Regeling vervallen per 26-09-2015

Verordening minimaregeling Doe mee! 2013 gemeente Groesbeek

Geldend van 12-06-2013 t/m 25-09-2015

Intitulé

Verordening minimaregeling Doe mee! 2013 gemeente Groesbeek

De raad van de gemeente Groesbeek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013 

overwegende dat:

harmonisatie van de minimaregelingen van Groesbeek en Millingen aan de Rijn wenselijk is

b e s l u i t : 

De Verordening minimaregeling Doe Mee! 2013 gemeente Groesbeek vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1.1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 1.2 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      raad: de gemeenteraad van Groesbeek;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek;

    • c.

      de wet: de Wet werk en bijstand (Wwb);

    • d.

      aanvrager: de meerderjarige inwoner van de gemeente Groesbeek die ten behoeve van zichzelf, zijn/haar partner of zijn/haar ten laste komende kinderen in aanmerking wenst te komen voor een tegemoetkoming op grond van deze verordening;

    • e.

      partner: degene, met wie de aanvrager gehuwd of anderszins een gezamenlijke huishouding voert als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • f.

      tegemoetkoming: de tegemoetkoming op grond van de Verordening minimaregeling Doe mee! 2013 gemeente Groesbeek;

    • g.

      inkomen: het inkomen zoals omschreven in artikel 32 en 33 van de wet;

    • h.

      vermogen: het vermogen zoals omschreven in artikel 34 van de wet;

    • i.

      aanvraagjaar: het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt gedaan;

    • j.

      peildatum: 31 december van het aanvraagjaar.

Artikel 2 Doelstellingscriterium

Deze verordening heeft tot doel de inwoners van de gemeente Groesbeek met een minimuminkomen, te stimuleren actief deel te nemen aan culturele, sportieve en recreatieve activiteiten door middel van het verstrekken van een tegemoetkoming in de kosten van deelnameaan verenigingen op het gebied van sport, dans, muziek, zang of scouting, een sportschool,

bibliotheek, ouderenbond, zwemles te volgen of deel te nemen aan een creatieve cursus.

Artikel 3 Bevoegdheid college

Het college is bevoegd te besluiten op aanvragen voor een tegemoetkoming op grond van deze verordening. Door de gemeente wordt daarvoor een aanvraagformulier beschikbaar gesteld.

Artikel 4 Rechthebbenden

  • 4.1 Voor kinderen die op de peildatum 4 tot 18 jaar zijn en voor volwassenen die op de peildatum 18 jaar of ouder zijn, kan een tegemoetkoming worden aangevraagd.

  • 4.2 Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming dient degene voor wie de tegemoetkoming wordt aangevraagd te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het in aanmerking te nemen inkomen is niet hoger dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, zoals omschreven in artikel 5, onder c, van de wet;

    • b.

      Het vermogen is niet hoger dan de toepasselijke vermogensgrens, zoals omschreven in artikel 34 lid 3 van de wet;

    • c.

      Degene voor wie de tegemoetkoming wordt aangevraagd dient in het aanvraagjaar lid te zijn van een vereniging op het gebied van sport, dans, muziek, zang of scouting, een sportschool, bibliotheek, ouderenbond, zwemles te volgen of deel te nemen aan een creatieve cursus.

Artikel 5 Kosten waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend

  • 5.1 Het college is bevoegd om voor kinderen die op de peildatum 4 tot 18 jaar zijn, voor de volgende kosten een tegemoetkoming toe te kennen:

    • a.

      contributie van een sportvereniging/sportschool/zwemlessen

    • b.

      contributie van een muziekvereniging/zangvereniging/ dansvereniging;

    • c.

      contributie voor een scoutingvereniging;

    • d.

      cursuskosten van een creatieve cursus.

  • 5.2 Het college is bevoegd om voor volwassenen die op de peildatum 18 jaar of ouder zijn, voor de volgende kosten een tegemoetkoming toe te kennen:

    • a.

      contributie van een sportvereniging/sportschool/zwemkaart

    • b.

      contributie van een muziekvereniging/zangvereniging/ dansvereniging;

    • c.

      cursuskosten van een creatieve cursus;

    • d.

      lidmaatschap bibliotheek;

    • e.

      lidmaatschap van een ouderenbond of seniorenbond;

    • f.

      lidmaatschap van een buurtvereniging

    • g.

      lidmaatschap van een patiëntenvereniging, mits er geen sprake is van een voorliggende voorziening in de vorm van een vergoeding vanuit de ziektekostenverzekering van de aanvrager.

  • 5.3 Voor bepaalde kosten en in specifieke situaties, die naar het oordeel van het college niet in overeenstemming worden geacht met het doelstellingscriterium van deze verordening, kan het college besluiten geen tegemoetkoming toe te kennen.

Artikel 6 Kosten die niet voor tegemoetkoming in aanmerking komen

Voor kinderen die op de peildatum 4 tot 18 jaar en voor volwassen die op de peildatum 18 jaar of

ouder zijn, wordt geen tegemoetkoming verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    een schriftelijke cursus;

  • b.

    een internetcursus;

  • c.

    deelname aan een opleiding of scholing;

  • d.

    kosten voor losse activiteiten;

  • e.

    een abonnementen op kranten en tijdschriften;

  • f.

    contributie van een belangenvereniging.

Artikel 7 Hoogte van de tegemoetkoming

  • 7.1

    Voor kinderen die op de peildatum 4 tot 18 jaar zijn, is de tegemoetkoming € 225- per aanvraagjaar per kind.

  • 7.2

    Voor volwassenen die op de peildatum 18 jaar of ouder zijn, is de tegemoetkoming

€ 100,- per aanvraagjaar per persoon.

  • 7.3

    In afwijking van 7.2 is de tegemoetkoming € 50,- per aanvraagjaar per persoon als de tegemoetkoming wordt aangevraagd voor het lidmaatschap van een bibliotheek of als de contributiekosten of cursuskosten lager zijn dan € 50,-. Bij een combinatie van deze twee is de tegemoetkoming € 100,- per aanvraagjaar per persoon.

  • 7.4

    Het college is bevoegd om de hoogte van de tegemoetkoming genoemd onder 7.1, 7.2. en 7.3 te wijzigen, voor zover passend binnen de begroting.

Artikel 8 Moment van aanvraag

  • 8.1 Een aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van deze verordening kan worden ingediend vanaf 1 september van het aanvraagjaar, tot uiterlijk 31 december van het aanvraagjaar, met gebruikmaking van het hiervoor door het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 8.2 Het college kan, in afwijking van artikel 8.1, de aanvrager toestaan vóór 1 september van het aanvraagjaar een aanvraag in te dienen.

  • 8.3 Over de voorgaande jaren kan geen tegemoetkoming worden aangevraagd of worden toegekend.

  • 8.4 De kosten waarvoor een tegemoetkoming wordt aangevraagd, moeten in het aanvraagjaar zijn gemaakt.

Artikel 9 Wijze van aanvraag

  • 9.1 De aanvrager dient, naast het aanvraagformulier bedoeld in artikel 8.1 van deze verordening, de volgende bewijsstukken aan te leveren om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming:

    • a.

      een bewijs van deelname aan vereniging of cursus en

    • b.

      een bewijs van betaling van contributie dan wel cursuskosten in de vorm van een bankafschrift of kwitantie.

  • 9.2 Een aanvrager die geen uitkering ontvangt op grond van de wet, dient naast de bewijsstukken genoemd in 9.1 onder sub a en sub b, ook bewijsstukken te overleggen van het inkomen, vermogen en toepasselijke heffingskortingen op 1 januari van het aanvraagjaar. Tot die bewijsstukken behoren in ieder geval loonstroken en bankafschriften van alle rekeningen.

  • 9.3 Het college is daarnaast bevoegd andere stukken op te vragen, voor zover dat voor de beoordeling van deze aanvraag nodig is.

Artikel 10 Samenloop van aanvragen

Indien er bij de aanvrager recht is op meerdere tegemoetkomingen op grond van deze verordening, dan wordt de som van deze tegemoetkomingen tezamen in één beschikking toegekend aan de aanvrager.

Artikel 11 Aanvraag in het kalenderjaar 2013

Indien aan de aanvrager in het kalenderjaar 2013 reeds een tegemoetkoming is toegekend op grond van de ‘Regeling Tegemoetkoming kosten lidmaatschap Groesbeek’, kan pas weer vanaf september 2014 een aanvraag worden ingediend voor een tegemoetkoming op grond van de ‘Minimaregeling Doe Mee!’

SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 Hardheidsclausule

Door of namens het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten

gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, voor

zover toepassing gelet op belangen waarvoor deze regeling is vastgesteld, leidt tot onbillijkheden

van overwegende aard.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Minimaregeling Doe mee! ”.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking. Gelijktijdig worden de Regeling Tegemoetkoming kosten lidmaatschap Groesbeek, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Groesbeek
op <datum>
De raadsgriffier, De voorzitter
Verordening minimaregeling Doe mee! 2013 gemeente Groesbeek

Nota-toelichting

Algemene toelichting

Doelstelling van deze verordening

Deze verordening heeft de doelstelling om voorzieningen te bieden, waardoor inwoners van de gemeente Groesbeek met een laag inkomen, actief kunnen participeren in verenigingen of cursussen. De achterliggende gedachte van deze verordening is dat kinderen en volwassenen actief deel moeten kunnen nemen aan sport-, muziek-, zang-, dans-, of scoutingverenigingen, een sportschool, zwemlessen, bibliotheek, ouderenbond of deel moeten kunnen nemen aan een creatieve cursus. De minimaregeling Doe mee! is uitdrukkelijk gericht op het bieden van een tegemoetkoming in de kosten voor actieve en duurzame deelname aan activiteiten. De enige uitzondering hierop is een lidmaatschap van de bibliotheek.

Kinderen die op de peildatum 4 tot 18 jaar zijn en volwassenen die op de peildatum 18 jaar of

ouder zijn, kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van deze

verordening. Met name bij kinderen is het belangrijk de actieve deelname aan culturele, sportieve

en recreatieve activiteiten te vergroten, vandaar dat de tegemoetkoming voor kinderen hoger is

dan voor volwassenen. Bovendien maken ouders (bijna) elk jaar kosten voor de aanschaf

van sportkleding of andere attributen, omdat kinderen in de groei zijn.

De regeling is specifiek bedoeld voor personen die over een laag inkomen beschikken om de kosten zelf te betalen of over weinig vermogen beschikken om de kosten daaruit te voorzien. Daarom is aansluiting gezocht bij de inkomensbepalingen en vermogensgrenzen van de Wet werk en bijstand. Wel is gekozen voor een hogere inkomensgrens dan bij de bijzondere bijstand, namelijk 120%, om de deelname van minima aan verenigingen zo groot mogelijk te maken. Deze hogere inkomensgrens is mogelijk omdat de regeling Iedereen doet Mee! geen categoriale bijzondere bijstand is en er dus geen beperking is ten aanzien van de inkomensgrens.

Reikwijdte van de verordening

Artikel 5.1 en 5.2 van de verordening geeft het toepassingsbereik aan voor welke kosten het college bevoegd is om een tegemoetkoming toe te kennen. Het uitganspunt van deze verordening is dat de aanvrager vrij is in zijn/haar keuze, zolang de kosten van de activiteiten binnen het toepassingsbereik van artikel 5.1 en 5.2 van de verordening vallen. Met een creatieve cursus wordt bedoeld, een meerdaagse cursus gericht op ontplooiing van de creatieve geest, hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een teken-, schilder-, of handvaardigheid cursus. De overige kosten genoemd in artikel 5.1 en 5.2 van de verordening waar een tegemoetkoming voor kan worden aangevraagd, behoeven geen nadere toelichting.

In artikel 5.3 wordt aan het college een ruimere bevoegdheid gegeven om voor het geval dat een tegemoetkoming wordt aangevraagd voor activiteiten of verenigingen die naar het oordeel van het college, niet in overeenstemming worden geacht met de doelstelling van de verordening, te besluiten geen tegemoetkoming toe te kennen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan kosten voor verenigingen in de sfeer van erotiek of kansspelen of bijvoorbeeld kosten die het karakter hebben van een donatie, sponsoring.

In artikel 6 worden kosten genoemd die niet voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. Voor kosten met betrekking tot een schriftelijke cursus (sub a), een internetcursus (sub b) of een abonnement op een krant of tijdschrift (sub e), wordt geen tegemoetkoming toegekend, omdat deze regeling is bedoeld voor fysieke deelname aan een cursus. Voor kosten met betrekking tot deelname aan een opleiding of scholing (sub c)kan het college eveneens besluiten geen tegemoetkoming toe te kennen, omdat de kosten worden geacht te vallen onder het bereik van onderwijs. Hiervoor is de regeling niet bedoeld.

Voor kosten met betrekking tot losse activiteiten wordt op grond van artikel 6 sub d eveneens geen tegemoetkoming in deze kosten verstrekt. Hierbij kan worden gedacht aan een de entree voor bezoek aan de bioscoop, theater, dierentuin, pretpark, of kermis.

Moment van aanvraag

Artikel 8.2 bevat een uitzondering op de hoofdregel van artikel 8.1. Het moment van aanvragen ligt in principe ná 1 september van het aanvraagjaar, echter het college kan de aanvrager toestaan vóór 1 september van het aanvraagjaar een aanvraag in te dienen. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de situatie dat kosten van een lidmaatschap in het voorjaar al moeten worden gemaakt (omdat men dan lid wordt), en het wachten met het indienen van een aanvraag voor de tegemoetkoming tot 1 september van hetzelfde jaar, zou leiden tot het uitstellen (en mogelijk afstellen) van het lidmaatschap. Met name bij een kind moet dat voorkomen worden.

De kosten waarvoor een tegemoetkoming wordt aangevraagd, moeten in het aanvraagjaar zijn gemaakt. Deze kosten kunnen betrekking hebben op deelname aan activiteiten ín het aanvraagjaar, of het kan gaan om kosten die deels betrekking hebben op deelname aan activiteiten die in het komende jaar plaatsvinden , omdat het sport- of cursusseizoen over het kalenderjaar heen gaat . Iedere inwoner van de gemeente Groesbeek kan slechts eenmaal per jaar voor een tegemoetkoming op grond van deze verordening in aanmerking komen.