Regeling vervallen per 04-11-2013

Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Werk en Inkomen

Geldend van 01-01-2013 t/m 03-11-2013

Intitulé

Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Werk en Inkomen (versie geldend sedert 1 januari 2013)

Het college van Burgemeester en wethouders van Beemster

besluiten vast te stellen de navolgende Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Werk en Inkomen.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      WWB: Wet werk en bijstand;

    • b.

      WIJ: Wet investering in jongeren;

    • c.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • e.

      Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • f.

      Bbz 2004: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004;

    • g.

      Wk: Wet kinderopvang

    • h.

      Rv: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

    • i.

      Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • j.

      het college: burgemeester en wethouders

    • k.

      debiteur: iedere natuurlijke of rechtpersoon op wie de gemeente Beemster een vordering heeft die voortvloeit uit de WWB, WIJ, Ioaw, Ioaz, Bbz 2004 en Wk;

    • l.

      uitkering: een inkomensvoorziening voor levensonderhoud op grond van de WWB, WIJ, Ioaw, Ioaz of Bbz 2004;

    • m.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 20 t/m 24 WWB al dan niet verhoogd of verlaagd zoals omschreven in de artikelen 25 t/m 29 WWB en de verordening als bedoeld in artikel 30 WWB;

    • n.

      de inkomensvoorziening zoals bedoeld in artikel 26 t/m 29 WIJ al dan niet verhoogd of verlaagd zoals omschreven in de artikelen 30 t/m 34 WIJ en de verordening als bedoeld in artikel 35 WIJ.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

  • 3. De beleidsregels Terugvordering en Verhaal zijn van toepassing op de wetten WWB, WIJ, Ioaw, Ioaz en Bbz 2004.

Artikel 2 Gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheid

  • 1. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot:

    • a.

      het herzien of intrekken van toekenningsbesluiten als bedoeld in de artikelen 54 lid 3 en 4 WWB, artikel 40 lid 3 en 4 WIJ, artikel 17 lid 3 en 4 IOAW en artikel 17 lid 3 en 4 IOAZ;

    • b.

      het terugvorderen van ten onrechte verleende uitkeringen als bedoeld in paragraaf 6.4 van de WWB, de artikelen 54 tot en met 56 van de WIJ, hoofdstuk II, paragraaf 5 van de IOAW en hoofdstuk II, paragraaf 5 van de IOAZ;

    • c.

      het verhalen van verleende uitkeringen als bedoeld in paragraaf 6.5 van de WWB en artikel 57 van de WIJ.

  • 2. Het college ziet af van het nemen van een terugvorderings-, verhaals- of incassobesluit indien hiertoe een dringende reden aanwezig is.

Artikel 3 Terugvordering: bruto of netto

De terugvordering van bijstand/inkomensvoorziening/Ioaw/Ioaz omvat ook de loonbelasting en de premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand/ inkomensvoorziening/Ioaw/Ioaz verstrekt krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtige is, alsmede de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, tenzij:

  • a.

    de debiteur de netto vordering heeft voldaan binnen het jaar waarin de vordering is ontstaan;

  • b.

    deze belasting, premies en vergoeding verrekend kunnen worden met de door het college af te dragen loonbelasting, premies volksverzekeringen en vergoeding of;

  • c.

    sprake is van dringende redenen.

Hoofdstuk 2 Kwijtschelding

Artikel 4 Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

  • 1. Het college kan besluiten tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van een of meerdere vordering(en) indien redelijkerwijs te voorzien is, dat:

    • a.

      de debiteur niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, en

    • b.

      een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in artikel 7 bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, en

    • c.

      de vordering van de gemeente wegens teruggevorderde uitkering ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

  • 2. Lid 1 is niet van toepassing als de terugvordering het gevolg is van het meer dan één keer niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 17 lid 1 WWB, artikel 44 lid 1 WIJ, artikel 13 lid 1 IOAW of artikel 13 lid 1 IOAZ en de terugvorderingsbeschikking korter dan vijf jaar geleden is.

Artikel 5 Intrekking kwijtscheldingsbesluit schuldenproblematiek

Het besluit als bedoeld in artikel 4 wordt ingetrokken of ten nadele van de debiteur gewijzigd indien:

  • a.

    niet binnen twaalf maanden nadat het besluit is bekendgemaakt een schuldregeling tot stand is gekomen;

  • b.

    de debiteur zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet of;

  • c.

    onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Artikel 6 Kwijtschelding in verband met oninbaarheid, afkoop of doelmatigheid

  • 1. Het college ziet van (verdere) terug- of invordering af indien:

    • a.

      de debiteur gedurende vijf jaar (60 maanden aaneengesloten) vrijwillig en volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan;

    • b.

      de debiteur gedurende vijf jaar (60 maanden) weliswaar niet vrijwillig en volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode alsnog heeft betaald of anderszins tenminste 90% van de schuld is voldaan;

    • c.

      de debiteur gedurende vijf jaar (60 maanden aaneengesloten) geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten;

    • d.

      de debiteur een voor het college acceptabel voorstel tot afkoop doet;

    • e.

      de debiteur een beroep doet op de aanwezigheid van dringende redenen en dit beroep door het college is gehonoreerd;

    • f.

      het restant van de totale terugvordering(en) per debiteur lager is dan € 150,-- en de invorderingsprocedure (maximaal 2 herinneringen) niet (meer) tot betaling leidt.

  • 2. De in lid 1 onder a, b en c genoemde termijn is drie jaar (36 maanden aaneengesloten) indien:

    • -

      het een vordering betreft zoals bedoeld in artikel 58 lid 1 onderdeel e WWB of artikel 54 lid onderdeel d WIJ;

    • -

      het een minnelijke aflossingsregeling betreft op een geldlening.

  • 3. De in lid 1 onder a, b en c genoemde termijn is tien jaar (120 maanden aaneengesloten) indien:

    • -

      het een verwijtbare vordering betreft als gevolg van een schending van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 lid 1 WWB, artikel 44 lid 1 WIJ, artikel 13 lid 1 IOAW of artikel 13 lid 1 IOAZ en;

    • -

      er sprake is van recidive.

  • 4. Het afzien van (verdere) terug- of invordering vindt ambtshalve plaats zover het betreft lid 1 onderdeel a, b, c en f, lid 2 en lid 3.

Artikel 7 Geen kwijtschelding

Kwijtschelding vindt niet plaats ten aanzien van vorderingen die door pand of hypotheek op een goed of goederen zijn gedekt, behoudens voorzover zij niet op die goederen verhaald kunnen worden.

Hoofdstuk 3 Invordering van teruggevorderde uitkering

Artikel 8 Verplichtingen met betrekking tot de invordering

  • 1. Het bedrag van de terugvordering wordt direct en ineens ingevorderd.

  • 2. Indien betaling binnen 6 weken ineens door debiteur niet mogelijk is, kan een betalingsregeling getroffen worden.

  • 3. Het aflossingsbedrag wordt zodanig vastgesteld dat de debiteur minimaal blijft beschikken over een inkomen gelijk aan de beslagvrije voet als bedoeld in artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

  • 4. Het aflossingsbedrag gelijk aan minimaal 10% van de geldende bijstandsnorm of inkomensvoorziening plus 50% van het inkomen zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm na aftrek van bovenmatige woonlasten en kosten zorgverzekering.

  • 5. In afwijking van lid 4 bedragen de genoemde percentages bij aflossingen op vorderingen dan wel geldleningen zoals omschreven in artikel 6 lid 2: de uitkomst van 10% minus het in artikel 19 lid 3 WWB genoemde percentage resp. 35%.

  • 6. Uitgangspunt bij een betalingsregeling is dat de vordering in beginsel afgelost moet kunnen worden binnen 3, 5 of 10 jaar gelijk aan de in artikel 6 lid 1, 2 en 3 genoemde termijnen bij de specifieke vorderingen.

  • 7. Het verzoek van debiteur tot een betalingsregeling of betalingsvoorstel kan worden afgewezen indien debiteur beschikt over vermogen dat, gelet op de omstandigheden van debiteur, redelijkerwijs te gelde gemaakt kan worden.

  • 8. Het aflossingsbedrag zoals meegedeeld in het terug- of invorderingsbesluit geldt als een opgelegde betalingsverplichting. Het aflossingsbedrag, dat onderling is overeengekomen, geldt als een betalingsregeling;

  • 9. Het college kan onderzoek verrichten naar de hoogte van het inkomen en vermogen. Indien het inkomen en/of vermogen van de debiteur daartoe aanleiding geeft, wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld.

Artikel 9 Opschorting van invordering

  • 1. Het college schort de invordering in het geval van een bezwaar- of beroepschrift op als de onmiddellijke invordering onevenredig belastend is voor de debiteur.

  • 2. Op verzoek van debiteur kan het college besluiten op individuele gronden eenmalig de aflossingsverplichting 'op te schorten' voor de duur van maximaal 3 maanden.

  • 3. Lid 2 is niet van toepassing bij het tot stand laten komen van een saneringstraject.

Artikel 10 Verrekning en beslaglegging

  • 1. Indien debiteur een uitkering ontvangt op grond van de WWB, WIJ, Ioaw, Ioaz of Bbz 2004 wordt het terugvorderingsbesluit ten uitvoer gelegd door middel van verrekening met de maandelijks verleende bijstand, inkomensvoorziening of uitkering.

  • 2. Conform de wettelijke vereisten wordt een dwangbevel afgegeven zoals bedoeld in Paragraaf 4.4.4.2 Awb en artikel 60 lid 2 WWB, artikel 56 lid 2 WIJ, artikel 28 lid 1 IOAW en artikel 28 lid 1 IOAZ wanneer:

    • a.

      de mogelijkheid tot verrekening ontbreekt;

    • b.

      een minnelijke betalingsregeling niet tot stand kan komen;

    • c.

      een betalingsregeling of opgelegde betalingsverplichting niet (meer) wordt nagekomen.

  • 3. De kosten van het dwangbevel zoals bedoeld in lid 2 worden in rekening gebracht bij de debiteur waarbij wordt aangesloten aan tarieven Kostenwet invordering (rijks)belastingen met een maximum van € 600,--.

  • 4. Het dwangbevel levert een executoriale titel op waarna verdere terugvordering geschiedt door middel van:

    • a.

      (vereenvoudigd) derden-beslag op loon, uitkering of overige periodieke betalingen aan de debiteur, of

    • b.

      beslag op bezittingen van de debiteur, of

    • c.

      een combinatie van a en b.

Hoofdstuk 4 Verhaal

Artikel 11 Algemeen

  • 1. Het college conformeert zich aan een alimentatiebeschikking van de rechtbank zover hier een draagkrachtberekening naar inkomen aan ten grondslag ligt en de beschikking niet ouder is dan 3 jaar.

  • 2. Het college beperkt zich bij het opleggen van een onderhoudsbijdrage ten behoeve van:

    • a.

      minderjarige kinderen tot een maximaal op te leggen bijdrage van € 307,-- (bedrag 2010) per onderhoudsplichtige per maand, ongeacht het aantal kinderen waarvoor de onderhoudsplicht geldt.

    • b.

      kinderen van 18 tot 21 jaar tot een maximale bijdrage gelijk aan de aan dat kind verstrekte bijzondere bijstand voor levensonderhoud.

  • 3. De onder lid 2 genoemde onderhoudsbijdrage is inclusief eventuele alimentatie-verplichtingen.

  • 4. Het onder lid 2 sub a genoemde bedrag zal jaarlijks geïndexeerd worden met het percentage zoals bedoeld in artikel 62d lid 1 WWB en afgerond op € 1,--.

Artikel 12 Afzien van verhaal

  • 1. Het college kan afzien van het nemen van een verhaalsbesluit indien het op te leggen verhaalsbedrag lager is dan € 50,-- per maand of € 600,-- per jaar.

  • 2. Het college ziet geheel of gedeeltelijk af van het nemen van een verhaalsbesluit indien daarvoor gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die de bijstand ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 13 Ingangsdatum verhaalsbijdrage

De verhaalsbijdrage ingevolge artikel 62 WWB en artikel 57 WIJ wordt opgelegd met ingang van de eerste van de maand volgend op de datum van eerste aanschrijving.

Artikel 14 (her)Onderzoek naar draagkracht

Het college kan onderzoek verrichten naar de draagkracht voor het voldoen van een verhaalsbijdrage. Indien gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven, wordt als gevolg van dit onderzoek de verhaalsbijdrage gewijzigd vastgesteld.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 15 Rente en kosten

  • 1. Indien de betalingsverplichting niet wordt nagekomen, dan kan de vordering verhoogd worden met de wettelijke vertragingsrente en de op de invordering betrekking hebbende kosten. ijn afgegeven.

  • 2. De kosten die in rekening worden gebracht, bedragen maximaal 15% van de nog openstaande vordering, maar niet meer dan het bedrag zoals in rekening wordt gebracht wanneer een dwangbevel zou z

  • 3. Zodra een dwangbevel is afgegeven en de kosten daarvan in rekening zijn gebracht bij debiteur, worden geen extra kosten meer in rekening gebracht.

  • 4. Het maximum bedrag aan invorderingskosten dan wel de kosten van een dwangbevel bedraagt € 600,-- per vordering.

  • 5. De kosten zoals omschreven in lid 2 t/m 4 zijn exclusief bijkomende kosten en rente die een gerechtsdeurwaarder in rekening brengt indien de vordering uit handen is gegeven.

Artikel 16 Afwijking van de beleidsregels

Indien in verband met dringende redenen (verdere) terugvordering, invordering of verhaal van bijstand onaanvaardbaar is, kan er van deze beleidsregels worden afgeweken.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 2. De Beleidsregels Terugvordering WWB, ioaw, IOAZ, Bbz en WIJ intrekken.

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Werk en Inkomen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 6 november 2012.
H.N.G. Brinkman, burgemeester
E. Kroese-Vrolijks, secretaris