Regeling vervallen per 01-01-2013

Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Geldend van 22-12-2006 t/m 31-12-2012

Intitulé

Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid (versie geldend vanaf 1 januari 2010)

De raad van de gemeente Beemster;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 november 2006, nr. 63;

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, alsmede de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding bij van gemeentelijke belastingen;

besluit:

vast te stellen het volgende Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid:

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend:

  • a.

    Leges;

  • b.

    Rioolheffing;

  • c.

    Begrafenisrechten;

  • d.

    Toeristenbelasting;

  • e.

    Onroerende-zaakbelastingen;

  • f.

    Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten;

  • g.

    Liggeld;

  • h.

    Brandweerrechten.

Artikel 2 Verruimde kwijtschelding.

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 percent.

Artikel 3

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Met ingang van de in het eerste lid genoemde dag vervallen de volgende artikelen van verordeningen:

    • a.

      Artikel 7 van de Legesverordening 2002.

    • b.

      Artikel 11 van de Verordening rioolrecht 2002.

    • c.

      Artikel 10 van de Verordening begrafenisrechten 2001.

    • d.

      Artikel 14 van de Verordening toeristenbelasting 2002.

    • e.

      Artikel 9 van de Verordening liggeld woonschepen 2002.

    • f.

      Artikel 8 van de Verordening brandweerrechten 2005.

  • 3. Met ingang van de in het eerste lid genoemde dag vervalt het besluit van 9 mei 1996 om geen kwijtschelding te verlenen van vervolgingskosten.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbarevergadering van de raad d.d. 14 december 2006.
H.N.G. Brinkman, voorzitter
C.J. Jonges, griffier

Toelichting op het Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid.

Gebruikte begrippen.

Belastingen

Gemeentelijke belastingen, rechten en leges

Rijksleidraad

Leidraad Invordering 1990

Gemeentelijke leidraad

Model leidraad gemeentelijke belastingen

Uitvoeringsregeling

Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

Algemeen.

De onderdelen 1.1 en 1.2 zijn overgenomen uit de bundel Model-verordeningen gemeentelijke belastingen van de VNG. Hierin zijn de wettelijke regelingen betreffende gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid uiteengezet.In onderdeel 1.3 is uiteengezet hoe het model van de VNG is vertaald naar de Beemster situatie.Momenteel is de kwijtschelding van belastingen geregeld in de diverse belastingverordeningen. Dat wil zeggen, wanneer niets in de verordening staat, is kwijtschelding van de belasting mogelijk. Anders staat in de verordening: Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.Bij de uitvoering van de kwijtschelding word rekening gehouden met 100% kosten van bestaan, in tegenstelling tot de 90% in de Rijksleidraad. Dit is nu vastgelegd in de Notitie Bijzondere Bijstand van begin 2004.Alle regelingen aangaande kwijtschelding worden nu in één afzonderlijk besluit opgenomen.

1 Wet- en regelgeving gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid.

1.1 Vindplaatsen wet- en regelgeving.

Op de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen hebben de volgende wettelijke bepalingen en regelingen betrekking:

  • -

    artikel 255 van de Gemeentewet;

  • -

    artikel 26 van de Invorderingswet 1990;

  • -

    hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Een nadere toelichting op de uitvoering van de kwijtschelding heeft de staatssecretaris van Financiën opgenomen in de Leidraad Invordering 1990 (Rijksleidraad). Daar gemeenten formeel niet aan de Rijksleidraad zijn gebonden en zij hun eigen beleidsregels moeten vaststellen, heeft de VNG een Model leidraad invordering gemeentelijke belastingen opgesteld die is opgenomen in de bundel modelverordeningen gemeentelijke belastingen (Gemeentelijke leidraad). Hierna wordt uitgegaan van de tekst van het model. Omdat gemeenten binnen de grenzen van de wet- en regelgeving echter van dit model kunnen afwijken, kan het gemeentelijk beleid in individuele gevallen tot andere conclusies leiden.

1.2 Mogelijkheden gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

De mogelijkheid voor gemeenten om kwijtschelding van belastingen te verlenen, is geregeld in artikel 255 van de Gemeentewet. Hoofdregel daarbij is dat gemeenten het kwijtscheldingsbeleid van de rijksoverheid volgen zoals dat is geregeld in de Uitvoeringsregeling. Indien de gemeente met betrekking tot een belasting niets regelt, geldt deze ministeriële regeling automatisch ook voor deze gemeentelijke belasting. Artikel 255 van de Gemeentewet biedt echter de mogelijkheid om van de Uitvoeringsregeling af te wijken. Het gemeentelijk beleid kan per belasting verschillen. Bij het afwijkende beleid kunnen de volgende mogelijkheden worden onderscheiden:

  • a.

    de gemeente verleent voor een belasting geen kwijtschelding;

  • b.

    de gemeente verleent voor een belasting gedeeltelijk kwijtschelding;

  • c.

    de gemeente verleent voor een belasting ruimere kwijtschelding door ten opzichte van de rijksregeling een hoger percentage te hanteren bij de berekening van de kosten van bestaan.

Het raadsbesluit waarin het afwijkende kwijtscheldingsbeleid wordt geregeld, is vormvrij. Naast een afzonderlijk besluit kan het afwijkende kwijtscheldingsbeleid ook in de betreffende belastingverordening worden geregeld. Deze bepalingen kunnen ook in een belastingverordening worden opgenomen, maar hebben dan alleen betrekking op de in die verordening geregelde gemeentelijke belasting. De mogelijkheden voor een strakker kwijtscheldingsbeleid zijn sinds 1998 beperkt. Bij de berekeningsgrondslag is de rijksregeling uniform voorgeschreven. Afwijkingen waarbij vermogensbestanddelen, inkomsten of uitgaven niet of maar beperkt worden meegenomen in de vermogens- of inkomenstoets, zijn niet meer toegestaan.Bij de beperking van een strakker kwijtscheldingsbeleid hebben gemeenten wel de vrijheid behouden om te besluiten al dan niet kwijtschelding te verlenen. Ook is het voor gemeenten mogelijk om bijvoorbeeld alleen kwijtschelding te verlenen voor de eerste hond in de hondenbelasting of voor een gedeelte van de afvalstoffenheffing. Daarnaast blijkt uit de toelichting op het wijzigingsvoorstel dat gemeenten ook de mogelijkheid van een lager percentage voor de kosten van bestaan hebben behouden.

1.3 Concrete invulling van het besluit van Beemster.

Momenteel (oktober 2006) is kwijtschelding mogelijk voor de afvalstoffenheffing, het gebruikersdeel van de onroerende-zaakbelastingen (OZB) en van de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten (RWB).Nu de gebruikersdelen van de OZB en RWB voor woningen is afgeschaft, is er geen aanleiding meer om de kwijtscheldingsmogelijkheid van deze belastingen te handhaven.

Dus zijn in artikel 1 alle belastingen die in Beemster worden geheven, behalve de afvalstoffenheffing, van kwijtschelding uitgezonderd.

Artikel 2 van het model regelt beperkte kwijtschelding. Hierbij moet worden gedacht aan de mogelijkheid dat voor een percentage van de aanslag kwijtschelding wordt verleend of geen kwijtschelding wordt verleend voor de eerste € (noem maar een bedrag) van de aanslag.Van deze mogelijkheden maken we tot nu toe geen gebruik. Er is ook geen behoefte aan een zodanige beperking van de kwijtscheldingsmogelijkheden. Dit is ook niet in de lijn van de Notitie Bijzondere Bijstand van 2004.Bij afzonderlijk raadsbesluit van 9 mei 1996 is bepaald dat geen kwijtschelding wordt verleend van vervolgingskosten (aanmaning en dwangbevel).In de Rijksleidraad en Gemeentelijke leidraad is opgenomen dat in dergelijke gevallen de belastingschuld én de vervolgingskosten worden kwijtgescholden. In de praktijk handelen wij overeenkomstig de Gemeentelijke leidraad.Er is geen aanleiding om artikel 2 van het model over te nemen.

Artikel 3 van het model regelt verruimde kwijtschelding. Hierin kan worden bepaald dat bij de uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid rekening wordt gehouden met meer dan 90% van de kosten van bestaan (maximaal is 100% van de kosten van bestaan mogelijk). De Uitvoeringsregeling gaat uit van 90% van de kosten van bestaan.

Al een aantal jaren geleden is besloten om gebruik te maken van de mogelijkheid om 100% van de kosten van bestaan in aanmerking te nemen. Het laatst is dit geregeld in de Notitie Bijzondere Bijstand van 2004.

Deze regeling wordt nu in dit besluit opgenomen, maar in artikel 2.

Artikel 3 van het besluit van Beemster regelt de inwerkingtreding van het besluit. Verder wordt geregeld dat de artikelen in de diverse belastingverordeningen over kwijtschelding worden ingetrokken. Ook het besluit van 9 mei 1996 wordt ingetrokken.