Regeling vervallen per 01-07-2015

1e Wijziging Beleidsregels Huisvestingsverordening Baarn 2013

Geldend van 03-10-2013 t/m 30-06-2015

Burgemeester en wethouders van Baarn

Gelet op artikel 2.8.3 en 2.8.4 van de 1e wijziging Huisvestingsverordening Baarn 2013

na overleg met de woningcorporaties

besluiten vast te stellen de

1e wijziging Beleidsregels Huisvestingsverordening Baarn 2013

Artikel 1: Begripsbepaling

In deze beleidsregels worden de begrippen gehanteerd zoals omschreven in artikel 1.1 van de Huisvestingsverordening Baarn 2013. Aanvullend daarop worden de volgende begrippen gehanteerd:

a. verordening: de 1e wijziging Huisvestingsverordening Baarn 2013.

b. Eemborg: complex met appartementen van Eemland Wonen aan de Prof. Krabbelaan en Drakenburgerweg.

c. Namasté: complex met appartementen van Dudok Wonen op het instellingsterrein van Sherpa.

d. Wiekslag: complex met aanleunwoningen van Gooi- en Omstreken aan de Prof. Krabbelaan.

Artikel 2: Lokaal Maatwerk

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in aanvulling op artikel 2.3.3 als criterium stellen dat de aanvrager van een huisvestingsvergunning maatschappelijke en/of economische binding heeft met de gemeente Baarn.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in aanvulling op artikel 2.3.3, voor vrijkomende woningen in Lage Vuursche als criterium stellen dat de aanvrager van een huisvestingsvergunning maatschappelijke en/of economische binding heeft met de kern Lage Vuursche.

  • 3. De leden 1 en 2 zijn uitsluitend van toepassing zolang deze zijn toegepast op in totaal niet meer dan 30% van het gemiddeld aantal vrijgekomen woonruimte, zoals bedoeld in artikel 2.1.1, sub a van de verordening, in de afgelopen 3 jaar.

  • 4. Lid 1 wordt, met inachtneming van lid 3, naar rato van het aantal ingeschreven woningzoekenden toegepast op woningen voor jongeren tot 30, senioren vanaf 65 jaar, en overige huishoudens.

  • 5. De leden 1, 2 en 3 zijn uitsluitend van toepassing wanneer de toepassing en invulling daarvan kenbaar is gemaakt bij de aanbieding van de woningen zoals bedoeld in artikel 2.3.4 van de verordening.

Artikel 3: Toewijzingsregels complex Eemborg

Voor de toewijzing van huurwoningen in complex Eemborg geldt, in afwijking van artikel 2.5.2, lid 2 van de verordening, dat er geen eisen worden gesteld aan de omvang van het huishouden.

Artikel 4: Toewijzingsregels complex Namasté

  • 1. De volgende doelgroepen hebben voorrang bij toewijzing van woning in complex Namasté:

    • a.

      cliënten woonachtig op het terrein van Sherpa en Amerpoort (Zandheuvelweg 4 en 11 in de gemeente Baarn);

    • b.

      medewerkers van Sherpa en Amerpoort, werkzaam op het terrein Zandheuvelweg 4 en 11 in de gemeente Baarn;

    • c.

      familieleden van cliënten woonachtig op het terrein van Sherpa en Amerpoort (Zandheuvelweg 4 en 11 in de gemeente Baarn).

  • 2. In afwijking van de verordening zijn de criteria genoemd in artikel 2.3.3 lid 1 sub b en c en artikel 2.4.2 niet van toepassing op aanvragers die een woning in complex Namasté betrekken of hebben betrokken, voor zover zij behoren tot de doelgroepen genoemd in lid 1.

  • 3. Indien zich geen kandidaten melden uit de in lid 1 genoemde doelgroepen kunnen woningen in Namasté via de reguliere toewijzingsprocedure – zoals omschreven in de verordening – worden verhuurd.

Artikel 5: Voorrangsregeling terugkeerders Nieuwe Oosterhei

In aanvulling op de verordening geldt voor de nieuw op te leveren huurwoningen met een huurprijs tot de huurprijsgrens in het vernieuwingsgebied Nieuwe Oosterhei de volgende voorrangsregels:

  • 1.

    Huishoudens die vanwege de sloop van hun woning in het vernieuwingsgebied Nieuwe Oosterhei beschikken over een volkshuisvestelijke urgentie krijgen voorrang op andere woningzoekenden.

  • 2.

    De onderlinge rangorde van woningzoekenden met een volkshuisvestelijke urgentie uit de Nieuwe Oosterhei wordt bepaald door de dag van afgifte. De woningzoekende met de oudste volkshuisvestelijke urgentie heeft voorrang.

  • 3.

    Wanneer er meerdere woningzoekenden zijn met een urgentie zoals bedoeld in lid 2, met dezelfde dag van afgifte, wordt de onderlinge rangorde bepaald door loting.

Artikel 6: Toewijzing aanleunwoningen

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in de verordening geldt dat woningzoekenden met een Wmo-en/of AWBZ-indicatie met voorrang in aanmerking komen voor een aanleunwoning.

  • 2. De onderlinge rangorde vindt plaats op basis van de datum van het indicatiebesluit.

  • 3. De verhuurder bepaalt of een aanleunwoning wordt gelabeld als zijnde een seniorenwoning.

  • 4. a. in afwijking van lid 1 geldt dat op verzoek van de eigenaar aanleunwoningen uitsluitend worden aangeboden aan woningzoekenden met een Wmo-en/of AWBZ-indicatie.

    • b.

      indien er zich geen geïndiceerde meldt na maximaal 3 keer adverteren dan kan de woning worden aangeboden aan senioren.

  • 5. Voor complex Wiekslag geldt dat naast het gestelde in lid 1 mantelzorgers van bewoners van complex Wiekslag voorrang krijgen bij het toewijzen van woningen in het complex.

Artikel 7: Inwerkingtreding

Deze 1e wijziging Beleidsregels Huisvestingsverordening Baarn 2013 treedt in werking 1 dag na bekendmaking.

Baarn, datum

burgemeester en wethouders van Baarn,

drs. A. Najib                              M.A. Röell

gemeentesecretaris                 burgemeester

Toelichting op de Beleidsregels Huisvestingsverordening Baarn 2013

Hieronder worden – waar nodig – artikelen uit deze beleidsregels nader toegelicht.

Artikel 2: Lokaal Maatwerk

Lid 3: Wanneer bijvoorbeeld in de afgelopen drie kalenderjaren respectievelijk 100, 150 en 200 woonruimtes in de huursector zoals bedoeld in artikel 2.3.1, sub a van de verordening, dan geldt dat in het huidige jaar maximaal 30% van 150 (het gemiddelde over de drie voorgaande jaren) woonruimten via het lokaal maatwerk mag worden toegewezen. In dit voorbeeld zijn dat dan 45 woningen.

Lid 4: Wanneer bijvoorbeeld 45 woningen via lokaal maatwerk mogen worden toegewezen, en 20% van alle woningzoekende huishoudens betreft jongeren t/m 30 jaar, 35% betreft senioren vanaf 65 jaar en 45% betreft overige huishoudens, dan worden de 45 woningen voor lokaal maatwerk op de volgende manier verdeeld (afgerond): 9 gelabeld voor jongeren t/m 30 jaar, 16 gelabeld voor senioren vanaf 65 jaar, en 20 voor de overige huishoudens. Woningen die worden toegewezen op basis van lid 2 van dit artikel worden in mindering gebracht op de ruimte per doelgroep.

De werkelijke aantallen die gebruikt worden voor de invulling van lid 3 en 4 van artikel 2 worden jaarlijks berekend en verantwoord aan de provincie.