Regeling vervallen per 11-07-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent bomenverordening Bomenverordening gemeente Beekdaelen 2019

Geldend van 01-02-2019 t/m 10-07-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent bomenverordening Bomenverordening gemeente Beekdaelen 2019

De Raad van de gemeente Beekdaelen;

gezien het advies van de Stuurgroep d.d. 29 mei 2018;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2.2, eerste lid, sub b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en hoofdstuk 4 van de Wet natuurbescherming;

Besluit:

  • -

    vast te stellen de Bomenverordening gemeente Beekdaelen 2019.

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • b.

      boom: een houtachtig, levend of afgestorven, opgaand gewas, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. Ingeval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam;

    • c.

      dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand;

    • d.

      hakhout: één of meer bomen of boomvormers, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen;

    • e.

      houtopstand: één of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken;

    • f.

      kandelaberen: een boom, voor de eerste maal, snoeien tot op de hoofdtakken;

    • g.

      knotten: een boom, voor de eerste maal, van de top of van zijscheuten ontdoen;

    • h.

      vellen: rooien of kappen.

    • i.

      vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, sub g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • 2. In deze verordening wordt onder vellen mede verstaan verplanten, snoeien van meer dan 30% van het kroonvolume, met inbegrip van kandelaberen en knotten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

Artikel 2: Vellen van houtopstanden

  • 1. Het vellen of te doen vellen van houtopstanden is toegestaan zonder vergunning van het bevoegd gezag indien die houtopstanden:

    • a.

      een stamdiameter hebben kleiner dan 100 cm, gemeten op 1,30 meter hoogte boven het maaiveld; of

    • b.

      moeten worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving of last van het college van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 3.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde geldt niet voor houtopstanden die:

    • a.

      toebehoren aan het soort eik (Quercus), beuk (Fagus) of linde (Tilia) met een stamdiameter groter of gelijk aan 40 cm, gemeten op 1,30 meter hoogte boven maaiveld;

    • b.

      deel uitmaken van het natuur- en bosgebied “Schinveldse Bossen”;

    • c.

      aanlegvergunningplichtig zijn op basis van het, op die locatie, vigerende bestemmingsplan en waarvoor overeenkomstig artikel 2.1, eerste lid, sub b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning dient te worden aangevraagd;

    • d.

      vergunningplichtig zijn op basis van hoofdstuk 4 van de Natuurbeschermingswet;

    • e.

      in het kader van een herplantplicht als bedoeld in artikel 3 zijn aangeplant.

  • 3. Een vergunning als bedoeld in het tweede lid dient te worden aangevraagd door, namens of met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of krachtens publiekelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.

  • 4. Een vergunning als bedoeld in het tweede lid kan worden geweigerd op grond van:

    • a.

      de natuurwaarde van de houtopstand;

    • b.

      de landschappelijke waarde van de houtopstand;

    • c.

      de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;

    • d.

      de beeldbepalende waarde van de houtopstand;

    • e.

      de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

    • f.

      de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand;

    • g.

      een op basis van herplantplicht gerealiseerde houtopstand.

  • 5. Het bevoegd gezag kan bij weigering of het onder voorschrift verlenen van een vergunning tevens de boomwaarde als motivering hanteren. Er wordt daarbij zoveel mogelijk verwezen naar gemeentelijke bestemmingsplannen, groenplannen, bomenplannen en landschapsplannen.

  • 6. De burgemeester kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van grote gevaarzetting of vergelijkbaar spoedeisend belang.

Artikel 3: Bijzondere voorwaarden

  • 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig het bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden her-plant. Indien het gemeentelijk beleid of een bestemmingsplan, bomenplan, groenplan of landschapsplan de te vellen houtopstand direct of indirect als waardevol omschrijft, wordt zoveel mogelijk een herplantplicht opgelegd.

  • 2. Wordt een voorschrift als bedoeld in het eerste lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen behoren aanwijzingen ter beschermen van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna.

Artikel 4: Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1. Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is zonder vergunning van bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond, dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald op welke wijze en binnen welke termijn niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

  • 4. Degene aan wie een verplichting als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 5: Nadere bepalingen

De aanwezigheid van zonnepanelen of de wens om tot plaatsing daarvan over te gaan, is op zich geen reden voor het vellen van bomen. De bestaande boom gaat vóór en wordt behouden.

Op nieuwbouwlocaties waar bomen worden aangeplant en bij herinrichting van gebieden, wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van zonnepanelen en/of de eventuele plaatsing daarvan. Als het vanuit herinrichtingsplannen niet nodig is om bestaande bomen te kappen of te snoeien, gelden dezelfde regels als voor bestaande situaties.

Artikel 6: Betreden van gebouwen en terreinen

Wanneer de zorg voor de naleving van enig voorschrift van deze verordening dit vereist, wordt hierbij aan hen die met de zorg voor de naleving daarvan zijn belast of daaraan moeten meewerken, de last verstrekt gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen te betreden, desnoods tegen de wil van de rechthebbende.

Artikel 7: Overgangsbepalingen

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

Artikel 8: Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 2 januari 2019 en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2019 zijn de Bomenverordening van de gemeente Nuth, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 mei 2012, de Boomverordening van de gemeente Onderbanken, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 april 2015 en de Monumentale Bomenverordening Schinnen van 10 december 1998 vervallen verklaard ex artikel 28 van de Wet algemene regels herindeling.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: “Bomenverordening gemeente Beekdaelen 2019”.

Artikel 9: Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en op grond van artikel 3 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Beekdaelen in een openbare vergadering van 22 januari 2019.

De griffier,

De voorzitter,