Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE 2016

De raad van de gemeente Bedum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;

gezien de adviezen van de Cliëntenraad SoZaWe, Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond,

gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;

besluit vast te stellen de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE 2016.

Artikel 1. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort

  • 1. Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.

  • 2. Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:

    • a.

      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet;

    • b.

      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en

    • c.

      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

  • 3. Een daartoe bevoegde externe organisatie adviseert het college met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht.

Artikel 2. Vaststelling loonwaarde

  • 1. Het college gebruikt de in de bijlage omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.

  • 2. Een daartoe bevoegde externe organisatie adviseert het college met betrekking tot de vaststelling van de loonwaarde van een persoon. Deze organisatie neemt daarbij de in de bijlage omschreven methode in acht.

Artikel 3. Hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van het bepaalde bij of krachtens deze verordening indien toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 4. Intrekken oude verordening

De Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE 2015, vastgesteld in de raadsvergadering van 22 januari 2015, wordt ingetrokken.

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE 2016.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 december 2015,

De voorzitter De griffier

Bijlage bij artikel 2 - wijze waarop loonwaarde wordt vastgesteld

Het college maakt gebruik van de loonwaardemethodiek Dariuz om de loonwaarde van een persoon te bepalen. Hierna wordt de werkwijze van de methode van Dariuz omschreven.

Loonwaardebepaling

Bij het bereiken van duurzame uitstroom speelt het instrument loonkostensubsidie een belangrijke rol. Om de hoogte van deze subsidie vast te stellen is een loonwaarde meting vereist, welke objectief en betrouwbaar dient te worden vastgesteld. Dariuz doet dit door een loonwaarde expert te faciliteren met een betrouwbare methodiek om de loonwaarde van een medewerker objectief vast te stellen. Hierbij voert de loonwaarde expert een assessment uit, waarna hij/zij aan de hand van de resultaten hiervan een bedrijfsbezoek verricht. De bevindingen van dit bedrijfsbezoek koppelt de loonwaarde expert terug in een online systeem, wat resulteert in een betrouwbare en valide meting van de loonwaarde en loonkostensubsidie van de medewerker.