Regeling vervallen per 15-01-2015

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Groesbeek 2002

Geldend van 14-01-2003 t/m 14-01-2015

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Groesbeek 2002

Artikel 1 begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeentelijke monumenten: beschermde gemeentelijke monumenten, zoals deze geregistreerd zijn op de op grond van de Monumentenverordening Groesbeek 2000 vastgestelde gemeentelijke monumentenlijst;

  • b.

    eigenaar:degene die in de kadastrale registers als eigenaar of andere zakelijke gerechtigde van een gemeentelijk monument is ingeschreven;

  • c.

    restauratiekosten: het geheel van aantoonbare uitvoerings- en architectenkosten gemaakt ten behoeve van verbouwwerkzaamheden aan een gemeentelijk monument waarbij duidelijk sprake is van restauratie;

  • d.

    restauratie/groot-onderhoud: het geheel van bouwkundige voorzieningen en maatregelen dat naar oordeel van burgemeester en wethouders er toe leidt, dat met name het exterieur van een gemeentelijk monument als geheel, blijvend in authentieke staat wordt gebracht;

  • e.

    onderhoud: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een monument in goede staat van onderhoud te houden, met name met de bedoeling om toekomstig groot-onderhoud en kostbare restauraties te verminderen c.q. te voorkomen, mits de werkzaamheden in overeenstemming zijn met de uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden.

Artikel 2 subsidiedoeleinden

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de instandhouding van gemeentelijke monumenten en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie toe te kennen.

  • 2. Subsidie kan worden toegekend op aanvraag van de eigenaar van een gemeentelijk monument in de restauratie- en groot-onderhoudskosten indien door de eigenaar dat gemeentelijk monument wordt gerestaureerd of groot-onderhoud wordt gepleegd.

  • 3. In bijzondere gevallen zijn burgemeester en wethouders bevoegd een subsidie toe te kennen voor reconstructie van verdwenen originele onderdelen van gemeentelijke monumenten. De overige bepalingen uit deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 subsidievoorwaarden en weigering

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan het verstrekken van subsidie voorwaarden verbinden.

  • 2. Er kan subsidie worden toegekend voor zover de op grond van artikel 4 begrote financiële middelen toereikend zijn.

  • 3. De subsidie kan slechts worden verstrekt indien de restauratie en het groot-onderhoud een permanent karakter draagt en na voltooiing van de voorzieningen in zijn geheel voldoet aan redelijke eisen van onderhoud en bruikbaarheid voor de bestemming waartoe het pand dient.

  • 4. De subsidie kan slechts worden verleend onder voorwaarde, dat:

    • a.

      de voor de in artikel 8.2. bedoelde monumentvergunning ingevolge de gemeentelijke Monumentenverordening 2000 is verleend;

    • b.

      de werkzaamheden deskundig worden uitgevoerd volgens de uitvoeringsvoorwaarden gemeentelijke monumenten;

    • c.

      binnen 26 weken na toekenning met de restauratie c.q. groot-onderhoud een aanvang wordt gemaakt;

    • d.

      binnen één jaar na de toekenning de restauratie c.q. groot-onderhoud is voltooid;

    • e.

      aan de door burgemeester en wethouders met de controle belaste personen op de door hen te bepalen tijdstippen:

      • 1.

        toegang wordt verleend tot het terrein van de bouw en tot het bouwwerk;

      • 2.

        inzage wordt verleend in alle op de restauratie betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

      • 3.

        gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op de restauratie betrekking hebbende gegevens;

    • f.

      na het gereedkomen van de werkzaamheden een gespecificeerde eindafrekening met betalingsbewijzen aan burgemeester en wethouders wordt verstrekt.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de in het vierde lid, onder c. en d., vermelde termijnen, enkel na een schriftelijke aanvraag hiertoe van de eigenaar voor afloop van de termijn.

  • 6. De subsidie wordt niet verstrekt, indien:

    • a.

      de restauratie-/groot-onderhoudskosten inclusief B.T.W. minder bedragen dan € 700,-- of € 500,-- (bij zelfwerkzaamheid);

    • b.

      de restauratie-/groot-onderhoudskosten naar het oordeel van burgemeester en wethouders, niet geacht kunnen worden in redelijke verhouding te staan tot de gewenste restauratie of gewenst groot-onderhoud;

    • c.

      restauratie noodzakelijk is geworden door een aan de eigenaar verwijtbare nalatigheid in groot-onderhoud, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

    • d.

      indien met restauratie c.q. groot-onderhoud een aanvang is gemaakt voordat op een aanvrage om een monumentenvergunning of de daarop gebaseerde aanvrage om een subsidie is beslist.

Artikel 4 subsidieplafonds

De gemeenteraad neemt jaarlijks middels vaststelling van de begroting een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor een bepaald jaar in het belang van de instandhouding van gemeentelijke monumenten beschikbaar wordt gesteld aan natuurlijke of rechtspersonen.

Artikel 5 percentage, minimum en maximum subsidiebedrag

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 25% van de restauratiekosten c.q. van de kosten van groot-onderhoud inclusief B.T.W. met een maximum van € 4.000,-- per gemeentelijk monument per jaar.

  • 2. Indien een eigenaar van een gemeentelijk monument voor een enkel jaar een subsidie krijgt toegekend, zal aan de eigenaar het daarop volgende jaar geen nieuwe subsidie worden verstrekt.

  • 3. Indien voor een gemeentelijk monument via een gefaseerd plan om een subsidie wordt gevraagd, kan de totaal-subsidie per monument nooit meer bedragen dan € 8.000,-- bij een aantal van 2 aaneengesloten uitvoeringsjaren en € 12.000,-- bij een maximum aantal van 3 aaneengesloten uitvoeringsjaren.

  • 4. Indien een eigenaar van een gemeentelijk monument voor twee of drie aaneengesloten jaren een subsidie krijgt toegekend, kan hij eenzelfde aantal daarop volgende jaren geen nieuwe subsidieaanvraag indienen.

Artikel 6 medesubsidiëring

  • 1. Op de subsidiabele kosten worden in mindering gebracht de subsidie(s) die uit hoofde van enige andere regeling is (zijn) toegekend en de kosten die uit hoofde van een andere regeling kunnen worden gefinancierd.

  • 2. Artikel 6.1 geldt niet voor eventueel door de provincie Gelderland toegekende subsidie ingevolge de Subsidieregeling Duurzame Instandhouding Cultuurhistorische Waarden.

Artikel 7 aanvraag om subsidie

  • 1. Aanvragen om verstrekking van een subsidie als bedoeld in artikel 3.1 worden bij burgemeester en wethouders ingediend op daarvoor ter gemeentesecretarie verkrijgbare formulieren en onder overlegging van de daarbij gevraagde gegevens.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere richtlijnen vaststellen omtrent de vereisten en gegevens waaraan een aanvraag dient te voldoen.

  • 3. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld om binnen 14 dagen een onvolledige aanvraag te completeren, waarna die aanvraag alsnog in behandeling kan worden genomen.

Artikel 8 beslissing op aanvraag

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten omtrent een aanvraag binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Zij kunnen het besluit, met redenen omkleed, eenmalig voor ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 2. Burgemeester en wethouders houden bij een beslissingstermijn zoveel mogelijk rekening met de procedures ter verkrijging van een monument- en/of bouwvergunning.

  • 3. De beslissing betreft een afwijzing of een voorlopige subsidietoekenning op basis van een kostenbegroting.

  • 4. Alle aanvragen om subsidie op grond van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 5. De definitieve toekenning van de subsidie vindt plaats na de gereedmelding van de werkzaamheden op basis van de vastgestelde werkelijke subsidiabele kosten.

  • 6. Aanvragen om subsidie, welke in verband met het bepaalde in artikel 4 niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders aangehouden.

  • 7. De aangehouden aanvraag, als bedoeld in artikel 8.6, zal in een volgend jaar opnieuw in behandeling worden genomen.

  • 8. Aanvragen die in enig jaar aangehouden worden op grond van artikel 4, krijgen in het daaropvolgende jaar prioriteit boven nieuwe aanvragen.

Artikel 9 uitbetaling subsidie

  • 1. De subsidie wordt zo spoedig mogelijk uitbetaald nadat de restauratie- c.q. groot-onderhoudskosten gereedgemeld en akkoord bevonden zijn.

  • 2. Met betrekking tot de uitbetaling van subsidies, waarbij jaarlijkse termijnen in het geding zijn als bedoeld in artikel 5.3, zal per beschikking een uitbetalingsregeling worden aangegeven.

Artikel 10 hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in het belang van de instandhouding van gemeentelijke monumenten bepalingen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van deze regeling leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 intrekking bestaande verordening

De Subsidieverordening Stads- en Dorpsvernieuwing Groesbeek 2000 - Gemeentelijke monumenten, vastgesteld door de raad op 27 april 2000, wordt ingetrokken.

Artikel 12 overgangsbepaling

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 januari 2003 worden afgehandeld volgens de bepalingen van de Subsidieverordening Stads- en Dorpsvernieuwing Groesbeek 2000 - Gemeentelijke monumenten.

Artikel 13 Bekendmaking

De vaststelling van deze verordening wordt bekend gemaakt in het Groesbeeks Weekblad. In dit blad wordt tevens aangegeven waar de verordening ter inzage ligt.

Artikel 14 naamgeving en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als subsidieverordening gemeentelijke monumenten Groesbeek 2002.

  • 2. Over deze verordening kan een referendum worden gehouden op grond van de Tijdelijk referendumwet. Op grond van artikel 22, lid 2 van de Tijdelijke referendumwet treedt deze verordening in werking 6 weken na de datum van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Groesbeek op 21 november 2002
De griffier, De voorzitter,

Nota-toelichting

Toelichting algemeen

De Subsidieverordening Stads- en Dorpsvernieuwing Groesbeek 2000 - Gemeentelijke monumenten bleek door diverse ontwikkelingen aan vervanging toe te zijn. Met name de Wet dualisering gemeentebesturen, de intrekking van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing, de invoering van de euro en de invoering van de provinciale Subsidieregeling duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden zijn hierbij van belang geweest.

De regeling is vereenvoudigd en de doelmatigheid van de subsidiëring is centraler komen te staan, wat bereikt is door de gedetailleerde beschrijving van de te subsidiëren werkzaamheden te laten vervallen. De relatie met de uitvoeringsvoorwaarden is benadrukt, waardoor de kwaliteit van het onderhoud wordt gewaarborgd. Er is zoveel mogelijk aangesloten bij de provinciale Subsidieregeling duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden.

Toelichting per artikel indien dit nodig is geacht

Artikel 1

De begripsomschrijving uit de oude SDV-verordening is aangehouden, met de aanvulling dat bij het begrip onderhoud nadrukkelijk een relatie wordt gelegd met de uitvoeringsvoorwaarden gemeentelijke monumenten.

Artikel 2

In principe is enkel onderhoud aan bestaande elementen, die zijn opgenomen in de redengevende beschrijving van het monument, subsidiabel. In die gevallen waarbij de eigenaar een aantasting uit het verleden, welke heeft plaatsgevonden voor het opstellen van de redengevende beschrijving, wil herstellen naar de oorspronkelijke situatie, kan het college voor deze werkzaamheden ook subsidie toekennen.

Ingevolge de Wet dualisering gemeentebesturen is de bepaling dat bij deze bijzondere gevallen eerst de commissie Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting gehoord moet worden, komen te vervallen.

Artikel 3

In de oude verordening stond een limitatieve lijst van subsidiabele werkzaamheden. In de praktijk blijken er elementen en werkzaamheden te zijn die niet op deze lijst voorkomen, maar die bij de betreffende monumenten wel essentieel zijn voor een goede staat van onderhoud van het pand. Daarom is ervoor gekozen deze lijst te laten vervallen en de doelmatigheid van de subsidiëring per monument centraal te stellen. De kwaliteit van de uitvoering wordt gewaarborgd door de relatie die wordt gelegd met de uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden. Deze uitvoeringsvoorschriften worden door de provincie Gelderland, de Monumentenwacht Gelderland en het Gelders Genootschap gezamenlijk opgesteld en periodiek herzien. Deze uitvoeringsvoorschriften worden vervolgens overgenomen door de subsidiërende gemeenten en als voorwaarde opgelegd bij de subsidietoekenning.

Artikel 4

Deze bepaling is van belang als aanhoudingsgrond indien het budget in enig jaar is uitgeput. Via het budgetrecht dat de gemeenteraad heeft volgens de Wet dualisering gemeentebesturen kan het jaarbudget in de begroting worden bijgesteld via de voor- of najaarsnota. De gemeenteraad is bevoegd het bedrag, als bedoeld in artikel 4 te verhogen. Tevens is de gemeenteraad bevoegd het bedrag te verlagen, wanneer, mede gelet op het totaal van de voor het betreffende jaar ingediende aanvragen, redelijkerwijze kan worden aangenomen dat aan het einde van het desbetreffende jaar gelden zullen resteren.

Artikel 5

Het subsidiepercentage is gelijk gebleven. De subsidieplafonds, die al uit 1992 dateren, zijn aangepast aan de invoering van de euro. Gelet op de gestegen inflatie en bouwkosten is het niet meer dan redelijk om het subsidieplafond op te trekken. Ook het aparte subsidieplafond voor buitenschilderwerk komt te vervallen, waardoor deze activiteit onder de 25%-subsidiëring komt te vallen.

Om te voorkomen dat het budget hierdoor structureel tekort gaat schieten, is de bepaling opgenomen dat na een subsidietoekenning voor een of meerdere jaren een eigenaar eenzelfde aantal jaren geen nieuw subsidieverzoek mag indienen, wat in de oude verordening wel mogelijk was. Hierdoor wordt ook een gelijkere verdeling van de subsidiegelden over alle eigenaren mogelijk.

Artikel 6

Alle verkregen subsidies, zoals bijvoorbeeld een subsidie op energiebesparing, worden van de subsidiabele kosten afgetrokken. Dit geldt niet voor de koppelsubsidie die verkregen kan worden van de provincie Gelderland.

Artikel 13

Ingevolge de Tijdelijke referendumwet is een correctief raadgevend referendum mogelijk over deze verordening. Indien niet binnen zes weken wordt gereageerd op de bekendmaking treedt de verordening in werking.