Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012 Groesbeek

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening Marktgelden 2012 Groesbeek

De raad der gemeente Groesbeek ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 november 2011;

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet,

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012 Groesbeek.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    warenmarkt: de markt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 11 van het marktreglement vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • b.

    marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die aangewezen is voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • f.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;

  • g.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • i.

    marktmeester: de ambtenaar, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats met inbegrip van verstrekte diensten voor het uitoefenen van de markthandel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de vergunninghouder.

Artikel 4 Heffingsgrondslag

De grondslag voor de berekening van het recht als bedoeld in artikel 5 lid 1 onder a en b is het aantal strekkende meters frontbreedte van een standplaats. Daarbij wordt een deel van een strekkende meter gerekend voor een hele meter.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1 Het recht voor een ter beschikking gestelde standplaats bedraagt per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan:

    • a.

      voor een dagstandplaats een bedrag van € 1,40 per marktdag per strekkende meter marktkraam of daarmede vergelijkbaar te stellen verkooppunt (marktcaravan) met een minimum van € 5,25 per marktdag;

    • b.

      voor een vaste plaats een bedrag van € 14,30 per strekkende meter frontbreedte per kwartaal, met een minimum van € 57,20 per kwartaal;

    • c.

      voor een standwerkersplaats een bedrag van € 5,25 per dag.

  • 2.

    • a.

      De bedragen aan marktgeld genoemd in lid 1 onder a worden verhoogd met een bedrag van € 2,00 per marktdag voor promotiedoeleinden.

    • b.

      De bedragen aan marktgeld genoemd in lid 1 onder b worden verhoogd met een bedrag van € 25,00 per kwartaal voor promotiedoeleinden.

    • c.

      De bedragen aan marktgeld genoemd in lid 1 onder c worden verhoogd met een bedrag van € 2,00 per marktdag voor promotiedoeleinden.

  • 3. Naast de rechten genoemd in lid 1 worden de werkelijke kosten voor een elektriciteitsaansluiting bij de vergunninghouder in rekening gebracht.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de belastingen die per kwartaal geheven worden is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffing

De marktgelden worden geheven bij wege van schriftelijke gedagtekende kennisgeving.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De marktgelden als bedoeld in artikel 5 lid 1 onder b zijn verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De marktgelden als bedoeld in artikel 5 lid 1 onder a en c zijn verschuldigd op het moment van het uitreiken van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 3. Indien in de loop van het belastingtijdvak de belastingplicht voor een vaste plaats aanvangt, wordt het marktgeld berekend over de resterende volle kalendermaanden van dat belastingtijdvak.

  • 4. Indien over een periode van een vaste standplaats geen gebruik is gemaakt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelte als er na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, indien:

    • a.

      de vergunning van de belastingplichtige voor een vaste plaats is ingetrokken;

    • b.

      de belastingplichtige aantoont dat deze tengevolge van ziekte gedurende een aaneengesloten periode van tenminste een kalendermaand de ter beschikking gestelde plaats niet heeft kunnen innemen en de belastingplichtige gedurende die periode de standplaats niet door een ander heeft laten innemen.

Artikel 9 Vrijstelling

De in artikel 5 genoemde rechten worden niet geheven van verenigingen, comités of stichtingen, die geen commercieel doel hebben.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden als bedoeld in artikel 5 lid 1 onder a en c worden betaald op het moment van het uitreiken van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden als bedoeld in artikel 5 lid 1 onder b worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Van de op voet van deze verordening verschuldigde rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het stellen van nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening Marktgelden 2011 Groesbeek van 16 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking van zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening Marktgelden 2012 Groesbeek'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Groesbeek op 22 december 2011.
De raadsgriffier, De voorzitter,
Afschriften:
Uitgave gemeentelijke belastingen, Receptie gemeentehuis Groesbeek
Afdeling financiën Groesbeek, cluster BVS