Verordening afvalstoffenheffing gemeente Baarn 2021

Geldend van 30-12-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing gemeente Baarn 2021

RAADSBESLUIT

Openbaar

Zaaknummer 180020

Onderwerp: Vaststellen gemeentelijke belastingverordeningen 2021

De raad van de gemeente Baarn

- gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2020

- behandeld in het debat in de raad d.d. 9 december 2020

b e s l u i t:

De volgende gemeentelijke belastingverordeningen vast te stellen:

1 Verordening afvalstoffenheffing 2021

2a Verordening begraafplaatsrechten 2021

2b Tarieventabel begraafplaatsrechten 2021

3 Verordening forensenbelasting 2021

4 Verordening hondenbelasting 2021

5a Legesverordening 2021

5b Tarieventabel legesverordening 2021

6 Verordening onroerendezaakbelastingen 2021

7 Verordening precariobelasting 2021

8 Verordening reclamebelasting Centrumgebied 2021

9 Verordening rioolheffing 2021

10 Verordening roerende woon- en bedrijfsruimten 2021

11 Verordening toeristenbelasting 2021

Vastgesteld in de vergadering, op 16 december 2020

C. Heusingveld

griffier

M.A. Röell

voorzitter

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing gemeente Baarn 2021 (Verordening afvalstoffenheffing Baarn 2021).

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Voorwerp van de belasting

1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

2. Als perceel wordt aangemerkt:

a. de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

b. de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

c. een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

d. een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar

de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

e. het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

a. bij gebruik daarvan door één persoon € 282,12

b. bij gebruik daarvan door meer dan één persoon € 393,00

2. Het aantal personen dat gebruik maakt van een perceel wordt beoordeeld naar de situatie op 1 januari van het belastingjaar of indien later het tijdstip van het ontstaan van de belastingplicht.

3. Het op aanvraag inzamelen van grof huishoudelijk afval onverminderd het bepaalde in onderdeel 1 bedraagt de belasting voor het op de aanvraag inzamelen van grof huishoudelijk afval, per aanvraag: 

3.1 tot en met 1 kubieke meter   € 100,00

3.2 meer dan 1 kubieke meter   € 100,00

te vermeerderen met voor € 50,00

voor elke m3 of een gedeelte van een m3

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

5. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 9. Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10. Overgangsrecht

De Verordening reinigingsheffingen 2021 van 18 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing gemeente Baarn 2021.

De griffier, De voorzitter,