Regeling vervallen per 30-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2010

Geldend van 31-12-2009 t/m 29-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2010

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEK;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2009;

gelet op artikel 224 van de gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2010

Artikel 1

Belastbaar feit

Onder de naam ‘Toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen, die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2

Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 verblijf houdt.

Artikel 3

Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4

Aangifte

De belastingplichtige aan wie niet binnen een maand na afloop van elk in artikel 9 genoemde heffingstijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand, bij het college van burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 5

Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6

Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van de heffing

  • 1.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    • b.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

    • c.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

    • d.

      volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.

    • e.

      woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.

    • f.

      particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

  • 2.

    Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.

  • 3.

    Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      het aantal nachten gesteld op 72.

  • 4.

    Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats:

    • c.

      het aantal overnachtende personen gesteld op 2,4 personen.

    • d.

      Het aantal nachten gesteld op 72.

  • 5.

    Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt: per standplaats:

    • e.

      het aantal overnachtende personen gesteld op 3,2 personen.

    • f.

      het aantal nachten gesteld op 58

Artikel 7

Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 7 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8

Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting voor:

Kamperen bij de boer/camping € 0,35

Logies & vakantiewoningen € 0,54

Hotels, motels, pensions € 0,90

Artikel 9

Heffingstijdvak

  • 1.

    De belasting wordt geheven over de volgende tijdvakken:

    • -

      - kalendermaanden januari tot en met maart;

    • -

      - kalendermaanden april tot en met juni;

    • -

      - de kalendermaanden juli tot en met september;

    • -

      - de kalendermaanden oktober tot en met december.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar indien de belasting wordt geheven op grond van artikel 6.

Artikel 10

Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de belasting die wordt geheven op grond van artikel 6 geheven bij wege van aanslag.

Artikel 11

Termijnen van betaling

  • 1.

    Indien de belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte moet de in de artikel 9 genoemde tijdvakken verschuldigd geworden belasting binnen tien dagen na het einde van het betreffende tijdvak overeenkomstig de aangifte worden voldaan.

  • 2.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13

Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 14

Kwijtschelding

Gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de belasting is niet mogelijk.

Artikel 16

Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is gehouden een door het college van burgemeester en wethouders ter beschikking te stellen, dan wel goed te keuren nachtverblijfregister bij te houden en daarin gegevens te boeken welke naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders voor de heffing van de belasting van belang zijn.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het eerste lid geldt niet in de tijdvakken waarover geen gebruik wordt gemaakt van de opteermogelijkheid als bedoeld in artikel 8.

Artikel 17

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening Toeristenbelasting 2005” van 11 november 2004, laatstelijk gewijzigd op 1 januari 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2010”.

Aldus besloten door de raad der gemeente Beek in zijn openbare vergadering van 10 december 2009.

De raadsgriffier, De voorzitter,

drs. G.H.M. Erven drs. A.M.J. Cremers

red:

typ:

col:

disk:

JK

JK