Regeling vervallen per 01-01-2014

Ethische gedragscode

Geldend van 29-06-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Ethische gedragscode

Het college van burgemeester en wethouders stelt de volgende regeling vast.

 

Inleiding

Deze code is opgesteld door de gemeenteraad van Barendrecht en beoogt de integriteit van het bestuurlijk en ambtelijk handelen te handhaven. De ethische code richt zich tot alle bestuurders en medewerkers van de gemeente, ongeacht de contractsvorm. De code is geen substituut voor bestaande regelgeving, doch bevat slechts aanvullende bepalingen. Getracht wordt de abstracte regels te concretiseren door middel van het verstrekken van richtlijnen voor integer gedrag. De gemeenteraad verzoekt alle bestuurders en medewerkers deze code na te leven. Met het oog hierop is de code aan hen uitgereikt. Tevens wordt deze code uitgereikt aan alle nieuwe bestuurders en medewerkers.

Er is een groot grijs gebied tussen het toelaatbare en ontoelaatbare. Iedereen legt ergens anders de grenzen. Wat voor de één nog net toelaatbaar is kan voor een collega ontoelaatbaar zijn. Door middel van deze code geven wij aanwijzingen voor het zelfstandig bepalen van het toelaatbare gedrag. De integriteit van de gemeente wordt door u bepaald. Derhalve doen wij een beroep op uw verantwoordelijkheidsbesef. De in de bijlagen afgedrukte toepasselijke regels met toelichting dienen daarbij als richtsnoer.

Begripsomschrijving

De overheid geniet het vertrouwen van de burgers indien ze op een onafhankelijke en onbaatzuchtige wijze het algemeen belang behartigt. Iedere schijn van partijdigheid, onzorgvuldigheid en baatzuchtigheid moet vermeden worden. Tevens moet de overheid in alle openheid handelen en beleid vaststellen. Bij de overheid prevaleert immers het algemeen belang zelfs, indien persoonlijke belangen daardoor worden geschaad. Een overheid die handelt conform deze criteria zal in de regel integer handelen.

Doel van de ethische gedragscode

Integriteit is een belangrijke bestaansvoorwaarde voor overheidsorganen. Alleen een overheid die zich houdt aan vooraf bepaalde onafhankelijke en onpartijdige normen kan normen afdwingen en geniet het vertrouwen van de burgers. Het vertrouwen van de burgers in het openbaar bestuur is essentieel omdat het de fundering is van onze democratische rechtsstaat. Een overheidsinstelling dient dus alles in het werk te stellen om het rechtvaardig vertrouwen te behouden. Dit vertrouwen wordt niet in de schoot geworpen maar wordt afgedwongen door integer te handelen.

De laatste decennia vervult de overheid niet alleen haar reguliere overheidstaken, doch treedt ze steeds vaker op als marktpartij (denk bijvoorbeeld aan het grondbedrijf). Een rol die voor de oorlog ondenkbaar was voor overheidsorganen. De overheid is geen normale marktpartij omdat er strengere eisen worden gesteld aan haar gedragingen. Haar eventueel onethisch gedrag, als marktpartij, heeft namelijk repercussies op het aanzien van het openbaar bestuur. De overheid dient dus altijd rekening te houden met het algemeen belang.

Dit kan problemen oproepen als de overheid optreedt als marktpartij. Een marktpartij behartigt in de regel één belang, kiest voor één contractspartij en zal derden niet snel informeren over contractuele afspraken. Bestuurders en medewerkers die als marktpartij optreden hebben daardoor behoefte aan duidelijke richtlijnen.

Wij hebben een code opgesteld om de onafhankelijkheid en de integriteit van de gemeente te waarborgen. Onder andere moet worden voorkomen dat de gemeente door het handelen of nalaten van een bestuurder of medewerker:

  • 1.

    in verlegenheid wordt gebracht;

  • 2.

    in een afhankelijke positie wordt gedrongen;

  • 3.

    een individueel belang laat prevaleren boven het algemene belang.

Algemene uitgangspunten ter bevordering van de gemeentelijke integriteit

  • De integriteit van de gemeente wordt bepaald door gedragingen van zowel bestuurders als medewerkers. Niet de gemeente handelt met derden maar haar vertegenwoordigers. Wij doen daarom een beroep op uw verantwoordelijkheidsgevoel. U bepaalt in eerste instantie zelf of bepaalde handelingen en gedragingen toelaatbaar zijn. Immers niet alle onethische voorstellen kunnen op voorhand worden beschreven. Wij volstaan dus met het verstrekken van algemene uitgangspunten waaraan u uw gedragingen kunt toetsen.

    Om integer te handelen dient u in ieder geval de volgende uitgangspunten in acht te nemen. Deze opsomming is niet limitatief. Het zijn richtlijnen om zelf te bepalen of handelingen en gedragingen toelaatbaar zijn.

  • 1. Zelden zal een onethisch voorstel op voorhand kunnen worden besproken met een chef of een collega. In eerste instantie bepaalt u dus zelf of u een voorstel kunt aanvaarden; er wordt een beroep gedaan op uw verantwoordelijkheidsbesef. Verantwoordelijkheid durven nemen houdt in dat u ontoelaatbare handelingen en gedragingen nalaat en onoorbare voorstellen resoluut afwijst.

  • 2. Een terughoudende opstelling is een vereiste voor integer handelen. Indien u twijfelt over de toelaatbaarheid van een voorstel dient u dit af te wijzen. Hierdoor zult u respect afdwingen. Mensen die gemakkelijk te verleiden zijn roepen over het algemeen een negatieve reactie op. Een terughoudende opstelling houdt ook in dat u nimmer een (onverplichte) tegenprestaties voor uzelf verlangt of een verzoek daartoe indient.

  • 3. Belangenverstrengelingen moeten voorkomen worden. U scheidt zakelijke en privé-belangen. U zorgt er tevens voor dat u geen zakelijke connecties aangaat met een bedrijf of instelling waarmee u persoonlijk een bepaalde relatie hebt.

  • 4. U waarborgt uw onafhankelijke positie en neemt het algemeen belang in acht. U vermijdt gedragingen die u of de gemeente in diskrediet kunnen brengen.

  • 5. Openbaarheid en openheid zijn belangrijke middelen tegen handelingen die het daglicht slecht verdragen. Derden zullen zich gereserveerder opstellen indien bekend is dat onethische gedragingen in de openbaarheid komen. Over voorstellen en aanbiedingen moet openlijk met bestuurders, het management of collega's gesproken kunnen worden. U vermijdt gedragingen waarover u met uw chef of een bestuurder niet durft te spreken.

Nevenwerkzaamheden

Bestuurders en medewerkers aanvaarden geen (on)betaalde nevenwerkzaamheden indien de werkzaamheden de belangen van de dienst kunnen raken. Voor bestuurders gelden de voorschriften uit de Gemeentewet (zie bijlage). De raadsleden, wethouders en de burgemeester melden alle (on)betaalde functies aan bij het sectorhoofd algemene zaken. Het sectorhoofd stelt een lijst op. Belangstellenden kunnen deze lijst inzien.

Bestuurders en de gemeentesecretaris aanvaarden geen (neven)functies die:

  • -

    ongewenst worden geacht

  • -

    onverenigbaar zijn met de gemeentelijke functie (de zogenaamde incompatibiliteiten).

Een bestuurder of de gemeentesecretaris die een nevenfunctie wenst uit te oefenen doch twijfelt aan de juistheid van zijn keuze wint het gevoelen van de raad in.

Burgemeester en wethouders genieten geen vergoedingen voor werkzaamheden verricht in nevenfuncties, welke zij vervullen uit hoofde van hun ambt of tijdens diensttijd. Eventuele vergoedingen uit dergelijke nevenfuncties worden gestort in de gemeentekas. In de Memorie van Toelichting van de Gemeentewet worden twee voorbeelden van dergelijke nevenfuncties genoemd, namelijk een bestuursfunctie bij:

  • 1.

    een lichaam ingesteld op grond van een gemeenschappelijke regeling,

  • 2.

    een privaatrechtelijke instelling waarin de gemeente participeert.

Medewerkers moeten het college van burgemeester en wethouders schriftelijk informeren over alle (on)betaalde nevenwerkzaamheden die zij verrichten of gaan verrichten. De melding kan achterwege blijven indien de belangen van de gemeente op geen enkele wijze kunnen worden geraakt door de vervulling van de nevenactiviteiten. Deze uitzondering geldt met name voor onbetaalde nevenfuncties en hobby's.

Voorbeelden van werkzaamheden die u niet hoeft aan te melden zijn: lidmaatschap van de kerkenraad, het verrichten van vrijwilligers- of liefdadigheidswerk, participatie in een schoolbestuur en het verrichten van activiteiten voor sportclubs. U moet wel het college inlichten over nevenwerkzaamheden die u verricht voor door de gemeente gesubsidieerde verenigingen, instellingen, stichtingen en sportclubs. Tevens dient u alle bezoldigde nevenwerkzaamheden aan te melden. De aangemelde nevenwerkzaamheden worden vervolgens geregistreerd door de sector p.o.i.. Om de actualiteit van de registratie te waarborgen dient u de beëindiging van nevenwerkzaamheden te melden bij de sector p.o.i.

Het college van burgemeester en wethouders kan u verbieden nevenwerkzaamheden te verrichten als ze een goede vervulling van uw functie in de weg staan of als de goede functionering van de openbare dienst niet is verzekerd (artikel 125 Ambtenarenwet). Hiervan is sprake bij:

  • -

    onoorbare belangenverstrengeling,

  • -

    botsing van belangen,

  • -

    schade aan het aanzien van het ambt,

  • -

    onvoldoende beschikbaarheid voor de functie bij de gemeente,

  • -

    het verrichten van nevenactiviteiten tijdens bedrijfstijd.

Bij de beoordeling over het opleggen van een verbod houdt het college rekening met de volgende omstandigheden:

  • -

    het karakter van de nevenwerkzaamheden,

  • -

    de functie van de medewerker in de organisatie,

  • -

    het gebied waarin de nevenwerkzaamheden worden verricht,

  • -

    de verwevenheid met de functie bij de gemeente,

  • -

    of de integriteit van de ambtenaar in het geding kan komen,

  • -

    het risico op misbruik van gemeentelijke informatie,

  • -

    de reputatie van het bedrijf of de branche waarin de nevenactiviteit wordt verricht,

  • -

    risico op negatieve publiciteit en publieke effecten,

  • -

    zwaarte van de nevenwerkzaamheden,

  • -

    tijdstip waarop de nevenwerkzaamheden worden verricht.

(Interne) belangenverstrengeling

Verstrengeling van belangen moet te allen tijde worden vermeden en tegen onwenselijke belangenverstrengelingen wordt adequaat opgetreden. Bij belangenverstrengeling gaat het niet alleen om de concentratie van taken en bevoegdheden in de handen van één medewerker, doch ook om een ongewenste vermenging van tegengestelde privé- en werkgeversbelangen. Belangenverstrengeling bedreigt de onafhankelijkheid en/ of de onpartijdigheid van de gemeente.

De gemeente heeft haar organisatie zodanig ingericht dat interne belangenverstrengeling wordt voorkomen. Zo wordt de uitoefening en de controle van financiële aangelegenheden niet in één hand gelegd. Bovendien is er een duidelijke functiescheiding aangebracht en wordt een concentratie van bevoegdheden vermeden. Een gewijzigde of nieuwe functiebeschrijving wordt aan deze uitgangspunten getoetst alvorens de functie wordt vastgesteld. Bovendien bevat de financiële verordening richtlijnen voor het indienen van declaraties. Daarnaast is het management alert op potentiële of vermeende belangenverstrengelingen vooral bij kwetsbare functionarissen c.q. functies. Bij kwetsbare functies besteedt de manager in ieder beoordelingsgesprek aandacht aan het integriteitsgehalte van de gedragingen van zijn medewerker. Tevens zal een manager alert zijn op persoonlijke situaties van zijn medewerkers die kunnen leiden tot ontoelaatbare handelingen. Ten slotte schroomt het management niet om ongewenste situaties te bespreken in een beoordelingsgesprek en gepaste maatregelen voor te stellen aan het college.

Indien de gemeente handelt met een bedrijf of instelling waarmee een bestuurder of medewerker een relatie heeft draagt de bestuurder of medewerker de activiteiten over aan een collega. Een medewerker draagt de werkzaamheden over aan een collega indien zijn zakelijke c.q. vriendschappelijke relatie/familielid/bedrijf een zakelijke relatie wenst aan te gaan of een conflict heeft met de gemeente. Bovendien mag een bestuurder of ambtenaar die ten behoeve van privé-activiteiten de medewerking vraagt van bedrijven, waarmee de gemeente een relatie onderhoudt, bij dat bedrijf geen verwachtingen wekken over gemeentelijke gedragingen.

Cadeaus, geschenken en giften

Vermeden moet worden dat geschenken naar huisadressen van bestuurders of medewerkers worden gestuurd. P.o.i. verstrekt derhalve geen privé-adressen en telefoonnummers aan derden, tenzij het college hiervoor toestemming heeft gegeven. Van bestuurders, medewerkers en hun gezinsleden wordt verwacht dat ze zich terughoudend opstellen en dat ze geen dure cadeaus of geld aanvaarden. Ook het aannemen of verstrekken van geschenken voor een tegenprestatie is ontoelaatbaar.

Daarentegen is het aannemen van een geschenk met een symbolische functie acceptabel. Medewerkers informeren hun leidinggevende over alle aanbiedingen en ontvangen cadeaus zonder symbolische functie. Bestuurders melden deze zaken bij hun collegae.

Bestuurders en medewerkers mogen kerstpakketten aanvaarden indien de waarde binnen acceptabele grenzen blijft. Exorbitante pakketten worden onmiddellijk teruggestuurd met de schriftelijke mededeling dat de gemeente hier geen prijs op stelt. De bestuurder of medewerker die een kerstpakket (aangeboden) heeft gekregen informeert respectievelijk zijn collegae of zijn leidinggevende.

Bedrijven die exclusieve cadeaus of geld hebben aangeboden krijgen een brief van het college waarin de gemeente zijn afkeuring laat blijken. Deze relaties worden in het vervolg met de nodige terughoudendheid benaderd.

Lunches en diners

Bestuurders en medewerkers mogen een aangeboden lunch of diner aanvaarden indien de lunch of het diner een onderdeel is van een zakelijke bespreking. Medewerkers, die een diner hebben geaccepteerd, lichten hierover het bestuurssecretariaat in.

Reizen en aanbiedingen van derden

Medewerkers moeten vooraf toestemming vragen aan hun leidinggevende voor het maken van binnenlandse dienstreizen of het bezoeken van zakelijke relaties. Bestuurders hebben deze informatieplicht niet. De kosten van een dienstreis komen in principe ten laste van de gemeente, tenzij de gemeentesecretaris een anders beslist.

Medewerkers moeten toestemming vragen aan de gemeentesecretaris voordat ze een aanbod aanvaarden voor een entertainment-bijeenkomst, feest, uitstapje of een (buitenlandse) reis ed. De gemeentesecretaris licht het college periodiek in over de uitnodigingen en aanbiedingen die het ambtelijk apparaat heeft ontvangen. Bestuurders die een aangeboden entertainment-bijeenkomst, feest, uitstapje of een (buitenlandse) reis ed. willen aanvaarden lichten het college hierover in. Uitnodigingen van het bedrijfsleven voor het bezoeken van projecten in het buitenland worden op hun merites beoordeeld, zodat per geval kan worden bezien of de gemeente deze kosten zelf voor zijn rekening zal nemen.

De burgemeester en de wethouders informeren het college indien ze op kosten van de gemeente een cursus gaan volgen of een congres gaan bezoeken.

Gemeentelijke eigendommen

Medewerkers mogen geen gebruik maken van gemeentelijke eigendommen voor privé-doeleinden tenzij de leidinggevende vooraf toestemming heeft verleend. Het uitlenen van gemeentelijke eigendommen aan bevriende relaties is altijd ontoelaatbaar.

Inkoop

De centrale inkoper hanteert de beroepscode van de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement. De code is in de bijlage afgedrukt.

Vertrouwelijke informatie

De gemeente heeft voorzieningen getroffen ter bescherming van vertrouwelijke informatie. Tevens zijn geautomatiseerde bestanden beschermd. De werknemer is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in verband met zijn functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard van de zaak volgt. Voor een toelichting verwijzen wij naar de toelichting bij artikel 125a Ambtenarenwet (zie bijlage). Bestuurders en medewerkers geven geen vertrouwelijke informatie door aan (zaken)relaties. Schending van deze norm wordt aangemerkt als plichtsverzuim.

Maatregelen en sancties

Wanneer is aangetoond dat een bestuurder of medewerker zich schuldig heeft gemaakt aan laakbaar gedrag, plichtsverzuim of vermeende schending van strafrechtelijke normen neemt een bestuursorgaan passende maatregelen of sancties, tenzij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zich hiertegen verzetten. De maatregel of sanctie die wordt opgelegd, op basis van bestaande regelgeving, staat in verhouding tot:

  • 1.

    de mate waarin de normen zijn overtreden;

  • 2.

    de consequenties van de normschending;

  • 3.

    de verwijtbaarheid en toerekenbaarheid;

  • 4.

    de omstandigheden van het geval.

In geval van vermeende schending van strafrechtelijke normen wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.

Ondertekening

11 mei 1999,
Burgemeester en wethouders van Barendrecht,
de secretaris, de burgemeester,
J.Dijkstra. M.Th. van de Wouw.

Historie

  • 1.

    De ethische gedragscode is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 oktober 1997 (adviesbladnummer 97.4734).

  • 2.

    Het college heeft de code geactualiseerd naar aanleiding van Loga-circulaire ARZ/705806, lbr. 97/189 (adviesbladnr. )

  • 3.

    Op 11 mei 1999 heeft het college de passage over "reizen en aanbiedingen van derden" herschreven (adviesbladnr. ).

BIJLAGEN

Achtergrondinformatie voor raadsleden

  • -

    Artikel 12 Gemeentewet met toelichting over openbaarmaking van functies

  • -

    Artikel 13 Gemeentewet met toelichting over incompatibiliteiten

  • -

    Artikel 15 Gemeentewet met toelichting over verboden handelingen

Achtergrondinformatie voor wethouders

  • -

    Artikel 44 Gemeentewet met toelichting over vergoedingen voor nevenfuncties

  • -

    Artikel 45 Gemeentewet met toelichting over incompatibiliteiten

  • -

    Artikel 46 Gemeentewet met toelichting over sanctie onverenigbare betrekking

  • -

    Artikel 47 Gemeentewet met toelichting over onverenigbare betrekking

Achtergrondinformatie voor burgemeester

  • -

    Artikel 66 Gemeentewet met toelichting over vergoedingen voor nevenfuncties

  • -

    Artikel 67 Gemeentewet met toelichting over nevenfuncties

  • -

    Artikel 68 Gemeentewet met toelichting over incompatibiliteiten

  • -

    Artikel 69 Gemeentewet met toelichting over verboden handelingen

Achtergrondinformatie voor de gemeentesecretaris

  • -

    Artikel 102 Gemeentewet met toelichting over verboden handelingen

Achtergrondinformatie voor de leden van het college

  • -

    Artikel 169 Gemeentewet met toelichting over verantwoordingsplicht

Achtergrondinformatie voor de medewerkers

  • -

    Artikelen 15:1:1 tot en met 15:1:8 Lokale Arbeidsvoorwaardenverordening

  • -

    Artikel 125 Ambtenarenwet met toelichting over nevenwerkzaamheden

  • -

    Toelichting bij oude artikelen over nevenwerkzaamheden

  • -

    Artikel 125a Ambtenarenwet met toelichting over geheimhoudingsplicht

  • -

    Bijlage 5 financiële verordening over declaraties

  • -

    N.E.V.I. beroepscode voor centrale inkoper