Regeling vervallen per 01-01-2022

Gedragscode bestuurlijke integriteit voor de leden van de raad en de commissieleden-niet-raadsleden van de gemeente Beemster

Geldend van 16-05-2011 t/m 31-12-2021

Intitulé

Gedragscode bestuurlijke integriteit voor de leden van de raad en de commissieleden-niet-raadsleden van de gemeente Beemster (versie geldend vanaf 16 mei 2011)

De raad van de gemeente Beemster;

gelezen het voorstel van het raadspresidium van 2 juni 2004, nr. 19;

gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgendeGedragscode bestuurlijke integriteit voor de leden van de raad en de commissieleden-niet-raadsleden van de gemeente Beemster

Deel I Functioneren in algemene zin

Dienstbaarheid

Het handelen van een raadslid/commissielid-niet-raadslid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een raadslid/commissielid-niet-raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij/zij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een raadslid/commissielid-niet-raadslid wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een raadslid/commissielid-niet-raadslid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van het raadslid/commissielid-niet-raadslid en zijn of haar beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een raadslid/commissielid-niet-raadslid moet men kunnen rekenen. Een raadslid/ commissielid-niet-raadslid houdt zich aan zijn of haar afspraken. Kennis, informatie en invloed, waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar functie beschikt, wendt hij/zij uitsluitend aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een raadslid/commissielid-niet-raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Belangenverstrengeling

Een raadslid/commissielid-niet-raadslid voorkomt, dat er door het verrichten van nevenwerkzaamheden vermenging optreedt van het publieke belang met het persoonlijk belang van het raadslid/commissielid-niet-raadslid of dat van derden, waarmee het raadslid/ commissielid-niet-raadslid banden heeft, waardoor een zuiver en objectief besluiten of handelen in het publieke belang niet langer is gewaarborgd.

Deel II Gedragscode bestuurlijke integriteit

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

  • 1.

    Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Deze gedragscode geldt voor de leden van de gemeenteraad en (voor zover aangegeven) voor de commissieleden-niet-raadslid.

  • 3.

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de raadsvergadering.

  • 4.

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 5.

    De leden van de raad en de commissieleden-niet-raadslid ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de gedragscode.

Paragraaf 2. Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 1.

    Een raadslid/commissielid-niet-raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid/commissielid-niet- raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3.

    Een oud-raadslid/commissielid-niet-raadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn raadslidmaatschap/commissielidmaatschap uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 4.

    Een raadslid/commissielid-niet-raadslid, dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 5.

    Een raadslid/commissielid-niet-raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan, die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

Paragraaf 3. Belangenverstrengeling en nevenfuncties

  • 1.

    Een raadslid/commissielid-niet-raadslid vervult geen nevenfuncties (al dan niet uit hoofde van zijn/haar ambt), waarbij sprake is of kan zijn van strijdigheid met het belang van de gemeente.

  • 2.

    Een raadslid/commissielid-niet-raadslid maakt aan de raad melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

  • 3.

    De kosten, die een raadslid/commissielid-niet-raadslid maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

Paragraaf 4. Belangenverstrengeling in relatie tot rechtelijke procedures tegen raadsbesluiten

Als een raadslid een persoonlijk belang heeft in een bepaalde zaak, dan stemt hij daarover niet mee in de gemeenteraad en kan hij daarover ook vrijelijk procederen.

Gaat het om het nastreven van een algemeen belang, dan benut een raadslid de politieke wegen (doet mee aan beraadslagingen en stemmingen e.d.) en onthoudt zich in beginsel van betrokkenheid op enigerlei wijze in/bij rechtelijke procedures.

Paragraaf 5. Informatie

  • 1.

    Een raadslid/commissielid-niet-raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar ambt beschikt. Hij/zij verstrekt geen geheime informatie.

  • 2.

    Een raadslid/commissielid-niet-raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur of wegens strijd met het openbaar belang. Een raadslid/commissielid-niet-raadslid behandelt vertrouwelijke informatie als zodanig, dat wil zeggen laat deze niet bewust of onbewust uitlekken, bewaart de informatie zorgvuldig en voorkomt, dat onbevoegde derden er kennis van kunnen nemen.

  • 3.

    Een raadslid/commissielid-niet-raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn/haar persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Paragraaf 6. Aannemen van geld of geschenken

  • 1.

    Geschenken en giften, die een raadslid/commissielid-niet-raadslid uit hoofde van zijn/haar functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. De registratie omvat de datum van de ontvangst, een omschrijving van geschenk of gift, de naam van de schenker en de geschatte waarde. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 2.

    Indien een raadslid/commissielid-niet-raadslid één keer per jaar per relatie geschenken of giften ontvangt, die een waarde van minder dan € 50 vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd. Geschenken en giften met een bijzonder karakter of ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis, die genoemd(e) bedrag en/of frequentie te boven gaan, mogen worden aanvaard met instemming van de raadscommissie middelen.

  • 3.

    Geschenken en giften als bedoeld onder 5.1 worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in de raadsvergadering waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen. Geschenken en giften als bedoeld onder 5.2 worden bij voorkeur niet ontvangen op het huisadres.

  • 4.

    Indien evident is, dat een concrete tegenprestatie wordt verwacht tegenover geschenken en giften, aanvaardt het raadslid/commissielid-niet-raadslid deze niet.

Paragraaf 7. Bestuurlijke uitgaven

  • 1.

    Uitgaven, die niet worden gedekt door de vaste (onkosten)vergoeding voor raadsleden, worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 2.

    Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    -           met de uitgave is het belang van de gemeente gediend, en

    -           de uitgave vloeit voort uit de functie.

Paragraaf 8. Declaraties

  • 1.

    Het raadslid/commissielid-niet-raadslid declareert geen kosten, die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 2.

    Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 3.

    Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 4.

    Gemaakte kosten worden binnen een maand gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voorzover mogelijk binnen een maand afgerekend.

  • 5.

    De griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van raadsleden/commissieleden-niet-raadslid worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 6.

    In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd.

Paragraaf 9. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 1.

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan.

Paragraaf 10. Reizen binnen- en buitenland

  • 1.

    Een raadslid/commissielid-niet-raadslid, dat in het kader van zijn/haar functie bij de gemeente het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, heeft toestemming nodig van de gemeenteraad. Het gemeentelijk belang van de reis (functionaliteit) is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 2.

    Het raadslid/commissielid-niet-raadslid, dat het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 3.

    Indien het evident is, dat tegenover de uitnodiging voor een reis, werkbezoek, excursie e.d. (in binnen- en buitenland) op kosten van derden een concrete tegenprestatie wordt verwacht of dat het raadslid/commissielid-niet-raadslid door in te gaan op de uitnodiging bij zijn/haar werkzaamheden voor de raad wordt beïnvloed, aanvaardt het raadslid/commissielid-niet-raadslid de uitnodiging niet. Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken, excursies e.d. (in binnen- en buitenland) op kosten van derden worden altijd besproken in de vergadering van de gemeenteraad en o.m. getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis (functionaliteit) is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 4.

    Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag.

  • 5.

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een raadslid/ commissielid-niet-raadslid is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van de gemeenteraad betrokken.

  • 6.

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van de gemeenteraad betrokken.

  • 7.

    Het verlengen van een (buitenlandse) dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van de gemeenteraad. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het raadslid/commissielid-niet-raadslid.

  • 8.

    De in verband met de (buitenlandse) dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

Paragraaf 11. Lunch, diner en voorstelling

  • 1.

    Uitnodigingen voor lunch, diner of voorstelling op kosten van derden kunnen worden aanvaard, indien en voor zover:

  • -

    zij redelijkerwijs zijn te beschouwen als functioneel;

  • -

    het aanvaarden van de uitnodiging niet geacht kan worden het raadslid/ commissielid-niet-raadslid bij zijn/haar werkzaamheden voor de raad te beïnvloeden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 26 april 2011
H.N.G. Brinkman, voorzitter,
C.J. Jonges, griffier,