Subsidieverordening gevelverbetering Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum

Geldend van 11-12-2013 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening gevelverbetering Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum

De raad van de gemeente Groesbeek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013

overwegende dat:

-in de structuurvisie Groesbeek 2025 als ontwikkelingspunt is opgenomen een bruisend centrum in Groesbeek wegens de regionale functie daarvan en daarom het behoud en verder ontwikkelen van het centrum van Groesbeek als kernwinkelgebied ten doel is gesteld;

-op 30 augustus 2012 is besloten tot het actieplan sociaaleconomische versterking Groesbeek waarin onder meer het actiepunt verhoging beeldkwaliteit van het centrum zijn opgenomen;

- het in verband daarmee wenselijk is de gevels en erven van panden in het kernwinkelgebied zoveel mogelijk in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Groesbeek te brengen;

-het beschikbare budget daartoe middels subsidieverstrekking feitelijk zal worden besteed;

-het daarvoor noodzakelijk is onderstaande subsidieverordening vast te stellen;

b e s l u i t :

1. Vast te stellen:

- de Subsidieverordening gevelverbetering Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum.

2. Beschikbaar te stellen:

- de middelen van in totaal € 100.000,00 in de begroting 2014 beschikbaar te stellen op de post 6310103 MKB/Beleid – 4425084 Subsidieverlening éénmalig, en deze te onttrekken uit de Bestemmingsreserve Versterking Sociaaleconomische Infrastructuur.

HOOFDSTUK 1 GRONDSLAG EN WERKINGSSFEER

artikel 1.1 Toepassingsgebied

Deze subsidieverordening is van toepassing op het kernwinkelgebied in het centrum van Groesbeek, in elk geval bestaande uit de volgende adressen:

  • a.

    Dorpsstraat en Pannenstraat tot en met de rotonde bij de Zuidmolen;

  • b.

    Marktplein;

  • c.

    Dorpsplein.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERLENING GEVELVERBETERING

Artikel 2.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    kernwinkelgebied: gebied als zodanig aangegeven in de structuurvisie van Groesbeek 2025 vastgesteld door de raad op 21 juni 2012;

  • b.

    gevel: een voorgevel van een pand, geen appartementsgebouw zijnde, dat gelegen is in het kernwinkelgebied en die aansluit aan de openbare weg en bovendien zichtbaar is vanaf de openbare weg en een zijgevel of achtergevel voor zover deze naar het oordeel van Burgemeester en wethouders aansluit aan de openbare weg en bovendien zichtbaar is vanaf de openbare weg;

  • c.

    erfinrichting: inrichting van een erf behorend bij een pand, geen appartementsgebouw zijnde, dat gelegen is in het kernwinkelgebied en dat aansluit aan de openbare weg en bovendien zichtbaar is vanaf de openbare weg;

  • d.

    historisch en/of architectonisch waardevolle gevel: een voorgevel (geen zijgevel) die in het bij deze subsidieverordening behorende Beeldkwaliteitsplan als zodanig is aangeduid;

  • e.

    werkzaamheden: onder te subsidiëren werkzaamheden wordt verstaan structureel herstel of wegwerken achterstallig onderhoud van:

    constructie gevel, zoals fundering en balklaag;

    buitenkozijnen, ramen en deuren, balkons en luifels;

    scheuren in metselwerk, voegwerk;

    gevelbedekkingen zoals dak en kroonlijsten;

    afwerkingen, zoals pleisterwerk, schilderwerk en natuursteen;

    goten, hemelwaterafvoeren, loodgieterwerk;

    dakkapellen voor zover deze een onlosmakelijk onderdeel vormen van de gevel;

    historische en/of architectonische elementen in originele staat;

    en verder werkzaamheden zoals:

    - weghalen storende reclame of andere storende elementen;

    - gevelreiniging;

    - verbetering erfinrichting.

f. rechthebbende: onder rechthebbende wordt verstaan:

- de natuurlijke of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft op een pand;

- de opstalhouder van het pand;

- de vruchtgebruiker van het pand;

- de houder van het appartementsrecht als bedoeld in art. 5:106 van het Burgerlijk Wetboek;

- huurder van een pand die van de eigenaar een schriftelijke toestemming verkrijgt voor herstel van de gevel van het pand dat hij huurt dan wel verbetering van de erfinrichting daarvan.

  • g.

    herstelonderzoek: een onderzoek naar de bouwtechnische gebreken van een te herstellen gevel, dat daarbij uitsluitsel geeft over de kosten van de herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om de gevel in een goede bouwtechnische en/of originele staat te brengen;

  • h.

    kosten: kosten die noodzakelijk zijn om de onderdelen van de gevel of de historisch en/of architectonisch waardevolle gevel op sobere en doelmatige wijze te herstellen dan wel verbetering van de erfinrichting beogen.

Artikel 2.2 Kosten waarvoor subsidie kan worden verleend

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende van een pand in het kernwinkelgebied een subsidie toekennen per gevel in de kosten van werkzaamheden aan die gevel conform het Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum zoals dit door de gemeenteraad is vastgesteld.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende van een pand in het kernwinkelgebied, een subsidie toekennen per erf in de kosten ten behoeve van de verbetering van de erfinrichting conform het Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum zoals dit door de gemeenteraad is vastgesteld.

  • 3. Onder de kosten van werkzaamheden waarvoor een subsidie kan worden toegekend, wordt verstaan:

    • a.

      het deel van de aanneemsom dat betrekking heeft op het herstel van de gevel dan wel erfinrichting;

    • b.

      materiaalkosten, indien en voor zover er sprake is van in eigen beheer te verrichten werkzaamheden;

    • c.

      de kosten van de architect, voor een technische opname indien nodig, een bouwhistorisch onderzoek, een schetsplan schaal 1 : 50 en een gedetailleerde begroting;

    • d.

      de eventuele noodzakelijke kosten van een adviseur;

    • e.

      het deel van de legeskosten dat betrekking heeft op de ingevolge onder a, b, c en d vastgestelde kosten;

    • f.

      de BTW over de ingevolge onder a, b, c en d vastgestelde subsidiabele kosten, voor zover de aanvrager kan aantonen dat deze niet bij 's rijks belastingen kan worden teruggevorderd.

  • 4. Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt € 100.000,00.

Artikel 2.3 Hoogte van de subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende van een pand een subsidie toekennen van 50% van de kosten tot een maximum van € 5.000, per gevel en/of erfinrichting.

  • 2. Op de subsidie, vermeld in lid 1, worden de subsidies die op grond van enige andere subsidieregeling voor de verbetering van gevels of erfinrichting zijn vastgesteld of toegekend, geheel of ten dele in mindering worden gebracht voordat een subsidie op grond van deze verordening wordt vastgesteld.

Artikel 2.4 Weigering subsidieverlening

  • 1. Een subsidie op grond van deze verordening wordt, onverminderd het elders in deze verordening bepaalde, niet toegekend indien:

    • a.

      de subsidie wordt aangevraagd voor werkzaamheden aan een gevel of ten behoeve van de erfinrichting waarvoor in een periode van tien jaar voorafgaande aan de aanvraag reeds een subsidie van overheidswege werd verleend;

    • b.

      de werkzaamheden, waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, reeds zijn uitgevoerd of indien een begin is gemaakt met de werkzaamheden zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders;

    • c.

      voor de werkzaamheden niet alle benodigde vergunningen/ontheffingen zijn verkregen.

  • 2. Indien de gemeenteraad een besluit heeft genomen tot onteigening van een pand dan wel beëindiging van het erfpachtrecht, wordt een subsidieaanvraag voor de betrokken gevel of erfinrichting geweigerd.

  • 3. Aanvragers die op het moment van aanvraag dan wel op het moment waarop burgemeester en wethouders op de aanvraag beslissen, in staat van faillissement of surseance van betaling verkeren, wordt geen subsidie toegekend.

Artikel 2.5 Wijze van aanvragen

  • 1. De aanvraag om een subsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders vóór 1 augustus 2014 met gebruikmaking van een door burgemeester en wethouders voor dit doel opgesteld aanvraagformulier;

  • 2. Voor het verkrijgen van het vereiste oordeel van het Gelders Genootschap dient tevens een aanvraag omgevingsvergunning (bouw) en eventuele andere vergunningen/ontheffingen (APV) te worden ingediend.

  • 3. Burgemeester en wethouders bevestigen de ontvangst van de aanvraag, onder aantekening van de datum waarop deze is binnengekomen.

  • 4. Bij de aanvraag dient een schriftelijk bewijs te worden overgelegd dat men rechthebbende is om in aanmerking te komen voor een subsidie in het kader van deze subsidieverordening.

  • 5. Bij de aanvraag dient tevens een werkplan te worden overgelegd dat bestaat uit:

    • a.

      tekeningen (schaal 1 : 50) van zowel de bestaande toestand als de nieuw te maken toestand van de gevel en/of erfinrichting;

    • b.

      een gedetailleerde werkomschrijving of bestek;

    • c.

      een gespecificeerde begroting van de kosten en het totaalbedrag;

    • d.

      een specificatie van de uit te besteden werkzaamheden en de in eigen beheer te verrichten werkzaamheden.

  • 6. Burgemeester en wethouders dienen binnen vier weken nadat de aanvraag is ingediend de aanvrager schriftelijk te laten weten of zijn aanvraag compleet is of dat zij, binnen een nader daarvoor te stellen redelijke termijn, nadere gegevens van de aanvrager verlangen, zoals een bouwvergunning en of noodzakelijke aanvullende adviezen, die voor de beoordeling van de aanvraag redelijkerwijs noodzakelijk zijn.

  • 7. Aanvragen zullen in behandeling worden genomen in volgorde van binnenkomst bij de gemeente.

Artikel 2.6 Advies met betrekking tot de aanvraag

Het werkplan zal aan het Gelders Genootschap worden voorgelegd voor een oordeel in het kader van het Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum.

Artikel 2.7 Beslissing op de aanvraag (subsidieverlening)

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een subsidie binnen acht weken na de dag waarop zij conform artikel 2.5 zesde lid de aanvrager schriftelijk hebben laten weten dat zijn aanvraag compleet is bevonden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, nadat conform artikel 2.5, zesde lid, de aanvrager schriftelijk is medegedeeld dat aanvullende vergunningen en of adviezen bij de aanvraag noodzakelijk zijn, besluiten tot een voorwaardelijke subsidieverlening onder de ontbindende voorwaarde van het verkrijgen door de aanvrager van de benodigde vergunning en of positieve adviezen.

  • 3. Indien burgemeester en wethouders niet binnen acht weken beslissen over de aanvraag, stellen zij de aanvrager schriftelijk in kennis van de termijn waarbinnen een beslissing tegemoet kan worden gezien. Zij kunnen daarbij hun beslissing één maal voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 2.8 Voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend

  • 1. De subsidie wordt verleend, onverminderd het elders in deze verordening bepaalde, onder voorwaarde dat:

    • a.

      de aangevraagde subsidie voor gevelverbetering of verbetering erfinrichting voldoet aan het door de raad vastgestelde Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum, dat wil zeggen dat het bouwplan voorafgaand aan de subsidieverlening positief moet zijn beoordeeld door de Gelders Genootschap;

    • b.

      binnen 26 weken na de dag waarop het besluit tot verlening van subsidie aan de aanvrager is verzonden met de werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt en dit schriftelijk wordt gemeld aan burgemeester en wethouders;

    • c.

      de werkzaamheden vóór 1 januari 2016 voltooid en gereed gemeld moeten zijn;

    • d.

      aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen of organisatie toegang wordt verleend tot de werkzaamheden en inzage wordt verleend in de bescheiden en, zo nodig, gegevens worden verstrekt die betrekking hebben op de uit te voeren werkzaamheden;

    • e.

      niet wordt afgeweken van een goedgekeurd, ingediend werkplan, behalve voor zover voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders is verkregen;

    • f.

      indien de eigenaar, alsmede de rechtsopvolger van een pand, waarvoor een subsidie is toegekend, binnen de termijn waarin werkzaamheden worden verricht waarvoor de subsidie is verleend, het pand vervreemdt, dient hij in de verkoopovereenkomst een derdenbeding op te nemen dat de verplichtingen van de verkoper ten aanzien van de toegekende subsidie doen overgaan op de koper van het pand;

    • g.

      indien de rechthebbende, niet zijnde een eigenaar, van een pand waarvoor een subsidie is toegekend, binnen de termijn waarin werkzaamheden worden verricht waarvoor de subsidie is verleend, zijn recht overdraagt aan een ander, dient hij te garanderen dat de verplichtingen ten aanzien van de toegekende subsidie door degene aan wie hij zijn recht overdraagt worden overgenomen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid onder b genoemde termijn toestaan.

Artikel 2.9 Vaststelling subsidie

Burgemeester en wethouders stellen de subsidie vast binnen acht weken na:

  • a.

    de schriftelijke gereedmelding van de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden, onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens, onder meer de originele rekeningen en betalingsbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden, alsmede de totale kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als in de begroting en, voor zover van toepassing, een lijst van goedgekeurd meer en minderwerk;

  • b.

    de controle en akkoordbevinding van de onder a bedoelde werkzaamheden.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 3.1 Wijzigingen in het plan

  • 1. Elke wijziging in de plannen behoeft voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. Toestemming wordt slechts verleend indien:

    • a.

      voldoende is aangegeven waarom de wijziging noodzakelijk is en welke wijzigingen in de oorspronkelijke aanvraag optreden;

    • b.

      de wijziging ter beoordeling aan het Gelders Genootschap is voorgelegd en deze geoordeeld heeft dat het gewijzigde plan voldoet aan het Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum;

    • c.

      de kosten van de wijziging worden overlegd in een gespecificeerde begroting;

    • d.

      geen strijd ontstaat met enige bepaling van dit besluit.

Artikel 3.2 De gereedmelding van de werkzaamheden

  • 1. De aanvrager dient binnen 2 maanden na de oplevering van de werkzaamheden, dus uiterlijk 31 december 2015, een gereedmelding in, waarbij gebruik dient te worden gemaakt van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier. De gereedmelding is tevens de aanvraag om vaststelling van de subsidie.

  • 2. De gereedmelding bevat:

    • a.

      een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      een gespecificeerd overzicht van kosten;

    • c.

      een verklaring van de aanvrager dat aan de voorwaarden waaronder de subsidie is verleend, is voldaan;

    • d.

      voor zover van toepassing: garantiecertificaten.

  • 3. Burgemeester en wethouders bevestigen de ontvangst van de gereedmelding schriftelijk aan de aanvrager.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de wethouders gereedmelding moeten worden verstrekt.

  • 5. De aanvrager houdt gedurende vijf jaar na de gereedmelding alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar.

Artikel 3.3 Toetsen van de gereedmelding en vaststellen van de subsidie

  • 1. Binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding wordt beslist of met de gereedmelding wordt ingestemd. Ter controle van de gegevens kan de termijn eenmaal met acht weken worden verdaagd. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

  • 2. Indien wordt ingestemd met de gereedmelding, worden de kosten vastgesteld en de hoogte van de subsidie definitief bepaald overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3.4 Uitbetalen van de subsidie

Uitbetaling vindt plaats binnen vier weken na vaststelling van de hoogte van de subsidie, op een door de aanvrager opgegeven bank- of postbankrekeningnummer.

Artikel 3.5 Intrekking subsidie

Indien een subsidie op basis van deze verordening is verleend of vastgesteld op grond van door de aanvrager verstrekte onjuiste gegevens, waarvan de aanvrager wist of redelijkerwijze had kunnen weten dat deze gegevens onjuist waren, trekken burgemeester en wethouders het besluit tot het verlenen en/of het besluit tot het vaststellen van een subsidie in.

Artikel 3.6 Hardheidsclausule

Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 3.7 Uitvoering van deze verordening

Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van deze verordening opdragen aan derden.

Artikel 3.8 Naam en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als "Subsidieverordening gevelverbetering Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum ".

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Groesbeeks Weekblad.

Ondertekening

Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Groesbeek van 28 november 2013.
griffier, voorzitter,

ondertekening

Toelichting Subsidieverordening gevelverbetering Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum

Algemeen

De subsidie wordt in twee fasen toegekend. Eerst de subsidieverlening, daarna de subsidievaststelling. Dit verschil vloeit voort uit de Algemene wet bestuursrecht. De subsidieverlening houdt in dat er een recht op subsidie wordt toegekend. Pas wanneer ook aan alle administratieve verplichtingen is voldaan waardoor aangetoond is hoe hoog de kosten daadwerkelijk zijn, kan definitief de hoogte van het subsidiebedrag worden bepaald: dit is de formele subsidievaststelling. Hierna wordt de subsidie uitbetaald.

Artikel 2.2, lid 2

Voor geverfde baksteengevels zal het in de meeste gevallen noodzakelijk zijn eerst te onderzoeken of het verwijderen van de verflaag in het individuele geval zinvol is. Wanneer uit het herstelonderzoek blijkt dat het verwijderen van de verflaag niet zinvol is en om deze reden tot opnieuw verven wordt besloten, komt het opnieuw verven, ondanks dat dit in strijd is met het Beeldkwaliteitsplan Groesbeek-centrum, in aanmerking voor subsidie. Wel moet de bouwaanvraag voor het opnieuw verven aan het Gelders Genootschap worden voorgelegd, samen met de resultaten van het herstelonderzoek. Wanneer het Gelders Genootschap instemt met het plan, komt het in principe in aanmerking voor subsidie.

Artikel 2.2, lid 4

Indien een subsidieplafond wordt opgenomen, moet tevens worden bepaald hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld. Hier geldt het principe "wie het eerst komt, wie het eerst maalt". De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld.

Indien een aanvrager een termijn gesteld heeft gekregen om ontbrekende gegevens aan te vullen, hetgeen vervolgens niet gebeurt, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet te behandelen. Hiermee vervalt tevens het recht op behandeling van de aanvraag naar datum van binnenkomst van de onvolledige aanvraag.

Artikel 2.4

Dit artikel noemt redenen om een subsidie te weigeren. Indien één van deze weigeringsgronden van toepassing is, wordt de subsidie geweigerd. Hierbij heeft de gemeente geen hoorplicht (artikel 4:7 juncto 4: 12 lid 1 sub a van de Awb).

Indien aanvrager reeds voorafgaand aan de subsidieverlening met de werkzaamheden wil beginnen, dient hij hiertoe schriftelijk toestemming van burgemeester en wethouders te verkrijgen. Hiervoor is noodzakelijk dat er een opname heeft plaatsgevonden van de oorspronkelijke situatie, omdat anders niet vast te stellen is welke voorzieningen getroffen moeten worden.

De subsidie wordt voorts geweigerd, indien in een periode van tien jaar voorafgaand aan de aanvraag reeds een subsidie van overheidswege werd verleend voor de betreffende gevel en/of erf.

Ook de Algemene wet bestuursrecht noemt in artikel 4:35 nog een aantal weigeringsgronden, die aanvullend werken op bovengenoemde gronden.

Uiteraard werkt ook de verplichte weigeringgrond wegens overschrijding van het subsidieplafond (artikel 4:25 lid 1 Awb) aanvullend op bovengenoemde gronden.

Artikel 2.5, lid 1

Dit artikel bepaalt dat bij de aanvraag gebruik dient te worden gemaakt van een standaardformulier, dat door het college van burgemeester en wethouders moet worden vastgesteld. Een ordelijke en efficiënte afhandeling van de aanvraag wordt bevorderd door de gebruikmaking van een speciaal daartoe bestemd formulier.

Gegevens die op basis van artikel 4:2 van de Awb moeten worden vermeld, zoals de dag- tekening van de aanvraag, zijn niet opgenomen in de opsomming van de te verstrekken gegevens. De verplichting om deze gegevens te verstrekken volgt immers rechtstreeks uit de Awb.

Indien er gegevens ontbreken, zijn burgemeester en wethouders verplicht om een termijn te stellen voor het aanvullen van de ontbrekende gegevens. Indien de gegevens niet binnen de gestelde termijn worden aangevuld, kan besloten worden de aanvraag niet te behandelen. Dit is dwingend bepaald in artikel 4:5 van de Awb. Een onvolledige aanvraag is in beginsel wel een tijdige aanvraag, ook al behoeft deze naderhand nog aanvulling. Dit is met name van belang in relatie tot artikel 2.5, lid 7 van de verordening, waarin wordt bepaald dat de aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

Artikel 2.7, lid 1

Deze artikelen bepalen, dat burgemeester en wethouders binnen acht weken na de dagtekening over de aanvragen beslissen. Deze termijn sluit aan bij de termijn als genoemd in artikel 4: 13, tweede lid, Awb. Dit staat het college van burgemeester en wethouders echter niet in de weg om eerder op een aanvraag te besluiten.

De termijn voor het nemen van een beslissing wordt opgeschort vanaf de dag dat de aanvrager wordt uitgenodigd om ontbrekende gegevens aan te vullen tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de termijn die daarvoor is gesteld, ongebruikt is verstreken (artikel 4:15 Awb).