Regeling vervallen per 01-01-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester tot het vaststellen van de toedeling van hun bevoegdheden aan medewerkers die bevoegd zijn om deze namens hen uit te oefenen (Mandaatregeling gemeente Barneveld)

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester tot het vaststellen van de toedeling van hun bevoegdheden aan medewerkers die bevoegd zijn om deze namens hen uit te oefenen (Mandaatregeling gemeente Barneveld)

Het college van burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester, van de gemeente Barneveld, elk voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op de artikelen 59a, 168 en 171 van de Gemeentewet juncto afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten:

vast te stellen de Mandaatregeling gemeente Barneveld

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders, of de burgemeester, van de gemeente Barneveld;

  • 2.

    gemandateerde: de medewerker die bevoegd is om namens het bestuursorgaan diens publiekrechtelijke bevoegdheden uit te oefenen, of om namens de gemeente Barneveld feitelijke handelingen dan wel privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • 3.

    mandaat: de bevoegdheid om namens het bestuursorgaan:

    • a.

      besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht te nemen;

    • b.

      privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten (volmacht); en

    • c.

      feitelijke handelingen te verrichten (machtiging), waaronder het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die samenhangen met het genoemde onder a en b.

  • 4.

    medewerker: de persoon die:

    • a.

      bij de gemeente Barneveld als werknemer in dienst is, en

    • b.

      binnen een specifiek taakgebied werkzaamheden verricht voor de gemeente Barneveld die overeenkomen met de werkzaamheden die onder a bedoelde medewerkers ook verrichten.

  • 5.

    portefeuillehouder: in het geval het college van het burgemeester en wethouders mandaatgever zijn, het lid van dit college aan wie het aandachtsgebied toegewezen is, waar de gemandateerde bevoegdheid betrekking op heeft; en

  • 6.

    specifieke functionaris: de medewerker met de functietitel ‘directeur’, ‘afdelingshoofd’, ‘teamleider’, of ‘projectleider en andere medewerkers met (deel)budgethouderschap’.

Artikel 2. Instructies

De gemandateerde neemt, voorafgaande aan ieder gebruik van een bevoegdheid die aan hem gemandateerd is, kennis van de instructies van de (portefeuillehouder van de) mandaatgever en handelt hier ook naar.

Artikel 3. Mandaat medewerker

Een medewerker heeft het mandaat om alle rechts- en feitelijke handelingen te verrichten die voortvloeien uit de wet- en regelgeving die op de datum van inwerkingtreding van deze mandaatregeling van kracht is, behalve indien artikel 4 of artikel 6 op deze bevoegdheid van toepassing is.

Artikel 4. Mandaat specifieke functionaris

Onverminderd de aan hem als medewerker ingevolge artikel 3 gemandateerde bevoegdheden beschikt een specifieke functionaris over het mandaat om alle rechts- en feitelijke handelingen te verrichten voor zover de betreffende bevoegdheid genoemd is in bijlage 1 bij dit besluit en daarbij diens functietitel vermeld is, en voor zover artikel 6 niet op die bevoegdheid van toepassing is.

Artikel 5. Inherent mandaat specifieke functionaris

Onverminderd het bepaalde in artikel 4 beschikt de specifieke functionaris:

  • a.

    ‘directeur’ ook over het mandaat dat aan andere specifieke functionarissen is toegekend;

  • b.

    ‘afdelingshoofd’ ook over het mandaat dat aan de specifieke functionarissen met de functietitel ‘teamleider’ en ‘projectleider en andere medewerkers met (deel) budgethouderschap’ is toegekend;

  • c.

    ‘teamleider’ ook over het mandaat dat aan de specifieke functionaris met de functietitel ‘projectleider en andere medewerkers met (deel)budgethouderschap’ is toegekend.

Artikel 6. Uitzondering op alle mandaten

In afwijking van de artikelen 3, 4 en 5 hebben zowel de medewerker als de specifieke functionaris geen mandaat als de betreffende bevoegdheid genoemd is in bijlage 2 bij dit besluit.

Artikel 7. Wijze van ondertekening

In de ondertekening van stukken in het kader van de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid worden in ieder geval de volgende gegevens vermeld:

  • -

    de naam van het bestuursorgaan aan wie de bevoegdheid toegekend is;

  • -

    de naam en handtekening van de medewerker die de bevoegdheid in mandaat uitoefent en, voor zover van toepassing, de functietitel; en

  • -

    dat de bevoegdheid namens het betreffende bestuursorgaan wordt uitgeoefend.

Artikel 8. Intrekking

Het besluit van het college van burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester van Barneveld van 17 mei 2017 tot het vaststellen van de Mandaatregeling gemeente Barneveld (Gemeenteblad 2017, nr. 90669), evenals het besluit van voornoemde bestuursorganen van 29 november 2017 tot vaststelling van de Eerste wijziging mandaatregeling gemeente Barneveld (Gemeenteblad 2017, nr. 233654) worden ingetrokken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 1 januari 2020 in werking.

Artikel 10. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatregeling gemeente Barneveld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 3 december 2019.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

H.F.B. van Steden,

Secretaris

dr. J.W.A. van Dijk,

Burgemeester

De burgemeester voornoemd,

dr. J.W.A. van Dijk

Bijlage 1: bevoegdheden, zoals bedoeld in artikel 4 van de Mandaatregeling gemeente Barneveld, waarvoor alleen een mandaat voor een specifieke functionaris geldt:

Hieronder volgt per specifieke functionaris een opsomming van de bedoelde bevoegdheden.

Directeur

  • toepassen van het functiewaarderingssysteem HR21, behalve indien dit betrekking heeft op een directeur;

  • het aangaan van arbeidsovereenkomsten, het omzetten van een tijdelijk in een vast dienstverband, het bepalen van het salarisniveau en het wijzigen van een arbeidsovereenkomst, van een afdelingshoofd;

  • opzeggen dienstverband van een afdelingshoofd conform een van de genoemde gronden in artikel 7:669 BW;

  • mondeling ontslag op staande voet van een medewerker, niet zijnde een directeur, op grond van artikel 7:677 BW;

  • schriftelijke bevestiging ontslag op staande voet op grond van artikel 7:677 BW indien het een afdelingshoofd betreft;

  • beslissing om een afdelingshoofd te schorsen als ordemaatregel;

  • alle vaststellingsovereenkomsten, die betrekking hebben op personeelsaangelegenheden; en

  • vrijwillige overplaatsing van een functionaris naar een andere afdeling.

Afdelingshoofd

Personeel

  • vacaturestelling. het aangaan van arbeidsovereenkomsten, het omzetten van een tijdelijk in een vast dienstverband, het bepalen van het salarisniveau en het wijzigen van een arbeidsovereenkomst1, met uitzondering van de situatie dat het een directeur of een afdelingshoofd betreft;

  • opzeggen dienstverband van een medewerker, niet zijnde een directeur of een afdelingshoofd conform een van de genoemde gronden in artikel 7:669 BW;

  • schriftelijke bevestiging ontslag op staande voet op grond van artikel 7:677 BW voor medewerkers, niet zijnde een directeur of een afdelingshoofd;

  • beslissing om een medewerker, niet zijnde een directeur of een afdelingshoofd, te schorsen als ordemaatregel;

  • beslissingen inzake salaris en/of andere toelagen/uitkeringen, bedoeld in hoofdstuk 3 cao gemeenten en lokale regelingen.

Overig

  • machtiging van een medewerker om de gemeente en/of het gemeentebestuur in alle gerechtelijke procedures in alle instanties te vertegenwoordigen;

  • aangaan, ondertekening en paraferen van alle overeenkomsten tot een bedrag van maximaal € 50.000,- of in het geval het in- of verkoop of ruiling van onroerende zaken betreft tot een bedrag van maximaal € 200.000,--2, met dien verstande dat de volgende bevoegdheden (ook) aan een ‘medewerker’ gemandateerd zijn:

    • 1)

      beslissingen inzake verhuur, verpachting en in gebruik geven van onroerende zaken, waaronder het opzeggen, aangaan en wijzigen van bedoelde overeenkomsten, alsmede het invoeren van huurwijzigingen daarvan en het in gebruik geven daarvan aan anti-kraakwacht, ongeacht de onderliggende geldwaarde;

    • 2)

      beslissingen inzake aan- en verkoop en ruiling van onroerende zaken tot maximaal € 50.000,

    • 3)

      het nemen van besluiten en de (schriftelijke) vertegenwoordiging bij alle buitengerechtelijke rechtshandelingen en die betrekking hebben op onroerende zaaktransacties en (gedeeltelijke) vestiging, wijziging,

    • 4)

      het vastleggen van het resultaat van onderhandelingen over de verwerving van gronden in een overeenkomst, alsmede het ondertekenen en paraferen van die overeenkomst, indien daarin expliciet opgenomen is dat deze overeenkomst gesloten wordt onder voorbehoud van goedkeuring van burgemeester en wethouders dan wel de gemeenteraad; en

    • 5)

      de ondertekening en parafering van alle overeenkomsten, indien daaraan een besluit van het college van burgemeester en wethouders tot het aangaan van de betreffende overeenkomst ten grondslag ligt.

    • 6)

      het aangaan en het ondertekenen van geldleenovereenkomsten, vestiging van het recht van hypotheek of een stil pandrecht ter meerdere zekerheid van de afdoening van een lening (inclusief rangwisseling en royement), budgetteringsovereenkomsten, arbeidsovereenkomsten betreffende re-integratie, overeenkomsten met aanbieders van re-integratie- en/of scholingstrajecten), indien dit plaatsvindt in het kader van de Participatiewet c.a. (incl. Bbz 2004), IOAW, IOAZ (inclusief de op deze regelingen van toepassing zijnde verordeningen en beleidsregels) en van overeenkomsten voor budget en financieel beheer en schuldhulpverlening, alle ongeacht de geldelijke waarde die deze vertegenwoordigen.

  • (gedeeltelijke) weigering en intrekking van een aangevraagde subsidie, ook voor subsidies die in de vorm van een lening verstrekt worden. Bij subsidie werkgelegenheidsplannen heeft dit mandaat ook betrekking op de toekenning van deze subsidie;

  • (gedeeltelijk) afwijzende beschikkingen en bijbehorende uitvoeringscorrespondentie inzake: sport, jeugd- en jongerenwerk, sociaal cultureel werk, bibliotheekwerk, kinderopvang, wijkopbouwwerk, dorpshuizen, gemeentelijk accommodatiebeheer, muziekschool, Schaffelaartheater, museum Nairac;

  • oninbaar verklaren van bedragen tussen de € 250,= en € 5.000,=, met uitzondering van bedragen in het kader van de Participatiewet en daarop gebaseerde voorschriften;

  • afhandeling van een inbreuk op de beveiliging van persoonsgegevens jegens betrokkene, na de melding van die inbreuk aan de Autoriteit Persoonsgegevens door een medewerker;

  • optreden tegen illegale ingebruikname gemeentegrond, inclusief gerechtelijke procedures;

  • aangifte doen van geconstateerde strafbare feiten;

  • verkeersbesluiten voor de plaatsing en verwijdering van verkeerstekens en/of maatregelen op of aan de weg (hieronder vallen niet: tijdelijke verkeersmaatregelen ten behoeve van evenementen); en

  • aangaan en ondertekenen parkeerovereenkomst bij verlenen ontheffing parkeereis bouwplannen in Barneveld-Centrum.

Teamleider

Personeel

  • gesprekkencyclus en vaststellen beoordeling;

  • beslissingen over reiskosten en declaraties;

  • beslissing inzake stageovereenkomsten;

  • beslissing inzake vakantie-, zorg- en calamiteitenverlof;

  • overschrijving van niet genoten verlofdagen naar een volgend kalenderjaar;

  • beslissing inzake gebruik eigen auto voor dienstreizen;

  • beslissing inzake bijzonder -bezoldigd- verlof;

  • uitvoering arbobeleid, waaronder opstellen en uitvoeren plan van aanpak;

  • beslissing inzake schadevergoeding bij schade aan eigen vervoermiddel tijdens dienstreis;

  • beslissingen inzake voorschotten op salaris.

Toezicht en handhaving

  • vooraankondiging van een last onder bestuursdwang, van een last onder dwangsom en van een bestuurlijke boete, behalve indien het een overtreding van de Participatiewet of een daarop gebaseerd wettelijk voorschrift betreft, dan wel van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Barneveld;

  • het nemen van een besluit, houdende een last onder dwangsom, alsmede het opheffen dan wel verminderen van een (last onder) dwangsom bij handhaving van het verbod uit de APV inzake inbrekerswerktuigen. Indien de (last onder) dwangsom ziet op de handhaving van andere verboden dan geldt dit mandaat tot en met een bedrag van € 10.000,=, behalve bij verboden in het kader van drugsbeleid, waarvoor het laatstgenoemde bedrag € 75.000,= is, en bij het verbod uit de APV inzake drugshandel op straat, waarvoor het laatstgenoemde bedrag € 20.000,-- is. Bij overtredingen van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Barneveld zijn de bedoelde bevoegdheden ook gemandateerd aan een ‘medewerker’;

  • het nemen van een besluit, houdende een last onder bestuursdwang, voor zover dit spoedbestuursdwang is, en niet plaatsvindt bij een overtreding van het verbod tot het plaatsen van voorwerpen op de weg in het kader van een ontruiming;

  • afwijzing van een verzoek om handhaving;

  • het nemen van een kostenbeschikking na het toepassen van bestuursdwang;

  • het nemen van een beschikking houdende uitstel van betaling, dan wel het wijzigen of intrekken daarvan, mits die verband houdt met een handhavingsprocedure;

  • personen aanwijzen die bevoegd zijn plaatsen te betreden en werkzaamheden uit te voeren, voor zover dat nodig is voor de feitelijke uitvoering van een last onder bestuursdwang;

  • alle rechts- en feitelijke handelingen betreffende verkoop of overdracht van meegevoerde zaken en opgeslagen zaken, bij of na de feitelijke uitvoering van bestuursdwang;

  • verlenging begunstigingstermijn van een last onder dwangsom, tenzij de opschorting plaatsvindt tijdens behandeling van een tegen die last lopende bezwaar- of (hoger) beroepsprocedure;

  • beslissing inzake invordering van een verbeurde dwangsom, al dan niet op verzoek van een belanghebbende;

  • het aanwijzen van medewerkers die belast zijn met de heffing van gemeentelijke belastingen betreffende parkeren (parkeercontroleurs);

  • het aanwijzen van personen als toezichthouder in de zin van de Awb.

Bestuursrechtelijke geldschulden

  • vaststelling wettelijke rente, tenzij door een medewerker van de afdelingen Bedrijfsvoering of Sociaal Domein;

  • (opdracht geven tot) invordering bij dwangbevel, tenzij door een medewerker van de afdelingen Bedrijfsvoering of Sociaal Domein, ingeval van invordering van een voorschot;

  • verlenen of weigeren voorschotbeschikking, dan wel het wijzigen of intrekken daarvan, tenzij door een medewerker van de afdelingen Bedrijfsvoering of Sociaal Domein. Het ondertekenen van voorschotkwitanties is overigens voor alle afdelingen voorbehouden aan een ‘teamleider’;

  • gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van een geldsom (zoals verbeurde dwangsommen), tenzij door een medewerker van de afdelingen Bedrijfsvoering of Sociaal Domein;

Niet-tijdig besluiten

  • beslissing op een ingebrekestelling wegens niet-tijdig beslissen, inclusief vaststelling verschuldigde dwangsom; en

  • terugvordering onverschuldigd betaalde dwangsommen wegens niet-tijdig beslissen.

Vergunningen, ontheffingen c.a.

  • weigering standplaatsvergunning Warenmarktverordening;

  • aanwijzen toezichthouders Warenmarktverordening;

  • schorsen van een vergunning als bedoeld in de Drank- en Horecaverordening en de bepalingen van de APV inzake horeca;

  • het ontzeggen van toegang tot een ruimte waar in strijd met de Drank- en Horecawet- en regelgeving alcoholische drank geschonken wordt;

  • weigeren van andere APV-vergunningen of -ontheffingen dan hierboven bedoeld, behalve inzake evenementen, kledinginzameling, jaarstandplaats, commerciële rommelmarkt, carbid, in welke gevallen ook een ‘medewerker’ gemandateerd is;

  • weigering vergunning of ontheffing als bedoeld in andere wet- en regelgeving dan elders in deze of in een andere bijlage bij de Mandaatregeling Barneveld is bedoeld (“bijzondere wetten”).

Gerelateerd aan Ruimtelijke Ontwikkeling

  • beslissing inzake aanwijzing van een gemeentelijk monument, na overleg met de portefeuillehouder;

  • buiten behandeling laten van een aanvraag om bestemmingsplanherziening;

  • afwijzing van een herhaalde aanvraag om bestemmingsplanherziening;

  • ondertekening van uitgaande brieven waarin een principebeslissing (positief of negatief) op een verzoek om een planologische besluit wordt medegedeeld;

  • ondertekening brieven waarbij een vastgesteld planologisch besluit naar externen, zoals de inspectie Leefomgeving en Transport, wordt gezonden;

  • mededeling uitkomst beoordeling vooroverleg-onderzoek over haalbaarheid planologisch besluit;

  • positief of negatief (ontwerp-) projectafwijkingsbesluit (incl. daaraan gekoppelde correspondentie), mits er geen zienswijze(n) is/zijn ingediend en in overleg met de portefeuillehouder;

  • beslissing tot afwijking welstandsadvies, na overleg met de portefeuillehouder.

Overig

  • aangaan, ondertekening en parafering verwerkersovereenkomsten betreffende persoonsgegevens;

  • ondertekening declaraties diverse ministeries.

Projectleider en andere medewerkers met (deel)budgethouderschap

Algemeen

  • aangaan, ondertekening en parafering van alle overeenkomsten (behoudens het inhuren van personeel) in het kader van de realisatie van een project, en/of van bouwwerken, voor zover dit past binnen het betreffende (deel)budget en in overeenstemming is met de geldende gemeentelijke budgethoudersregeling. Voor zover de overeenkomst een geldelijke waarde vertegenwoordigt van meer dan € 50.000,--, na overleg met de ambtelijk opdrachtgever;

  • verlenging overeenkomst aan einde van de looptijd onder gelijkblijvende voorwaarden. Voor zover de overeenkomst een geldelijke waarde van meer dan € 50.000,-- vertegenwoordigt, na overleg met de portefeuillehouder;

  • beslissingen inzake een aanbesteding van werken, van leveringen en diensten alsmede van sociale en andere specifieke diensten, behalve de definitieve gunning in geval van “bezwaar” binnen de standstill-periode en in geval van een voorlopig (gemotiveerd) gunningsadvies; en

  • het aangaan, ondertekenen en paraferen van overeenkomsten die voortvloeien uit aanbestedingsprocedures. Een wethouder is op basis van artikel 168 Gemeentewet ook bevoegd om overeenkomsten die voortvloeien uit aanbestedingsprocedures namens het daartoe bevoegde bestuursorgaan te ondertekenen.

Gerelateerd aan Ruimtelijke Ontwikkeling

  • ondertekenen verzoek vaststelling hogere grenswaarden ingevolge Wet geluidhinder;

  • beslissen op verzoek vaststelling hogere grenswaarden ingevolge Wet geluidhinder, incl. het beoordelen en beantwoorden zienswijzen;

  • niet-eenvoudige voorbereidings- en uitvoeringscorrespondentie inzake planologische voorstellen en besluiten;

  • besluiten tot het al dan niet geven van gelegenheid tot inspraak bij planologische procedures;

  • in het kader van een planologische procedure reageren op tijdens een inspraakprocedure ingediende reacties, alsmede het besluiten tot aanpassing beleidsvoornemen, in overleg met de portefeuillehouder;

  • besluit tot het ter inzage leggen van een ontwerp van een planologisch besluit, in overleg met de portefeuillehouder als er tijdens de inspraak reacties zijn ingediend;

  • het aangaan van overeenkomsten om te waarborgen dat maatregelen worden uitgevoerd waarover in het kader van een planologische procedure met verzoeker afspraken zijn gemaakt, tenzij het een (anterieure) exploitatieovereenkomst betreft, in welke geval (ook) een ‘medewerker’ gemandateerd is;

  • mededeling aanwijzing van gebieden ingevolge Wet voorkeursrecht gemeenten;

  • beoordeling en beantwoording zienswijzen tegen toepassing Wet voorkeursrecht gemeenten;

  • alle correspondentie inzake projecten;

  • gemeente in en buiten rechte vertegenwoordigen bij het aangaan en het uitvoeren van verhaalsovereenkomsten inzake tegemoetkoming planschade;

  • beslissing om aanvraag tegemoetkoming planschade aan te houden totdat de schadeveroorzakende planologische maatregel onherroepelijk is geworden;

  • vragen om advies ter voorbereiding van beslissing, zoals aan de Provinciale Planologische Commissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken, e.a;

  • beslissing (positief of negatief) of er voor een MER-beoordelingsplichtige activiteit een milieueffectrapportage moet worden opgesteld.

Bijlage 2: bevoegdheden, zoals bedoeld in artikel 6 van de Mandaatregeling gemeente Barneveld, waarvoor in aanvulling op hetgeen hierover in afdeling 10.1.1 Awb is opgemerkt, geen mandaat geldt:

Algemeen

  • het nemen van een besluit op een bezwaarschrift;

  • het vaststellen van een plan tot wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan;

  • de beslissing over het voorleggen van een ontwerp van een ander bestemmingsplan dan een wijzigings- of uitwerkingsplan aan de gemeenteraad;

  • het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, zoals volgt uit artikel 10:3, lid 2 Awb;

  • het nemen van een besluit op grond van wet- en regelgeving waarin met het oog op de openbare orde en veiligheid aan de burgemeester bevoegdheden zijn toegekend, zoals de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, met dien verstande dat:

    • a.

      ieder van de wethouders is gemandateerd om bij ontstentenis van de burgemeester diens bevoegdheden op grond van de bedoelde wet- en regelgeving uit te oefenen en

    • b.

      een uitzondering geldt voor de besluiten die vallen onder een in bijlage 1 genoemde categorie, alsmede besluiten op aanvragen om toestemmingen (ontheffingen, vergunningen, verklaringen van geen bezwaar en dergelijke) op grond van de bedoelde wet- en regelgeving;

  • het intrekken van begunstigende beschikkingen, behalve indien dat plaatsvindt op verzoek van de begunstigde;

  • nieuwe bevoegdheden die voortvloeien uit wet- en regelgeving die nog niet van kracht was op het moment dat de vigerende mandaatregeling in werking trad.

Personeel

  • opzeggen dienstverband van een directeur conform een van de genoemde gronden in artikel 7:669 BW;

  • aanvragen ontslagvergunning UWV in het geval van reorganisatie en langdurige arbeidsongeschiktheid;

  • het aangaan van arbeidsovereenkomsten, het omzetten van een tijdelijk in een vast dienstverband, het bepalen van het salarisniveau en het wijzigen van een arbeidsovereenkomst, alle voor zover het een directeur betreft;

  • de vertegenwoordiging van de gemeente bij buitengerechtelijke rechtshandelingen inzake het passeren van hypotheekakten bij de notaris, voor zover dit gebeurt in het kader van de hypotheekregeling voor personeel.

  • vaststellen van de functiewaardering HR21 en het toepassen van functiewaardering HR21 ten aanzien van een directeur;

  • beslissing omtrent schorsing van een directeur als ordemaatregel;

  • ontslag op staande voet op grond van artikel 7:677 BW indien het een directeur betreft, alsmede een schriftelijke bevestiging van een dergelijk ontslag aan een dergelijk functionaris; en

  • beslissen over verzoeken om een schadeloosstelling van € 1.000,= of hoger per geval, aan personeel dat schade lijdt bij de vervulling van zijn functie.

Overige overeenkomsten c.a.

  • de beslissing tot het aangaan van een overeenkomst, op grond waarvan de gemeente zich verbindt tot het leveren van een prestatie met een geldelijke waarde van € 50.000,-- of hoger, dan wel, in het geval het in- of verkoop of ruiling van onroerende zaken betreft, een bedrag van € 200.000,-- of hoger, met dien verstande dat de bevoegdheid tot:

    • (1)

      verlening van een opdracht tot het doen van onderzoek van een aanvullende opdracht in het kader van de realisatie van een project en/of van bouwwerken onder de in bijlage 1 genoemde voorwaarden gemandateerd is aan ‘projectleiders en andere medewerkers met (deel)budgethouderschap’;

    • (2)

      het aangaan van een overeenkomst die voortvloeit uit een aanbestedingsprocedures onder de in bijlage 1 genoemde voorwaarden gemandateerd is aan ‘projectleiders en andere medewerkers met (deel)budgethouderschap’;

    • (3)

      het nemen van besluiten en de (schriftelijke) vertegenwoordiging bij alle buitengerechtelijke rechtshandelingen en die betrekking hebben op onroerende zaaktransacties en (gedeeltelijke) vestiging, wijziging,

    • (4)

      het aangaan van overeenkomsten om te waarborgen dat maatregelen worden uitgevoerd waarover in het kader van een planologische procedure met verzoeker afspraken zijn gemaakt, gemandateerd is aan ‘projectleiders en andere medewerkers met (deel)budgethouderschap’, tenzij het een (anterieure) exploitatieovereenkomst betreft, in welk geval een ‘medewerker’ (ook) gemandateerd is;

    • (5)

      het vastleggen van het resultaat van onderhandelingen over de verwerving van gronden in een overeenkomst, alsmede het ondertekenen en paraferen van die overeenkomst, gemandateerd is aan een ‘medewerker’, indien daarin expliciet opgenomen is dat deze overeenkomst gesloten wordt onder voorbehoud van goedkeuring van burgemeester en wethouders dan van wel de gemeenteraad;

    • (6)

      inzake verhuur, verpachting en in gebruik geven van onroerende zaken, waaronder het opzeggen, aangaan en wijzigen van bedoelde overeenkomsten, alsmede het invoeren van huurwijzigingen daarvan en het in gebruik geven daarvan aan anti-kraakwacht, ongeacht de onderliggende geldwaarde, gemandateerd is aan een ‘medewerker’; en

    • (7)

      het aangaan en het ondertekenen van geldleenovereenkomsten, vestiging van het recht van hypotheek of een stil pandrecht ter meerdere zekerheid van de afdoening van een lening (inclusief rangwisseling en royement), budgetteringsovereenkomsten, arbeidsovereenkomsten betreffende re-integratie, overeenkomsten met aanbieders van re-integratie- en/of scholingstrajecten), indien dit plaatsvindt in het kader van de Participatiewet c.a. (incl. Bbz 2004), IOAW, IOAZ (inclusief de op deze regelingen van toepassing zijnde verordeningen en beleidsregels) en van overeenkomsten voor budget en financieel beheer en schuldhulpverlening, alle ongeacht de geldelijke waarde die deze vertegenwoordigen, gemandateerd is aan een ‘medewerker’.

  • het nemen van besluiten in het kader van een procedure tot aanbesteding van werken, van leveringen en diensten alsmede van sociale en andere specifieke diensten indien er sprake is van “bezwaar” binnen de standstill-periode en/of van een voorlopig (gemotiveerd) gunningsadvies;

  • het oninbaar verklaren van bedragen die hoger zijn dan € 5.000,= met uitzondering van bedragen in het kader van de Participatiewet en daarop gebaseerde wettelijke voorschriften;

  • aansprakelijkstellingen toekennen of afwijzen boven het eigen risico van de gemeente bij zijn verzekeringsmaatschappij;

  • nadeelcompensatie toekennen of afwijzen van € 10.000,= of hoger.

Handhaving

  • het opleggen van een last onder dwangsom alsmede het opheffen en het verminderen daarvan, voor zover de dwangsom meer bedraagt dan € 10.000,--. Indien de bedoelde besluiten zien op overtredingen van drugsbeleid dan dient voor het genoemde bedrag € 75.000,-- gelezen te worden. Bij overtreding van het APV-verbod inzake drugshandel op straat dient voor het genoemde bedrag € 20.000,-- gelezen te worden. Voorts geldt onafhankelijk van de hoogte van de dwangsom dat de bedoelde bevoegdheden wel gemandateerd zijn als er sprake is van een overtreding van het APV-verbod inzake inbrekerswerktuigen dan wel van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Barneveld.

  • het nemen van een besluit, houdende een last onder bestuursdwang, behalve indien dat besluit ziet op zogeheten spoedbestuursdwang;

  • het opleggen van een bestuurlijke boete, behalve indien de betreffende overtreding ziet op de Participatiewet en daarop gebaseerde wettelijke voorschriften.

Overig

  • positieve of negatieve beslissingen inzake een zogeheten projectafwijkingsbesluit, indien er (een) zienswijze(n) tegen het ontwerp van dit besluit is/zijn ingediend.

Aldus vastgesteld op 3 december 2019.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

H.F.B. van Steden

Secretaris

dr. J.W.A. van Dijk,

Burgemeester

De burgemeester voornoemd,

dr. J.W.A. van Dijk


Noot
1

Ten overvloede wordt opgemerkt dat overeenkomsten tot inhuur van personeel niet vallen niet onder het begrip ‘arbeidsovereenkomsten’. Hiervoor gelden de voorwaarden die genoemd zijn voor overeenkomsten onder ‘overig’.

Noot
2

Volledigheidshalve wordt voorts gewezen op het mandaat voor ‘projectleiders en andere ambtenaren met (deel)budgethouderschap’ betreffende overeenkomsten en de daarbij behorende voorwaarden, zoals later in deze bijlage vermeld.