Regeling vervallen per 01-01-2020

Beleidsregel proceskosten en wegingsfactoren bij vergoeding in de bezwaarfase belastingzaken.

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Beleidsregel proceskosten en wegingsfactoren bij vergoeding in de bezwaarfase belastingzaken.

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregel is van toepassing op proceskostenvergoeding in bezwaarprocedures aangaande besluiten genomen door de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, lid 2, aanhef en onderdeel b, Gemeentewet (Heffingsambtenaar).

Artikel 2 Voorwaarden proceskostenvergoeding

De voorwaarden welke zijn genoemd in het tweede lid van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht en in het Besluit proceskosten bestuursrecht zijn onverminderd van toepassing.

Artikel 3 Wegingsfactor: andere besluiten dan waarde-beschikkingen

  • 1.

    Het gewicht van de zaak wordt beoordeeld als gemiddeld. Gemiddelde werkzaamheden bestaan uit:

    • 1.

      een juiste vaststelling van de feiten;

    • 2.

      een onderzoek naar de waarde;

    • 3.

      een opgeworpen rechtsvraag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als zeer licht voor zaken met betrekking tot de watersysteemheffing ingezetenen, zuiveringsheffing woningen, watersysteemheffing gebouwd en ongebouwd, verontreinigingsheffing, reinigingsheffing, hondenbelasting, rioolheffing, reclamebelasting, marktgelden, retributies, toeristenbelasting, precariobelasting en onroerende zaakbelastingen en kennelijk gegronde bezwaren voor zover deze betrekking hebben op:

    • 1.

      een verkeerde tenaamstelling;

    • 2.

      een verkeerde adresaanduiding van het object;

    • 3.

      een verkeerde belastingplichtige;

    • 4.

      een pro-forma bezwaarschrift zonder aanvulling;

    • 5.

      een summier gemotiveerd bezwaarschrift.

  • 3.

    In geval van 2 of 3 samenhangende zaken wordt de wegingsfactor bepaald op de factor voor 1 zaak. Bij 4 of meer zaken is de wegingsfactor 1,5.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als licht in de volgende situaties: zaken met betrekking tot onroerende zaakbelastingen voor zover deze betrekking hebben op de inhoud enig onderzoek vergt, maar het niet om een (juridisch) vraagpunt gaat waarvoor een grotere (juridische) deskundigheid is vereist.

  • 5.

    In afwijking van het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als zwaar in de volgende situaties: zaken die ingewikkeld of complex zijn, waarbij het beoordelen van externe rapporten, uitgezonderd taxatierapporten, noodzakelijk is om tot een goed oordeel te komen.

  • 6.

    In afwijking van het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als zeer zwaar in de volgende situaties: zaken waarbij evident en aantoonbaar sprake is van een zeer gecompliceerde en/of bewerkelijke zaak

  • 7.

Artikel 4 Wegingsfactor: waarde-beschikkingen/heffingsgrondslag

  • 1.

    Het gewicht van de zaak wordt beoordeeld als gemiddeld tenzij het belang of de gecompliceerdheid van het bezwaar aanleiding geven tot het bepalen van een afwijkende wegingsfactor.

  • 2.

    De gecompliceerdheid van een bezwaar geeft aanleiding tot het bepalen van de wegingsfactor op:

    Zeer licht wanneer een waarde wordt verminderd vanwege:

    de onjuiste registratie van een bijgebouw;

    een kenbare schrijffout in de beschikking/belastingaanslag;

    recidive;

    een summier, dan wel niet adequaat onderbouwd bezwaarschrift;

    een verwijzing naar een eigen gerechtelijke procedure;

    een verkooptransactie van onderhavig object;

    een verwijzing naar een taxatierapport, door een deskundige opgemaakt in het kader van de Wet WOZ, dat voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

    een verkeerde tenaamstelling;

    een verkeerde adresaanduiding van het object;

    een verkeerde belastingplichtige;

    een pro-forma bezwaarschrift zonder aanvulling;

    een summier gemotiveerd bezwaarschrift waar alleen de hoogte van de waarde wordt betwist.

Licht wanneer een waarde wordt verminderd vanwege:

een onjuiste objectafbakening;

een door belanghebbende aangedragen verkoopcijfer van een vergelijkbaar object dat vlak voor of na de waardepeildatum is gerealiseerd

een onjuist voortgangspercentage bij een object in aanbouw.

  • 3.

    In geval van 2 of 3 samenhangende zaken wordt de wegingsfactor bepaald op de factor voor 1 zaak. Bij 4 of meer zaken is de wegingsfactor 1,5.

  • 4.

    In geval het gaat om een zaak waar alleen over de proceskostenvergoeding gaat is de wegingsfactor 0,5.

  • 5.

    Bij het bepalen van de wegingsfactor weegt de gecompliceerdheid zwaarder dan het belang

Artikel 5 Vergoeding deskundige

Een vergoeding voor het opstellen van een taxatierapport in de bezwaarfase is mogelijk. De te vergoeden bedragen zijn:

  • 1.

    voor een woning volgens de vergelijkingsmethode een uurtarief van € 50,00 (exclusief BTW). Het aantal uren wordt voor een woning bij een niet-inpandige opname op 2 gesteld en voor een woning bij een inpandige opname op 4 uur;

  • 2.

    voor een woning volgens de bestemmingswaardemethode een uurtarief van € 65,00 (exclusief BTW);

  • 3.

    voor een courante niet-woning volgens de vergelijkingsmethode of huurwaarde-kapitalisatiemethode een uurtarief van € 65,00 (exclusief BTW). Het bedrag wordt vergoed inclusief BTW als de BTW op de belanghebbende drukt;

  • 4.

    voor een incourante niet-woning of in geval van zeer complexe taxaties een uurtarief van maximaal € 116,09 (exclusief BTW).

Artikel 6 Reis en verblijfkosten

Reis- en verblijfkosten van een belanghebbende zelf of zijn gemachtigde kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. Daarbij geldt als uitgangspunt dat reiskosten worden vergoed op basis van een kaartje openbaar vervoer 2e klasse, tenzij de reis (redelijkerwijs) per openbaar vervoer niet mogelijk is. In dat geval worden de reiskosten vergoed tegen een bedrag van € 0,19 per kilometer. De hoogte van de vergoeding van verblijfkosten wordt in goede justitie bepaald.

Artikel 7 Verletkosten

Verletkosten van een belanghebbende kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. De vergoeding van verletkosten vindt in beginsel plaats tegen de werkelijke kosten, waarbij geldt dat het minimumbedrag per uur € 7,00 en het maximum bedrag per uur € 81,00 bedraagt.

Artikel 8 Kosten uittreksel

Kosten van uittreksels uit de openbare registers, telegrammen, internationale telexen, internationale telefaxen en internationale telefoongesprekken kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. De vergoeding van deze kosten vindt in beginsel plaats tegen de werkelijke kosten.

Artikel 9 Kostenvergoeding horen

  • 1.

    Als zaken gezamenlijk op een hoorzitting worden behandeld wordt de vergoeding beperkt. In dit geval wordt volstaan met het toekennen van 1 punt gedeeld door het aantal zaken dat gezamenlijk wordt behandeld.

  • 2.

    Voor telefonisch horen wordt maximaal 1 punt toegekend.

  • 3.

    Bij zaken die gezamenlijk op een telefonische hoorzitting worden behandelt, wordt volstaan met het toekennen van 1 punt per zaak.

Artikel 10 Gemotiveerd afwijken

Indien de heffingsambtenaar van oordeel is dat toepassing van het gestelde in de artikelen 3 t/m 9 van deze regeling niet in overeenstemming zijn met de bewerkelijkheid en de gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener dient dit in de beslissing op bezwaar uitdrukkelijk gemotiveerd te worden.

Artikel 11 Ontheffing

Geen vergoeding wordt toegekend indien het bezwaar kan worden aangemerkt als een verzoek om ontheffing.

Vul hier de regelingtekst in]

Ondertekening

Artikel 12 Betaling

1. Op een daartoe strekkend verzoek van de heffingsambtenaar dienen binnen een door hem te stellen termijn nota’s en betalingsbewijzen te worden overlegd.

2. Het bedrag aan proceskostenvergoeding wordt overgemaakt op het rekeningnummer van belanghebbende.

Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding1.

1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel proceskosten en wegingsfactoren bij vergoeding in de bezwaarfase belastingzaken 2018”.

Het dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam Belastingsamenwerking SaBeWa Zeeland

Aldus vastgesteld op 30 november 2017