Richtlijn uitvoering gemeentelijke uitvaarten gemeente Baarn

Geldend van 07-11-2015 t/m heden

Intitulé

Richtlijn uitvoering gemeentelijke uitvaarten gemeente Baarn

Het college van burgemeester en wethouders van Baarn, dan wel de burgemeester van Baarn,

ieder voor zover het de hun gegeven bevoegdheid betreft;

overwegende, dat het noodzakelijk is om een nadere richtlijn vast te stellen waarin regels zijn gesteld rondom de zorg voor de gemeentelijke uitvaarten;

Gelet op de artikelen 20, 21 en 22 van de Wet op de lijkbezorging;

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1.

    Deze richtlijn verstaat onder:

    a. de wet: de Wet op de lijkbezorging (Wet van 7 maart 1991, Stb. 130);

    b. de overledene: de overleden persoon waarvoor de gemeente op grond van de wet zorgdraagt voor het uitvoeren van de uitvaart;

    c. nabestaanden: familieleden en andere personen die gerechtigd zijn tot de nalatenschap van de overledene;

    d. verzorgenden: personen die voorafgaand aan het overlijden de zorg hebben gehad voor de dagelijkse verzorging en verpleging van de overledene;

    e. de gemeentelijke uitvaart: een uitvaart als bedoeld in de artikelen 21 en 22 van de wet, in welk geval de familie of andere nabestaanden niet voorzien in de uitvaart van de overledene;

    f. de uitvaartondernemer: de onderneming die zorgdraagt voor de uitvoering van de uitvaart van de overledene;

    g. de begraafplaats: de Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Wijkamplaan te Baarn.

Hoofdstuk 2 Omvang van de zorg rondom de gemeentelijke uitvaart

Artikel 2

In verband met de zorg voor een gemeentelijke uitvaart draagt de burgemeester zorg voor het verstrekken van een opdracht tot dienstverrichting door een uitvaartondernemer, indien blijkt dat geen nabestaanden beschikbaar of bereid zijn daartoe zorg te dragen.

Artikel 3

Deze richtlijn voorziet in de zorg van de uitvaart van de overledene waarvan is komen vast te staan dat geen nabestaanden bekend zijn, dan wel nabestaanden niet voor de zorg van de uitvaart kunnen of willen zorgdragen. Als de gemeente zorgdraagt voor de uitvaart, gebeurt dit op een sobere wijze en volgens de aanwijzingen van deze richtlijn.

Artikel 4

Bij de uitvoering van een gemeentelijke uitvaart respecteert de burgemeester in beginsel de keuze van de wijze van de uitvaart (waartoe behoren een begrafenis of crematie) die door de overledene is gemaakt dan wel is gemaakt door diens nabestaanden of verzorgenden. Indien de overledene zijn lijk uitdrukkelijk tot ontleding heeft bestemd, gebeurt dit overeenkomstig hoofdstuk V van de wet.

Artikel 5

Als van de overledene dan wel diens nabestaanden of verzorgenden ten aanzien van de wijze van de uitvaart geen keuze bekend is, wordt de overledene begraven in een algemeen graf op de begraafplaats.

Hoofdstuk 3 De uitvoering van de uitvaart

Artikel 6

De uitvaartondernemer is bevoegd om de volgende kosten aan de gemeente in rekening te brengen:

a. het overbrengen van de overledene naar een rouwcentrum;

b. het kisten van de overledene in een eenvoudige kist;

c. het in bewaring nemen van de overledene in de gekoelde bewaring tot het moment van de begrafenis of de crematie;

d. het verzorgen van de benodigde formaliteiten;

e. het ter beschikking stellen van maximaal vier dragers en een rouwauto op de dag van de uitvaart;

f. in geval van de begrafenis van de overledene: de kosten van de begraafplaats, bestaande uit de tarieven van de uitgifte van een algemeen graf en voor het begraven van de overledene;

g. in geval van de crematie van de overledene: de kosten van het cremeren van de overledene en van de asverstrooiing.

Artikel 7

Als de gemeente opdracht geeft tot een uitvaart:

a. heeft de lijkbezorging in overeenstemming met het bepaalde in de wet plaats;

b. blijft het verlenen van geestelijke bijstand beperkt tot het uitvoeren van de rituelen die op grond van de geloofsovertuiging van de overledene in verband met overlijden of uitvaart verplicht zijn.

Artikel 8

Niet voor enige betaling of vergoeding door de gemeente komt in aanmerking:

a. het plaatsen van een rouwadvertentie in dagbladen of andere media;

b. het drukken en verzenden van rouwkaarten;

c. het houden van condoleancebijeenkomsten of herdenkingsdiensten;

d. het aan de nabestaanden ter beschikking stellen van een asbus met de as van de overledene;

e. overige diensten of vergoedingen die verband houden met de uitvoering van een uitvaart.

Hoofdstuk 4 Het verhaal van de kosten van de uitvaart

Artikel 9

De gemeente draagt zorg voor het verhaal van de kosten van de uitvaart in overeenstemming met artikel 22 van de wet.

Artikel 10

Als aan de uitvaartondernemer in verband met de voorbereiding van de uitvaart contant geld, uitvaartpolissen of andere geldswaardige documenten van de overledene worden overhandigd, wordt dit terstond door de uitvaartondernemer aan de gemeente overgedragen.

Artikel 11

Het verhaalde komt ten gunste van de gemeentekas of wordt in mindering op de te verhalen kosten gebracht.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 12

In de gevallen waarin deze richtlijn niet voorziet, beslist de burgemeester.

Artikel 13

Deze richtlijn kan worden aangehaald als de “Richtlijn uitvoering gemeentelijke uitvaarten gemeente Baarn”.

Ondertekening

Baarn, 3 november 2015.

Burgemeester en wethouders van Baarn.

Namens deze,
de secretaris, de burgemeester,

De burgemeester van Baarn,

M.A. Röell