Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Beesel

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Beesel

De raad van de gemeente Beesel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2016

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

b e s l u i t :

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Beesel

(Verordening reinigingsheffingen Beesel)

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening heffen we:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening verstaan we onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, die door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' heffen we een directe belasting als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing heffen we bij elk perceel waarbij een verplichting tot inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt, conform de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De belasting heffen we van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld gebruik maakt van een perceel als bedoeld in artikel 3 lid 2, al dan niet door middel van eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht.

  • 2. Als een gedeelte van een perceel ten behoeve van gebruik is afgestaan, merken we degene die dat gedeelte heeft afgestaan aan als gebruiker.

  • 3. Als een perceel ter beschikking wordt gesteld voor volgtijdig gebruik, merken degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld aan als gebruiker.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 5 Belastbaar feit

Onder de naam 'reinigingsrechten' heffen we rechten zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 6 Belastingplicht

De rechten heffen we van degene:

  • a.

    Die de dienst heeft aangevraagd, of

  • b.

    Ten behoeve van wie de dienst wordt verricht, of

  • c.

    Die gebruik maakt van de dienst.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 7 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De tarieven hebben we opgenomen in de verordening tarieven reinigingsheffingen Beesel.

  • 2. Voor de berekening van de belasting en/of rechten merken we een gedeelte van een eenheid die genoemd is in de tarieventabel aan als een volledige eenheid.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1. De heffing en/ of rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 2.1 van de tarieventabel heffen we bij wege van aanslag.

  • 2. De heffing en/ of rechten bedoeld in de overige hoofdstukken van de tarieventabel heffen we bij wege van gedagtekende kennisgeving.

  • 3. Per belastbaar feit kunnen we afzonderlijk heffen.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1. De heffing en/of rechten als bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 2.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, wanneer dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Wanneer de belastingplicht in de loop van het belastingjaar start, zijn de in het vorige lid bedoelde heffing en/of rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht als bedoeld in lid 1 in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de voor dat jaar verschuldigde heffing en/of rechten voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en daar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5. De heffing en/of rechten bedoeld in hoofdstuk 1.2, 2.2 en 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso:

    • In twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso:

    • In zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de op de grond van artikel 14, tweede lid, hoofdstuk 3 van de tarieventabel verschuldigde belasting worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 14 dagen na de dagtekening.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Kwijtschelding is alleen mogelijk voor het vastrecht van de afvalstoffenheffing, genoemd in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 14 Overgangsrecht

De “Verordening reinigingsheffingen Beesel” van 7 december 2015, trekken we in met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening halen we aan als “Verordening reinigingsheffingen Beesel”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Beesel in zijn openbare vergadering van 12 december 2016.
griffier,
E.Apeldoorn – Feijts
voorzitter,
P.Dassen – Housen