Regeling vervallen per 01-07-2020

Nadere regels artikel 70 Apv Gebiedsontzegging gemeente Barneveld

Geldend van 15-02-2017 t/m 30-06-2020

Intitulé

Nadere regels artikel 70 Apv Gebiedsontzegging gemeente Barneveld

De burgemeester van de gemeente Barneveld;

Overwegende:

dat de gebiedsontzegging een maatregel is om de openbare orde in het aangewezen gebied te handhaven, de criminaliteit en overlast terug te dringen en burgers hun gevoel van veiligheid terug te geven;

dat ook in de gemeente Barneveld overlast plaatsvindt van personen die de openbare orde verstoren en/of zich schuldig maken aan criminaliteit;

dat het gedrag van deze personen onder meer bestaat uit samenscholing, hinderlijk drankgebruik, geweldpleging. schreeuwen, openlijk gebruik van drugs, handel in drugs, onvoorspelbare agressiviteit en het anderszins lastig vallen van personen;

dat door dit gedrag burgers overlast ervaren en dat dit gedrag bij burgers reële en concrete gevoelens van onveiligheid teweeg brengt;

dat voor het opleggen van een gebiedsopzegging moet zijn voldaan het situatievereiste, dat wil zeggen dat er sprake moet zijn van omstandigheden die tot het ingrijpen ter handhaving van de openbare orde kunnen noodzaken;

dat daarnaast ook moet zijn voldaan aan het doelcriterium: de maatregel moet gericht zijn op het beëindigen of voorkomen van (verdere) ordeverstoringen of overlast of het beperken van de gevolgen daarvan en dat de maatregel moet voldoen aan de eisen van subsidiariteit (er is geen minder zwaar middel voorhanden) en proportionaliteit (de gebiedsontzegging staat in verhouding tot de te bestrijden problematiek c.q. het te bereiken doel);

dat de gebiedsontzegging moet worden gezien als een ultimum remedium;

dat daarom in artikel 70 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Barneveld is bepaald dat de burgemeester bevoegd is om een persoon een gebiedsontzegging op te leggen in het belang van:

  • de openbare orde;

  • het voorkomen of beperken van overlast;

  • het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- en leefklimaat;

  • de veiligheid van personen of goederen;

  • de gezondheid of zedelijkheid.

dat de gebiedsontzegging kan worden opgelegd aan personen die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten en daarvoor per brief reeds een bestuurlijk waarschuwing hebben ontvangen;

dat het toepassen van de bevoegdheid alleen kan ten tijde van een (dreigende) ordeverstoring en dat de duur van de maatregel direct gekoppeld is aan de situatie dat er gevaar dreigt voor de openbare orde.

dat het opleggen van een gebiedsontzegging niet inhoudt dat er geen strafrechtelijk vervolg door het Openbaar Ministerie plaatsvindt tegen de gepleegde strafbare feiten;

dat de burgemeester in deze nadere regels aangeeft op welke wijze hij en/of de door hem gemandateerde ambtenaren van de bevoegdheid van artikel 70 APV gebruik kunnen maken;

gelet op artikel 70 van de APV;

besluit:

vast te stellen de Nadere regels Gebiedsontzegging gemeente Barneveld

Artikel 1 Aangewezen gebied

Een persoon wordt een gebiedsontzegging opgelegd welke geldt voor het door de burgemeester aan te wijzen gebied.

Artikel 2 Waarschuwingsbrief

  • 1. Na het eerste geconstateerde strafbare feit of de openbare orde verstorende handeling als bedoeld in bijlage 1 behorende bij deze nadere regels wordt de persoon schriftelijk gewaarschuwd dat bij een volgende overtreding de burgemeester kan overgaan tot een gebiedsontzegging.

  • 2. De politie levert na de geconstateerde overtreding deze informatie aan bij de burgemeester.

  • 3. De waarschuwingsbrief wordt per post verzonden en indien mogelijk uitgereikt aan de geadresseerde.

Artikel 3 Opleggen en duur gebiedsontzegging

  • 1. Een besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging voor maximaal 48 uur als bedoeld in artikel 70, eerste lid van de APV kan niet eerder worden genomen dan na de tweede geconstateerde overtreding van de in artikel 4, eerste lid genoemde feiten, blijkend uit de omstandigheden dat de overtreder voor de tweede maal een proces-verbaal of dagvaarding is aangezegd of uitgereikt heeft gekregen.

  • 2. Een besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging van maximaal acht weken als bedoeld in artikel 70, tweede lid van de APV kan niet eerder worden genomen dan na de derde geconstateerde overtreding van de in de artikel 4, eerste lid genoemde feiten, blijkend uit de omstandigheden dat de overtreder voor de derde maal een proces-verbaal of dagvaarding is aangezegd of uitgereikt heeft gekregen. De strafbare feiten moeten zich hebben voorgedaan binnen twaalf maanden na het in het eerste lid genoemde besluit.

Artikel 4 Geconstateerde feiten die in aanmerking komen voor een gebiedsontzegging

  • 1. Indien voor de in bijlage 1 bij deze beleidsregel behorende lijst van feiten een proces-verbaal is aangezegd of een dagvaarding is uitgereikt, en mits er een relatie bestaat met het aan te wijzen gebied, kan gelet op artikel 3 een besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging worden genomen.

  • 2. De in de bijlage 1 genoemde feiten dienen plaats te vinden in het publieke domein.

  • 3. De gebiedsontzegging geldt tijdens de in de bekendmaking van het besluit genoemde periode en dagen. De periode van de gebiedsontzegging kan alle dagen van een week betreffen (van 00.00 tot 24.00 uur) voor de duur van ten hoogste acht weken.

Artikel 5 Besluit opleggen gebiedsontzegging

  • 1. Het besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging dient gemotiveerd te zijn.

  • 2. In de motivering wordt in ieder geval aangegeven:

    • aantal en inhoud van de processen-verbaal van de geconstateerde overtredingen en de relatie met aan te wijzen gebied;

    • eventueel eerdere gebiedsontzeggingen;

    • vermelding van de waarschuwingsbrief;

    • overige feiten en omstandigheden welke van belang kunnen zijn;

    • periode en duur van de gebiedsontzegging;

    • gebied van de ontzegging en de kaart van het gebied als bijlage.

Artikel 6 Persoon woonachtig of werkzaam in het aangewezen gebied

Indien de persoon aan wie het besluit tot gebiedsontzegging wordt opgelegd, woont of werkt in het gebied waarvoor de ontzegging geldt, wordt dat aangewezen gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft van en naar zijn/haar woning of werklocatie of naar de middelen van openbaar vervoer, niet zijnde een taxi.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op 15 februari 2017.

  • 2. Op deze datum wordt de op 21 januari 2011 vastgesteld Beleidsregel artikel 63a Verblijfsontzegging en de op 1 mei 2004 in werking getreden Nota Verblijfsontzeggingen ingetrokken.

  • 3. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels gebiedsontzegging gemeente Barneveld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 10 januari 2017,

De burgemeester voornoemd,

dr. J.W.A. van Dijk,

Burgemeester

Bijlage 1:  

Bijzondere wetten:

  • overtreding artikel 2 Opiumwet (harddrugs, voorkomende op Lijst I)

  • bezit en/of gebruik van meer dan de gebruikershoeveelheid softdrugs voorkomende op lijst II (artikel 3 Opiumwet)

  • overtreding artikel 13 Wet Wapens en Munitie: traangas, boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d.

  • overtreding Wet Wapens en Munitie: vuurwapens/schietwapens

Misdrijven:

  • openlijke geweldpleging (141 Sr)

  • ambtsdwang (179 Sr)

  • wederspannigheid (180 Sr)

  • ambtsdwang en wederspannigheid in vereniging (182 Sr)

  • niet opvolgen ambtelijk bevel (184 Sr)

  • schennis van de eerbaarheid (239 Sr)

  • feitelijke aanranding van de eerbaarheid (246 Sr)

  • belediging van het openbaar gezag (267 Sr)

  • bedreiging (285 Sr)

  • eenvoudige mishandeling (300 Sr)

  • mishandeling met voorbedachte rade (301 Sr)

  • zware mishandeling (302 Sr)

  • zware mishandeling met voorbedachte rade(303 Sr)

  • diefstal (310,311,312 Sr)

  • afpersing/afdreiging (317/318 Sr)

  • vernieling (350 Sr)

Overtredingen:

  • straatschenderij (424 Sr)

  • In dronkenschap belemmeren van verkeer of orde verstoren (426 Sr)

  • openbare dronkenschap (453 Sr)

Overtreding APV:

  • samenscholing en ongeregeldheden (10 APV)

  • plakken en kladden (42 APV)

  • betreden plantsoenen e.d (47 APV)

  • hinderlijk gedrag op openbare plaatsen (49 APV)

  • gevaarlijke voorwerpen (50 APV)

  • verboden drankgebruik (51 APV)

  • hinderlijk gedrag bij of in gebouwen (52 APV)

  • hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten (53 APV)

  • gebiedsontzegging (70 APV)

  • gebruiken en bij zich hebben van carbid (65 APV)

  • drugshandel op straat (66 APV)

  • natuurlijke behoefte doen (95 APV)