Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent participatie (Participatieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Beekdaelen 2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent participatie (Participatieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Beekdaelen 2021)

De raad van de gemeente Beekdaelen

Gelezen het voorstel van het college van B&W d.d. 27 oktober 2020;

gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vijfde lid en zevende lid, van de Participatiewet;

besluit vast te stellen de Participatieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Gemeente Beekdaelen 2021.

Participatieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Beekdaelen 2021

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet;

    • b.

      korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

    • c.

      grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

    • d.

      wet: Participatiewet;

Hoofdstuk 2. Opdracht DB

Artikel 2. Algemene voorzieningen

  • 1. Het DB kan aan belanghebbenden voorzieningen bij participatie bieden voor zover deze voor-zieningen door het DB voor de participatie noodzakelijk worden geacht. Deze kunnen onder meer bestaan uit:

    • a)

      beschut werk

    • b)

      ondersteuning bij leer-werk traject;

    • c)

      persoonlijke ondersteuning;

    • d)

      loonkostensubsidie zoals bedoeld in artikel 10d van de wet;

    • e)

      premies en persoonsgebonden stimuleringsbudget;

    • f)

      detacheringsbanen;

    • g)

      werkervaringsplaats;

    • h)

      sociale activering;

    • i)

      scholing;

  • 2. Het DB maakt een afweging van de individuele mogelijkheden, omstandigheden, functionele beperkingen, competenties en capaciteiten van een belanghebbende, en biedt aan de hand van deze afweging ondersteuning aan belanghebbende. De omstandigheden hebben in elk ge-val betrekking op de zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doel-groep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:

    • a)

      de opvang van ten laste komende kinderen tot 5 jaar;

    • b)

      de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.

  • 3. Het DB kan bij het bepalen van de wijze waarop de ondersteuning wordt vormgegeven, priori-teiten stellen in verband met de beschikbare financiële middelen alsmede de maatschappelijke, economische en conjuncturele ontwikkelingen.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in het vijfde lid draagt het DB zorg voor een evenwichtige verdeling van de middelen over de doelgroep zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 onderdeel a van de wet.

  • 5. Het DB doet jaarlijks eenmaal, of zoveel vaker aan de gemeenteraad verslag over de doeltref-fendheid van het beleid.

Artikel 3. Voorwaarden voorzieningen

  • 1. Het DB stelt ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels vast/een beleidsplan vast waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het DB in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden, voor zover daar-over geen bepalingen in deze verordening zijn opgenomen.

  • 2. Het DB kan een voorziening beëindigen als:

    • a.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de IOAW of de artikelen 13 en 37 van de IOAZ niet nakomt;

    • b.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep;

    • c.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een in deze verordening genoemde voorziening, tenzij het een persoon betreft als bedoeld in artikel 7 lid 1 onderdeel a onder 2 van de wet;

    • d.

      naar het oordeel van het DB de voorziening onvoldoende bijdraagt aan arbeidsinschakeling;

    • e.

      de voorziening naar het oordeel van het DB niet meer geschikt is voor de persoon die ge-bruik maakt van de voorziening;

    • f.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren gebruik maakt van de aan-geboden voorziening;

    • g.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor die voorziening.

  • 3. Het DB kan, in aanvulling op de verplichtingen die zijn verbonden aan de inkomensvoorziening waar een belanghebbende aanspraak op maakt, nadere verplichtingen verbinden aan het be-sluit tot het aanbieden van een voorziening.

Artikel 4. Scholing

  • 1. Het DB kan een persoon die behoort tot de doelgroep een scholingstraject aanbieden indien dit noodzakelijk wordt geacht voor duurzame arbeidsinschakeling.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7 lid 3 onderdeel a van de wet.

  • 3. Nadere regels ten aanzien van deze voorziening worden door het DB vastgelegd in beleidsregels.

Artikel 5. Beschut werk

  • 1. Het DB biedt de voorziening beschut werk aan een persoon aan van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot ar-beidsparticipatie heeft en deze persoon:

    • a.

      behoort tot de doelgroep; of

    • b.

      een persoon is aan wie het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een uitkering verstrekt.

  • 2. Om de in artikel 10b lid 1 van de wet bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken, biedt het DB de volgende voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling aan:

    • a.

      persoonlijke ondersteuning en/of

    • b.

      fysieke werkplekaanpassingen en/of

    • c.

      loonkostensubsidie zoals bedoeld in artikel 10d van de wet.

  • 3. Het DB biedt een maatwerk voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan tot het moment waarop de dienstbetrekking beschut werk aanvangt.

Artikel 6. Persoonlijke ondersteuning

Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het DB persoonlijke ondersteuning bij het ver-richten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrich-ten.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 7. Inwerkingtreding, intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021 waarmee de verordeningen “Participatie-verordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Nuth 2018”, “Participatieverordening PW, IOAW, IOAZ ISDBOL 2018” en "Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Schinnen 2015" als vervallen worden verklaard

  • 2. De voor de intrekking van de “Participatieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Nuth 2018” toegekende voorzieningen worden gehandhaafd voor de duur waarvoor zij zijn toe-gekend.

  • 3. Het DB kan na afloop van de in het tweede lid bedoelde periode besluiten dat een voorziening verder wordt voortgezet.

  • 4. De “Participatieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Nuth 2018” blijft van toe-passing ten aanzien van een voortgezette voorziening als bedoeld in het derde lid.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Het DB kan, indien de toepassing van bepalingen in deze verordening in de individuele situatie tot onbillijkheden van overwegende aard leidt, voor zover het de bevoegdheid betreft die voortvloeit uit deze verordening, afwijken van deze verordening.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Participatieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Beekdaelen 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2020.

De raad van de gemeente Beekdaelen.

De griffier

mevr. B. van der Wijst

De voorzitter

dhr. ing. E. Geurts