Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening voorzieningen wethouders en raadsleden gemeente Barneveld

Geldend van 05-02-2019 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening voorzieningen wethouders en raadsleden gemeente Barneveld

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • b.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • c.

    Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144;

  • d.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt.56;

  • e.

    Regeling rechtspositie wethouders: regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken houdende een aantal rechtspositionele aangelegenheden ten aanzien van wethouders, van 20 februari 2004, Stcrt. 41;

  • f.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • g.

    Gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;

  • h.

    raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder.

  • i.

    commissielid: lid van een commissie niet zijnde een raadslid.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoeding

  • 1.

    Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2.

    De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 4a Toelage lidmaatschap bijzondere raadscommissies

  • 1.

    Aan een raadslid dat lid is van de vertrouwenscommissie, bedoeld in artikel 61, derde lid, van de Gemeentewet, dan wel de rekenkamerfunctie, bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet, uitoefent dan wel lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid van de Gemeentewet, wordt voor de duur van het lidmaatschap van de commissie dan wel de duur van de activiteiten per maand een toelage toegekend van 10 % van de maandelijkse vergoeding, met een maximum per jaar van 5 % van de vergoeding voor de werkzaamheden op jaarbasis.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van het lidmaatschap dan wel de duur van de activiteiten vast.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1.

    Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Spaarloonregeling

Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentepersoneel geldende spaarloonregeling.

Artikel 9 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 10 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1.

    In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2.

    In het geval een raadslid een uitkering op grond van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting

Artikel 11 Computer

  • 1. Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een I-pad met bijbehorende software in bruikleen ter beschikking.

  • 2. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst waarvan het model door het college wordt vastgesteld.

Hoofdstuk IIA Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 11a Vergoeding commissielid

Aan een commissielid wordt een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen toegekend die gelijk is aan anderhalf keer het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, met dien verstande dat de vergoeding maximaal eenmaal per reguliere vergadercyclus van een raadsvergadering met voorafgaande commissievergaderingen wordt toegekend. Het bedrag wordt afgerond op een veelvoud van vijf euro.

Artikel 11b

De artikelen 5, 6, 7 en 11 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden.

Artikel 11c Reiskosten binnen de gemeente

Aan een commissielid wordt een vergoeding voor reis- en verblijfkosten in verband met reizen binnen de gemeente toegekend die gelijk is aan tien euro voor elke maal dat een vergoeding als bedoeld in artikel 11a is toegekend.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 12 Onkostenvergoeding

Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 13 Reiskosten woon-werkverkeer

De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 14 Zakelijke reiskosten

  • 1.

    Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 13 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 13 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte kosten.

  • 2.

    Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel.

Artikel 15 Verblijfkosten

De wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 14 volledig vergoed.

Artikel 16 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 17 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 18 Computer

  • 1. Op aanvraag wordt de wethouder ten laste van de gemeente een I-pad met bijbehorende software in bruikleen ter beschikking gesteld.

    2. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst waarvan het model door het college wordt vastgesteld.

Artikel 19 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1.

    De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2.

    Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 20 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van: a. reis- en pensionkostenvergoeding overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het rechtspositiebesluit wethouders; b. verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.

IV De procedure van de declaratie

Artikel 21

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 22 Betaling van kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 14, 15, 16 en 20 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier waarvan het model als bijlage bij deze regeling is gevoegd.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 1 maand onder bijvoeging van de originele stukken indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en indien het een raads-/commissielid betreft bij de griffier ingediend.

Artikel 23. Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 14, 15, 16, 17 en 20 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raads-/commissielid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2.

    De gemeentesecretaris indien het een wethouder betreft en de griffier indien het een raads-/commissielid betreft geeft op de factuur een toelichting op de gemaakte kosten en geeft de factuur voor betaling aan de artikel financiën.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen wethouders en raads- en commissieleden gemeente Barneveld.

Artikel 25 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 november 2011.

  • 2.

    Op dat tijdstip wordt de Verordening voorzieningen wethouders en raadsleden 2006 ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 oktober 2011.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,