Regeling vervallen per 15-02-2022

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Barneveld

Geldend van 15-03-2012 t/m 14-02-2022

Intitulé

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Barneveld

vast te stellen de verordening op de warenmarkten voor de gemeente Barneveld.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder: a. markt: een door het college ingestelde warenmarkt; b. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel; c. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder; d. dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen; e. standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel. f. standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

g. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats; h. Anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats, gesorteerd op datum verlening vaste standplaatsvergunning. i. marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

j. marktcommissie: commissie bestaande uit maximaal drie vaste standplaatshouders, die alle vaste standplaatshouders vertegenwoordigen. k. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld.  

Artikel 2 Inrichting van de markt;

1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt: a. het aantal standplaatsen; b. de afmetingen van de standplaatsen; c. de opstelling en indeling van de markt; d. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.  

Paragraaf 2 Vergunningen

Artikel 5 Standplaatsvergunning

1. Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college. 2. Een vergunning kan door het college op aanvraag worden verstrekt aan een natuurlijk persoon.

Artikel 6 Inhoud vaste standplaatsvergunning

Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval: a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder; b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van de locatie en de afmetingen daarvan; c. de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken; d. het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen e. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst

Artikel 7 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

a. de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan de marktmeester schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

b. Een nieuwe vergunninghouder die door de marktmeester geselecteerd is uit de reacties op een advertentie in een vakblad na advies van de marktcommissie.

Artikel 8 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

1. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde. Daarnaast is het mogelijk om de vaste standplaatsvergunning over te laten schrijven op een medewerker van de marktkoopman. Deze dient echter minimaal 6 maanden bij hem in dienst te zijn. 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder of een medewerker de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien het kind tenminste 18 jaar oud is en de medewerker ten minste zes maanden in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd

3. Als bedrijfsopvolger kan op grond van de verordening worden aangewezen :

a De partner, al of niet gehuwd, al of niet samenwonend en

b. het kind, bij een minimum leeftijd van 18 jaar

c. Een medewerker die tenminste zes maanden in loondienst is.

4. Bij overschrijving vaste standplaats naar een bedrijfsopvolger wordt de bedrijfsopvolger, ook als er sprake is van een partner dan wel aan het kind opnieuw op de anciënniteitlijst ingeschreven en vervallen alle voorgaande rechten.

5. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

6. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 9 Intrekking vastestandplaatsvergunning

1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in: a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder; b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 8 de vergunning wordt overgeschreven. 2. Het college kan een vastestandplaatsvergunning intrekken: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 13 genoemde vereisten. 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 8 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.  

Artikel 10 Toewijzing dagplaats

1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen. 2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 07.00 uur aanmelden bij de marktmeester.  

Artikel 11 Toewijzing standwerkersplaats

1. De marktmeester, wijst een standwerkersplaats toe op volgorde van aanmelding bij de marktmeester.

2. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan.

Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats  

Artikel 12 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

1. De standplaats die de vergunninghouder is toegewezen wordt door of namens de vergunninghouder persoonlijk ingenomen. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven. 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

3. De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.  

Artikel 13 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en twaalfmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 14 en 15.  

Artikel 14 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het marktmeester. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan. 

Artikel 15 Ontheffing en vervanging  

1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en twaalfmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.  

Artikel 16 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.  

Artikel 17 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren. 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 07.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt. Paragraaf 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen  

Artikel 18 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 19 Intrekking en schorsing vastestandplaatsvergunning

Onverminderd artikel 9 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt; b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.  

Artikel 20 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt; b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats; d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 21 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt; b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.  

Artikel 22 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester, zijn directe medewerkers, de bijzondere opsporingsambtenaren en de bij besluit van het college aangewezen personen.  

Artikel 23 Intrekking oude regeling

De Verordening regelende de warenmarkten in de gemeente Barneveld, vastgesteld op 1 juli 2006, wordt ingetrokken.  

Artikel 24 Overgangsbepalingen

1. Besluiten van het college die genomen zijn op grond van de in artikel 23 ingetrokken Verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ingetrokken Verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.  

Artikel 25 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 15 maart 2012

Artikel 26 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Warenmarktverordening gemeente Barneveld".