Subsidieverordening Toerisme Groesbeek 2007

Geldend van 19-09-2007 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Toerisme Groesbeek 2007

De raad der gemeente G r o e s b e e k ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek van 17 juli 2007;

overwegende dat de gemeente Groesbeek al vele jaren in de begroting een stelpost toeristische activiteiten kent;

dat vanuit deze stelpost toeristische initiatieven waaronder evenementen (met een promotioneel karakter) financieel worden ondersteund;

dat de toewijzing van deze subsidies gebeurt op basis van criteria die zijn vastgesteld door ons college;

dat het in verband met het toenemend aantal subsidieaanvragen, wenselijk is om de bestaande werkwijze met betrekking tot subsidieverlening in dit kader vast te leggen in een verordening; gelet op de bepalingen van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

1. vast te stellen de Subsidieverordening Toerisme Groesbeek 2007.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Subsidie: De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten (artikel 4:21 lid 1 Awb).

  • 2. Activiteit: De activiteit die door een aanvrager van subsidie zal worden uitgevoerd en die door het gemeentebestuur kan worden gesubsidieerd.

  • 3. Subsidieplafond: Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening (artikel 4:22 Awb).

  • 4. Raad: De raad van de gemeente Groesbeek.

  • 5. College: Het College van burgemeester en wethouders van Groesbeek.

  • 6. Gemeentebestuur: Het bestuursorgaan dat in de zin van deze verordening bevoegd is tot het nemen van een beslissing op een aanvraag.

  • 7. Garantiesubsidie: Subsidie die wordt verstrekt bij een dreigend exploitatietekort, blijkend uit de overgelegde financiële stukken, voor het geval dit tekort inderdaad optreedt.

Artikel 2 Reikwijdte en doel

  • 1. Deze verordening is van toepassing op onderstaande subsidies op het beleidsterrein van

    Toerisme:

    • a.

      incidentele subsidies;

    • b.

      garantiesubsidies;

    • c.

      structurele subsidies.

  • 2. Doel van deze subsidie is het direct of indirect bevorderen van Toerisme en Recreatie in Groesbeek.

Artikel 3 De aanvrager

  • 1. In het kader van deze verordening wordt als aanvrager aangemerkt elke organisatie of groepering van personen die rechtspersoonlijkheid bezit, niet zijnde een publiekrechtelijke instantie.

  • 2. Ook natuurlijke personen kunnen aanvrager zijn. De in deze verordening gestelde bepalingen, voor zover mogelijk, vinden overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Te overleggen bescheiden

  • 1. De aanvrager overlegt bij een aanvraag en voor zover van toepassing de volgende bescheiden:

    • a.

      de statuten en/of reglementen van de instelling;

    • b.

      een beschrijving van de betreffende activiteiten en/of voorziening;

    • c.

      de op de activiteit en/of voorziening betrekking hebbende begroting van inkomsten en uitgaven, voorzien van een desbetreffende toelichting;

    • d.

      een overzicht van de financiële positie van de instelling (balans);

    • e.

      tijdsplanning van de activiteiten;

    • f.

      doelstelling van de activiteiten;

    • g.

      alle overige bescheiden die voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk zijn.

  • 2. Ten aanzien van de te overleggen bescheiden kan het college van burgemeester en wethouders modelformulieren verplicht stellen.

Artikel 5 Toekenningsgronden voor subsidies

  • 1. De subsidie wordt verleend aan de hand van de in het tweede lid genoemde kwaliteitscriteria. Volgens welke rangorde de subsidie wordt verstrekt wordt door het college bepaald. Het college maakt gelijktijdig met het subsidieplafond bekend op welke wijze de subsidie wordt verdeeld.

  • 2. Bij de beoordeling van aanvragen worden de volgende kwaliteitscriteria toegepast:

    • a.

      Belang: de activiteiten van de aanvrager behoren tot de gemeentelijke

      (mede)verantwoordelijkheid of zijn van belang voor het toerisme in Groesbeek.;

    • b.

      Effecten: dat direct of op termijn een verantwoord lokaal effect te verwachten is waardoor het belang van de gemeente Groesbeek en/of dat van haar inwoners voldoende wordt gediend.

    • c.

      Originaliteit: in welke mate en op welk niveau wordt voorzien in vergelijkbare activiteiten, zowel in directe als in indirecte zin.

    • d.

      Synergie: bij de beoordeling van de aanvraag om subsidie wordt meegewogen de mate van samenwerking en bundeling van krachten.

    • e.

      Facilitaire ondersteuning: van belang voor de hoogte van de subsidie is de mate van facilitaire ondersteuning door de gemeente.

    • f.

      Draagvlak: naast de gevraagde subsidie dient sprake te zijn van een eigen bijdrage. In elk geval moet de aanvrager minimaal 20 % van de kosten van de activiteiten, al dan niet met hulp van derden, financieren.

    • g.

      Beleid: de mate waarin aanvragen passen in het gemeentelijke beleid voor toerisme en recreatie.

Artikel 6 Weigeringsgronden voor subsidies

De subsidie wordt geweigerd indien:

  • 1.

    De aanvrager zijn activiteiten in hoofdzaak op zuiver politieke, commerciële of godsdienstige gronden ontplooit.

  • 2.

    De activiteiten van de aanvrager buiten de gemeente Groesbeek plaatsvinden, tenzij zulks op grond van de aard van de activiteiten gerechtvaardigd is en van de instelling niet verwacht mag worden de activiteiten binnen de gemeente Groesbeek te verrichten.

  • 3.

    In het geval van een regionaal/landelijk werkzame instelling belangenbehartiging betreft van één of meer lokale door de gemeente gesubsidieerde organisaties.

  • 4.

    Door de aanvrager een zodanige werkwijze wordt toegepast dat redelijkerwijs kan worden verwacht dat de beoogde doelstelling(en) niet kan c.q. kunnen worden bereikt en de medezeggenschap (voor zover van toepassing) van de betrokkenen niet is gewaarborgd.

  • 5.

    De aanvrager niet beschikt over bestuurlijke en/of andere leiding die voldoende waarborgen biedt ten aanzien van de deskundigheid en bekwaamheid met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden c.q. te bereiken doeleinden.

  • 6.

    De aanvrager op eigen kracht aan de benodigde financiële middelen kan komen, zonder daarbij een onredelijk beroep te doen op derden (deelnemers, bezoekers, gebruikers, leden e.d.).

  • 7.

    Door de aanvrager middelen worden gebruikt of toegestaan te gebruiken die in strijd zijn met de wet en/of het algemeen belang;

  • 8.

    Indien niet wordt voldaan aan één van de in artikel 5 genoemde toekenningsgronden.

Artikel 7 Verplichtingen

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening andere dan de in artikel 4:37 Awb genoemde verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening

    vragen een effectmeting van de gesubsidieerde activiteiten te overleggen.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1. Voor het verstrekken van de subsidies zoals genoemd in artikel 2 onder a en b geldt een subsidieplafond.

  • 2. Het subsidieplafond als genoemd in lid 1 is gelijk aan het bedrag dat de raad jaarlijks in de gemeentebegroting opneemt.

Artikel 9 Het geven van voorschotten

Het college kan de subsidieontvanger een voorschot van 80% van het subsidiebedrag verlenen.

HOOFDSTUK 2 INCIDENTELE SUBSIDIES

Artikel 10 Tijdstip indienen aanvragen

  • 1. Aanvragen om een incidentele subsidie moeten voor 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van uitvoering worden ingediend.

  • 2. Indien niet alle conform het eerste lid ingediende aanvragen welke voldoen aan de criteria kunnen worden gehonoreerd omdat het subsidieplafond wordt overschreden, zal de subsidie worden verleend volgens de door het college aangegeven verdelingswijze.

  • 3. Indien na beoordeling van en beschikking op alle conform het eerste lid ingediende aanvragen van een jaar het subsidieplafond nog niet is bereikt, kunnen ook later in het betreffende kalenderjaar aanvragen om incidentele subsidie worden gehonoreerd tot aan het bedrag van het subsidieplafond en voor zover aan de subsidiecriteria wordt voldaan.

  • 4. Het college beslist op een verzoek om een incidentele subsidie.

  • 5. Een incidentele subsidie kan maximaal drie opeenvolgende jaren worden verstrekt.

  • 6. Het college besluit op aanvragen als bedoeld in lid 4 binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 11 Verplichtingen

Indien een incidentele subsidie als bedoeld in dit hoofdstuk is vastgesteld, dient de aanvrager binnen 3 maanden nadat de activiteit heeft plaats gevonden een gespecificeerde opgave van de werkelijke inkomsten en uitgaven met bewijsstukken, evenals een verslag van de verrichte activiteiten, aan het college te overleggen.

HOOFDSTUK 3 GARANTIE SUBSIDIES

Artikel 12 Aanvraag om garantiesubsidie

  • 1. Aanvragen om een garantiesubsidie moeten voor 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van uitvoering worden ingediend.

  • 2. Indien niet alle conform het eerste lid ingediende aanvragen welke voldoen aan de criteria kunnen worden gehonoreerd omdat het subsidieplafond wordt overschreden, zal de subsidie worden verleend volgens de door het college aangegeven verdelingswijze.

  • 3. Indien na beoordeling van en beschikking op alle conform het eerste lid ingediende aanvragen van een jaar het subsidieplafond nog niet is bereikt, kunnen ook later in het betreffende kalenderjaar aanvragen om garantiesubsidie worden gehonoreerd tot aan het bedrag van het subsidieplafond en voor zover aan de subsidiecriteria wordt voldaan.

  • 4. Het college beslist op een verzoek om een garantiesubsidie.

  • 5. Een garantiesubsidie kan maximaal drie opeenvolgende jaren worden verstrekt.

Artikel 13 Verlenen van garantiesubsidie

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt binnen twee weken de ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders beslist over subsidieverlening voor 31 december van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van uitvoering.

  • 3. Over aanvragen die na 1 november worden ingediend wordt binnen 12 weken beslist.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan de in de vorige twee leden genoemde termijnen eenmalig met 8 weken verlengen. Een dergelijke verlenging wordt door het college van burgemeester en wethouders meegedeeld aan de subsidieontvanger.

Artikel 14 Vaststelling van de garantiesubsidie

  • 1. De aanvrager dient binnen 3 maanden nadat de activiteit heeft plaats gevonden een gespecificeerde opgave van de werkelijke inkomsten en uitgaven met bewijsstukken, alsmede een verslag van de verrichte activiteiten, aan het college te overleggen.

  • 2. De in lid 1 bedoelde opgave en het verslag zijn tevens een aanvraag om vaststelling van de subsidie.

  • 3. Binnen twaalf weken na ontvangst van de opgave en het verslag zoals bedoeld in lid 1 neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit tot vaststelling en uitbetaling van de subsidie.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het derde lid genoemde termijn eenmalig met 8 weken verlengen. Een dergelijke verlenging wordt door het college van burgemeester en wethouders meegedeeld aan de subsidieontvanger.

  • 5. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van een beoordeling van de uitgevoerde activiteit, de naleving van de opgelegde voorwaarden en de werkelijke kosten van de activiteit.

Artikel 15 De uitbetaling van de garantiesubsidie

De subsidie wordt door het college van burgemeester en wethouders aan de subsidieontvanger onder verrekening van betaalde voorschotten uitbetaald als bijdrage ineens binnen 12 weken na het besluit als bedoeld in artikel 14 lid 3.

HOOFDSTUK 4 STRUCTURELE SUBSIDIES

Artikel 16 Aanvraag om structurele subsidie

  • 1. Een aanvraag voor een structurele subsidie moet voor 1 april van het aan de activiteiten voorafgaande kalenderjaar worden ingediend.

  • 2. Een structurele subsidie wordt verleend voor maximaal vijf jaar. Deze termijn kan telkens met 5 jaar verlengd worden.

  • 3. Het college beslist op een aanvraag om structurele subsidie.

  • 4. Op de ontvangers van structurele subsidie is afdeling 4.2.8 Awb van toepassing.

Artikel 17 Verlenen van structurele subsidie

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt binnen twee weken de ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders beslist over subsidieverlening voor 1 juli van het aan de activiteiten voorafgaande kalenderjaar.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het vorige lid genoemde termijn eenmalig met 8 weken verlengen.

  • 4. Het college verleent de subsidie onder voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 18 Te overleggen bescheiden bij een structurele subsidie

  • 1.

    De instelling dient jaarlijks vòòr 1 april een financieel en beleidsmatig verslag uit te brengen over de activiteit gehouden in het voorafgaande jaar en waarvoor subsidie is verkregen.

  • 2.

    Het verslag dient voorzien te zijn van:

    • a.

      een financieel verslag van de activiteit in het desbetreffende kalenderjaar;

    • b.

      overige bescheiden die voor de beoordeling van de activiteit van belang zijn, zulks mede

gerelateerd aan de voorwaarden waaronder subsidie is verstrekt.

Artikel 19 Vaststelling van de structurele subsidie

  • 1. Het college stelt de subsidie per jaar vast binnen 8 weken na indiening van de bescheiden als bedoeld in artikel 18.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het eerste lid genoemde termijn eenmalig met 8 weken verlengen. Een dergelijke verlenging wordt door het college van burgemeester en wethouders meegedeeld aan de subsidieontvanger.

  • 3. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van een beoordeling van de uitgevoerde activiteiten, de naleving van de opgelegde voorwaarden en de werkelijke kosten van de activiteiten.

HOOFDSTUK 5 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 20 Afwijking van deze verordening

Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van een of meer bepalingen van deze verordening indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd.

Artikel 21 Overgangsbepaling

Alle aanvragen ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening zullen zoveel mogelijk worden beoordeeld conform deze verordening met dien verstande dat bij het niet voldoen aan procedurele voorschriften een gelegenheid tot herstel zal worden geboden.

Artikel 22 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    In alle gevallen, waarin deze verordening niet of onvoldoende voorziet, treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen en/of nemen zij de nodige beslissingen, in overleg met de betrokken instelling(en).

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening Toerisme Groesbeek 2007"

  • 3.

    Zij treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Groesbeeks Weekblad.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Groesbeek op
30 augustus 2007.
De raadsgriffier, De voorzitter,