Regeling vervallen per 02-02-2012

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning

Geldend van 02-02-2012 t/m 01-02-2012

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEK;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 februari 2008;

gelet op het bepaalde in artikel 33 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

  • 1.

    in te trekken de bij besluit van 19 december 2002 vastgestelde en op 1 januari 2003 in werking getreden “Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2002”;

  • 2.

    vast te stellen de navolgende verordening inzake de wijze waarop de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen is geregeld.

    “VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND EN DE FRACTIEONDERSTEUNING”

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2.

    Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist vervolgens op het verzoek.

  • 3.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 4.

    De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

  • 1.

    Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden.

  • 2.

    De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3.

    Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2.

    Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

De secretaris verstrekt de betrokken portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek uit het register, tenzij de verzoeker gebruik heeft gemaakt van artikel 7, wordt alleen het verzoek gemeld zonder inhoud.

Artikel 6

  • 1.

    Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

  • 2.

    Bij toepassing van de artikelen 2 en 3 wordt de geheimhouding zonodig uitgebreid tot de secretaris en de burgemeester.

  • 3.

    Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning

Artikel 7.

Onder fractie wordt verstaan: het lid of de gezamenlijke leden van een groepering dat/die in de raad van de gemeente zitting heeft/hebben namens die groepering. Onder fractie wordt mede verstaan: een lid of leden dat/die zich van een fractie heeft/hebben afgescheiden.

Artikel 8.

  • 1.

    De fracties in de raad ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 1.000 voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 250 per raadszetel.

Artikel 9.

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende,

    kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 10.

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2.

    In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3.

    Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 12, derde lid.

  • 4.

    Verantwoording vindt plaats op declaratiebasis, waarbij declaraties uiterlijk voor 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de kosten zijn gemaakt, bij de griffier ingediend dienen te worden en vervolgens door de griffier gecontroleerd worden.

Artikel 11.

  • 1.

    Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2.

    Indien tijdens een kalenderjaar, na schriftelijke mededeling aan de voorzitter van de raad,:

    • a.

      één of meer raadsleden die deel uitmaken van een in artikel 7 bedoelde fractie, als zelfstandige fractie(s) gaan optreden;

    • b.

      meer fracties als één fractie gaan optreden;

    • c.

      een lid van een fractie zich aansluit bij een andere bestaande fractie;

      dan hebben de betrokken fracties aanspraak op de in artikel 8 genoemde tegemoetkoming, met inachtneming van hun nieuwe aantal leden, met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar.

Artikel 12.

  • 1.

    De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 8.

  • 3.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 13 over dat jaar.

  • 4.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6.

    Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 13.

  • 1.

    De griffier rapporteert voor 1 maart aan het seniorenconvent over de bestedingen van de fractievergoedingen in het voorgaande kalenderjaar.

  • 2.

    In zijn rapportage vermeldt de griffier per fractie:

    • a.

      de uitgaven die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijzigingen van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

  • 3.

    De griffier maakt met het college van Burgemeester en Wethouders afspraken over het aanleveren van informatie voor het opstellen van de jaarrekening.

Artikel 14.

Deze verordening treedt de achtste dag na de dag van bekendmaking in werking en wel op 21 februari 2008.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Beek in zijn openbare vergadering van 6 maart 2008.
De raadsgriffier, De voorzitter,
drs. G.H.M. Erven drs. A.M.J. Cremers