Regeling Dienstkleding

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Regeling Dienstkleding

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BEEK;

gelet op het bepaalde in de artikel 11.1 Cao Gemeenten ;

gelet op het instemmingsadvies van de Ondernemingsraad d.d. ……..

B E S L U I T E N

vast te stellen de volgende

“REGELING DIENSTKLEDING”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. werknemer:

degene in dienst op grond van een arbeidsovereenkomst op basis van artikel 1.1 Cao Gemeenten ;

b. de werkgever:

het College van Burgemeester en Wethouders van Beek;

c. arbo-wetgeving:

de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbo-besluit en de Arbo-regeling;

d. dienstkleding:

uniformkleding, (beschermde) werkkleding, schoeisel, veiligheids- en of beeldschermbril en andere tijdens de vervulling van de functie vanwege veiligheid of representatie door de werkgever voorgeschreven uitrusting zoals opgenomen in het genoemde vervangingsschema in artikel 12, welke aan de werknemer in bruikleen worden verstrekt;

e. gebruiksduur:

de door de werkgever vastgestelde gebruiksduur van de dienstkleding zoals opgenomen in het vervangingsschema in artikel 12;

f. dagelijks onderhoud:

het wassen, strijken, poetsen van de dienstkleding of het uitvoeren van kleine herstelwerkzaamheden aan de dienstkleding;

g. levensduur:

de door de werkgever te bepalen termijn waarin de dienstkleding in elke geval aan de daaraan te stellen eisen moet kunnen voldoen;

h. algemeen gebruik: kledingstukken welke kunnen worden ingezet voor algemeen

gebruik, zoals werkhandschoenen, helmen, wegwerpoveralls, oordoppen, overzetbrillen of oogkappen.

Artikel 2 Aanwijzen functies

1. De werkgever wijst de functies aan waarbij het dragen van dienstkleding vanwege veiligheid of representatie verplicht is.

2. De werkgever kan aan de werknemer voor de duur van bepaalde werkzaamheden of in andere incidentele gevallen, kledingstukken verstrekken uit de voorraad kledingstukken voor algemeen gebruik waarover wordt beschikt (zoals werkhandschoenen, helmen, wegwerpoveralls, oordoppen of oogkappen).

3. De werknemer is verplicht de aanwijzingen op te volgen, welke de werkgever geeft met betrekking tot het in het tweede lid genoemde kledingstukken.

4. Indien naar het oordeel van de werkgever (i.c. de afdeling BMO / taakveld P&O) een beeldscherm- of veiligheidsbril met glazen op sterkte noodzakelijk is, wordt deze aan de werknemer verstrekt.

Artikel 3 Arbeidsomstandigheden

1. De werkgever (i.c. de afdeling BMO / taakveld FaZa) draagt er zorg voor dat de aangeschafte, danwel aan te schaffen kleding voldoet aan eisen ter voorkoming van arbeidsrisico, ter bescherming van veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemer.

2. De werknemer is verplicht in het kader van voorkomen van arbeidsrisico de beschikbare dienstkleding te dragen ter voorkoming van arbeidsrisico.

Artikel 4 Eigendom

De dienstkleding wordt in bruikleen ter beschikking gesteld aan de werknemer, en is en blijft te allen tijde, zoals bepaald in deze regeling, eigendom van de Gemeente.

Artikel 5 Zorgplicht werknemer

1. De werkgever (i.c. de afdeling BMO / taakveld FaZa) stelt de werknemer die een functie als bedoeld in artikel 2 vervult de dienstkleding in bruikleen ter beschikking.

2. De werknemer is verplicht de aan hem verstrekte dienstkleding te dragen tijdens de uitoefening van de functie, tenzij dit door de werkgever wegens omstandigheden niet noodzakelijk of ondoenlijk wordt geacht, danwel tenzij de werknemer het dragen van de dienstkleding op medisch advies nalaat.

3. De werknemer is verplicht als een goed huisvader zorg te dragen voor de dienstkleding, alsmede ervoor te zorgen dat de dienstkleding steeds in een behoorlijke staat verkeert.

4. Het is de werknemer niet toegestaan aan de dienstkleding aangebrachte voorzieningen, initialen, kenmerken of tekens van de gemeente te wijzigen, te beschadigen of te verwijderen, zolang de dienstkleding in bruikleen aan de werknemer is verstrekt.

5. Het is de werknemer verboden de dienstkleding te dragen c.q. te gebruiken buiten de werktijden of voor niet-functiegerelateerde danwel privé-doeleinden.

6. Het is de werknemer verboden deel te nemen aan betogingen en optochten in de dienstkleding, tenzij daarvoor door of namens de werkgever toestemming is gegeven.

7. Het is de werknemer verboden om bij gekleed gaan in uniform insignes of andere onderscheidingstekens of in dienst uniformkledingstukken te dragen, een en ander voor zover die niet van gemeentewege zijn verstrekt of voorgeschreven of tot het dragen waarvan niet door de werkgever vergunning is verleend. Dit verbod is niet van toepassing ten aanzien van ordetekenen tot het aannemen of dragen waarvan door het hoger bestuursorgaan verlof is verleend.

8. Bij ontvangst van de in bruikleen ter beschikking gestelde dienstkleding verklaart de werknemer kennis te hebben genomen van hetgeen krachtens deze regeling is bepaald, alsmede hetgeen krachtens deze regeling is bepaald als goed werknemer na te leven.

Artikel 6 Onderhoud dienstkleding

1. Het dagelijkse onderhoud geschiedt door en voor rekening van de werknemer, tenzij deze kosten uit een dienstongeval voortvloeien.

2. Onderhoud, anders dan bedoeld in het eerste lid, geschiedt door en voor rekening van de gemeente, tenzij het onderhoud het gevolg is van het handelen in strijd met de in artikel 5 bedoelde zorgplicht.

3. De werkgever kan in bijzondere gevallen bepalen dat het in het eerste lid bedoelde onderhoud voor rekening van de gemeente worden verricht.

Artikel 7 Vervanging dienstkleding tijdens levensduur

1. Tot vernieuwing van de dienstkleding wordt eerst overgegaan nadat de werkgever (i.c. afdeling BMO / taakveld FaZa) deze voor gebruik ongeschikt heeft verklaard, danwel de levensduur van de dienstkleding is verstreken.

2. Wanneer de dienstkleding gedurende de levensduur is zoekgeraakt of naar het oordeel van de werkgever (i.c. de afdeling BMO / taakveld FaZa) niet meer voldoet aan de daaraan te stellen eisen in verband met veiligheid en representativiteit en niet meer door het verrichten van herstellingen in bruikbare of behoorlijke staat is te brengen, wordt aan de werknemer nieuwe dienstkleding verstrekt.

3. Indien vervanging van de dienstkleding, bedoeld in het tweede lid, is te wijten aan schuld of nalatigheid van de werknemer, dan kan deze verplicht worden gesteld de schade te vergoeden op basis van een door de werkgever vastgesteld bedrag, welke wordt bepaald op een naar de mate van verwijtbaarheid en in verband met de levensduur evenredig bedrag van de daarop nog toe te passen maandelijkse afschrijving van het te vervangen kledingstuk.

4. De krachtens dit artikel vervangen dienstkleding dient te allen tijde te worden ingeleverd bij de werkgever (i.c. de afdeling BMO / taakveld FaZa).

Artikel 8 Inleveren dienstkleding

Dienstkleding wordt te allen tijde onmiddellijk na ontslag, wijziging van functie, of wanneer bepaalde dienstkleding niet meer tot de functie van de werknemer behoort danwel op andere wijze niet meer noodzakelijk is, ingeleverd bij de werkgever (i.c. de afdeling BMO / taakveld FaZa).

Artikel 9 Vermissing, diefstal of ernstige beschadiging

De vermissing, diefstal of ernstige beschadiging van de dienstkleding dient de werknemer hiervan onmiddellijk melding te doen bij de werkgever (i.c. de afdeling BMO / taakveld FaZa).

Artikel 10 Registratie

De werkgever (i.c. de afdeling BMO / taakveld FaZa) houdt aantekening van de tijdstippen en de aard van de verstrekkingen van de dienstkleding, alsmede van reparatie en eventuele reiniging van de dienstkleding.

Artikel 11 Inspectie dienstkleding

De werkgever (i.c. de afdeling BMO / taakveld FaZa) zorgt o.a. vanwege het aspect arbeidsomstandigheden, voor een geregelde inspectie van de overeenkomstig deze regeling verstrekte dienstkleding.

Artikel 12 Vervangingsschema

De afdeling BMO/FaZa draagt zorg voor een adequaat vervangingsschema ter uitvoering van deze regeling.

Artikel 13 Slotbepaling

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar redelijkheid en billijkheid voorziet, treft de werkgever een voorziening.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2020.

Met ingang van genoemde datum vervalt de “Regeling Dienstkleding” zoals vastgesteld op 12 april 2011.

Ondertekening

Beek,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BEEK,

Ron de Louw Christine van Basten-Boddin

Gemeentesecretaris Burgemeester