Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de rekenkamercommissie voor de gemeente Beek 2008

Geldend van 11-01-2008 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie voor de gemeente Beek 2008

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEK;

gezien het voorstel van het seniorenconvent d.d. 14 februari 2008;

gelet op het bepaalde in artikel artikel 81 o van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

I.in te trekken de verordening op de rekenkamercommissie voor de gemeente Beek, zoals vastgesteld in zijn vergadering van 23 november 2006;

II vast te stellen de navolgende ‘verordening op de rekenkamercommissie voor de gemeente Beek 2008’

‘Verordening op de rekenkamercommissie voor de gemeente Beek 2008’

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Beek;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit 6 leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie uitsluitend uit externen.

  • 2. De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar.

  • 3. De rekenkamercommissie benoemt de voorzitter uit de leden van de rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt de door de rekenkamercommissie aangewezen plaatsvervangende voorzitter op als voorzitter.

  • 4. Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit, alsmede tijdelijk terugtreden

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die, conform artikel 81o2, lid 3 van de Gemeentewet, onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

  • 4. Indien de gemeenteraad vindt dat in het kader van een specifiek onderzoek sprake is of kan zijn van belangenverstrengeling, kan hij de rekenkamercommissie verzoeken het desbetreffende lid tijdelijk voor dat bepaalde onderzoek terug te laten treden.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie van € 125,-- per uur.

  • 2. De leden ontvangen een vergoeding van € 125,-- per uur voor het verrichten van onderzoek.

  • 3. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget dat de raad op grond van artikel 11, lid 2 beschikbaar heeft gesteld ten behoeve van de rekenkamercommissie.

  • 4. De vergoeding genoemd in het tweede lid komt ten laste van het budget dat de raad op grond van artikel 11, lid 3 beschikbaar heeft gesteld ten behoeve van de rekenkamercommissie

Artikel 7 secretaris

  • 1.

    De raad benoemt de (ambtelijk) secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken, voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 4. Het gemeentebestuur verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 5. Het college verstrekt desgevraagd aan de rekenkamercommissie de controleprogramma’s van hen die met controles belast zijn en lichten haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten of op andere door de rekenkamercommissie aan te geven wijze.

  • 6. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is het derde lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert.

  • 7. De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet verstrekt desgevraagd aan de rekenkamercommissie controleprogramma’s en licht haar volledig in omtrent de resultaten van zijn controles door overlegging van rapporten of op andere door de rekenkamercommissie aan te geven wijze.

  • 8. De rekenkamercommissie is bevoegd, indien en voor zover de gemeente uit anderen hoofde over deze bevoegdheid beschikt of daartoe toestemming heeft van de betrokken instellingen, ten aanzien van de volgende instellingen en over de daarbij genoemde periode, op de wijze als in de vorige leden van dit artikel bepaald, onderzoek te doen bij:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijk regelingen waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • c.

      andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening over garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 9. De rekenkamercommissie is bevoegd collegeleden, raadsleden, ambtenaren, externe deskundigen en bestuurders en medewerkers van instellingen als bedoeld in lid 8, uit te nodigen tot het geven van toelichtingen of het anderszins bijwonen van een vergadering.

  • 10. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 11. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 12. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 13. Voor de uitvoering van een onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 14. De rekenkamercommissie stelt betrokkene(n) in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, via wederhoor te reageren op de weergave van de feitelijke informatie zoals die door betrokkene(n) is/zijn verstrekt, informatie die verkregen is buiten betrokkene(n) om en op de gevolgtrekkingen door onderzoekers die de betrokkene(n) betreffen, alvorens aan opdrachtgever wordt gerapporteerd. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie voorts als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 15. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden. De weergave van het wederhoor van betrokkene(n) neemt de rekenkamercommissie op in een bijlage bij het onderzoeksrapport.

Artikel 11 Budget

  • 1.

    De rekenkamercommissie biedt jaarlijks, tijdig voor de in artikel 191 Gemeentewet bedoelde vaststelling van de programmabegroting, de raad een onderzoeksprogramma aan en een ontwerp voor de begroting met toelichting.

  • 2.

    De raad stelt jaarlijks in zijn programmabegroting een budget beschikbaar voor de instandhoudingkosten van de rekenkamercommissie. Het budget voor de instandhoudingkosten wordt naar rato van het aantal inwoners per 1 januari van het voorafgaande jaar verdeeld over de gemeenten die hebben besloten deel te nemen aan de samenwerking in de vorm van een personele unie van de rekenkamercommissie. Ten laste van het budget voor de instandhoudingkosten worden gebracht:

    • a.

      de vergoedingen aan de leden voor het bijwonen van de integrale vergaderingen van de rekenkamercommissie;

    • b.

      de vergoeding voor organisatorische werkzaamheden van de voorzitter;

    • c.

      de salariskosten van de (ambtelijk) secretaris;

    • d.

      de kosten voor de faciliteiten van de rekenkamercommissie;

    • e.

      de kosten voor opleiding en training.

  • 3.

    De raad stelt jaarlijks op basis van het onderzoeksprogramma van de rekenkamercommissie in zijn programmabegroting een budget beschikbaar voor de onderzoekskosten van de rekenkamercommissie. Ten laste van het budget voor onderzoekskosten worden gebracht:

    • a.

      de vergoeding aan de leden voor het zelf uitvoeren van onderzoek;

    • b.

      de vergoeding aan externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld.

  • 4.

    Het begrotingsjaar is het kalenderjaar.

  • 5.

    Indien de begroting of een besluit tot wijziging daarvan niet is goedgekeurd, behoeft de rekenkamercommissie tot het aangaan van verplichtingen de toestemming van de raad.

  • 6.

    De rekenkamercommissie legt jaarlijks, tijdig voor de in artikel 198 Gemeentewet bedoelde vaststelling van de jaarrekening, aan de raad over elk begrotingsjaar verantwoording af, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag.

Artikel 12 Aansprakelijkheid

De leden van de rekenkamercommissie worden door de gemeente Beek gevrijwaard tegen alle aanspraken van derden die direct of indirect, middellijk of onmiddellijk uit de uitvoering van de functie als lid van de rekenkamercommissie voortvloeien. De leden van de rekenkamercommissie zijn alleen aansprakelijk voor eventuele schade tijdens de uitvoering van een onderzoek indien er sprake is van opzet en/of grove schuld van de leden van de rekenkamercommissie zelf.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 11 januari 2008.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ’Verordening op de rekenkamercommissie voor de gemeente Beek 2008’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Beek in zijn openbare vergadering van 6 maart 2008.
De raadsgriffier, De voorzitter,
drs. G.H.M. Erven drs. A.M.J. Cremers