11 Archeologisch (voor)onderzoek

2.11

Het tarief bedraagt voor het:

2.11.1

adviseren, begeleiden en overleggen, namens het bevoegd gezag, van/met derden, particulieren, projectontwikkelaars ten aanzien van de archeologische monumentenzorg in het kader van ruimtelijke ordeningsprocessen en omgevingsvergunningtrajecten, per daaraan besteed half uur

€ 59,50

2.11.2

beoordelen, namens het bevoegde gezag, van aangeleverde

2.11.2.1

Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek

€ 202,60;

2.11.2.2

Offertes voor eventueel archeologisch (voor)onderzoek

€ 202,60;

2.11.3

Niet van toepassing

2.11.4

beoordelen, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

€ 1.012,95;

2.11.5

Niet van toepassing

2.11.6

Niet van toepassing

2.11.7

Niet van toepassing

2.11.8

beoordelen, namens het bevoegd gezag, van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex artikelen 14, 39 lid 2, 40 lid 1 en 41 lid 1 Monumentenwet

€ 810,40.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 163,95;

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 54,65;

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening

3.1.3.1

voor het eerste uur of gedeelte daarvan

€ 32,45;

3.1.3.2

voor elk daaropvolgend uur of gedeelte daarvan het tarief zoals genoemd in subonderdeel 3.1.3.1 vermeerderd per uur met

€ 19,45.

3.1.4

Niet van toepassing

3.1.5

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 54,65;

3.1.6

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

€ 54,65;

3.1.7

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 32,45.

3.1.8

Indien voor de behandeling van een aanvraag op grond van enig wettelijk voorschrift advies moet worden ingewonnen, dan worden de hieraan verbonden kosten aan de aanvrager in rekening gebracht. Tot deze kosten behoren in ieder geval de Agrarische Adviescommissie, het Landelijk bureau Bibob, het RIEC, en het Regionaal Informatie en Expertisecentrum.

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft

3.2.1.1

een vergunning voor een evenement, geldig voor één dag, voor:

3.2.1.1.1

0 – 500 bezoekers

€ 179,05;

3.2.1.1.2

501 – 750 bezoekers

€ 298,55;

3.2.1.1.3

751 – 1000 bezoekers

€ 447,80;

3.2.1.1.4

meer dan 1000 bezoekers

€ 597,05;

3.2.1.2

een vergunning voor een evenement, geldig voor meerdere dagen, voor:

3.2.1.2.1

0 – 500 bezoekers

€ 358,25;

3.2.1.2.2

501 – 750 bezoekers

€ 597,05;

3.2.1.2.3

751 – 1000 bezoekers

€ 895,55;

3.2.1.2.4

meer dan 1000 bezoekers

€ 1.194,10.

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van:

3.2.2.1

een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 179,10;

3.2.2.2

een jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, lid 1 sub h van de Gemeentewet

€ 179,10.

3.2.3

Niet van toepassing

3.2.4

Niet van toepassing

3.2.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot:

3.2.5.1

het maken van muziek door middel van muziek- instrumenten alsmede langs mechanische weg, tot het houden of doen houden van vertoningen, vergaderingen of toespraken op of aan een openbare weg, in een café of in andere voor het publiek toegankelijke inrichtingen, lokalen en samenkomsten geldig voor

3.2.5.1.1

één dag of een gedeelte daarvan

€ 32,45;

3.2.5.1.2

één week of gedeelte daarvan, doch langer dan één dag

€ 53,55;

3.2.5.1.3

één maand of een gedeelte daarvan, doch langer dan een week

€ 77,60;

3.2.5.1.4

één kwartaal of een gedeelte daarvan, doch langer dan een maand

€ 107,50;

3.2.5.1.5

één half jaar of een gedeelte daarvan, doch langer dan een kwartaal

€ 208,95;

3.2.5.1.6

één kalenderjaar of gedeelte daarvan, doch langer dan een half jaar

€ 417,85;

3.2.5.2

het uitoefenen van een beroep op of aan de openbare weg, voor elke dag of gedeelte daarvan waarvoor de vergunning geldt

€ 32,45;

3.2.5.3

het houden van tentoonstellingen in gebouwen of besloten plaatsen, per dag of gedeelte daarvan

€ 32,45;

3.2.5.4

het houden van toneel- of cabaretuitvoeringen, waarbij het verwacht aantal bezoekers meer bedraagt dan 50 personen, per voorstelling

€ 32,45;

3.2.5.5

het houden van toneel- of cabaretuitvoeringen, waarbij het verwacht aantal bezoekers maximaal 50 personen bedraagt, per voorstelling

€ 16,20;

3.2.5.6

het houden van een bioscoop- of filmvoorstelling, per voorstelling

€ 32,45;

3.2.5.7

het geven van muziek- of zanguitvoeringen in gebouwen of besloten plaatsen, voor zover niet hiervoor is genoemd per voorstelling

€ 32,45;

3.2.5.8

het gelegenheid geven tot dansen, geldig voor:

3.2.5.8.1

één dag of een gedeelte daarvan

€ 32,45;

3.2.5.8.2

één week of een gedeelte daarvan, doch langer dan één dag

€ 97,40;

3.2.5.8.3

één kalenderjaar of gedeelte daarvan, doch langer dan één week

€ 584,10;

3.2.5.9

het gelegenheid geven tot dansles of danscursussen per jaar of gedeelte daarvan waarvoor de vergunning geldt

€ 52,65;

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

3.3.1.1

tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in subonderdeel 3.3.1.2:

3.3.1.1.1

voor een escortbedrijf

€ 32,45;

3.3.1.1.2

voor een seksinrichting

€ 32,45.

3.3.1.1.3

indien voor de vergunning zoals genoemd in artikel 3.3.1.1 een hygiëneverklaring van de G.G.D. vereist is wordt het tarief vermeerderd met

€ 459,50.

3.3.1.2

tot het wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

3.3.1.2.1

voor een escortbedrijf

€ 32,45;

3.3.1.2.2

voor een seksinrichting

€ 32,45.

3.3.2

Indien voor de behandeling van een aanvraag op grond van enig wettelijk voorschrift advies moet worden ingewonnen, dan worden de hieraan verbonden kosten aan de aanvrager in rekening gebracht. Tot deze kosten behoren in ieder geval de Agrarische Adviescommissie, het Landelijk bureau Bibob, het RIEC, en het Regionaal Informatie en Expertisecentrum.

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

Niet van toepassing

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het verlenen of vernieuwen van een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een niet-tijdelijke inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening:

 € 734,30.

3.5.2

Het tarief bedraagt voor het verlenen van een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een tijdelijke inrichting met een maximale looptijd van 21 aaneengesloten dagen, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening:

3.5.2.1

met een gebruiksoppervlakte van minder dan 200 m2

€ 206,95;

3.5.2.2

met een gebruiksoppervlakte van 200 m2 en meer

€ 328,35.

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.6.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.6 van de Algemene plaatselijke verordening (geluidhinder)

3.6.1.1.1

voor een dag

€ 15,65;

3.6.1.1.2

voor een jaar

€ 64,35;

3.6.1.2

tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 32,45.

3.6.1.3

Niet van toepassing