Regeling vervallen per 01-02-2019

Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid 2015 Gemeente Baarn

Geldend van 01-07-2015 t/m 31-01-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2015

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid 2015 Gemeente Baarn

Raadsbesluit

Openbaar

Voorstelnummer: 15RV000031

Onderwerp: Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2015 gemeente Baarn.

De raad van de gemeente Baarn

  • -

    gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 mei 2015;

  • -

    gehoord het debat in de raad d.d. 10 juni 2015;

  • -

    overwegende dat;

het wettelijk verplicht is voor de gemeente cliëntenparticipatie bij verordening te regelen;

-gelet op;

de Participatiewet, in het bijzonder artikel 47, alsmede artikel 147 van de Gemeentewet;

Besluit:

1.De “Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2015 gemeente Baarn” vast te stellen.

Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid2015 gemeente Baarn

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader omschreven worden hebben de betekenis die de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet daaraan toekent.

2. In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeente: de gemeente Baarn;

  • b.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Baarn;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn;

  • d.

    de wethouder: de wethouder met in zijn of haar portefeuille het beleidsterrein Werk en Inkomen

  • e.

    maatschappelijke organisatie: de organisatie die zich blijkens haar doelstelling en feitelijke werkzaamheden direct of indirect richt op de behartiging van de belangen van personen uit de doelgroep;

  • f.

    doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, lid 1 onder a, van de wet;

  • g.

    wet: de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen;

  • h.

    cliëntenparticipatiepanel: het cliëntenparticipatiepanel sociale zekerheid gemeente Baarn;

  • i.

    minimabeleid: alle regelgeving op het gebied van minimabeleid waarin de gemeente eigen beleidsruimte heeft.

Artikel 2 Doelstelling cliëntenparticipatie

  • 1.

    De cliëntenparticipatie sociale zekerheid heeft als doel te bewerkstelligen dat maatschappelijke organisaties vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling en evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de Participatiewet en aanverwante regelgeving op het terrein van inwoners met een inkomen op of rond het minimum.

  • 2.

    De cliëntenparticipatie zal moeten bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijk beleid op het gebied van de Participatiewet en aanverwante regelgeving. Dit beleid zal enerzijds gericht zijn op activiteiten die ondernomen moeten worden ten behoeve van de toekomstige deelname op de arbeidsmarkt en anderzijds ter ondersteuning van diegenen die een beroep moeten doen op een uitkering.

Artikel 3 Beleidsterrein

In het kader van de cliëntenparticipatie sociale zekerheid als omschreven in artikel 2 van deze verordening wordt een cliëntenparticipatiepanel ingesteld dat wordt betrokken bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering, communicatie en evaluatie van het beleid:

  • 1.

    met betrekking tot het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid voor personen uit de doelgroep.

  • 2.

    met betrekking tot het tijdig en rechtmatig verstrekken van een uitkering ingevolge de wet, inclusief handhavingsaspecten.

  • 3.

    met betrekking tot regelingen voor mensen met een laag inkomen (minimabeleid).

HOOFDSTUK 2 SAMENSTELLING CliëntenparticipatiePANEL

Artikel 4 Samenstelling en omvang panel

  • 1.

    Het cliëntenparticipatiepanel bestaat uit minimaal 3 en in beginsel maximaal 6 leden.

  • 2.

    Lid kunnen zijn vertegenwoordigers van deelnemende maatschappelijke organisaties.

  • 3.

    Door de deelnemende maatschappelijke organisaties kan één kandidaat worden voorgedragen,alsmede een reservekandidaat (welke reservekandidaat de kandidaat bij vergaderingen kan vervangen bij verhindering). De voorgedragen kandidaten worden door het college benoemd, tenzij er gebleken is van gegronde bezwaren tegen de benoeming.

  • 4.

    Leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. Na het verstrijken van hun zittingsduur zijn de leden onmiddellijk eenmalig herbenoembaar voor een periode van maximaal 4 jaar.

  • 5.

    Het lidmaatschap eindigt door

- verstrijken van de zittingsduur;

  • - vervallen hoedanigheid vertegenwoordiger maatschappelijke organisatie;

  • - aftreden op eigen schriftelijk verzoek

  • - onder curatele-stelling.

    • 6.

      Het college heeft het recht om bij problemen in het functioneren van een lid de desbetreffende organisatie daarop aan te spreken en om de organisatie te verzoeken een oplossing te realiseren.

    • 7.

      De functie van gemeenteraadslid en lid van cliëntenparticipatiepanel is niet verenigbaar.

    • 8.

      Het cliëntenparticipatiepanel kiest uit haar midden een voorzitter en zonodig, indien daar behoefte aan bestaat, een secretaris.

HOOFDSTUK 3 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 5 Taak cliëntenparticipatiepanel en het recht op informatie.

  • 1.

    Het cliëntenparticipatiepanel brengt gevraagd dan wel ongevraagd aan het college advies uit in zaken die betrekking hebben op de van toepassing zijnde beleidsterreinen, als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

  • 2.

    Aan het cliëntenparticipatiepanel wordt tijdig alle informatie verstrekt die voor een goede taakvervulling nodig is.

  • 3.

    Indien advies gevraagd wordt, wordt dit advies gevraagd op een dusdanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 4.

    Het cliëntenparticipatiepanel is niet bevoegd individuele klachten of bezwaarschriften in behandeling te nemen. In zich voordoende gevallen verwijst het cliëntenparticipatiepanel naar de formele mogelijkheid een klacht of een bezwaarschrift in te dienen.

Artikel 6 Bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt

  • 1. De wethouder is formeel aanspreekpunt voor het panel.

  • 2. Door het college wordt een (beleids)medewerker aangewezen, die eerste aanspreekpunt is en binnen de door het college gestelde kaders uitleg kan geven.

  • 3. (niet georganiseerde) personen uit de doelgroep kunnen zaken die zij ingebracht willen zien in het overleg inbrengen via de maatschappelijke organisaties maar desgewenst ook schriftelijk inbrengen via de (beleids)medewerker als bedoeld in het 2e lid van dit artikel.

HOOFDSTUK 4 VERGADERING EN WERKWIJZE

Artikel 7 Vergaderen

  • 1. In beginsel wordt er vier maal per jaar een overlegvergadering gehouden met het cliëntenparticipatiepanel en de wethouder.

  • 2. De wethouder is technisch voorzitter van de overlegvergaderingen met het cliëntenparticipatiepanel. Van de term technisch voorzitter wordt gesproken omdat de wethouder noch lid is van het cliëntenparticipatie panel, noch inhoudelijke bevoegdheden heeft ten aanzien van het cliëntenparticipatiepanel.

  • 3. Naar behoefte vanuit het cliëntenparticipatiepanel of wethouder kunnen er incidenteel meer overlegvergaderingen worden uitgeschreven dan de in het eerste lid genoemde vier.

  • 4. Een overlegvergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 5. Zaken/stukken kunnen zowel door het cliëntenparticipatiepanel als door de wethouder worden geagendeerd voor de overlegvergadering.

  • 6. Zaken/stukken die op zich in beginsel geen reden vormen een vergadering te houden (en het onwenselijk is te wachten op de eerstvolgende overlegvergadering) worden toegestuurd aan de leden van het panel met een reactiemogelijkheid gedurende een bepaalde termijn. Indien een of meer leden zich niet kunnen vinden in het voorgelegde, wordt geacht geen instemming te zijn verkregen en wordt een en ander alsnog besproken in een overlegvergadering.

  • 7. De in artikel 6 genoemde (beleids)medewerker zal tijdens de overlegvergaderingen aanwezig zijn ter ambtelijke ondersteuning van de wethouder. Bij bespreking van zaken/stukken gelegen op een ander terrein dan de betreffende (beleids)medewerker tot zijn of haar taakgebied heeft kunnen indien gewenst door panel of wethouder ook die (beleids)medewerkers wiens taakgebied het wel aangaat uitgenodigd worden.

  • 8. Indien gewenst door het cliëntenparticipatiepanel zal de verslaglegging van de vergadering door de ambtelijke organisatie plaatsvinden.

  • 9. Vanzelfsprekend kunnen de leden van het cliëntenparticipatiepanel onderling besluiten vergaderingen te houden als cliëntenparticipatiepanel.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1. Besluiten en adviezen van het cliëntenparticipatiepanel als zodanig worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen of vastgesteld.

  • 2. Over alle zaken vindt mondelinge stemming plaats.

  • 3. In het geval bij het maken van (beleids)keuzen af wordt geweken van de inhoud van het advies (door college of gemeenteraad) wordt het cliëntenparticipatiepanel meegedeeld op welke gronden er van het advies is afgeweken. Indien het advies een voorstel aan het college dan wel gemeenteraad betreft worden de redenen bovendien in het college en/of raadsvoorstel opgenomen.

HOOFDSTUK 5 FACILITEITEN EN VERGOEDING

Artikel 9 Financiële ondersteuning

Op verzoek van het Cliëntenparticipatiepanel kan bij een gebleken noodzaak daartoe, ter beoordeling van het college, een vergoeding worden verstrekt voor:

  • 1.

    Reiskosten en eventuele andere kosten, die leden moeten maken in verband met een goede taakvervulling als panellid. Voor zover het reiskosten betreft slechts indien deze kosten gemaakt moeten worden in verband met een locatie buiten de gemeente Baarn.

  • 2.

    Deskundigheidsbevordering van de leden.

  • 3.

    Documentatie en voorlichting.

  • 4.

    Andere kosten.

  • 5.

    De leden van het cliëntenoverleg krijgen een onkostenvergoeding voor het voorbereiden en bijwonen van een vergadering voor maximaal 12 vergaderingen per jaar. De hoogte van de onkostenvergoeding wordt door het college vastgesteld.

Artikel 10 Faciliteiten

Het panel kan kosteloos:

  • 1.

    In goed overleg gebruik maken van vergaderruimten in het gemeentehuis, inclusief de bijbehorende koffie- en theevoorziening.

  • 2.

    Gebruik maken van de dienst in het gemeentehuis voor kopiëren en verzenden van stukken.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden en nadere regels

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college, afhankelijk van de situatie in overleg met het panel, dan wel na het vragen van advies aan het panel.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening heet Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2015 gemeente Baarn.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2015.

Artikel 14 Intrekken vorige verordening

De Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid gemeente Baarn vastgesteld op 27 april 2005, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering,
op 24 juni 2015.
griffier voorzitter

Algemene Toelichting

Met ingang van 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht geworden. Ingevolge de Participatiewet is de gemeente verplicht om cliëntenparticipatie in een verordening te regelen. Dit was ook al zo bij de Wet werk en bijstand (WWB).

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet.

Artikel 47 - Cliëntenparticipatie

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers:

a. vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

b. worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

c. deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

d. onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

e. worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • -

    die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • -

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • -

    personen zonder uitkering; en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van het cliëntenpanel ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente.

De verordening regelt de wettelijke verplichting voor de gemeente Baarn. Hierbij is als basis genomen de verordening die er al was op dit gebied onder de Wet werk en bijstand. De verordening kent een cliëntenparticipatiepanel, waarvan de leden uit maatschappelijke organisaties komen welke blijkens hun doelstelling en feitelijke werkzaamheden zich direct of indirect richten op de belangen van personen uit de doelgroep. De verordening regelt de samenstelling en bevoegdheden van het panel, zoals die gelden in de Participatiewet. Het belangrijkste daarbij is het recht van het panel structureel te overleggen over alle van belang zijnde zaken bij de uitvoering van de wettelijke taken op grond van de Participatiewet en aanverwante wetten. Het panel kan hierbij gevraagd en ongevraagd advies geven aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn.