Verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Bedum

Geldend van 10-04-2015 t/m heden

Intitulé

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE VAN DE GEMEENTE BEDUM

De raad van de gemeente Bedum;

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet en artikel 4a van het

Rechtspositiebesluit raad- en commissieleden;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE VAN DE GEMEENTE BEDUM

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Bedum;

  • b.

    voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    fractie: een politieke groepering die als resultaat van verkiezingen in de gemeenteraad is vertegenwoordigd.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een door de raad ingestelde commissie voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81p van de Gemeentewet.

  • 2. De commissie bestaat uit maximaal zoveel leden als er fracties zijn in de gemeenteraad, vermeerderd met één lid dat fungeert als externe deskundige. Elke fractie heeft het recht een lid voor benoeming aan te wijzen.

Artikel 3 Taken rekenkamercommissie

De taak van de commissie is het verrichten en doen verrichten van onderzoek naar en advies uitbrengen aan de raad over de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de commissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt op aanwijzing van de fracties de leden van de commissie. Met uitzondering van de externe deskundige kunnen tot lid van de commissie uitsluitend raadsleden worden benoemd.

  • 2. De raad benoemt op voordracht van de commissie een externe deskundige tot voorzitter.

Artikel 5 Zittingsperiode

De leden van de commissie worden in beginsel benoemd voor een periode gelijk aan de zittingsperiode van de raad. Binnen die periode staat het de fracties vrij jaarlijks een ander lid van de fractie voor benoeming aan te wijzen.

Artikel 6 Einde lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien het lid een functie aanvaardt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie.

  • 2. Het lidmaatschap van het externe lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

Artikel 7 Vergoedingen voor leden

  • 1.

    Het externe lid van de commissie ontvangt voor zijn werkzaamheden een vaste vergoeding die is gebaseerd op het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde vergoeding komt ten laste van het budget van de rekenkamer-commissie.

  • 3.

    De raadsleden van de commissie krijgen voor hun lidmaatschap geen vergoeding.

Artikel 8 De voorzitter

De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter heeft stemrecht. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt een door de commissie aan te wijzen lid op als voorzitter.

Artikel 9 Secretariaat

  • 1. De agendacommissie wijst, in overleg met het college van burgemeester en wethouders, een ambtelijk secretaris aan.

  • 2. De ambtelijk secretaris zorgt voor inhoudelijke ondersteuning van de commissie en verzorgt de agendaplanning, de verslaglegging en de dossiervorming.

Artikel 10 Selectie van onderzoeksonderwerpen

  • 1. De commissie verzoekt jaarlijks de raad onderwerpen voor onderzoek aan te dragen.

  • 2. De commissie stelt jaarlijks een werkplan vast, waarin worden vastgelegd: de keuze van de onderwerpen van onderzoek;

    • a.

      de probleemstelling;

    • b.

      de onderzoeksvragen;

    • c.

      de onderzoeksopdracht;

    • d.

      de onderzoeksopzet.

Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie is bevoegd alle documenten en andere informatiedragers die bij het gemeentebestuur berusten te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 4. De commissie heeft de in de leden 5 en 6 vermelde bevoegdheden ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen, ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b.

      privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstekt ten bedrage van ten minste 50 % van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 5. De commissie is bevoegd bij de betrokken instelling nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de commissie van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.

  • 6. De commissie kan, indien de documenten bedoeld in het vijfde lid daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De commissie stelt het college en de raad in kennis van haar voornemen om een dergelijk onderzoek te stellen.

  • 7. De commissie kan terugkoppelen naar de raad op momenten dat zij dat dienstig acht.

Artikel 12 Resultaten van het onderzoek

  • 1. De commissie legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten, met dien verstande dat daarin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.

  • 2. Alvorens een rapport definitief vast te stellen, stelt de commissie betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze over het conceptrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is geweest. De commissie kan bepalen wie verder als betrokkene wordt aangemerkt.

  • 3. Nadat de commissie de zienswijzen heeft besproken, stelt zij het definitieve rapport vast.

  • 4. De commissie deelt aan de raad, het college en, indien van toepassing, aan de betrokken rechtspersoon of het betrokken openbaar lichaam de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raad of het college kan zij ter zake voorstellen doen.

  • 5. De commissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

  • 6. De commissie zendt een afschrift van haar rapporten en haar verslag aan de raad en het college. Indien zij met toepassing van artikel 10 een onderzoek heeft ingesteld, zendt zij het rapport aan de betrokken rechtspersoon of het betrokken openbaar lichaam.

  • 7. De rapporten en de verslagen van de commissie zijn openbaar.

Artikel 13 Budget van de commissie

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de gemeentebegroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoeding als bedoeld in artikel 7;

    • b.

      de kosten van eventueel door de commissie in te schakelen externe deskundigen;

    • c.

      de overige uitgaven die de commissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

Artikel 14 Citeerartikel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Bedum.

  • 2.

    Deze verordening treedt terstond in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 3.

    De verordening van 3 juni 2010 komt daarmee te vervallen.

Bedum, 31 maart 2015

De raad voornoemd,

H.P. Bakker , voorzitter

H.P. Reijsoo , griffier