Regeling vergunningen voor tijdelijk verhuur van koopwoningen

Geldend van 29-06-2012 t/m heden

Intitulé

Regeling vergunningen voor tijdelijk verhuur van koopwoningen

Het college van burgemeester en wethouders stelt de volgende regeling vast.

1.Inleiding

De gemeente Barendrecht wil, als onderdeel van het pakket van maatregelen om de gevolgen van de kredietcrisis op de woningmarkt te verminderen, de doorstroming in de koopwoningmarkt stimuleren.

Vanwege de crisis ondervinden eigenaren van koopwoningen moeilijkheden met de verkoop van hun woning. Daardoor kiezen zij ervoor eerst hun eigen woning te verkopen en pas daarna zelf een andere woning aan te kopen. Hierdoor wordt de verkoop van woningen geremd. De gemeente Barendrecht wil door het aanbieden van de mogelijkheid uit de Leegstandwet om “leegstaande te koop staande woningen” tijdelijk te mogen verhuren de koopmarkt stimuleren.

Het verlenen van vergunning voor de tijdelijke verhuur van een koopwoning vermindert het risico op dubbele woonlasten, omdat de huuropbrengst de dubbele woonlasten (deels) compenseert.

Daarnaast worden door het gebruik maken van de Leegstandwet de huurbescherming uit het Burgerlijk wetboek uitgeschakeld waardoor de verkoper de woning bij verkoop toch “vrij van bewoning” kan opleveren.

Basis voor deze regeling is de Leegstandwet.

2.Wettelijk kader

2.1

Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 15 van de Leegstandwet een vergunning verlenen voor de tijdelijke verhuur van woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning, die:

  • -

    nog nooit bewoond is geweest (nieuwbouwwoning);

  • -

    in de 12 maanden voordat de woning leeg kwam te staan door de eigenaar geheel of grotendeels bewoond is geweest (of, wanneer de woning minder dan een jaar geleden is opgeleverd, sindsdien door de eigenaar bewoond is geweest);

  • -

    in de 10 jaar voordat de woning leeg kwam te staan slechts 3 jaar (geheel of gedeeltelijk) verhuurd is geweest.

2.2

De vergunning wordt slechts verleend indien:

  • -

    de woning, waarvoor de vergunning wordt aangevraagd leeg staat;

  • -

    van de eigenaar in redelijkheid niet kan worden gevergd dat deze de woning op een andere wijze dan door het aangaan van een huurovereenkomst op grond van de Leegstandwet aan de volkshuisvesting dienstbaar maakt;

  • -

    de eigenaar aantoont dat de te verhuren woning, gelet op de omstandigheden en mogelijkheden, in voldoende mate bewoond zal worden;

  • -

    er voor deze woning niet eerder een vergunning is afgegeven.

2.3

De vergunning wordt voor dezelfde woning slechts eenmaal verleend, voor de duur van maximaal 2 jaar. Op verzoek van de eigenaar kunnen burgemeester en wethouders de duur van de vergunning verlengen met telkens 1 jaar tot een maximum van in totaal 5 jaren.

2.4

Een verzoek om verlenging van de duur van de vergunning moet worden ingediend voordat de huidige vergunning haar geldigheid verliest.

2.5

Aan de vergunning worden de volgende bijzondere bepalingen (art. 16 Leegstandwet) toegevoegd:

  • -

    de duur van de huurovereenkomst is minimaal 6 maanden;

  • -

    voor de huurder geldt een opzeggingstermijn van maximaal 1 maand;

  • -

    voor de verhuurder geldt een opzeggingstermijn van minimaal 3 maanden;

  • -

    de huurovereenkomst eindigt in elk geval op het tijdstip waarop de vergunning haar geldigheid verliest;

  • -

    de huurprijs mag niet hoger zijn dan de in de vergunning vastgestelde maximale huurprijs, (berekend conform artikel 16 lid 9 van de Leegstandwet);

  • -

    de huurovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan, waarbij melding moet worden gemaakt van de verleende vergunning, het tijdvak en de daarin vermelde huurprijs.

2.6

Tegen de beslissing van burgemeester en wethouders staat conform de Leegstandwet geen beroep open. Daardoor is er conform de Awb ook geen mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de beslissing omtrent het verlenen van de vergunning en tegen de hoogte van de huurprijs.

2.7

De bepalingen van artikel 15 en 16 van de Leegstandwet, voor zover hier niet genoemd, zijn onverkort van kracht op de (aanvraag van de) vergunning voor de tijdelijke verhuur van een koopwoning.

3.Aanvullingen ten behoeve van koopwoningen met een anti-speculatiebeding

3.1

Voor koopwoningen met een anti-speculatiebeding gelden de volgende aanvullende voorwaarden/bepalingen.

3.2

De vergunning voor tijdelijke verhuur voor deze woningen wordt alleen verleend als de woning leeg staat en te koop is. De tijdelijke verhuurvergunningsmogelijkheid kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden. In die gevallen blijft het bepaalde in de Notitie Anti-speculatiebeding onverkort van kracht en daarmee ook de huurbeschermingsbepalingen uit het Burgerlijk wetboek.

3.3

Het verlenen van vergunning voor het tijdelijk verhuren van deze woningen stelt de Notitie Anti-speculatiebeding niet buiten werking. Bij verkoop van de betreffende woning binnen zeven of 10 jaar na datum van transport van de akte waarbij hij de grond heeft gekocht moet aan de voorwaarden in genoemde notitie worden voldaan.

3.4

Bij de aanvraag voor de vergunning voor tijdelijke verhuur moet worden aangetoond dat de verkoper eigenaar of huurder is van andere zelfstandige woonruimte en dat de aanvrager daar woonachtig is.

3.5

In afwijking van het gestelde in artikel 2.3 van deze regeling zal de vergunning voor tijdelijke verhuur van een koopwoning met anti-speculatiebeding in eerste instantie voor maximaal 1 jaar worden verleend. De mogelijkheid van verlenging met telkens 1 jaar geldt ook voor deze woningen, tot een maximum van in totaal vijf jaren.

3.6

Bij de aanvraag voor verlenging van de vergunning zal moeten worden aangetoond dat er sprake is van actieve pogingen tot verkoop van de woning (zoals activiteiten van een makelaar, funda etc).

4.De procedure

4.1

De aanvraag wordt ingediend bij burgemeester en wethouders en bevat in ieder geval de volgende documenten:

  • -

    een volledig en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier overeenkomstig een door de Minister vastgesteld model (Modelaanvraag Leegstandwet Tv en Modelaanvraag Leegstandwet Vtv);

  • -

    een kopie van de Akte van levering, zodat blijkt dat de aanvrager eigenaar is van de betreffende woning;

  • -

    een verklaring inzake de te hanteren huurprijs, onderbouwd met een overzicht van de toegekende woningwaarderingspunten (formulier van de Huurcommissie: Waardering zelfstandige woning), afgegeven door een onafhankelijk beëdigd adviseur (bijvoorbeeld een makelaar);

  • -

    een bewijs dat de aanvrager momenteel woonachtig is in een andere door de aanvrager aangekochte woning of een door de aanvrager voor onbepaalde tijd gehuurde woning;

  • -

    bij een aanvraag om verlenging ook een bewijs dat de verkoop actief geschiedt (geldt alleen voor woningen met een anti-speculatiebeding).

4.2

De aanvraag wordt getoetst op basis van deze regeling en de bepalingen in de Leegstandwet;

4.3

De hoogte van de huurprijs wordt bepaald op basis van het woningwaarderingsstelsel behorende bij de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.

4.4

Burgemeester en wethouders beslissen zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 8 weken op de aanvraag.

5.Leges

Voor het in behandeling nemen van:

  • -

    een aanvraag voor vergunning voor de tijdelijke verhuur van een koopwoning

  • -

    een aanvraag voor verlenging van de duur van de vergunningzijn leges verschuldigd conform het gestelde in de tarieventabel bij de Legesverordening Gemeente Barendrecht.

Ondertekening

Vastgesteld, d.d.
Het college van burgemeester en wethouders van Barendracht,
De burgemeester, de secretaris,
J. van Belzen M. van Bijnen