Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Centrumgebied 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Centrumgebied 2014

Raadsbesluit

Voorstelnummer

: 13RV000066

Onderwerp

: Vaststellen van de “Verordening reclamebelasting Centrumgebied 2014”

De raad van de gemeente Baarn

  • -

    gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 oktober 2013;

  • -

    gehoord het Debat in de raad d.d. 11 december 2013; - gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING CENTRUMGEBIED 2014

Artikel 1

Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder een:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    vestiging: een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • c.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2

Belastbaar feit

Onder de naam “reclamebelasting” wordt binnen het gebied, zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3

Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon.

Artikel 4

Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak of die uitsluitend het algemeen belang dienen;

  • b.

    door kerkgenootschappen;

  • c.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • d.

    door politieke groeperingen ten tijde van verkiezingen of verkiezingscampagnes;

  • e.

    van niet-commerciële, culturele of maatschappelijke aard;

  • f.

    die ten doel hebben de verkoop of verhuur van een onroerende zaak of roerende zaak, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of de te verhuren zaak;

  • g.

    op bouwterreinen, voor zover de opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerken;

  • h.

    aangebracht op een voertuig of (lucht)vaartuig, tenzij deze kennelijk in hoofdzaak zijn bestemd voor openbare aankondigingen met een verkoop- of verhuurbevorderend karakter;

  • i.

    die alleen bestaan uit een Europese, Nederlandse, provinciale of gemeentelijke vlag;

  • j.

    die korter aanwezig dan dertien weken, tenzij deze aankondigingen geplaatst zijn in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan dertien weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk dertien weken of meer aanwezig zijn.

Artikel 5

Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag per vestiging waar één of meer openbare aankondigingen zijn aangebracht.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel worden, indien meerdere gebouwen of bouwwerken of gedeelten daarvan naast of tegenover elkaar zijn gelegen en tezamen door dezelfde belastingplichtige worden gebruikt als één geheel, die gebouwen en bouwwerken aangemerkt als één vestiging.

  • 3.

    De belasting bedraagt per belastingjaar voor openbare aankondigingen die zijn aangebracht aan, in of bij vestigingen, per vestiging, gelegen in de zogenoemde: a. kernstraten, zoals beschreven in bijlage I van deze verordening, € 400,--;

    • b.

      aanloopstraten, zoals beschreven in bijlage I bij deze verordening, € 200,--.

Artikel 6

Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7

Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8

Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9

Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11

Overgangsrecht

De “Verordening reclamebelasting 2013”, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 juli 2013, gewijzigd bij raadsbesluit van 30 oktober 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, van deze verordening genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12

Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014, of zo dit later is, met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 13

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening reclamebelasting Centrumgebied 2014”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering,

op 18 december 2013.

griffier voorzitter

BIJLAGE 1, BEHORENDE BIJ DE“VERORDENING RECLAMEBELASTING CENTRUMGEBIED 2014”

Algemeen

Tot het gebied, als bedoeld in artikel 2 en 3 van de “Verordening reclamebelasting Centrumgebied 2014”, behoren de hieronder genoemde straten en gedeelten van straten in het centrum van Baarn, een en ander in samenhang met de tot bijlage 2 van deze verordening behorende kaart.

Met inachtneming van artikel 5, derde lid, van voornoemde verordening zijn de straten en gedeelten van straten onderscheiden in zogenoemde kernstraten en aanloopstraten, zoals in het onderstaande overzicht is aangeduid.

Kernstraten

Als kernstraten worden aangemerkt de volgende straten en gedeelten van straten:

Brink geheel

Brinkzicht geheel

Laanstraat 1 t/m Laanstraat 103 (oneven)

Laanstraat 2 t/m Laanstraat 112 (even)

Oranjestraat geheel

Aanloopstraten

Als aanloopstraten worden aangemerkt de volgende straten en gedeelten van straten:

Brinkstraat geheel

Laandwarsstraat geheel

Laanstraat 105 t/m Laanstraat 121 (oneven)

Laanstraat 114 t/m Laanstraat 132 (even)

Mollerusstraat geheel

Nieuw Baarnstraat 1 t/m Nieuw Baarnstraat 55 (oneven)

Nieuw Baarnstraat 2 t/m Nieuw Baarnstraat 18 (even)

Nieuwstraat 1 t/m Nieuwstraat 3 (oneven)

Nieuwstraat 2 t/m Nieuwstraat 40 (even)

Nieuwstraat 7 t/m Nieuwstraat 29 (oneven)

Teding van Berkhoutstraat geheel

Turfstraat geheel

Behoort bij het raadsbesluit van 18 december 2013, nummer 13RV000066

De griffier, De voorzitter,