Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent leerlingenvervoer (Beleidsregels voor het leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2019)

Geldend van 12-06-2019 t/m 31-12-2021

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent leerlingenvervoer (Beleidsregels voor het leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2019)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen;

Overwegende dat:

  • Voor een praktische uitvoering van het leerlingenvervoer het wenselijk is om beleidsregels op te stellen;

  • Een aantal bepalingen van de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2019 nadere uitwerking behoeven;

  • De behoefte bestaat om een duidelijke belangenafweging te kunnen maken bij de aanvragen voor de bekostiging van het leerlingenvervoer.

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2019 (verder: Verordening leerlingenvervoer)

Besluit:

  • De beleidsregels voor het leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2019 vast te stellen.

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2019

Hoofdstuk 1: Praktische zaken

Artikel 1. Begrippen

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet op primair onderwijs, de Wet op voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2019.

Aanvrager: Ouder(s), verzorger(s) of voogd(en) van de leerling welke in aanmerking wenst te komen voor leerlingenvervoer

Artikel 2. Handboek leerlingenvervoer

Als de Verordening leerlingenvervoer en deze beleidsregels geen uitsluitsel bieden bij de beslissing op aanvragen voor de bekostiging van het leerlingenvervoer is de inhoud van het meest recente Handboek leerlingenvervoer, uitgegeven door SDU uitgevers, bepalend/leidend.

Artikel 3. Aanvraagformulier

Een aanvraagformulier dat onjuist of onvolledig is ingevuld, wordt door de gemeente beschouwd als een niet ontvankelijke aanvraag. De aanvrager wordt dan in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen twee weken te corrigeren of aan te vullen. Wordt hiervan geen gebruik gemaakt dan kan de aanvraag buiten behandeling gesteld worden. De gemeente stelt de aanvrager hiervan op de hoogte.

Artikel 4. Berekening van de afstand

Basis: artikel 1,3,10,12,13,17,18 en 19 Verordening leerlingenvervoer

Om de afstand en reistijd tussen de woning en de school per auto of fiets te bepalen wordt de routeplanner van de ANWB gebruikt (www.anwb.nl). Om de reistijd tussen de woning en de school per openbaar vervoer te bepalen wordt de reisplanner van 9292 gebruikt (www.9292.nl). In beide gevallen moet worden uitgegaan van de kortste route. Bij de reistijd van een begeleider wordt 5 minuten per rit opgeteld voor de wachttijd bij de bushalte.

Artikel 5. Stagevervoer

Basis: artikel 1 Verordening leerlingenvervoer

Als de stage een onderdeel is van het onderwijsprogramma en de leerling dagelijks leerlingenvervoer krijgt naar de school dan bestaat er in beginsel aanspraak op leerlingenvervoer naar het stageadres. Het verzoek om vervoer naar een stageplaats moet vergezeld gaan van een stageovereenkomst.

Artikel 6. Schooltijden en schooldagen

Basis: artikel 1 Verordening leerlingenvervoer

De gemeente organiseert aangepast vervoer alleen op vaste schooldagen (uitgaande van 200 schooldagen per jaar) en vaste schooltijden zoals genoemd in de schoolgids van de school.

Artikel 7. Ontzegging van de toegang tot het leerlingenvervoer

Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van bus en inzittenden in gevaar brengt.

Hierbij worden de volgende stappen ondernomen:

  • 1.

    klachten worden in beginsel door de vervoerder opgelost;

  • 2.

    na de melding van een klacht door de vervoerder bij de gemeente Beekdaelen wordt een

onderzoek gestart. Indien na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de

leerling volgt een eerste waarschuwingsbrief aan ouders/verzorgers;

In het kader van dat onderzoek spreekt de gemeente met vervoerder, chauffeur, ouders/verzorgers en/of school. Bij herhaling wordt de leerling voor één dag geschorst voor het vervoer, daarna één week en indien nodig volgt totale uitsluiting. In het geval van een schorsing zijn de ouders/verzorgers zelf verantwoordelijk voor het vervoer naar de school. De leerling mag op basis van de leerplichtwet immers niet ongeoorloofd verzuimen.

Hoofdstuk 2: Beoordeling

Artikel 8. Algemene weigeringsgronden

Tijdens de behandeling van de aanvraag onderzoekt de gemeente of leerling voldoet aan de criteria gesteld in de verordening en de beleidsregels.

  • 4.1

    Weigeringsgronden zijn in ieder geval:

    • tijdelijke beperking (< 3 maanden) zoals een gebroken been;

    • vervoer voor andere doeleinden dan schoolonderwijs, zoals vervoer naar huiswerkbegeleiding, remedial teaching, ziekenhuis, tandarts e.d.;

    • afwijkende schooltijden, bijvoorbeeld door lesuitval, schoolreisje, sportdag, examens;

    • vervoer tussen school en zwembad;

    • vervoer naar logeerhuis;

    • vervoer buiten de schooltijden.

  • Ouders zijn in dergelijke situaties zelf verantwoordelijk voor het vervoer van hun kind.

  • 4.2

    Een leerling met een tijdelijke handicap (gebroken been bv.) komt, conform artikel 4.1, niet in aanmerking voor leerlingenvervoer. Als een leerling een groot gedeelte van het schooljaar afhankelijk is van rolstoel en/of krukken vanwege herstel en/of revalidatie, na operatie of ongeval, kan de gemeente een beschikking afgeven voor de duur van het herstel en/of revalidatie. De tijdelijke handicap moet dan langer duren dan drie maanden en de extra vervoerskosten kunnen niet bij de zorgverzekeraar worden gedeclareerd.

Artikel 9. Advies van (medisch) deskundigen

Basis: artikel 1, 11, 12, 17 en 18 van de verordening leerlingenvervoer

Ouders van leerlingen die op basis van hun handicap aanspraak wensen te maken op een vervoersvoorziening kunnen bij de indiening van hun aanvraag worden gevraagd een verklaring met bewijsstukken mee te sturen, waarin wordt onderbouwd waarom de aangevraagde voorziening nodig is. De gemeente behoudt zich het recht voor om een extern (medisch) advies en/of informatie aan te vragen bij:

  • het regionaal samenwerkingsverband

  • een (medisch) specialist

  • een ambulant begeleider

  • jeugdgezondheidsdienst

De gemeente is bevoegd om degene die een aanvraag heeft ingediend op te roepen te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip voor het verstrekken van nadere inlichtingen en/of het - door deskundigen - te doen onderzoeken. Een aanvrager is verplicht aan het college of de door hem aangewezen adviesinstantie die gegevens te verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 10. Co-ouderschap

Basis: artikel 1 Verordening leerlingenvervoer

Co-ouderschap is geen wettelijke term maar wordt in deze beleidsregels als volgt omschreven: Ouders, al dan niet gescheiden, die niet bij elkaar wonen, kunnen afspreken om hun kind(eren) gezamenlijk te (blijven) verzorgen en opvoeden. Er is sprake van co-ouderschap als zowel de moeder als de vader in een regelmatige afwisseling de zorg voor het kind of de kinderen heeft. In dit geval is er sprake van twee plaatsen waar het kind structureel en feitelijk verblijft. Waar het kind staat ingeschreven doet niet ter zake.

Om aanspraak te maken op bekostiging van leerlingenvervoer voor de dagen dat de leerling bij de betreffende ouder verblijft, moeten beide ouders afzonderlijk, een aanvraag indienen bij de gemeente waar hij of zij woont. Ouders moeten daarbij aangeven wanneer het kind waar verblijft.

De gemeente toetst de aanvraag aan de eigen verordening leerlingenvervoer en beoordeelt o.a. of de school de dichtstbijzijnde toegankelijke school is en of de aanvraag voldoet aan de afstandsgrens. Het kan voorkomen dat er slechts in één gemeente aanspraak op leerlingenvervoer bestaat.

Hoofdstuk 3: Type vervoer

Artikel 11. Aangepast vervoer

Basis: artikel 10,11,12,17 en 18 Verordening leerlingenvervoer

Er zijn een aantal criteria om voor aangepast vervoer in aanmerking te komen (artikel 12 en 18 van de verordening leerlingenvervoer Beekdaelen 2019). Een van de criteria verdient enige toelichting. Aangepast vervoer kan toegekend worden wanneer door de ouders wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is. Begeleiding is primair een taak van de ouders/verzorgers. Als dat niet mogelijk is, dienen zij zelf voor een oplossing te zorgen. Als ouders/verzorgers er zelf niet in slagen de begeleiding te leveren, kunnen zij daarvoor bijvoorbeeld een oppas, buren, familie of vrijwilligers inschakelen.

In de volgende gevallen leidt begeleiding van de leerling tot een ernstige benadeling van het gezin:

  • 1.

    Chronische ziekte/handicap bij een of beide ouders aangetoond met een medische verklaring waardoor begeleiding van de leerling niet mogelijk is. De gemeente behoudt zich het recht voor hierover medisch advies aan te vragen bij een daartoe aangewezen instantie). Als één van de ouders een medische beperking heeft en er andere kinderen in het gezin zijn, dan dient beoordeling als eenoudergezin (zie hierboven) plaats te vinden.

  • 2.

    Alleenstaande ouder met meerdere kinderen die nog niet zelfstandig naar school kunnen en begeleiding door anderen niet mogelijk is;

  • 3.

    Reistijd van begeleider van meer dan 3 uur per dag in het openbaar vervoer (ongeacht of ook daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van het OV om de leerling te begeleiden).

In bovengenoemde gevallen wordt aangepast vervoer toegekend.

Er kunnen andere omstandigheden zijn die maken dat binnen een gezinssituatie dermate problemen ontstaan door het moeten brengen van een kind naar school, dat leerlingenvervoer een oplossing biedt. De gezinssituatie moet hierbij altijd goed worden onderzocht. In dit geval is artikel 23 (afwijken van bepalingen) van de verordening leerlingenvervoer Beekdaelen 2019 van toepassing.

Het hebben van betaalde werkzaamheden van één of beide ouders is in ieder geval geen reden om over te gaan tot toekenning van aangepast vervoer.

Artikel 12. Opvulsysteem

Basis: artikel 10,11,17 en 18 Verordening leerlingenvervoer

  • 1.

    Als er aangepast vervoer rijdt naar de desbetreffende school van de leerling en de leerling heeft in de zin van de Verordening leerlingenvervoer geen recht op aangepast vervoer, maar recht op een fietsvergoeding, fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding, dan kan het college bepalen dat de leerling meereist met het aangepast vervoer, als er sprake is van open plaatsen in het busje/taxi naar de desbetreffende school.

  • 2.

    Indien het aantal open plaatsen in het busje/taxi ontoereikend is, dan wordt op basis van (externe) medische adviezen - op te vragen bij een daartoe aangewezen instantie - bepaald welke leerling(en) mee mag/mogen reizen met het aangepast vervoer. Uitgangspunt hierbij is dat het college de leerling, die vanwege zijn handicap het minst gemakkelijk gebruik kan maken van de voor hem/haar geïndiceerde voorziening, te weten (brom)fietsvergoeding, (brom)fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding, een plaats in het aangepaste vervoer aanbiedt.

Mochten deze medische adviezen geen eenduidig uitsluitsel opleveren, dan bepaalt de gemeente op basis van loting welke leerling in aanmerking komt voor de beschikbare open plaats(en) in het busje/taxi.

  • beëindiging aanbieding opvulsysteem aangepast vervoer

    • a.

      Als een nieuwe leerling zich tijdens het schooljaar meldt en aangewezen is op aangepast gepast vervoer en het busje/taxi vol is, dan zal de leerling die eigenlijk geïndiceerd is voor (brom)fietsvergoeding, (brom)fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding hiervoor plaats moeten maken.

    • b.

      Dit 'plaats maken' wordt bepaald op basis van (externe) medische adviezen, op te vragen bij een daartoe aangewezen instantie. Uitgangspunt hierbij is dat de leerling, die vanwege zijn handicap gemakkelijker gebruik kan maken van de voor hem/haar geïndiceerde voorziening, te weten fietsvergoeding, fietsvergoeding met begeleiding, openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding dan de overige medereizigers, plaats maakt en gebruik gaat maken van de voor hem/haar geïndiceerde voorziening. Mochten deze medische adviezen geen eenduidig uitsluitsel opleveren, dan bepaalt de gemeente op basis van loting welke leerling in aanmerking komt voor de beschikbare open plaats(en) in het busje/taxi.

  • inzet ouders

  • Ouders kunnen, met het oog op het bevorderen van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van hun kind, besluiten geen gebruik te maken van het aanbod van de gemeente tot aangepast vervoer. Het is in dat geval hun taak om hun kind, eventueel onder begeleiding, te leren reizen met openbaar vervoer.

Hoofdstuk 4: Alternatieve bestemming

Artikel 13. Buitenschoolse opvang

Uitbreiding artikel 1 en 3 Verordening leerlingenvervoer

De gemeente heeft de zorgplicht voor het vervoer tussen huis en school en terug, maar is niet verplicht om het vervoer naar de buitenschoolse opvang (BSO) te vergoeden. Het komt echter voor dat ouders vragen hun kind van of naar BSO of een ander opvangadres te halen ofte brengen. Dit past bij de huidige tijdsgeest waarin beide ouders werken, of een alleenstaande ouder werkt.

De gemeente gaat hier als volgt mee om:

  • 1.

    de ouders van een leerling die met een taxi(busje) naar school gaat, mag naast het woonadres eenmalig één ander adres opgeven waar het kind buiten schooltijd opgevangen wordt op vaste dagen in de week;

  • 2.

    het opvangadres mag op maximaal 0,5 km afstand liggen van de woning als bedoeld in artikel 1 van de Verordening leerlingenvervoer Beekdaelen 2019 of het opvangadres ligt op de route van de taxi(bus).

  • 3.

    er is een volwassene op het opvangadres aan wie de leerling wordt overgedragen.

  • 4.

    het vervoer tussen het opvangadres en de woning wordt niet verzorgd/vergoed;

  • 5.

    het vervoer tussen school, dagcentrum en/of dagbehandeling en woning wordt niet verzorgd/vergoed.

  • 6.

    Indien op basis van de jeugdhulp al een vergoeding voor vervoer bij begeleiding en behandeling wordt verkregen voor de BSO, dan zal er geen aanspraak mogelijk zijn vanuit het leerlingenvervoer. Er kan en mag geen sprake zijn van dubbele vergoeding.

Artikel 14. Medisch kinderdagverblijf

De meeste medisch kinderdagverblijven (hierna: MKD) bieden ook onderwijs aan de kinderen vanaf 4 jaar. Dit gaat vaak met externe inzet van onderwijzers of doordat een MKD gevestigd is binnen een school. De meeste kinderen zijn vier of vijf jaar oud. De verblijfsduur varieert van één maand tot ongeveer anderhalf jaar. Het merendeel krijgt echter een behandeling van negen tot twaalf maanden en verblijft er gemiddeld een schooljaar. Na behandeling stromen de leerlingen uit naar het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. In incidentele gevallen stroomt het kind uit naar een vorm van dagbesteding. Het vervoer waarmee kinderen op een MKD komen is in beginsel de verantwoordelijkheid van ouders. Vanaf het 4e levensjaar kunnen ouders van een kind dat een MKD bezoekt een beroep doen op leerlingenvervoer wanneer hun kind daadwerkelijk onderwijs volgt op het MKD.

Hoofdstuk 5: Financiële zaken

Artikel 15. Vaststellen van de vergoeding per soorten vervoer

Basis: artikel 10, 11, 12, 13, 17, 18 en 19 verordening

  • 1.

    Openbaar vervoer: Het vaststellen van de kosten van het openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding vindt plaats op basis van de van de informatie van de Reisinformatiegroep via 0900-9292 of www.9292ov.nl. De gemeente gaat uit van de goedkoopst compenserende oplossing. Uitgangspunt is een openbaar vervoer jaarkaart (geen indexering per 1 januari) waarbij geen verantwoording van het te besteden bedrag plaatsvindt.

  • 2.

    Fiets: de vergoeding voor het gebruik van de fiets bedraagt € 0,09 per kilometer.

  • 3.

    Auto: de vergoeding voor het gebruik van de auto is afgeleid van de Reisregeling Binnenland en bedraagt € 0,19 per kilometer. De gemeente vergoedt per schooldag twee maal de heenreis en twee maal de terugreis.

Artikel 16. Tijdstip en termijn van uitbetaling

Basis: artikel 4 Verordening leerlingenvervoer

  • 7.1

    De gemeente vergoedt de kosten voor het eigen vervoer op basis van een declaratie achteraf per kwartaal of aan het einde van het schooljaar. De declaratie dient te zijn voorzien van een paraaf van de school. In geval van een eigen bijdrage komen de ouders voor vergoeding in aanmerking zodra de kosten meer bedragen dan de eigen bijdrage.

  • 7.2

    De gemeente vergoedt de kosten voor de bijdrage voor het openbaar vervoer in (normaliter) 10 termijnen met verrekening van de eventuele eigen bijdrage. Bij aanvragen die ingediend worden tijdens het schooljaar kan dit afwijken. De gemeente berekent de kosten vooraf.

Artikel 17. Eigen bijdrage

Basis: artikel 14,15 Verordening leerlingenvervoer (drempelbedrag)

  • 1.

    In aanvulling op hetgeen in de verordening is bepaald is geen eigen bijdrage verschuldigd voor:

    • a.

      Pleegkinderen

    • b.

      Het derde en volgende kind uit één gezin indien uit dat gezin al twee kinderen

  • van het leerlingenvervoer gebruik maken en hiervoor een eigen bijdrage verschuldigd is

  • 2.

    Voor kinderen die niet vanaf de start van het schooljaar van het leerlingenvervoer gebruik maken, wordt voor de bepaling van de eigen bijdrage uitgegaan van een schooljaar van 200 dagen.

Artikel 18. Terugvordering

Basis: artikel 6 Verordening leerlingenvervoer

Het college hanteert het uitgangspunt dat ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen leerlingenvervoer altijd van de ouders worden teruggevorderd, tenzij er sprake is van dringende redenen om hiervan af te zien.

Hoofdstuk 6: algemeen

Artikel 19. Inwerkingtreding en citeertitel

De beleidsregels treden, na bekendmaking, in werking met ingang van 28 mei 2019, de datum waarop de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2019 in werking treedt. Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels voor het leerlingenvervoer gemeente Beekdaelen 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 28 mei 2019.

De secretaris,

Mvr. Mr. N. Ramaekers

De burgemeester,

De heer Mr. Drs. G.A.A Verkerk