Subsidieregeling gemeente Bedum Peuteropvang en voorschoolse educatie

Geldend van 20-03-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Subsidieregeling gemeente BedumPeuteropvang en voorschoolse educatie

Het college van de gemeente Bedum;

Overwegende dat:

  • ·

    v anaf 2018 de wet Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk en de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) in werking is getreden . De volgende wijzigingen gelden:

    • -

      Peuterspeelzaalwerk wordt onder de definitie van kinderopvang gebracht, waardoor deze kwaliteitseisen daarop van toepassing worden;

    • -

      Gelijkschakeling financieringsstructuur voor werkende ouders;

    • -

      Gelijkschakeling van kwaliteitseisen via het Wetsvoorstel innovatie en kwaliteit kinderopvang.

  • ·

    i n 2016 bestuurlijke afspraken zijn gemaakt tussen de Minister van SZW en de VNG om ervoor te zorgen dat alle ouders van peuters die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag een aanbod voor deelname aan peuteropvang krijgen van de gemeente.

  • ·

    het college, als gevolg van deze wijzigingen , een nieuwe regeling: “subsidie regeling peuteropvang en voorschoolse educatie” wenst vast te stellen . De gemeente Bedum streeft naar een hoog kwalitatief aanbod van voorschoolse voorzieningen voor alle kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar in haar gemeente.

  • ·

    de “Subsidieregeling gemeente Bedum Peuteropvang en Voorschoolse Educatie” een uitwerking is van de Algemene Subsidieverordening gemeente Bedum.

BESLUIT:

vast te stellen de Subsidieregeling gemeente Bedum Peuteropvang en voorschoolse educatie

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • ·

    Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van de opvang van kinderen, zoals bedoeld in de wet en geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang

  • ·

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene Wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang.

  • ·

    Kinderopvangtoeslagtabel: een tabel waarin terug te vinden is welk bedrag ouders terugkrijgen voor de kinderopvang via de belastingdienst. Dit is inkomensafhankelijk.

  • ·

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): het landelijk register, zoals bedoeld in de wet, waarin alle gastouderbureaus, gastouders, kinderdagverblijven en organisaties voor buitenschoolse opvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.

  • ·

    Ouder: de juridische ouder of wettelijk verzorger van een peuter.

  • ·

    Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de gemeente Bedum.

  • ·

    Ouderverklaring: een door de ouder(s) ondertekende verklaring, voorzien van bewijsstukken waaruit blijkt dat geen aanspraak kan worden gemaakt op kinderopvangtoeslag.

  • ·

    Peuter: een kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar en ingeschreven in de gemeente Bedum.

  • ·

    Peuteropvang: het aanbod in een kindercentrum, gericht op kinderen van 2,5 en 3 jaar, waarin met een peuterprogramma de ontwikkeling gestimuleerd wordt.

  • ·

    Regulier peuterprogramma: een peuterprogramma dat gedurende 7 uur per week, verdeeld over 2 dagdelen per week, gedurende 40 weken per jaar wordt aangeboden door een kinderopvangorganisatie

  • ·

    Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE): educatie verdeeld in een voorschoolse periode (2,5- en 3-jarigen) doorlopend in de eerste jaren van het basisonderwijs (4- en 5-jarigen), de vroegschoolse periode.

  • ·

    Voorschoolse educatie (VE): educatie in de voorschoolse periode in de vorm van een geïndiceerd peuterprogramma.

  • ·

    VVE-indicatie: indicatie van GGD die recht geeft op Voor- en Vroegschoolse Educatie.

  • ·

    VVE-overleg: overleg van alle bij de indicering en uitvoering van VVE betrokken partijen in de gemeente Bedum.

  • ·

    VVE-peuter: een peuter waarvan GGD heeft vastgesteld dat er sprake is van (een risico op) achterstand in de Nederlandse taal en die derhalve een indicatie heeft gekregen voor VVE-aanbod, zoals bedoeld in artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs.

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1. Het verstrekken van de subsidie op basis van deze regeling heeft primair tot doel te zorgen voor kwalitatief hoogwaardige en veilige voorschoolse educatie voor VVE-geïndiceerde kinderen. Kwalitatief hoogwaardig betekent ook voldoende voorzieningen in aantal en met voldoende spreiding over de gemeente.

  • 2. Aanvullend heeft het verstrekken van subsidie mede tot doel om peuteropvang toegankelijk te maken voor niet VVE-geïndiceerde kinderen waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

  • 3. De subsidie die door de gemeente wordt verstrekt, heeft betrekking op de activiteiten zoals genoemd in artikel 3A en 3B en is bedoeld voor de doelgroep zoals genoemd in artikel 4 van deze subsidieregeling.

Artikel 3A. Activiteiten Voorschoolse educatie

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt indien voldaan wordt aan de kwaliteitseisen van de onderwijsinspectie voor voorschoolse educatie die zijn opgenomen in het Toezichtskader;

  • 2. Subsidie wordt verleend per kindplaats in de gemeente Bedum die wordt bezet door een door GGD geïndiceerd VVE-peuter.

  • 3. Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van lid 2 dient de kinderopvang 40 weken per jaar voorschoolse educatie aan te bieden. Het gaat dan per week om een aanbod van tenminste 10 uur, maximaal 12 uur verdeeld over 3 dagdelen.

  • 4. De gesubsidieerde activiteit dient te voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      Aansluiting bij lokale overleggen

    • b.

      Goede overdracht volgens gemeente brede afspraak.

    • c.

      Meewerken aan resultaatafspraken-traject.

    • d.

      Beschikken over geactualiseerd beleidsplan voorschoolse educatie.

    • e.

      Inzet methodiek om ouders te betrekken.

    • f.

      Deelname aan relevante overleggen over VVE-kinderen.

    • g.

      VVE kinderen met voorrang plaatsen op beschikbare plekken.

    • h.

      Meewerken aan de jaarlijkse VVE-monitor.

Artikel 3B. Activiteiten Peuteropvang

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt indien voldaan wordt aan de kwaliteitseisen van de GGD inspectie voor peuteropvang die zijn opgenomen in het Toezichtskader;

  • 2. Subsidie wordt verleend per kindplaats in de gemeente Bedum die wordt bezet door een niet VVE-geïndiceerd peuter waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

  • 3. Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van lid 2 dient de kinderopvang 40 weken per jaar peuteropvang aan te bieden. Het gaat dan per week om een aanbod van tenminste 7 uur verdeeld over 2 dagdelen.

  • 4. De gesubsidieerde activiteit dient te voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      Aansluiting bij de lokale overleggen.

    • b.

      Verzorgen goede overdracht volgens gemeente brede afspraken.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de kinderopvangorganisaties ten behoeve van (doelgroep)peuters van de volgende groepen ouders:

  • 1.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een doelgroep peuter.

  • 2.

    Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en een doelgroep peuter;

  • 3.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een peuter;

Artikel 5. Subsidie verlening

  • 1. De hoogte van de subsidie per kindplaats heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van ouders en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor:

    • a.

      het zorgen voor kwalitatief hoogwaardige en veilige voorschoolse educatie voor VVE-geïndiceerde kinderen of/en

    • b.

      het zorgen voor kwalitatief hoogwaardige peuteropvang voor niet VVE-geïndiceerde kinderen waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

  • 2. Subsidieverlening vindt plaats voor een tijdvak van één jaar.

  • 3. De subsidie die een subsidieontvanger ontvangt, is bedoeld voor:

    • a.

      de kindplaatsen Voorschoolse Educatie voor VVE-peuters met ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag (artikel 4.lid 1) en wordt als volgt berekend:

      i.Het totale bedrag per uur voorschoolse educatie na aftrek van inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor de eerste 2 dagdelen x 10 of 12 uur voorschoolse educatie per week x 40 weken.

    • b.

      De kindplaatsen Voorschoolse Educatie voor VVE-peuters met ouders met recht op kinderopvangtoeslag (artikel 4.lid 2) voor die uren waarvoor géén kinderopvangtoeslag wordt ontvangen en wordt als volgt berekend:

      i.Het totale bedrag per uur voorschoolse educatie na aftrek van inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor de eerste 2 dagdelen x 10 of 12 uur voorschoolse educatie per week x 40 weken.

    • c.

      de kindplaatsen Peuteropvang voor peuters zonder VVE-indicatie en met ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag (lid 4.lid 3):

      i.Het totale bedrag per uur peuteropvang na aftrek van inkomensafhankelijke ouderbijdrage x 6 uur peuteropvang per week x 40 weken per jaar.

  • 4. De totale subsidie Voorschoolse Educatie per uur en de totale subsidie Peuteropvang per uur worden jaarlijks bepaald aan de hand van de ouderbijdrage die genoemd wordt in het tabel kinderopvangtoeslag van de gemeente Bedum.

  • 5. Het college kan bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen die betrekking hebben op de onderwerpen genoemd in artikel 6, lid 1.

Artikel 6. Aanvraag subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt aangevraagd door de houder van het geregistreerde kindercentrum.

  • 2.

    De aanvraag voor subsidie Voorschoolse Educatie en voor Peuteropvang wordt op basis van het beleidsplan van de kinderopvang op kwaliteit beoordeeld. In het beleidsplan dient de aanvrager in te gaan op de volgende onderwerpen:

Voor Voorschoolse educatie:

  • a.

    de wijze waarop wordt voldaan aan de eisen uit het Toezichtskader van de onderwijsinspectie;

  • b.

    omvang en samenstelling VVE-groep;

  • c.

    differentiatie uitvoering VVE-programma;

  • d.

    volgen van brede ontwikkeling van het kind

  • e.

    evaluatie van begeleiding, kwaliteit en resultaten;

  • f.

    gericht ouderbeleid;

  • g.

    informatieoverdracht bij overgang van kindercentrum naar basisschool;

  • h.

    samenwerking met andere organisaties.

Voor Peuteropvang:

  • a.

    omvang en samenstelling groep;

  • b.

    volgen van brede ontwikkeling van het kind

  • c.

    evaluatie van begeleiding, kwaliteit en resultaten;

  • d.

    gericht ouderbeleid;

  • e.

    informatieoverdracht bij overgang van kindercentrum naar basisschool;

  • f.

    samenwerking met andere organisaties.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 6 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Bedum 2011 wordt de aanvraag om verlening van subsidie uiterlijk ingediend op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Een aanvraag bevat in ieder geval de volgende stukken:

De aanvrager overlegt bij de aanvraag om verlening van subsidie:

    • a.

      een beleidsplan dat voldoet aan artikel 6 lid 1;

    • b.

      een begroting voor de benodigde kindplaatsen Voorschoolse Educatie en/of;

    • c.

      een begroting voor de benodigde kindplaatsen Peuteropvang.

  • 3.

    Het college kan, indien de aanvraag daartoe aanleiding geeft, de aanvrager om nadere informatie verzoeken.

  • 4.

    De aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking op grond waarvan het college redelijkerwijs tot een besluit kan komen. Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 8. Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. De subsidie Voorschoolse Educatie en de subsidie Peuteropvang wordt vastgesteld voor het jaar waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden.

  • 2. Vóór 1 april van het daaropvolgende jaar dient de kinderopvang een aanvraag tot subsidievaststelling in. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bevat in ieder geval de volgende stukken:

    • a.

      Actuele inkomensgegevens van de ouders van het kind dat de kindplaats bezet waarvoor de subsidie wordt aangevraagd in combinatie met een gedagtekende ‘Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag’;

    • b.

      Het nummer waaronder het kindercentrum in het landelijk register kindercentra geregistreerd staat;

    • c.

      Een gedagtekende overeenkomst tussen de aanvrager en de ouder van het kind.

  • 3. De aanvraag gaat vergezeld van een beleidsverslag met onderwerpen zoals genoemd in artikel 6.1 en een financieel verslag over het aantal gebruikte kindplaatsen Voorschoolse Educatie en/of Peuteropvang.

  • 4. Het financieel verslag gaat vergezeld van een verklaring van een accountant indien de totale subsidie meer dan € 50.000,- bedraagt.

  • 5. De accountantsverklaring heeft de vorm die bedoeld is in lid 6 van artikel 393, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek.

  • 6. Het college kan ten behoeve van de subsidievaststelling een door hem aan te wijzen accountant een onderzoek laten instellen naar de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie indien de subsidie meer dan € 50.000,- bedraagt.

  • 7. Het college geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2018

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Gemeente Bedum Peuteropvang en Voorschoolse Educatie.